Direct naar hoofdmenu / zoekveld
Home / Raadsstukken 2010 en ouder / Notulen / 2001 / Raadsnotulen 02-04-2001

Raadsnotulen 02-04-2001

NOTULEN


2 APRIL 2001


Nr. 4


NOTULEN van de openbare vergadering van de gemeenteraad, gehouden op 2 april 2001 om 19.30 uur in het gemeentehuis van Zeist.


aanwezig de leden: mw. M.J. van Baal-de Waal, D. van Ballegooijen, mw. W.M. Barten, R. van Benthem, G. van Brenk (wethouder), mw. M. de Bruijn, A.J.M. van Buël, H.C.J. Claasen, C.A. Doelwijt, drs. J.J. van Gemeren, W.J.M. den Heijer (wethouder), dr. F.W.J. Huijgen, mw. J. de Jong, K.J.G. Kats, A. van Kuijk, J.J.N.C. de Ligt, mw. N. de Niet-Verwoerd, P.A. Otten, J.C. Schneider, E.S. Spaargaren, mw. C.M. Spruijt, L.J.J. Prikken, Th. Swart (wethouder), drs. W.A. Timmerman, F. Veenendaal, P. Vermeulen (wethouder), J. W. van de Vijver, mw. drs. M.C. van der Waard en L. Westbroek.

afwezig de leden: G.B. van Delft, mw. E.G. Schenk-Klein Kranenbarg

Voorzitter: R.G. Boekhoven, burgemeester.

Secretaris: J.A.S. Boomgaardt, secretaris.


AGENDA:


  1. Vaststellen van de notulen van 22 januari 2001 (nr. 1)


  1. Mededeling van ingekomen stukken


  1. Regeling kinderopvang gemeente Zeist 2001 (rv 2001-24)


  1. Beschikbaar stellen krediet voor uitbreiding dienstwoning begraafplaats (rv 2001-29) #

  2. Evaluatie uitvoering Nota Multicultureel Beleid (rv 2001-31)

  3. Nota beleidskaders uitbreiding kinderopvang (rv 2001-32)

  4. Wijziging leges reisdocumenten (rv 2001-33)

  5. Breedtesportproject (rv 2001-34)

  6. 2e Begrotingswijziging 2000 Milieudienst Zuidoost-Utrecht (rv 2001-35)

  7. Vaststellen kosten naheffingsaanslag parkeerbelastingen 2001 (rv 2001-36)

  8. Vaststellen begrotingswijzigingen (rv 2001-37)#

  9. Exploitatie Het Rond – locatie De Weverij -, kredietaanvraag (rv 2001-38)#


  1. Bijstelling tarieven OZB 2001 (rv 2001-39)

  2. Voorbereidingsbesluit (rv 2001-43)




De voorzitter opent de vergadering en heet allen hartelijk welkom.


Er wordt niet gesproken over 2, 3, 4, 7, 9, 10, 11 en 13. Dus blijven over 1, 5, 6, 8, 12 en 14.

Over de punten waarover niet gesproken wordt, wordt bij hamerslag besloten.


Het voorstemnummer is nr. 21 van de presentielijst, te weten dat van de heer Vermeulen.



1. Vaststellen van de notulen van 22 januari 2001 (nr. 1)


Bij punt 1. De vaststelling van de notulen ziet u in de aanhef dat de heer Stap nog steeds aanwezig is. Dit moet de heer Prikken zijn.

Verderop pagina 19 staat de naam van de heer Kats verkeerd gespeld. Niet met een C maar met een K.



2. Mededeling van ingekomen stukken



A - VOOR KENNISGEVING:


A.1 DATUM 9 maart 2001 (12-03-01)

REG.NR.

AFZENDER Haute Finance

ONDERWERP symposium “De lokale rekenkamer als maatkostuum” d.d.18-04-2001


A.2 DATUM 7 maart 2001

REG.NR.

AFZENDER ROV Utrecht

ONDERWERP Nieuwsbrief, nr. 33



C - OM ADVIES IN HANDEN VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS:


C.1 DATUM 16-03-01

REG.NR.

AFZENDER Milieudienst Zuidoost-Utrecht

ONDERWERP Ontwerp 1een 2ebegrotingswijziging Milieudienst Zuidoost-Utrecht 2001




D - TER AFDOENING IN HANDEN VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS (AFSCHRIFT VAN HET ANTWOORD TER KENNISNAME AAN DE FUNCTIONELE COMMISSIE):


D.1 DATUM 19 maart 2001

REG.NR.

AFZENDER Milieudefensie en LOAZ

ONDERWERP Autovrije Dag 22-09-2001


2eLIJST INGEKOMEN STUKKEN


A - VOOR KENNISGEVING:


A.3 DATUM 26 maart 2001-03-30

REG.NR.

