Gekoppelde documenten

  • Formulier principeverzoek

  • beschikking transformatorstation 't Veld

  • Nota zienswijze transformatorstation locatie 4

  • Leidraad en uitvoeringsvoorschriften

  • Bouw- of verbouwplannen

  • Bijlage 1 Welstandnota Hollands Kroon

  • Welstand definitief

  • Welstandsluw

  • Welstandsspecifiek Eigen

  • Welstandsspecifiek

  • Gevelwijziging

  • Erfafscheiding

  • Details

  • Dakkapel

  • Aan uitbouw

  • Welstandsvrij

  • Leegstandswet

  • IG Woonvisie Hollands Kroon

  • PWN arenabijeenkomst

  • Actieplan PWN

  • Verslagen en prelude PWN

  • Regelement van Orde

  • Welke aanvragen die niet passen in het bestemmingsplan spelen er in de omgeving?

  • Waarom werkt de gemeente mee aan deze plannen?

    De gemeente werkt mee aan de plannen van “Het Kippenhok” omdat wij op de bestaande locatie aan de Tussenweg glastuinbouw willen hebben. De ondernemer heeft zich bereid verklaard plaats te maken voor glastuinbouw, als hij zijn bedrijf op een andere locatie kan voortzetten. Deze locatie is gevonden aan de Alkmaarseweg.  De ondernemer heeft in verleden gezocht naar een verplaatsingslocatie. Op deze locatie is uitgekomen omdat er weinig mensen in de nabijheid wonen, de overheersende windrichting maakt dat geuroverlast beperkt is en de bereikbaarheid vanuit het hoofdwegennet zeer gunstig is. De ondernemer heeft deze locatie in het verleden verworven en de gemeente Wieringermeer heeft een positief oordeel over verplaatsing naar deze locatie geven, mits aan milieunormen kan worden voldaan.

    De gemeente werkt mee aan de plannen van “Meerkip” omdat de nieuwe locatie vanuit milieu en ruimtelijk oogpunt veel beter is. Deze locatie is beter omdat er minder mensen in de nabijheid van de kippenschuur wonen en een belemmering voor de uitvoering van het Windplan Wieringermeer kan worden weggenomen. 

  • Wat is precies de rol van de gemeente?

    De gemeente is verantwoordelijk voor de aanpassing van het bestemmingsplan en het verlenen van vergunningen. Hierbij toetst de gemeente of de aanvragen voldoen aan de door de provincie en het rijk gestelde wettelijke randvoorwaarden.

    De gemeente geeft in de bestemmingsplanprocedure o.a. een oordeel over de oppervlakte van het bouwvak en de oppervlakte aan dierruimte. De gemeente oordeelt niet over het aantal te houden dieren. Dit is namelijk een afgeleide van de toegelaten oppervlakte aan dierruimte. Er gelden wettelijke normen voor de minimale oppervlakte per dier en hier uit kan het maximaal aantal te houden dieren worden berekend. Met het aantal te houden dieren kunnen vervolgens de milieueffecten worden berekend. Het rekenen met de maximale invulling wil ook niet zeggen dat deze dieraantallen ook daadwerkelijk worden gehouden. Het is de keuze van de ondernemer hoeveel dieren hij wil houden binnen de door de gemeente toegelaten oppervlakte, waarbij de minimale wettelijke oppervlakte per dier als randvoorwaarde geldt.

  • Welke spelers zijn er nog meer en wat is hun rol?

    In het kader van de vergunningverlening en planvorming overlegt de gemeente met diverse (overheids)instanies over de plannen. Denk hierbij aan de provincie, ministeries, waterschap, regionale brandweer en buurgemeenten. De gemeente benadert deze partijen actief om ze op de hoogte te brengen van de plannen en ze uit te nodigen hierop te reageren. De binnengekomen reacties worden betrokken bij de verdere uitwerking van de plannen.

