Houten grafteken, vervaardigd in 1904, bestaande uit een los in de grond gestoken plank uit één stuk, aan de voorzijde voorzien van een qestoken tekst. Van boven is de plank, die uitloopt in een eenvoudig gedecoreerde, vlakke bekroning met een vastgenageldc zinken plaat afgedekt. Ter afbakening staat rond het graf een nog complete, witgeschilderde houten omheining op vier hoekstijlen. Het grafteken draagt dc volgende inscriptie in kapitalen en onderkast:
"HIER RUST// CORNRLIA ARDON/ Geb. 20 Nov./ 183B/ Overl.
10 Mei/ 1904/ Wed. van/ A. Dubbelman// EN// Jb. Dubbelman/ Geb. 29 Nov. 1861/ Overl. 28 Dec. 1927//
A[rij) Dubbelman overleed niet te Kolhorn en werd elders begraven. Jacob Dubbelman, zoon ven Arie Dubbelman en Cornelia Ardon, was ongehuwd en zonder beroep.
De Algemene Begraafplaats te Kolhorn werd omstreeks l87O in gebruik genomen. Van de houten graftekens die in Kolhorn en omgeving veelvuldig voorkwamen, zijn slechts enkele exemplaren in situ overgebleven. Dergelijke houten graftekens markeren de graven van minder welgestelde personen en families, wier nabestaanden geen geld konden opbrengen voor een gedenkplaat uit natuursteen. Hoewel Kolhorn door de scheepvaart als middel van bestaan een zekere welvaart kende, leefde toch een grote bevolkingsgroep onder armelijke omstandigheden. Het grafteken is een van de vier houten tekens die nog op de begraafplaats van Kolhorn aanwezig zijn.
Het grafteken met omheining is van kunsthistorische waarde als zeldzaam geworden en gaaf overgeleverd voorbeeld van een eenvoudige grafaanduiding in hout met gave inscriptie. Van sociaal-historische waarde is het grafteken met omheining als een van de zeer weinige nog in situ aanwezige voorbeelden van het begraven bij een eenvoudige bevolkingsgroep op het platteland. Als zodanig vormt het een onderdeel van de geschiedenis van de dodenzorg in Noord-Holland.
