Woonhuis, gelegen aan de zuidzijde van de Dorpsstraat, in oorsprong 17de-eeuws (hierop wijzen onder meer de moerbalken en sleutelstukken op in het voorste gedeelte van het pand en gegevens uit het Oud Archief Nieuwe Niedorp, verpondingskohier 1669). In de 18de eeuw was het huis in eigendom van Cornelis v.d. Beets, schepen en chirurgijn, in 1834 wordt het vermeld als kapitaal winkelhuis en vanaf 1863 tot ver in de 20ste eeuw als pastorie van de Doopsgezinde Gemeente van Oude en Nieuwe Niedorp (respectievelijk: Oud Archief Nieuwe Niedorp nr. 69, Notarieel Archief Nieuwe Niedorp, notaris Jan Roggeveen en het Kadaster).
In de 19de eeuw had de voorgevel een bakstenen onderpui en een houten voorschot. Deze gevel is omstreeks 1908 vervangen door een neorenaissance trapgevel, waarbij de oorspronkelijke deur- en vensterindeling werd gehandhaafd. Het huis is gebouwd op een langgerekte, rechthoekige plattegrond, opgetrokken uit paarsrode baksteen in kruisverband (de voorgevel vertoont vroeg 20ste-eeuws; de zijgevels 17de-19de-eeuws metselwerk) op gecementeerde plint, en bestaat uit een bouwlaag onder zadeldak met zwart geglazuurde Hollandse pannen en met de nok loodrecht op de Dorpsstraat, welke door twee schoorstenen doorbroken wordt.
De neorenaissancetrapgevel (noord) heeft op de begane grond van links naar rechts: een teruggelegen deur, gevolgd door twee schuiframen. De verdieping bevat eveneens twee schuiframen en de geveltop een ovaal raam. Boven alle deuren vensteropeningen zijn gemetselde rondbogen met sierstenen aangebracht. Op de begane grond bevinden zich tussen de rondbogen in het totaal vier gietijzeren muurankers; op de verdieping zijn zes gelijksoortige muurankers over het gevelvlak verspreid. De rechter zijgevel (west) heeft een kelderraam en vijf schuifvensters, waarvan het meest noordelijke een strek heeft, voorzien van sierstenen; de andere vensters zijn twee aan twee geplaatst en hebben strekken zonder sierstenen. Direct onder de gootlijst bevinden zich drie, waarschijnlijk 17de-eeuwse muurankers. Rechtsachter: een aanbouw uit 1879 onder plat dak, voorzien van een geprofileerde gootlijst, met aan de voorzijde (noord) een deur met bovenlicht en aan de rechterzijde (west) een gelijksoortige deur, een negenruitsvenster en twee kleine ramen. De linker zijgevel (oost) wordt afgesloten door een houten goot, waaronder zich diverse grote muurankers bevinden. De achtergevel (zuid) is verbouwd. Het gietijzeren hek, dat aan de rechterzijde van het huis langs de Dorpsstraat is geplaatst, valt mede onder de bescherming.
Het pand is van architectuurhistorische betekenis:
- vanwege de ouderdom: 17de-eeuwse oorsprong met bouwsporen uit die tijd zoals metselwerk, muurankers, en balklagen in het interieur;
- als goed bewaard gebleven voorbeeld van een winkel/woonhuis waarvan de hoofdvorm, gekenmerkt door een langgerekte bouwmassa onder zadeldak met nok loodrecht op de weg, dateert uit de 17de eeuw;
- vanwege de beeldbepalende situering, als onderdeel van een wegdorp met vaarsloot waarvan de structuur goed bewaard gebleven is.
