Direct naar hoofdmenu / zoekveld
Home / Wonen en leven / Plannen en projecten / Algemene plannen en projecten / Ondersteuning en zorg in Zeist vanaf 2015 / Veranderingen in de ondersteuning (Wmo) / Vragen en antwoorden over begeleiding en ondersteuning na 1 januari 2015 (Wmo 2015)

Vragen en antwoorden over begeleiding en ondersteuning na 1 januari 2015 (Wmo 2015)

Deze vragen en antwoorden gaan over begeleiding en ondersteuning voor Zeistenaren die thuis wonen en daar hulp bij nodig hebben.
Als u vragen heeft over opvoeden, opgroeien, of de veranderingen in de jeugdhulp, gaat u dan naar de vragen en antwoorden over jeugdhulp.

  1. Waarvoor is de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) bedoeld?
  2. Wat verandert er in de begeleiding en ondersteuning vanaf 2015?
  3. Welke soorten begeleiding en zorg gaan over van de Awbz naar de Wmo, en welke niet?
  4. Hoe wordt bepaald welke ondersteuning iemand nodig heeft?
  5. Krijg ik straks nog wel de hulp die ik nodig heb?
  6. Als ik niet veel vrienden en familie heb, of als ze mij niet willen of kunnen helpen, word ik dan aan mijn lot overgelaten?
  7. Houd ik de begeleiding, ondersteuning of hulp die ik nu krijg?
  8. Houd ik dezelfde hulpverlener in 2015, krijg ik niet telkens wisselende gezichten?
  9. Kan ik in 2015 en later de hulpverlener / zorgaanbieder zelf kiezen?
  10. Gaan gemeenteambtenaren nu de ondersteuning of begeleiding die ik nodig heb, uitvoeren?
  11. Wie kan mij straks helpen om de juiste vragen te stellen als ik ondersteuning, begeleiding of een hulpmiddel of woningaanpassing nodig heb?
  12. Kan ik mijn persoonsgebonden budget (pgb) houden?
  13. Kan ik na 1 januari 2015 een persoonsgebonden budget aanvragen?
  14. Wat gebeurt er met de hoogte van het persoonsgebonden budget?
  15. Vraagt de gemeente een eigen bijdrage?
  16. Wie bepaalt de hoogte van mijn eigen bijdrage?
  17. Als ik veel inkomen of vermogen heb, krijg ik dan ook ondersteuning vanuit de Wmo?
  18. Wanneer hoor ik waar ik aan toe ben voor 2015? Moet ik actie ondernemen?
  19. Waar kan ik terecht met een vraag over de veranderingen?

1. Waarvoor is de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) bedoeld?

Als u ouder bent dan 23 jaar, thuis woont en u heeft ondersteuning nodig om thuis te kunnen blijven wonen, dan kunt u om ondersteuning vragen bij de gemeente. Ook als u hulp nodig heeft om mee te kunnen blijven doen aan het dagelijks leven, kunt u ondersteuning vragen bij de gemeente. Dit is geregeld in de Wmo. De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wmo. 

2. Wat verandert er in de begeleiding en ondersteuning vanaf 2015?

De gemeente regelde al een deel van de ondersteuning voor mensen die hulp nodig hebben om thuis te kunnen blijven wonen. Of hulp om actief aan het dagelijks leven mee te kunnen blijven doen. Die ondersteuning was bijvoorbeeld hulp bij het huishouden, een woningaanpassing of een scootmobiel.
Per 1 januari 2015 krijgt de gemeente er nieuwe taken bij, namelijk het bieden van begeleiding (waaronder ook dagopvang/dagbesteding) en kortdurend verblijf. De gemeente wordt daardoor verantwoordelijk voor bijna de hele ondersteuning voor mensen hulp nodig hebben om thuis te kunnen blijven wonen of om aan het dagelijks leven deel te kunnen blijven nemen.
Samen met de cliënt wordt de ondersteuning georganiseerd die nodig is. We bespreken wat de cliënt zelf nog kan, en hoe familie, bekenden of vrijwilligers een bijdrage kunnen leveren. Vervolgens wordt gekeken welke aanvullende (professionele) ondersteuning nodig is. We kijken met de cliënt naar de precieze en unieke situatie van zijn of haar hele huishouden. We maken samen met hem of haar één compleet plan. Als er meerdere hulpverleners betrokkenen zijn, worden afspraken gemaakt wie coördineert. De ondersteuning wordt uitgevoerd door professionals, net zoals nu.
Het jaar 2015 is een overgangsjaar, waarin lopende ondersteuning wordt voortgezet. Ook als u op een wachtlijst staat voor ondersteuning, houdt u recht op die ondersteuning. Voor huishoudelijke hulp geldt een iets andere overgangsregeling.  

