Als u een kansspelautomaat, zoals een fruitautomaat, wilt plaatsen, moet u een vergunning aanvragen. Deze vergunning heet een aanwezigheidsvergunning.
Voor een behendigheidsautomaat, zoals een flipperkast, is geen vergunning nodig.
De gemeente maakt een verschil tussen 'hoogdrempelige' en 'laagdrempelige’ inrichtingen.
- Hoogdrempelige inrichtingen zijn bijvoorbeeld cafés, bars en nachtclubs. Deze bedrijven mogen 2 speelautomaten hebben, zowel kansspel- als behendigheidsautomaten.
- Laagdrempelige inrichtingen zijn bijvoorbeeld snackbars en kantines. Deze bedrijven mogen 2 behendigheidsautomaten hebben (dus geen kansspelautomaten).
Daarnaast kan het nodig zijn dat u een exploitatievergunning aanvraagt bij de Kansspelautoriteit.
Om een vergunning voor gokautomaten aan te vragen, geeft u door:
- om welk type automaat het gaat
- wat het serienummer van het apparaat is
- uw naam
De gemeente beslist binnen 8 weken na ontvangst op uw aanvraag. Deze termijn mag eenmaal verlengd worden.
U kunt bezwaar maken tegen de beslissing op uw aanvraag. Doe dit binnen 6 weken. Bent u het daarna niet eens met de uitspraak op het bezwaarschrift? Teken dan beroep aan bij de rechtbank.
U vraagt de aanwezigheidsvergunning aan bij de gemeente.