Provinciaal monumentArbeiderswoning, samen met aangrenzend, niet voor bescherming in aanmerking komend pand, in 1854 gebouwd. De woning werd gebouwd door polderbaas Arie Dekker, Een polderbaas, meestal timmerman, hield zich bezig met het onderhoud aan molens, dienstgebouwen en sluizen. Het eenvoudige karakter van de woning wordt verklaard door het feit, dat polderbazen in de 19de eeuw een karig loon ontvingen. De woning maakt onderdeel uit van de tweezijdige bebouwing langs de vaart door het dorp Wieringerwaard. De woning op rechthoekig grondvlak heeft één bouwlaag onder zadeldak met rode Hollandse pannen, aan de zuidzijde aangekapt en in 1960 voorzien van een schuurtje. De gevels zijn van gepleisterd metselwerk. Het zadeldak ligt verzonken tussen de oostelijke geveltop met rollaag en de top van de westelijke scheidingsmuur, eveneens met rollaag. De voorgevel (noord) is symmetrisch ingedeeld, met in het midden de toegang, links en rechts geflankeerd door negenruits schuifraam met blinden. Eén venster in de zijgevel (oost) is eveneens voorzien van blinden. De achtergevel (zuid) is van ondergeschikt belang.
Redengevende omschrijving:
De arbeiderswoning is van architectuurhistorische betekenis omwille van de gave hoofd-vorm, alsmede de vrijwel intact gebleven gevelindeling en het materiaalgebruik. Het pand is van sociaalhistorische waarde als gaaf gebleven, en als zodanig zeldzaam geworden, element uit de geschiedenis van het wonen in Noord-Holland. Tot het hierboven vermeide monument behoort al hetgeen door bestemming of anderszins rechtens onroerend is.