3. Welke soorten begeleiding en zorg gaan over van de Awbz naar de Wmo, en welke niet?

Mensen die thuis wonen en die nu begeleiding, dagbesteding en/of kortdurend verblijf ontvangen vanuit de Algemene wet bijzondere ziektekosten (Awbz), komen vanaf 1 januari 2015 onder de Wmo te vallen. De gemeente is verantwoordelijk voor de Wmo. Ook mensen die gebruik maken van beschermd wonen komen onder de Wmo te vallen.
De hulp die mensen thuis krijgen bij persoonlijke verzorging en verpleging, gaat niet over naar de Wmo. Die hulp wordt geregeld via het basispakket van uw zorgverzekering.
AWBZ-cliënten die permanent toezicht nodig hebben, die continue uur zorg krijgen in instellingen, komen vanaf 1 januari 2015 onder de nieuwe Wet langdurige zorg te vallen.
Hier leest u meer over de veranderingen in de Awbz en de langdurige zorg

4. Hoe wordt bepaald welke ondersteuning iemand nodig heeft?

Inwoners van 23 jaar en ouder die zelfstandig wonen en daarbij ondersteuning nodig hebben, kunnen aankloppen bij de gemeente. Een cliënt met een eenvoudige vraag, wordt geholpen door een Wmo-consulent van de gemeente.
Als de vraag ingewikkelder is, onderzoekt de gemeente samen met de cliënt welke ondersteuning nodig is. Dit onderzoek is meestal een gesprek. De cliënt voert dat gesprek met iemand uit een zogeheten ‘Sociaal Team’. In een Sociaal Team werken verschillende professionals in opdracht van de gemeente: een Wmo-consulent, een welzijnswerker, een maatschappelijk werker, een cliëntondersteuner en een wijkverpleegkundige.
In dat gesprek wordt – samen met de cliënt - besproken wat de cliënt zelf nog kan, en hoe familie, bekenden of vrijwilligers een bijdrage kunnen leveren. Vervolgens wordt gekeken welke aanvullende (professionele) ondersteuning nodig is. We kijken met de cliënt naar de precieze en unieke situatie van zijn of haar hele huishouden. We maken samen met hem of haar één compleet plan. Als er meerdere hulpverleners betrokkenen zijn, worden afspraken gemaakt wie coördineert. Zo organiseren we samen met de cliënt, de ondersteuning die nodig is.
Mogelijk staat in het plan staat dat er professionele ondersteuning of zorg op maat nodig is. De gemeente neemt daar dan uiteindelijk het besluit over.
Voor zorg en ondersteuning voor kinderen en jongeren tot 23 jaar kunt u terecht bij het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Zie http://www.cjgzeist.nl/  voor contactgegevens. Waar nodig werken het Sociaal Team en CJG nauw samen.

5. Krijg ik straks nog wel de hulp die ik nodig heb?

De gemeente bespreekt straks met u welke ondersteuning of hulp u nodig heeft om thuis te kunnen blijven wonen en actief aan het dagelijks leven deel te blijven nemen. We bespreken met u wat u nog zelf kunt doen, hoe familie en andere bekenden kunnen bijdragen en welke aanvullende (professionele) ondersteuning nodig is. Zo organiseren we samen met u de hulp die nodig heeft. 

6. Als ik niet veel vrienden en familie heb, of als ze mij niet willen of kunnen helpen, word ik dan aan mijn lot overgelaten?

Nee. De Wmo stelt hulp door familie of bekenden niet verplicht. Als in een gesprek over uw hulpvraag blijkt dat u weinig familie of vrienden heeft die kunnen of willen helpen, bekijken we samen met u hoe we uw hulpvraag op een andere manier kunnen oplossen. Soms kan een vrijwilliger worden gevonden die u kan helpen en in andere gevallen kan een professional worden ingeschakeld. Hoe uw behoefte aan ondersteuning precies wordt opgelost, is afhankelijk van uw vraag en uw individuele situatie. 

7. Houd ik de begeleiding, ondersteuning of hulp die ik nu krijg?

Begeleiding

Mogelijk heeft u een indicatie voor Awbz-zorg (begeleiding, dagopvang, dagbesteding of kortdurend verblijf) die doorloopt na 1 januari 2015. Die indicatie blijft dan geldig gedurende de looptijd, maar uiterlijk tot eind 2015. Voor mensen met een persoonsgebonden budget (pgb) geldt ongeveer hetzelfde. Als uw indicatie doorloopt tot na 31 december 2015, gaan we vóór die tijd met u in gesprek over uw situatie na 31 december 2015.

