BS22 en Sociale Dienst vinden elkaar

30-03-2015   0 reacties
BS22 en Sociale Dienst vinden elkaar

Als je écht iets wilt, dan zoek je elkaar op. En dus zaten er woensdag 4 maart negen mensen bij BS22 voor een toekomstverkenning van de participatiesamenleving en de rol van de Sociale Dienst daarin. Uiteraard waren hier vertegenwoordigers van de Sociale Dienst Oost Achterhoek (SDOA) bij, maar ook een aantal mensen uit het netwerk van BS22. Opbrengst zijn gedeelde inzichten en een aantal concrete stappen.

Steeds concreter

“Hoe ziet voor jou participatie eruit in 2018?” was de openingsvraag van Rosa Lucassen, die de toekomstverkenning begeleidde. De eerste reacties waren vooral abstract. Het gesprek vloog alle kanten op, van een basisinkomen tot persoonlijke aandacht, van maatschappelijke waarde tot geen geldzorgen, vertrouwen krijgen en fouten maken mag. Het was Lucassen die ervoor zorgde dat de beelden steeds concreter werden. Dat er antwoorden kwamen op de vraag wat nodig is. Volgens Anke Sitter zit daar ook de winst van deze verkenning: “We willen allemaal, bij voorkeur creatief, naar oplossingen zoeken om een ieder goed deel te laten zijn van de maatschappij.”

Aandacht en zichtbaarheid

De groep zocht geen overeenstemming, maar vond deze wel op een aantal punten. Zo ziet zij het belang van aandacht voor de persoon en diens behoeften. Echte gesprekken waarin je elkaar leert kennen. Ook de behoefte aan het creëren van een eigen speelveld, ruimte om te kunnen experimenteren op lokaal niveau. Kijkend vanuit de persoonlijke wensen en vragen en niet vanuit systemen en regels. Ook bleek dat de beeldvorming veelal gebaseerd is op persoonlijke ervaringen of onduidelijkheid. Er is daarom behoefte om meer zichtbaar te maken welke kansen en mogelijkheden er zijn voor bijstandsgerechtigden, maar ook wanneer je niets te maken hebt met een uitkering of wanneer je bijvoorbeeld onder een andere uitkeringsinstantie valt.

Handvatten voor de toekomst

“Ik was ook op zoek naar praktische zaken, dingen waar de Sociale Dienst mee aan de slag kan,” vertelt Sander Jentink. “Het werd duidelijk dat, ondanks dat we denken dat we veel delen, niet altijd zichtbaar is wat we doen of bewust niet doen. Dit vraagt erom dat we nog eens kritisch naar onze communicatie kijken.” Linda Commandeur noemt een concreet voorbeeld: “SDOA heeft een nieuwsbrief die naar cliënten en relaties wordt gestuurd. Deze bereikt de mensen die nog niets met hen te maken hebben niet. En bij deze mensen bestaat soms een groot vooroordeel. Ik spreek mensen die als een berg opzien tegen hun eerste afspraak met de Sociale Dienst, gebaseerd op onwetendheid en aannames. Het is goed dat we nu samen kijken naar hoe we deze vooroordelen de wereld uit kunnen helpen.” Sitter geeft aan dat dit soort gesprekken én experimenten meer handvatten kunnen geven: “Door kleine stappen te zetten, krijg je een goed beeld, doe je ervaring op en zet je eerste ontwikkelstappen. Zo creëer je een krachtig voorbeeld.”

Veel mogelijk

Op individueel niveau blijkt er vaak veel mogelijk wanneer je een uitkering hebt. “Maar je moet ons wel op de hoogte houden van je activiteiten,” reageert Jentink. “Ook omdat we zo een actueel beeld hebben van je persoonlijke ontwikkeling. Vrijwilligerswerk kan soms een eerste stap zijn naar verdere participatie of betaald werk. Als we deze kansen zien dan willen we daar ook met de mensen voor gaan.” En daar verschilde de groep van mening. “Ik vind dat iedereen vrijwilligerswerk zou moeten kunnen doen, zonder dat te melden. Of je nu een uitkering hebt of niet,” vertelt Commandeur. “Door iets te moeten melden maak je de drempel onnodig hoog. Door vertrouwen te geven, krijg je ook vertrouwen terug. En dan kun je verder kijken naar de mogelijkheden.”

Foto BS22: Linda Eibrink - OogopOostGelre.nl