Stolpboerderij van het Noord-Hollandse type, boven de zwart geteerde plint opgetrokken van rode baksteen, onder rieten schilddak met onderste dakstrook van zwart geglazuurde pannen. Aan de noordelijke dakhelling is in het riet een patroon van pannen opengelaten, de spiegel genaamd. De boerderij 1s geconstrueerd op twee verhoudingsgewijs smalle en lange "vierkanten“, waardoor het pand onevenredig breed en ondiep is. De vierkanten rusten op pinanten van gele baksteen. Het woongedeelte is vrijwel geheel geconcentreerd in de noordelijke buitenstijlruimte. De noordgevel bevat twee toegangsdeuren, zes schuiframen en een drielingvenster. De zuidelijke buitenstijlruimte diende als koestand en koegang. In de zuidgevel zijn daarom zeven kleine, vierkante koeraampjes aanwezig, met daartussen smeedijzeren muurankers. Ook de darsdeuren en de mandeur met bovenlicht zijn In de zuidgevel opgenomen. Het dak spring ter plaatse in ten behoeve van deze darsdeuren.
De westgevel bevat ondermeer twee halfronde vensters. Naar het oosten toe is het gebouw later uitgebreid met een bouwmassa van éen bouwlaag onder het dak. De noord-, oost- en westgevel zijn, evenals de zuidgevel, voorzien van smeedijzeren muurankers. De datering van het pand is niet geheel zeker, maar in ieder geval is het gebouwd voor 1802. In de westgevel bevinden zich twee bakstenen met inscriptie: "D. Kaan RZ Dec. 48O4".Het pand is beeldbepalend gesitueerd in het centrum van het dorp Wieringerwaard aan de T-kruising van de Noord- en Zuid Zijperweg met de Molenweg, nabij het Polderhuis. Bij de noordwest hoek van het pand 1s een houten theehuisje bewaard gebleven onder tentdak met zes dakvlakken. Dit huisje wordt in samenhang met de boerderij provinciaal beschermd. De boerderij is van architectuurhistorische en sociaal- historische waarde als eén van de oudst. overgebleven, gave voorbeelden van architectuur met agrarische functie in de polder Wieringerwaard.
Redengevende omschrljvlng
Stolpboerderij van het Noordhollandse type, boven de zwart geteerde plint opgetrokken van rode baksteen, onder rieten sohilddak met onderste dakstrook van zwart geglazuurde pannen, en in het noordelijke dakvlak een spiegel. De boerderij is geoonstrueerd op twee onevenredig brede en ondiepe “vierkanten“. De noordgevel bevat twee toegangsdeuren, zes schuiframen en een drielingvenster, ten behoeve van de woonvertrekken. In de zuidgevel zijn zeven kleine, vierkante koeraazpjes aanwezig, met daartussen smeedijzeren muurankers, alsmede de darsdeuren en een mandeur met bovenlioht. De noord-, oost- en westgevel zijn eveneens voorzien van smeedijzeren muurankers. Net pand dateert van J8O1 of eerder, getulge de lnscriptie op twee bakstenen in de westgevel: "D. Kaan RZ j0 Deo. 4804". Net houten theehuisje blj de noordwest hoek van de boerderlj is bedoeld te worden betrokken in de provinoiale besoherming. De boerderij 1s van arohiteotuurhlstorisohe en sooiaal- hlstorische waarde als één van de oudst overgebleven, gave voorbeelden van architeotuur met agrarische funotie in de polder Wieringenwaard. Daarnaaet is het gebouw van ste8ebouwkundig.belang vanwege de beeldbepalende situering aan de T-kruislng van Noord- en Zuid Zijperweg met de Molenweg, nabij het Polderhuis (rijksmonument).