    Om de milieueffecten zo volledig en goed mogelijk in beeld te brengen heeft de gemeente er vrijwillig voor gekozen om bij de aanvraag van “Het Kippenhok” de commissie voor de milieueffectrapportages om advies te vragen. Dit is een bij wet ingestelde onafhankelijk commissie die gemeenten adviseert op het gebied van milieueffecten. Deze commissie toetst of alle relevante milieueffecten op de juiste wijze zijn onderzocht. Het advies van deze commissie vindt u op deze website, onder Ontwikkelen > Actueel > Verplaatsing Het Kippenhok > Documenten. Hier is bij “Meerkip” niet voor gekozen, omdat de locaties in vlakbij elkaar liggen en uitkomsten in relatie met het aantal dieren gelijkwaardig zullen zijn.

    Daarnaast worden de plannen formeel ter inzage gelegd en mag binnen de periode van ter inzage legging door iedereen op de plannen worden gereageerd. 

  • Hoe ziet het proces eruit? Het Kippenhok

    Procedure:

    Bestemmingsplanprocedure

    Toelichting:

    In de situatie van “Het Kippenhok” wordt er een bestemmingsplanprocedure doorlopen en is door de raad een coördinatiebesluit genomen. Een coördinatiebesluit heeft tot gevolg dat alle benodigde vergunningen tegelijkertijd worden voorbereid in ter inzage gelegd. De procedure voor het bestemmingsplan is hierbij leidend.

    Een bestemmingsplan kent drie fases:

    1. Voorontwerpfase; De eerste fase betreft het voorontwerp. In de voorontwerpfase overlegt de gemeente met diverse (overheids)instanties. Deze fase wordt naar verwachting in het vierde kwartaal van 2012 doorlopen. Aan de hand van de binnengekomen reacties wordt het voorontwerpbestemmingsplan aangepast tot een ontwerpbestemmingsplan.
    2. Ontwerpfase; De ontwerpfase is de tweede fase van de bestemmingsplanprocedure. Vervolgens wordt het ontwerpbestemmingsplan met de bijbehorende ontwerpvergunning(en) voor een periode van zes weken ter inzage gelegd. Wij schatten in dat dit eind dit jaar begin volgend jaar zal gebeuren. In deze periode mag iedereen een zienswijze op het plan dienen. De gemeenteraad neemt daarna een besluit over de vaststelling van het bestemmingsplan en betrekt hierbij alle binnengekomen reacties. Het resultaat van het besluit van de raad wordt vastgelegd in definitieve versie van het bestemmingsplan.
    3. Bestemmingsplanfase; Belanghebbenden die zich niet in het raadsbesluit kunnen vinden en eerder een zienswijze hebben ingediend kunnen beroep instellen. De rechter toetst dan of de gemeente op een juiste wijze tot het besluit is gekomen. 
  • Hoe ziet het proces eruit? Meerkip

    Procedure:

    omgevingsvergunningprocedure

    Toelichting:

    Voor de aanvraag van “Meerkip” wordt een andere procedure doorlopen. In deze situatie heeft de ondernemer ervoor gekozen om een omgevingsvergunning aan te vragen. In dit geval is de uitgebreide omgevingsvergunningprocedure (Wabo) van toepassing. Onderdeel van deze procedure is dat de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgegeven. Zonder verklaring van geen bedenkingen mag er geen omgevingsvergunning worden verleend. De raad neemt op 27 september 2012 een besluit over het afgeven van een ontwerpverklaring van geen bedenkingen. Na het raadsbesluit gaat de gemeente in overleg met de eerder genoemde (overheids)instanties. De aanvraag wordt in het proces aangevuld met een ontwerpbesluit en een ruimtelijke onderbouwing. In deze onderbouwing wordt aangegeven wat het effect van het plan op de omgeving is. In de ontwerpbeschikking staan de overwegingen van de gemeente om aan deze aanvraag al dan niet medewerking te verlenen. Aan de hand van de binnengekomen reacties kan de ruimtelijke onderbouwing en de ontwerpbeschikking worden aangevuld of aangepast. Vervolgens wordt de ontwerpbeschikking en de ruimtelijke onderbouwing voor een periode van zes weken ter inzage gelegd. Wij schatten in dat dit eind 2012 begin 2013 zal gebeuren. In deze periode mag iedereen een zienswijze op het plan dienen. De raad neemt vervolgens het definitieve besluit over het al dan niet afgeven van een verklaring van geen bedenkingen. Het college kan vervolgens besluiten tot het al dan niet verlenen van de omgevingsvergunning. Belanghebbenden die zich niet in het besluit kunnen vinden en eerder een zienswijze hebben ingediend kunnen beroep instellen. De rechter toetst dan of de gemeente op een juiste wijze tot het besluit is gekomen. 

