Als iemand overlijdt, moet dat worden doorgegeven aan de gemeente waarin de persoon is overleden. Doe dit voordat de begrafenis of crematie plaatsvindt. Vaak doet de begrafenisondernemer dit namens de nabestaanden. De gemeente zorgt ervoor dat de basisregistratie personen (BRP) wordt aangepast.
U mag de overledene niet eerder dan 36 uur en niet later dan 6 werkdagen na overlijden begraven of cremeren. Wilt u de overledene eerder begraven of cremeren? Dan heeft u toestemming van de officier van justitie en van de burgemeester nodig. Wilt u de overledene later begraven of cremeren? Dan heeft u alleen toestemming van de burgemeester nodig.
Zo doet u aangifte van overlijden:
- Maak een afspraak bij de gemeente waarin de persoon overleden is.
- U heeft de volgende gegevens nodig:
-
- uw geldige identiteitsbewijs
- een A-verklaring en een B-verklaring voor het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
- bij een natuurlijke doodsoorzaak: een verklaring van overlijden, afgegeven door een dokter of gemeentelijk lijkschouwer
-
- bij een onnatuurlijke doodsoorzaak: een verklaring van geen bezwaar crematie/begrafenis, afgegeven door de officier van justitie
- als een crematie of begrafenis moet worden uitgesteld: een verklaring van geen bezwaar, afgegeven door een dokter
- als er een sectie moet plaatsvinden: verlof tot ontleding, afgegeven door de burgemeester
- eventueel het trouwboekje om het overlijden in vast te leggen
Doe de aangifte voordat de begrafenis of crematie plaatsvindt.
Woonde de overleden persoon in een andere gemeente? U hoeft het overlijden niet zelf door te geven aan deze gemeente. Dit doet de gemeente waarin de persoon overleden is.
Aangifte doen van overlijden is gratis. Een kopie van de overlijdensakte kost € 13,20 (tarief 2018).