Dit tracé moet vóór 1320 een zeewaterkerende dijk zijn geweest, een voorloper van de West-Friese Omringdijk aan de noordelijke zijde. Argumenten hiervoor zijn dat in de eerste plaats het land ten noorden van de Heerenweg waar Barsingerhorn aan ligt Kaag heet, dat buitendijks ingedijkt land betekent. Bovendien is de weg daar erg hobbelig, wat een aanwijzing kan zijn dat daar aanvankelijk terpen gelegen zouden kunnen hebben, waarover men later een dijk gelegd heeft. Tenslotte heeft men bij de aanleg van elektriciteit in Barsingerhorn wier onder het maaiveld gevonden wat alleen maar op een zeewerende dijk kan duiden. Het tijdstip waarop men deze dijk gebouwd heeft, is niet met zekerheid aan te geven. Het is bekend dat in 1320 het noordelijke tracé van de Omringdijk van Schagen tot Kolhorn de huidige richting had gekregen. De kagen ten noorden van de Heerenweg dateren van circa 1250. Het land tussen Wieringen en de huidige Omringdijk is in de 10de eeuw door stormvloeden weggeslagen. Dan moet de genoemde dijk in die tussenperiode gebouwd zijn.
Dit tracé is op sommige plaatsen nogal kronkelig en heeft nog enigszins het karakter van een dijk, doordat het naastgelegen land lager ligt dan de weg. In de bebouwde kom van Barsingerhorn is een tweezijdige lintbebouwing langs de weg. Bovendien is de weg daar hobbelig, wat op terpen als ondergrond kan duiden. Langs de Kolhornerkade is de weg ook iets hoger gelegen dan de huizen aan de landzijde, zodat het niet onwaarschijnlijk is dat hier sprake is van een dijk.
