Voor niet-woningen geldt in principe de waarde in het economische verkeer (WEV). Deze waarde wordt vastgesteld door de vergelijkingsmethode of door de methode van het kapitaliseren van de huurwaarde. De huurwaarde van het pand wordt afgeleid van gerealiseerde huurprijzen.
Wanneer de gecorrigeerde vervangingswaarde (totale kosten voor het exact herbouwen van een pand verminderd met factoren voor technische en functionele veroudering) hoger is dan de WEV, of door jurisprudentie is bepaald dat deze waarderingsmethode gebruikt moet worden, wordt de gecorrigeerde vervangingswaarde gebruikt.
Voor de waardebepaling van incourante objecten, bijvoorbeeld windturbines, wordt gebruik gemaakt van landelijke taxatiewijzers. Voor agrarische objecten wordt, naast een vergelijking met gerealiseerde en gescreende verkoopcijfers binnen de gemeente, ook gebruikt gemaakt van landelijke taxatiewijzers. De waarden van niet-woningen zijn gemiddeld met 2,6% gedaald ten opzichte van vorig jaar.