Buitensport

Ontgroening en vergrijzing gaan invloed hebben op het verloop van ledenaantallen en capaciteitsbehoefte bij de verenigingen. In de periode 2016-2020 streven we ernaar om de 15 buitensportaccommodaties in verzelfstandigde vorm voort te laten bestaan. Eind 2019 is duidelijk of de ambitie met ingang van 2020 bijgesteld moet worden. Hiervoor bouwen we de verantwoordelijkheden voor sportcomplexen gefaseerd af en blijven we in gesprek met verenigingen over toekomstbestendigheid van de sportcomplexen.

Kader vanaf 2016

Tot 2020 blijven we verenigingen faciliteren. Sinds 1 augustus ligt de verantwoordelijkheid voor regulier jaarlijks onderhoud van de sportvelden bij de verenigingen. Hiervoor stellen we een totaalbudget van jaarlijks maximaal € 72.000,- beschikbaar, gebaseerd op een kostenverdeelsleutel van 75% gemeente 25% buitensport (harmonisatiebesluit). We faciliteren de verenigingen in het wegwerken van achterstallig onderhoud. We stellen eenmalig een budget beschikbaar van € 900.675,- om een grote slag te kunnen maken en daarna structureel € 270.000,- om gefaseerd over vijf jaar het te verwachten onderhoud uit te kunnen voeren. Dat doen we op basis van maatwerk per vereniging.

De volgende beslispunten worden aan de gemeenteraad voorgelegd:

  • In de begroting 2016 een bedrag van € 900.675,- incidenteel beschikbaar stellen voor het wegwerken van achterstallig onderhoud.
  • Vanaf 2017 structureel een bedrag van € 270.000,- opnemen in de begroting voor het verder wegwerken van achterstallig onderhoud met een horizon van vijf jaar.
  • Geen ‘spaarpot’ creëren voor toekomstige renovatie en vervanging van sportvelden maar dit incidenteel beoordelen.
  • Na besluitvorming de discussie starten met de verengingen over specifieke toekomstperspectieven per vereniging.