  • Hebben de bestaande twee aanvragen van beide broers samen als gevolg dat er 1 megastal of gigastal komt?

    Er is geen eenduidige landelijke definitie van het begrip megastal of gigastal. De hoeveelheid dieren die maximaal gehouden kunnen worden overstijgen wel de verschillende normen die voor megastal worden genoemd. In die zin kan van een megastal worden gesproken. Er zijn geen richtlijnen voor gigastallen zodat niet vastgesteld worden of er al dan niet sprake is van een gigastal. Wat wel vaststaat is dat de oppervlakte van elk agrarisch bouwperceel niet afwijkt van de oppervlakte die in de Wieringermeerpolder gangbaar is (1,5 hectare bij recht en 2 hectare met een binnenplansafwijkingsbesluit). De vraag is ook of de discussie megastal/gigastal relevant is. De gemeente dient in het kader van deze aanvragen namelijk een ruimtelijke afweging te maken. In deze afweging speelt o.a. de locatie, de afmeting van de bebouwing en de milieueffecten een rol. De hoeveelheid te houden dieren is hier slechts een afgeleide van.

    De aanvragen zijn ingediend door twee verschillende bedrijven. Weliswaar zijn de aanvragers broers en vestigen zij zich vlakbij elkaar. Dit maakt echter niet dat hun bedrijven als één gezien kunnen worden. De bedrijven zullen bovendien fysiek van elkaar gescheiden worden door een groensingel en sloot. 

  • Kunnen deze bedrijven ook niet op termijn samengevoegd worden?

    De ondernemers kunnen er net als elke andere ondernemer voor kiezen om hun bedrijven samen te voegen. Deze beslissing staat echter los van de planologische situatie. Planologisch zijn het twee verschillende bedrijven en er is een bestemmingsplanherziening nodig om daar planologisch één bedrijf van te maken. Dit wil zeggen dat opnieuw de procedure die nu wordt doorlopen wordt gevoerd en dat alle partijen wederom inspraak wordt geboden. waarop gereageerd . Bovendien zijn de beide bouwpercelen fysiek van elkaar gescheiden door een groensingel en sloot. 

  • Zijn de bedrijven wel echt bestaande bedrijven mede omdat er op dit moment geen kippen lopen?

    Van de provincie Noord-Holland mogen alleen bestaande pluimvee bedrijven verplaatsen of uitbreiden. Beide bedrijven zijn volgens ons bestaande bedrijven ook al houden ze op dit moment geen kippen in een stal. “Het kippenhok” had op de locatie aan de Tussenweg 10 de mogelijkheid om 7.500 m² ten behoeve van intensieve veehouderij in gebruik te nemen. Er staan ook kippenschuren en er was een milieuvergunning door de gemeente afgegeven voor het houden van kippen. Gelet op de aanwezige bebouwing en de planologische rechten is er volgens ons sprake van een bestaand pluimveebedrijf.

    Het bedrijf “Meerkip” heeft een omgevingsvergunning 1efase (onderdeel bestemmingsplan en welstand is vergund) om op de adressen Alkmaarseweg 1 en Oudelanderweg 51 stalruimte voor het houden van kippen op te richten. In de 2efase komt het milieudeel en het technische deel aan de orde. Deze aanvraag is opgeschort vanwege de clusteringsplannen. Wat de gemeente betreft is het niet nodig om de stallen eerst te bouwen voordat er sprake is van een bestaand agrarisch bedrijf, maar is de vergunningssituatie voldoende voor deze status. 

  • Kunnen de broers uiteindelijk meer m2 realiseren dan nu gepland?

    De oppervlakte die mag worden opgericht is afhankelijk van wat het bestemmingsplan toelaat  en de omgevingsvergunningen die worden verleend. In het geval van “Het Kippenhok” gaat het om maximaal 7.500 m² en bij “Meerkip” om 5.000 m² aan dierruimte ten behoeve van intensieve veehouderij. Het realiseren en/of in gebruik nemen van een grotere oppervlakte zou in strijd zijn met het in ontwikkeling zijnde bestemmingsplan en de in voorbereiding zijnde omgevingsvergunningen. De gemeente moet handhaven tegen overtredingen van het bestemmingsplan en de verleende omgevingsvergunningen.

