Wat is de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)?
De IOAW geeft een inkomensgarantie op het niveau van het sociaal
minimum aan oudere werkloze werknemers. De IOAW-uitkering vult het
(gezins-)inkomen aan tot bijstandsniveau. Het verschil tussen een
bijstandsuitkering en een IOAW-uitkering is dat er bij het
vaststellen of u recht hebt op een uitkering bij de Wet werk en bijstand
(WWB) wordt gekeken of u vermogen hebt. Wanneer u (te) veel
vermogen hebt, moet u dit eerst opmaken. Een bescheiden bedrag mag
u houden. Bij de IOAW wordt niet naar uw vermogen gekeken. U mag uw
opgespaarde geld, uw eigen huis of uw boot gewoon houden. Heeft uw
partner een inkomen, dan wordt dat wel in mindering gebracht op de
aanvullende uitkering.
Door de komst van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)
per 28 december 2005 geldt de IOAW niet meer voor gedeeltelijk
arbeidsongeschikte werkloze werknemers. De IOAW-uitkering is in de
loop van 2006 vervangen door een toeslag op grond van de
Toeslagenwet. Hebt u geen recht op deze toeslag dan blijft u in
aanmerking komen voor een IOAW-uitkering.
Welke plichten horen bij een IOAW-uitkering?
Aan de IOAW-uitkering zijn, naast rechten, ook
verplichtingen verbonden, bijvoorbeeld:
Deze verplichtingen gelden ook voor uw partner. Wanneer u de verplichtingen niet nakomt heeft dat gevolgen. De gemeente kan dan geld terugvorderen en een maatregel opleggen. U moet het te veel ontvangen geld terugbetalen en u krijgt een maand of langer een lagere uitkering. U hebt altijd het recht bezwaar te maken als u het niet eens bent met een beslissing van de gemeente. Bezwaar maken kan ook als u vindt dat u te lang op een beslissing moet wachten. U moet uw bezwaar indienen bij het college van Burgemeester en Wethouders (B&W) van uw gemeente. U moet dit schriftelijk doen en binnen zes weken na ontvangst van het besluit. U hoeft hiervoor geen advocaat in te schakelen. Als u het niet eens bent met de uitkomst van het bezwaar, kunt u binnen zes weken bij de rechtbank in beroep gaan. Een advocaat is hiervoor niet nodig. Tegen de beslissing van de rechtbank kunt u weer in beroep gaan bij de Centrale Raad van Beroep.
U kunt in aanmerking komen voor een IOAW-uitkering als u aan één van de volgende voorwaarden voldoet:
Een IOAW-uitkering vraagt u aan bij het UWV WERKbedrijf. Bent u getrouwd of woont u samen, dan moeten u en uw partner de uitkering samen aanvragen. Het UWV WERKbedrijf stuurt uw aanvraag, als deze compleet is, door naar de sociale dienst van de gemeente waarin u woont. De sociale dienst neemt een beslissing over de aanvraag en laat u dit schriftelijk weten. Tussen de aanvraag en de uitbetaling van de uitkering kan een aantal weken zitten. Als u hierdoor in geldnood komt kunt u een voorschot vragen. De uitkering wordt maandelijks achteraf uitbetaald. De uitkering wordt beëindigd zodra u er geen recht meer op hebt.