Eigenaren van woningen hebben geen recht op huurtoeslag. Bij een laag inkomen en hoge woonkosten kunnen zij in aanmerking komen voor woonkostentoeslag. Bij bepaling van de hoogte hiervan wordt (meestal) aangesloten bij de regels voor woonkostentoeslag aan huurders, dus het systeem van de Wet op de huurtoeslag. Een verschil is echter dat woonkostentoeslag aan eigenaren jarenlang kan voortduren, terwijl huurders doorgaans doorschuiven naar de huurtoeslag.
Een belangrijke overeenkomst tussen huurders en eigenaren is, dat er bij woonkosten boven de maximale huurgrens ook bij eigenaren een verhuisplicht wordt opgelegd. Het opleggen van de verhuisplicht dient expliciet te gebeuren in de beschikking waarin de woonkostentoeslag wordt toegekend.
Hypotheekrente die drukt op het inkomen kan daarvan worden afgetrokken bij de belastingaangifte. Dit leidt tot een hoger netto inkomen. Er zijn twee mogelijkheden:
Het deel van de hypotheekrente waarvoor woonkostentoeslag wordt verleend, kan door de belanghebbende bij zijn belastingaangifte niet worden afgetrokken van zijn inkomen.
Als u te hoge woonlasten heeft, moet u binnen een jaar een goedkopere woning zoeken. Deze termijn kan maximaal met een jaar worden verlengd. Krijgt u AOW? Voor u geldt deze voorwaarde niet.
Om woonkostentoeslag te ontvangen zijn de voorwaarden onder andere:
Uitvoerende instantie is de Regionale Sociale Dienst de sociale dienst is telefonisch te bereiken op 030 6929500.
De Regionale Sociale Dienst beslist binnen 8 weken op uw aanvraag.
U levert bij de aanvraag onder andere:
Als u het niet eens bent met de beslissing op uw aanvraag, dan kunt u bezwaar maken bij de Regionale Sociale Dienst. Bent u het daarna niet eens met de beslissing op uw bezwaarschrift? Dan kunt u in beroep gaan bij de rechtbank.