Beschermd wonen

Mogelijk heeft u een indicatie heeft voor beschermd wonen (een GGZ-c indicatie), die doorloopt na 1 januari 2015. Die indicatie blijft dan maximaal 5 jaar geldig. Als de lopende indicatie voor een kortere periode dan 5 jaar geldt, dan blijft deze geldig voor de nog resterende duur van die indicatie.

Huishoudelijke hulp

Als u een indicatie heeft voor huishoudelijke hulp, blijft deze geldig tot 1 juli 2015, tenzij de indicatie al eerder afloopt. Hetzelfde geldt als u huishoudelijke hulp inkoopt via een persoonsgebonden budget (pgb). U zult wel meer eigen bijdrage moeten betalen vanaf 1 januari 2015.
Als uw indicatie doorloopt tot na 1 juli 2015, dan gaat de gemeente ruim van tevoren met u in gesprek om te kijken wat de indicatie wordt ná 1 juli 2015. Zodat u tijdig weet waar u aan toe bent. Iedereen die huishoudelijke hulp heeft via de gemeente of via een pgb, krijgt in december een brief van de gemeente.

Regiotaxi en vervoerskostenvoorziening

Voor het vervoer via de regiotaxi of een vervoerskostenvoorziening op grond van de Wmo, zijn er geen wijzigingen. 

8. Houd ik dezelfde hulpverlener in 2015, krijg ik niet telkens wisselende gezichten?

Cliënten die begeleiding krijgen vanuit de Awbz, en die per 1 januari 2015 overgaan naar de Wmo:

De gemeente heeft in overleg met de zorgaanbieders, belangenorganisaties en cliëntenraden een overeenkomst opgesteld voor het leveren van zorg. De gemeente heeft nu zorgaanbieders uitgenodigd deze overeenkomst te tekenen. We willen met zoveel mogelijk zorgaanbieders overeenkomsten sluiten, zodat u zoveel mogelijk keuze heeft.
We streven ernaar dat u zoveel mogelijk met dezelfde hulpverleners te maken krijgt. Maar we kunnen op dit moment niet garanderen dat uw zorgaanbieder een overeenkomst met de gemeente zal sluiten. Ook als we wél een overeenkomst met uw zorgaanbieder sluiten, is niet gegarandeerd dat u met dezelfde hulpverlener van die zorgaanbieder te maken krijgt.

Huidige Wmo-cliënten die huishoudelijke hulp hebben:

Na 1 januari 2015 blijft de gemeente voorlopig met dezelfde organisaties werken voor de huishoudelijke hulpverlening. De gemeente probeert het samen met deze organisaties zo te regelen dat u zoveel mogelijk met dezelfde huishoudelijke hulp te maken krijgt. Maar doordat er voor de organisaties die het uitvoeren veel verandert, is het niet uit te sluiten dat u met een andere huishoudelijke hulp te maken krijgt. Daarnaast speelt dat de gemeente nog moet bezuinigen op huishoudelijke hulp .

9. Kan ik in 2015 en later de hulpverlener / zorgaanbieder zelf kiezen?

Als u begeleiding (inclusief dagbesteding of kortdurend verblijf) nodig heeft, dan kunt u kiezen van welke zorgaanbieder u dit wilt ontvangen. Voorwaarde is wel dat de zorgaanbieder een overeenkomst heeft met de gemeente. Op dit moment is de gemeente bezig om met zoveel mogelijk zorgaanbieders overeenkomsten te sluiten. Zodat u tussen zoveel mogelijk zorgaanbieders kunt kiezen.
Voor de huishoudelijke hulp blijft de gemeente voorlopig met de organisaties werken die nu ook al die hulp aanbieden. 

10. Gaan gemeenteambtenaren nu de ondersteuning of begeleiding die ik nodig heb, uitvoeren?

Nee. De gemeente is verantwoordelijk voor de organisatie en financiering van de ondersteuning en zorg. Maar de professionele zorg die nodig is, wordt door professionals uitgevoerd, net zoals nu het geval is. Waar mogelijk bekijken we of zij kunnen samenwerken met welzijnswerkers of vrijwilligers.

11. Wie kan mij straks helpen om de juiste vragen te stellen als ik ondersteuning, begeleiding of een hulpmiddel of woningaanpassing nodig heb?

