Voortgezet onderwijs

Het voortgezet onderwijs heeft verschillende niveaus: voorbereidend middelbaar onderwijs (vmbo), algemeen voortgezet onderwijs (havo en vwo) en speciaal voortgezet onderwijs. Andere onderwijsvormen zijn het vmbo met leerwegondersteuning (lwoo) en het praktijkonderwijs.

De eerste 2 jaar zit een leerling in de onderbouw. In de onderbouw kunnen scholen het lesprogramma voor een groot deel zelf indelen. Natuurlijk stelt de overheid wel bepaalde eisen. Dit zijn de zogenaamde kerndoelen. In de kerndoelen staat wat de leerlingen op school moeten leren.
In de bovenbouw kiezen leerlingen van het vmbo een sector en een leerweg, en leerlingen havo en vwo een richting (profiel). Met deze keuze specialiseren ze zich in een bepaalde richting zoals zorg, natuur, techniek of economie.

Het Sondervick College in Veldhoven is een school voor vmbo, havo, mavo en vwo (tweetalig). Ook wordt lwoo aangeboden op het vmbo.

Jongeren onder de 18 jaar zijn verplicht om onderwijs te volgen totdat ze een startkwalificatie (havo-, vwo-, mbo-diploma niveau 2 of hoger) hebben.

Onderwijs moet voor iedereen toegankelijk zijn. Daarom is het lesgeld voor het voortgezet onderwijs afgeschaft en krijgen leerlingen de meeste boeken van school. Voor elke leerling in het voortgezet onderwijs betaalt de overheid zo’n € 7.300,- per jaar.

Leerlingen die op 1 augustus 18 jaar of ouder zijn en voltijds onderwijs volgen aan het Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs (vavo) moeten wel een bijdrage betalen.

Niet van toepassing.

Bij de keuze van een school voor voortgezet onderwijs (vo) moet u rekening houden met het schooladvies dat uw kind krijgt op de basisschool en met de toelatingseisen van de school. U kunt samen met uw kind naar een middelbare school in uw regio zoeken. Er zijn verschillende manieren om aan informatie te komen die helpt een goede school te kiezen: