Ten oosten van de Lotweg gelegen complex genaamd "Oosterwijk", bestaande uit een vrijstaand landhuis in eclectische trant met bijbehorend koetshuis en hekwerk. Het complex is in 1861 gebouwd voor jonkheer mr. Van Foreest. Van Foreest was één van de eersten in Nederland die op grootschalige wijze landbouw bedreef. Oorspronkelijk behoorde bij het complex ook een daar tegenover gelegen boerderij. Deze is echter vernieuwd.
Omschrijving
Vrijstaand gelegen blokvormig landhuis bestaande uit twee bouwlagen onder dwarsgeplaatst rood pannen zadeldak. Het bakstenen pand is crème gepleisterd. Het huis heeft een streng symmetrische opzet, welke in de plattegrond en de vrijwel identieke voor- en achtergevel zichtbaar is. De façade heeft op de begane grond ter weerszijden van de brede ingangspartij gekoppelde vensters. De bovendorpels van de bovenlichten zijn licht gebogen. De dubbele voordeur is gevat tussen pilasters met verdiepte velden, welke achter het smeedijzeren balkon op rijke consoles, doorlopen in de tweede bouwlaag. De pilasters flankeren de openslaande balkondeuren onder een tweedelig bovenlicht. De middenas wordt afgesloten door een kroonlijst die de naam van het huis bevat. De ramen op de verdieping onderscheiden zich slechts van die der benedenverdieping door hun zesruitsvensters en hun afsluiting door een kroonlijst. Een rond het huis doorlopende geprofileerde waterlijst scheidt beide bouwlagen. De daklijst is rijk gesneden. De achtergevel is qua indeling vrijwel identiek aan de voorgevel. De zijgevels bevatten een zelfde type venster als voor- en achtergevel, echter niet gekoppeld. Ook de bovenramen aan de achtergevel zijn enkelvoudig. Het interieur van het landhuis verkeert nog in authentieke staat; een doorlopende gang verbindt voor- en achterzijde. Er zijn dubbele, symmetrisch tegenover elkaar gelegen deuren naar de kamers.
Waardering
Het landhuis is van algemeen belang vanwege zijn architectuurhistorische en cultuurhistorische waarde als gaaf bewaard gebleven voorbeeld van een landhuis in eclectische trant uit het midden van de 19e eeuw en als historisch-functioneel hoofdonderdeel van het complex "Oosterwijk".
Hekwerk dat onderdeel uitmaakt van het complex 'Oosterwijk' uit 1861
Ten oosten van de Lotweg gelegen hekwerk dat de toegang vormt tot het complex "Oosterwijk". Het uit smeedijzer opgetrokken en donkerblauw geverfde hekwerk bestaat uit twee draaihekken welke aan ijzeren pijlers zijn bevestigd. De hekken draaien naar binnen toe open. De draaiende delen van het hekwerk lopen naar het midden toe geleidelijk af. Dit hekwerkgedeelte bestaat uit spijlen met speerpunten. De pijlers waaraan het draaiende deel van het hekwerk is bevestigd bestaan uit twee ronde kolommen welke met een eikel zijn bekroond. Tussen deze twee kolommen in bevindt zich een stuk hekwerk ter breedte van vijf spijlen. De pijlers worden aan respectievelijk de noord- en zuidzijde afgesloten door een in smeedijzer uitgevoerde voluut. In de linkerpijler (noord) staat op de kolommen, net onder de eikels, in goudkleurige letters "ANNO" en "OOSTER". In de rechterpijler (zuid) staat op de kolommen, eveneens net onder de eikels, in goudkleurige letters "WIJK" en "1861". Het hekwerk is van algemeen belang vanwege architectuur- en cultuurhistorische waarde als historisch-functioneel onderdeel van het complex "Oosterwijk".
Koetshuis dat onderdeel uitmaakt van het complex 'Oosterwijk' uit 1861
Ten noordoosten van het landhuis gelegen vrijstaand KOETSHUIS bestaande uit twee bouwlagen onder zadeldak. Het zadeldak, waarvan de noklijn noord-zuid loopt, is bekleed met grijze en rode Hollandse pannen. Aan de kopse gevelzijden zijn gladde houten windveren langs de overstekende dakrand aangebracht. Bij de zuidelijke kopse gevelzijde wordt het overstek ondersteund door houten kraagstukken. De gevels van het koetshuis zijn gecementeerd en staan op een iets uitspringende gecementeerde plint. De zuidelijke kopse gevelzijde bestaat op de begane grond uit een dubbele houten staldeur met bovenlichten. Vlak boven deze staldeur bevindt zich ter hoogte van de verdieping een dubbel licht gebogen venster met ijzeren roedenverdeling. Dit venster is omrand door een geprofileerde gecementeerde wenkbrauw welke over de rest van deze gevel doorloopt als een band die de scheiding tussen de begane grond en de verdieping aangeeft. In de geveltop van de zuidgevel bevindt zich een ijzeren roosvenster. De oostelijke langsgevel is, op een houten deur links en een ijzeren roosvenster rechtsonder na, blind. De westelijke langsgevel is eveneens blind op een ijzeren roosvenster linksonder na. De achtergevel (noord) bezit op de begane grond in het midden een houten zesruits schuifvenster met gebogen bovendorpel. Ter hoogte van de verdieping bevindt zich in deze gevelzijde een dubbel openslaand houten luik ter grootte van het schuifvenster op de begane grond.
Het koetshuis is van algemeen belang vanwege zijn architectuur- en cultuurhistorische waarde als historisch-functioneel onderdeel van het complex "Oosterwijk".