U mag natuurlijk altijd iemand meenemen naar de gesprekken die met u worden gevoerd. Uw partner, een familielid, een bekende of degene die al begeleiding levert, bijvoorbeeld. Daarnaast is het mogelijk dat een cliëntondersteuner aanschuift bij het gesprek om u te helpen. Wij zullen bij het maken van de afspraak voor het gesprek aan u vragen of u iemand mee wilt nemen.

12. Kan ik mijn persoonsgebonden budget (pgb) houden?

Als u nu een pgb heeft voor begeleiding, dagopvang, dagbesteding of kortdurend verblijf

Als u nu een pgb heeft voor begeleiding, dagopvang, dagbesteding of kortdurend verblijf, dan houdt u het recht daarop tot het eind van de indicatie, maar uiterlijk tot en met 31 december 2015. Dit geldt ook voor uw keuze van zorgaanbieder en voor de hoogte van het  pgb. De gemeente kan u een ander aanbod doen, bijvoorbeeld dat u zorg krijgt van een zorgaanbieder waar de gemeente een contract mee heeft. Maar de keuze is aan u.
Als uw indicatie afloopt, kunt u een nieuw pgb aanvragen. Daarvoor gelden dan nieuwe regels.

Wat verandert, is dat vanaf 2015 mensen met een pgb, het geld niet meer op hun eigen bankrekening gestort krijgen. De Sociale verzekeringsbank (SVB) krijgt het geld. De SVB controleert of de ingediende facturen van uw zorgaanbieder kloppen met de zorgcontracten die zijn afgesloten en zorgt voor de financiële afhandeling. Dit noemen we ook wel het ‘trekkingsrecht’. De cliënt bepaalt zelf wie zijn zorgaanbieders zijn en hoeveel uur hulp hij bij wie inkoopt. Kortom, de cliënt houdt zelf de regie over zijn hulp.
Cliënten uit Zeist met een pgb voor huishoudelijke hulp kennen deze werkwijze al: het trekkingsrecht geldt voor hen al sinds 1 januari 2014.

Als u nu een pgb heeft voor huishoudelijke hulp

Zeistenaren die huishoudelijke hulp inkopen met behulp van een persoonsgebonden budget, behouden dat budget tot de einddatum van de indicatie, maar uiterlijk tot 1 juli 2015. Ook de hoogte van het pgb verandert niet in die periode.

Alle pgb-houders van huishoudelijke hulp krijgen in december 2014 een brief van de gemeente over de veranderingen.

13. Kan ik na 1 januari 2015 een persoonsgebonden budget aanvragen?

Komt u in 2015 in aanmerking voor begeleiding, dagbesteding/dagopvang of logeren/kortdurend verblijf? Dan kunt u kiezen voor een persoonsgebonden budget (pgb). U moet daarvoor uitleggen waarom in uw situatie de zorg die u zou kunnen krijgen bij aanbieders waar de gemeente een contract mee heeft, (zogeheten ‘zorg in natura’) niet geschikt is.
Verder moet u voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • U moet het budget kunnen beheren (zelf zorg inkopen en zorgverleners aansturen). U mag ook iemand machtigen om dit voor u te doen.
  • De zorg die u inkoopt, moet bijdragen aan uw zelfstandigheid, van goede kwaliteit en veilig zijn.

Soms is zorg die u met uw pgb inkoopt, duurder dan vergelijkbare zorg in natura. De gemeente geeft u dan minimaal het bedrag dat zorg in natura zou kosten. De meerkosten betaalt u dan zelf.

14. Wat gebeurt er met de hoogte van het persoonsgebonden budget?

Het college stelt voor de pgb-uurtarieven af te stemmen op de uurtarieven die in ‘de markt’ gangbaar zijn. Dit onderwerp staat 9 december op de agenda van de raadsvergadering. Die nieuwe tarieven gelden vanaf 1 januari 2015 voor mensen die dan een nieuwe pgb-aanvraag doen.
De tarieven gelden dus niet voor mensen die nú al een pgb hebben die doorloopt na 1 januari 2015. Zij krijgen wél met de nieuwe tarieven te maken zodra zij een nieuw pgb aanvragen.

15. Vraagt de gemeente een eigen bijdrage?

Wel voor maatwerkvoorzieningen, maar niet voor algemene voorzieningen.

Een maatwerkvoorziening is een maatregel, hulpmiddel of activiteit voor de cliënt op maat. In het verleden werd voor de volgende zaken een eigen bijdrage gevraagd en de gemeente zal dat ook vanaf 1 januari 2015 blijven doen:

  • hulp bij het huishouden;
  • begeleiding;
  • kortdurend verblijf;
  • woonvoorzieningen;
  • vervoersmiddelen, waaronder de scootmobiel en de aangepaste fiets;
  • autoaanpassingen;
  • beschermd wonen;
  • specialistische begeleiding zintuiglijk gehandicapten;
  • doventolk.

