Stolpboerderij van het afgeleide West-Friese type, gesitueerd aan de zuidzijde van de Dorpsstraat, de naam "Ruimzicht" dragend. De kern van de boerderij dateert vermoedelijk uit de 18de eeuw, de rechterzijgevel (W) werd opnieuw opgetrokken in 1805. De voorzijde (aan de straatzijde) die de huidige verschijningsvorm bepaalt, werd gebouwd in 1879. De stalmuur (Z) werd in 1910 opnieuw opgetrokken.
Omschrijving
Op nagenoeg vierkant grondplan gebouwde stolpboerderij onder rietgedekt schilddak met getoogde spiegel aan de voorzijde (N), rechthoekige spiegel aan de rechterzijde (W) en pannenrand rondom. De pangedekte delen hebben zwarte Hollandse pannen, de pannenrand aan de achterzijde (Z) rode Hollandse pannen. Het dak heeft een korte noklijn haaks op de straat. De boerderij heeft een onder zadeldak met rode Hollandse pannen geplaatst staartstuk ten behoeve van de koestal aan de achterzijde (Z). De inwendige houten draagconstructie bestaat uit een enkel vierkant met overstek boven de woning. Aan de noordzijde en een deel van de westzijde van het vierkant bevindt zich de woning, aan de zuidzijde de stal met staartstuk en haaks daarop (aan de oostzijde) de dars. Het muurwerk is opgetrokken in rode baksteen. Op diverse plaatsen in het muurwerk zijn de schieters van de muurankers zichtbaar. De voorgevel (N) heeft, afgezien van de teruggeplaatste darsdeur links, een breedte van vijf vensterassen.
De middelste as bevatte in oorsprong een deur, maar heeft thans evenals de andere vensterassen een getoogd houten schuifvenster bekroond door een strek. Op de hoeken van de voorgevel en ter weerszijden van de middenas zijn bakstenen lisenen aangebracht. De gevel wordt afgesloten door een geprofileerde houten gootlijst. In het lijstwerk van de middenas is de naam "Ruimzicht" geschilderd.
De rechterzijgevel (W) heeft vijf vensterassen met van links naar rechts een getoogd schuifvenster, een samengestelde deur en drie getoogde zesruitsschuifvensters. De plint is aangestreken met cement. De houten dakgoot is geprofileerd en rust op houten gootklampen. In het dakschild is een vierkante schoorsteen zichtbaar.
De verhoogde stalmuur aan de achterzijde (Z) dateert uit 1910 en is opgetrokken in rode baksteen boven een gecementeerde plint. De muur bevat acht hooggeplaatste vierkante houten stalvensters. De linkerzijgevel (O) bevat links het risalerende staartstuk, rechts de dars. Het staartstuk heeft een centrale samengestelde deur met bovenlicht en ter weerszijden van de deur een klein houten zesruitsvenster. De hoeklisenen zijn gecementeerd. De houten topgevel, met verticaal beschot en makelaar, bevat een opgeklampte hooideur met zesruitsbovenlicht. De rechterzijgevel van het staartstuk en het muurvlak van de dars (O) hebben halfronde ijzeren stalvensters, de dars heeft een opgeklampte deur.
Waardering:
De boerderij is van algemeen belang uit cultuur- en architectuurhistorisch oogpunt als merendeels gaaf bewaard gebleven voorbeeld van agrarische bouwkunst uit de late 19de eeuw.
