Houten schuurtje uit de I9-de eeuw, Van één bouwlaag onder rood pannen zadeldak, met aan de oostzijde een aangekapt gedeelte. Naar de westzijde is het pand omstreeks 1920 uitgebreid met een houten bouw massa, voorzien van grote raamopeningen. De noordelijke en zuidelijke topgevel met makelaar hebben een houten voorschot met rechte windveren, waarin ook de dakhelling van het aangekapte gedeelte is opgenomen. Het houten schuurtje is gesitueerd aan de oostzijde van de Nieuwe Streek langs de Hoogsloot binnen een zone met voornamelijk overtuinen. Het betreft één van de weinige geheel houten gebouwen in Kolhorn, dat bovendien in samenhang met een aantal rijksmonumenten een onderdeel uitmaakt van het beschermde dorpsgezicht Kolhorn. Aanvankelijk is het pand als vissersschuur in gebruik geweest. Omstreeks 1915 gebruikte een melkventer het als stalling Voor zijn ket en wagen. In een latere periode, in het bijzonder na de uitbreiding van omstreeks 1920, waren er verschillende neringen gevestigd. Zo is er onder andere vishandel in geweest, als onderdeel van het voormalige, tegenoverliggende kruideniersbedrijf.
Redengevende omschrijving:
Het pand is van architectuurhistorisch belang als zeldzaam voorbeeld van volledige houtbouw te Kolhorn, alsmede omwille van het materiaalgebruik en de detaillering van de gevels. Het pand is van sociaalhistorisch belang als onderdeel van de visserijcultuur, zoals deze voor de afsluiting van de Zuiderzee te Kolhorn bestond, en zoals deze tegenwoordig in de gebouwde omgeving, binnen het beschermde dorpsgezicht, nog herkenbaar is. Tot het hierboven vermelde monument behoort al hetgeen door bestemming of anderszins rechtens