Die eigen bijdrage is afhankelijk van het inkomen of eigen vermogen van die cliënt en zijn/haar partner. Dat is nu ook het geval.

De eigen bijdrage stijgt in 2015. Dat komt doordat het Rijk heeft besloten vanaf 1 januari 2015 de zogeheten 'Wtcg-korting' van 33% te laten vervallen. Dat betekent dat mensen die een maatwerkvoorziening hebben via de gemeente, vanaf 1 januari 2015 zelf de volledige eigen bijdrage voor die voorziening gaan betalen (dus zonder die korting van 33%). Meer informatie staat op de website van het CAK. U kunt het CAK ook bellen voor meer informatie: 0800 0300.

Een algemene voorziening is een dienst of activiteit die een cliënt kan afnemen of volgen, zonder een uitgebreid onderzoek naar zijn of haar behoefte of situatie. De gemeente Zeist vraagt geen eigen bijdrage voor algemene voorzieningen vraagt. Maar het is wel mogelijk dat de organisatie die een activiteit organiseert, een bijdrage vraagt voor bijvoorbeeld materialen die een cliënt tijdens die activiteit gebruikt.

 16. Wie bepaalt de hoogte van mijn eigen bijdrage?

De gemeente bepaalt de berekeningsmethode van de eigen bijdrage. Het CAK zal de eigen bijdrage vervolgens vaststellen en innen. Het CAK krijgt hiervoor van de belastingdienst inkomensgegevens en van de gemeente gegevens over de kosten en de periode waarover moet worden betaald. Het CAK houdt ook rekening met de eigen bijdragen die cliënten moeten betalen vanuit andere wet- en regelgeving, en zorgt ervoor dat cliënten niet een te hoge eigen bijdrage betalen. 

17. Als ik veel inkomen of vermogen heb, krijg ik dan ook ondersteuning vanuit de Wmo?

Gemeenten mogen cliënten geen ondersteuning weigeren vanwege hun inkomen of vermogen. We mogen wel een hogere eigen bijdrage vragen aan cliënten met meer inkomen of vermogen. Maar nooit hoger dan de eigen bijdrage volgens het uitvoeringsbesluit Wmo. In het uitvoeringsbesluit staan regels voor de eigen bijdrage. De hoogte van de eigen bijdrage is afhankelijk van het inkomen, het vermogen, de leeftijd en de gezinssamenstelling. Het CAK int de eigen bijdrage. 

18. Wanneer hoor ik waar ik aan toe ben voor 2015? Moet ik actie ondernemen?

Mensen die vanuit de AWBZ overgaan naar de gemeente (Wmo 2015), ontvangen in december 2014 een brief van de gemeente over de ondersteuning en begeleiding die zij krijgen in 2015. Mensen die nu huishoudelijke hulp ontvangen vanuit de Wmo, en waarbij die hulp doorloopt tot na 1 juli 2015, ontvangen ook in december 2014 een brief van de gemeente. Ook als u een persoonsgebonden budget heeft, ontvangt u in december een brief. Hiervoor hoeft u geen actie te ondernemen. 
De gemeente startte in september een artikelenreeks in huis-aan-huisblad de Nieuwsbode met algemene informatie over de veranderingen in de ondersteuning en zorg. Op 10 december 2014 verschijnt de laatste aflevering: een uitneembaar katern van vier pagina's. 

19. Waar kan ik terecht met een vraag over de veranderingen?

Als u een vraag heeft over ondersteuning en zorg, kunt u contact opnemen met de gemeente Zeist via het telefoonnummer 14 030 of via [email protected].  We zullen echter nu nog niet op elke individuele vraag een antwoord hebben.
Ook informeert de gemeente u over de veranderingen in de ondersteuning en zorg, via onder andere www.zeist.nl/wmo2015, een tweewekelijkse rubriek in de Nieuwsbode, brieven en informatiebijeenkomsten.
Met vragen over opvoeden en opgroeien en andere vormen van jeugdhulp, kunt u terecht bij www.zeist.nl/jeugdhulp2015 en bij het Centrum voor Jeugd en Gezin: http://www.cjgzeist.nl/

Meer vragen en antwoorden

Kijk ook op www.hoeverandertmijnzorg.nl/volwassenen


Uitgelicht


Zoeken