Nr. 113
Regelen met betrekking tot de controle op de met geldelijk beheer en met boekhouding belaste ambtenaren, alsmede tot het onderzoek naar de deugdelijkheid van de rekeningen
vastgesteld 31 maart 1952, gewijzigd 8
november 1954, 6 december 1954, 14 april 1958 (2x), 7 december
1959, 12 december 1960, 9 januari 1961, 7 augustus 1972 en 31 maart
1980
Artikel 1
De met geldelijk beheer en met boekhouding belaste ambtenaren der
gemeente zijn:
a. de comptabele;
b. de kassier ten kantore van de comptabele;
c. de ambtenaren, die bij of krachtens regelen, ingevolge
artikel 252 der gemeentewet vastgesteld, zijn belast met het
kasbeheer en/of met het voeren van boekhouding van de navolgende
takken van dienst, aangewezen ingevolge het eerste lid van deze
wetsbepalingen:
1. het bedrijf openbare werken;
2. de keuringsdienst van slachtdieren en van vlees;
3. de geneeskundige en gezondheidsdienst;
4. de sociale dienst;
5 . het grondbedrijf;
d. de sub-kassier bij de keuringsdienst van slachtdieren en
van vlees;
e. de ambtenaar van de burgerlijke stand, belast met de
inning van de leges ingevolge de wet van 23 april 1979, stbl.
72;
f. de ambtenaren, bij of krachtens regelingen ingevolge
artikel 127a, der gemeentewet belast met:
1. het invorderen van de rechten, bedoeld in de verordening
op de heffing en invordering van leges en van rechten wegens
verrichtingen van de ambtenaar van de burgerlijke stand in de
gemeente Zeist;
2. het invorderen der rechten, bedoeld in de verordening op
de heffing en invordering van rechten op de algemene begraafplaats
der gemeente Zeist, gelegen aan de Woudenbergseweg;
3. het innen van de marktgelden;
4. het invorderen van de rechten, bedoeld in de verordening
op de heffing en invordering van staangeld voor woonwagens op de
openbare standplaats in de gemeente Zeist;
5. het innen in het gebouw “het Slot” van de vergoedingen
voor rondleidingen en bezichtiging, de vergoedingen voor het
gebruik van de telefoon en de gelden uit de verkoop van
boekwerkjes, brochures e.d.;
g. de ambtenaren aan wie een voorschot uit de kas der
gemeente is verleend tot het regelmatig doen van betalingen;
h. de ambtenaren, belast met het beheer over en/of de
administratie van geldswaardig papier of penningen.
Artikel 2
De controle op het geldelijk beheer en boekhouding van de in
artikel 1 genoemde ambtenaren wordt opgedragen aan het Centraal
Bureau voor Verificatie en Financiële Adviezen der Vereniging van
Nederlandse Gemeenten te ‘'s-Gravenhage
Artikel 3
1. Het opnemen van de kassen van de in artikel 1 genoemde
ambtenaren geschiedt op onregelmatige tijdstippen, zo dikwijls de
deskundige aangewezen in artikel 2, dit wenselijk oordeelt, doch
tenminste eenmaal per half jaar ten aanzien van de ambtenaren
belast met het kasbeheer en/of het voeren van de boekhouding van de
gemeentelijke scholengemeenschap voor beroepsonderwijs, van de
keuringsdienst van slachtdieren en van vlees en van de
gemeentelijke geneeskundige en gezondheidsdienst alsmede ten
aanzien van de sub-kassier bij de keuringsdienst van slachtdieren
en van vlees en tenminste eenmaal per kwartaal ten aanzien van de
overige in artikel 1 genoemde ambtenaren.
2. Tenzij hierdoor de controle niet zou kunnen worden
verricht, worden alle kassen, waarover een ambtenaar, genoemd in
artikel 1, het beheer voert, gelijktijdig opgenomen, hetzij door de
in artikel 2 aangewezen deskundige, hetzij indien de controle op
één of meer dezer kassen niet bij de gemeente berust, door genoemde
deskundige in samenwerking met de instantie, die tot controle over
laatstbedoelde kassen bevoegd is.
3. Van iedere kasopneming wordt een verslag uitgebracht,
waarin de verklaring voorkomt, dat de kasverantwoording
(kasbewijzen daaronder begrepen) over het tijdvak, liggende tussen
de vorige en de laatste opneming, volledig werd
gecontroleerd.
4. De controle op het verdere geldelijke beheer en het
overige deel der boekhouding van de in artikel 1 genoemde
ambtenaren geschiedt op zodanige wijze, dat zij een doorlopend
karakter draagt. Zij wordt uitgeoefend op door de deskundige,
aangewezen in artikel 2, te bepalen tijdstippen, welke als regel
samenvallen met die, waarop de in het eerste lid omschreven
kasopname geschiedt, doch tenminste éénmaal per half jaar.
5. Van de in het vierde lid omschreven controle worden
eveneens verslagen opgemaakt.
6. De controle geschiedt zonder voorafgaande waarschuwing
van de te controleren ambtenaar.
7. Onverminderd het bepaalde in artikel 265 secties der
gemeentewet en in dit artikel wordt een controle verricht zo
dikwijls burgemeester en wethouders de in artikel 2 aangewezen
deskundige daartoe opdracht geven.
Artikel 4
1. Van de verslagen, ter zake van de controle uitgebracht,
worden door de in artikel 2 aangewezen deskundige een door
burgemeester en wethouders te bepalen aantal aan dat college
toegezonden.
2. Burgemeester en wethouders dragen zorg voor de
doorzending aan de ambtenaar wiens geldelijk beheer en/of
boekhouding zijn gecontroleerd ten behoeve van zijn
medeondertekening en eventueel van de toevoeging van een
verklaring.
3. De ambtenaar zendt ten spoedigste de door hem ontvangen
exemplaren (verminderd met één, dat hij voor zijn archief behoudt)
na plaatsing van zijn handtekening, eventueel onder toevoeging van
een verklaring, aan burgemeester en wethouders terug.
4. Burgemeester en wethouders zenden daarna een exemplaar
van het verslag aan de raad en aan gedeputeerde staten.
5. Indien de ambtenaar aan zijn medeondertekening een
verklaring heeft toegevoegd, delen burgemeester en wethouders deze
in afschrift mede aan de in artikel 2 aangewezen deskundige.
Artikel 5
Het onderzoek naar de deugdelijkheid van de gemeenterekening en van
de rekeningen van de takken van dienst, ten aanzien waarvan artikel
252 der gemeentewet is toegepast, wordt ingesteld door de in
artikel 2 genoemde deskundige.
Artikel 6
1. De in artikel 2 aangewezen deskundige heeft de
bevoegdheid ook van andere dan de in artikel 1 genoemde ambtenaren
mondelinge inlichtingen en schriftelijke gegevens en inlichtingen
te vragen, welke hij voor de uitvoering van zijn taak nodig
heeft.
2. De in het vorige lid bedoelde ambtenaren zijn verplicht
hem de gevraagde gegevens en inlichtingen te verstrekken.
Laatstelijk in werking getreden: 1 januari 1980