Milieu, bodemverontreiniging, sanering

Als uit bodemonderzoek blijkt dat grond (ernstig) verontreinigd is, moet de bodem gesaneerd te worden.

Hoe weet je of bodem vervuild is?
Iedereen die een omgevingsvergunning voor het bouwen van een huis of een bedrijfspand aanvraagt, dient bodemonderzoek uit te laten voeren. Dit geldt ook als er bijvoorbeeld grote graafwerkzaamheden in de grond verricht gaan worden, of als ergens bodembedreigende activiteiten zijn of zullen worden uitgevoerd.

Gemeente of provincie bevoegd gezag: met wie heb ik wanneer contact?
De provincie is bevoegd gezag als het gaat om bodemsaneringen, de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant (ODZOB) voert deze taak uit voor de provincie. Vragen over bodemsaneringen of informatie over gesaneerde locaties kunt u stellen via [email protected]

Wanneer geen sprake is van een verontreiniging, dan is de gemeente bevoegd gezag. Zij beoordeelt dan het verkennende of nader onderzoek.  

Saneringsplan indienen bij provincie
Vaak kan met de sanering worden gewacht tot een gunstig moment (bijvoorbeeld bij nieuwbouw of herinrichting), maar soms zijn de risico's voor mens en/of milieu zo groot dat er spoedig moet worden gesaneerd. Per verontreinigingsgeval moet vooraf een saneringsplan worden opgesteld, waarbij de gebruiksfunctie van het terrein een belangrijke rol speelt. Zo zijn de kwaliteitseisen voor bodem op industrieterreinen anders dan voor woonwijken. Dit zogenaamde "functioneel saneren" kan ook betekenen dat de verontreiniging mag blijven zitten, maar dat er maatregelen worden genomen om contact met de verontreiniging of verdere verspreiding van de verontreiniging te voorkomen.

Voordat u overgaat tot uitvoering van een bodemsanering dient u een BUS-melding (Besluit Uniforme Sanering) of een saneringsplan in bij de provincie.

Er wordt onderscheid gemaakt in eenvoudige saneringen van korte duur en de meer uitgebreide bodemsanering. Het Besluit Uniforme Saneringen (BUS) regelt het melden van bepaalde categorieën eenvoudige saneringen. Voor deze saneringen is door de minister van I&M een landelijk meldingsformulier vastgesteld.