    Mochten de ondernemers in de toekomst meer m² willen, dan kunnen zij dit in de toekomst aanvragen. De gemeente moet dan over deze aanvraag een standpunt innemen 

  • Wat zijn de gevolgen voor het milieu en hoe is dit geregeld?

    Om de milieueffecten volwaardig in de besluitvorming mee te nemen wordt er voor beide initiatieven een milieueffectrapportage opgesteld. Dat is in beide gevallen ook wettelijk verplicht. In een milieueffectrapportage worden de effecten van het plan op het milieu in kaart gebracht. Milieueffecten waar aan gedacht kan worden zijn o.a. bodemkwaliteit, ammoniak, luchtkwaliteit, geur, geluid, natuur en verkeer. Voor de plannen van “Het Kippenhok” heeft de gemeente vrijwillig een advies aan de commissie voor de milieueffectrapportage gevraagd. Deze bij wet ingestelde commissie van deskundigen adviseert de gemeente over de te onderzoeken milieuonderwerpen, de manier waarop dat onderzoek wordt uitgevoerd en of het onderzoek goed is uitgevoerd. De input van de commissie voor de milieueffectrapportage op de procedure van “Het Kippenhok” wordt ook gebruikt voor de procedure van “Meerkip”.  

  • Waarom mag "Meerkip" extra m2 bouwen?

    Op de clusterlocatie aan de Oudelanderweg heeft “Meerkip” 5.000 m² aan dierruimte voor het houden van kippen aangevraagd. “Meerkip” heeft voor de percelen Oudelanderweg 51 en Alkmaarseweg 1 een omgevingsvergunning 1e fase om een gebouw van 2.000 m² voor het houden van kippen op te richten. Deze vergunningen zijn verkregen op basis van het bestemmingsplan Buitengebied 1996. Binnen het nieuwe bestemmingsplan “Buitengebied 2009” is het niet meer mogelijk om nieuwe pluimvee activiteiten te ontplooien, maar mogen bestaande bedrijven hun oppervlakte met 10% uitbreiden. “Meerkip” wordt vanwege het feit dat zij een vergunning heeft gezien als een bestaand bedrijf. In totaal zou “Meerkip” op basis van planologische rechten 4.400 m² ten behoeve van het houden van kippen in gebruik mogen nemen. Het bedrijf ziet op verzoek van de gemeente af van realisatie van een kippenschuur dichtbij Middenmeer. Door uit te wijken naar een andere locatie neemt het bedrijf risico, leidt het vertragingsschade (de schuur bij Middenmeer zou anders al in gebruik genomen kunnen zijn) en moet zij extra investeren. De extra 600 m² kan hiervoor als compensatie worden gezien. Daarnaast wil de ondernemer een standaard type stal bouwen die een oppervlakte van 2.500 m² aan dierruimte heeft. Qua ruimtelijke verschijningsvorm maakt het niet veel uit of een ondernemer een kippenschuur bouwt of een aardappel bewaarloods. De gemeente is daarom meegegaan in het verzoek van de ondernemer, mits aan de wettelijke eisen op het gebied van dierenwelzijn en milieu wordt voldaan. 

     

  • Actualisatie bestemmingsplannen

    Het college van Hollands Kroon heeft het plan van aanpak actualisatie bestemmingsplannen vastgesteld. In dit plan van aanpak geeft het college aan hoe zij de doelstelling om, op 1 juli 2013, het gehele grondgebied van de gemeente Hollands Kroon te voorzien van een actueel planologisch kader. Het plan van aanpak is geen statisch document maar een vertrekpunt wat gedurende de looptijd van de actualisatieopgave kan worden bijgesteld.

  • Planschadeformulier

Contact

Publieksbalie

Molenvaart 67​
1761 AB Anna Paulowna
t: 088-321 5000
f: 088-321 5999

Openingstijden

Vragen?

Gebruik het contactformulier

Postadres

Postbus 8
1760 AA Anna Paulowna

Hollands Kroon in social media