AFZENDER Ministerie van SZW

ONDERWERP Nieuwsbrief, nr. 3


A.4 DATUM 21 maart 2001 (ingekomen 22-03-01)

REG.NR. 5980

AFZENDER Raad van State

ONDERWERP Bestemmingsplan Lyceumkwartier 1998


A.5 DATUM 21 maart 2001 (ingekomen 27-03-01)

REG.NR. 6270

AFZENDER Programmaraad

ONDERWERP Jaarverslag 2000



Aa- VOOR KENNISGEVING: AFDOENING GEDELEGEERD AAN B&W:


Aa.1 DATUM 20 maart 2001 (ingekomen 22-03-01)

REG.NR. 5996

AFZENDER ANWB

ONDERWERP Tijdige maatregelen ‘Voorrang bestuurders van rechts’



Ab- VOOR KENNISGEVING: COLLEGEBESLUITEN OP GROND VAN HET DELEGATIEBESLUIT:


AB.1 DATUM 27 maart 2001

REG.NR. 3090

AFZENDER B&W dezer gemeente

ONDERWERP (Terug)overdracht van een perceel gemeentegrond, gelegen voor de
woning Taveernelaan 22d te Bosch en Duin


AB.2 DATUM 27 maart 2001

REG.NR. 4389

AFZENDER B&W dezer gemeente

ONDERWERP Verkoop van een perceel gemeentegrond gelegen nabij de woning Cath.
Stomplaan 15 te Zeist


C - OM ADVIES IN HANDEN VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS:


C.2 DATUM 22-03-01 (ingekomen 23-03-01)

REG.NR. 6113

AFZENDER Milieudienst Zuidoost-Utrecht

ONDERWERP Correctie toelichting 1een 2ebegrotingswijziging 2001 Milieudienst
Zuidoost-Utrecht 2001


De lijst wordt voor kennisgeving aangenomen.



3. Regeling kinderopvang gemeente Zeist 2001 (rv 2001-24)

Dit voorstel wordt z.h.st. aangenomen


4. Beschikbaar stellen krediet voor uitbreiding dienstwoning begraafplaats (rv 2001-29) #
Dit voorstel wordt z.h.st. aangenomen


5. Evaluatie uitvoering Nota Multicultureel Beleid (rv 2001-31)

De heer Schneider: (GroenLinks)

Dit is de nota multicultureel beleid van de gemeente Zeist 1997. Die wordt vandaag geëvalueerd De fractie van Groen Links vindt het een goede evaluatie. Het college verbindt een aantal conclusies aan deze evaluatie en dat doet de fractie van Groen Links ook. De conclusies van mijn fractie wijken hier en daar af van de conclusies van het college. Ik zou ze graag even met u willen doornemen.

Er wordt gezegd dat de uitvoering vertraagd is als gevolg van de reorganisatie. Dat zegt het college. We waren van die reorganisatie op de hoogte toen de nota vlak voor de verkiezingen in 1998 werd vastgesteld. We zouden willen zeggen dat de uitvoering is vertraagd omdat het college er voor had gekozen om er een lagere prioriteit aan te geven.

Verder concludeert het college terecht dat in plaats van de voorgenomen 24 uur 8 uur per week aan multicultureel beleid is besteed. Dat daar naast vele andere medewerkers zich met multiculturele aspecten bezighouden, brengt naar onze mening mee dat het verschil tussen de 8 en 24 uur wat wordt verdoezeld. Dat er prioriteit gegeven is aan het instellen van een adviescommissie had net zo goed weggelaten kunnen worden. Dat was al de bedoeling in het eerste stappenplan. We zijn eigenlijk tot op heden niet verder gekomen dan het instellen van deze commissie, het multicultureel platform. Dat is althans onze conclusie.

Mijn fractie vindt het fantastisch dat het college vermeldt dat beleidsnota’s met vraagstukken met multiculturele aspecten voor advies voorgelegd worden aan deze adviescommissie. In het personeelsbeleid van de gemeente is zoals het college stelt nog geen sprake van een evenredige vertegenwoordiging van de doelgroep. We horen dat nog eens een keer benadrukken met een voorbeeld. Laten we daartoe de ongeschoolde arbeid nemen. In deze categorie heeft de gemeente Zeist 77 arbeidsplaatsen. Volgens het evenredigheidsprincipe zouden grofweg 23 van deze arbeidsplaatsen door werknemers uit de doelgroep bezet moeten zijn. Bij de gemeente Zeist zijn twee mensen uit de doelgroep werkzaam en dat is nog geen 10% van het streefcijfer.

Vervolgens zegt het college dat er voor gekozen is de nota niet verder uit te werken in deelnotities. De multiculturele aspecten worden verder uitgewerkt in reguliere beleidsnota’s. Dat zijn mooie conclusies. Dan hoeven wij ten minste geen nota’s meer te lezen waar toch niets van terechtkomt.

Tenslotte concludeert het college dat er in Zeist vele projecten en voorzieningen zijn die een multicultureel karakter hebben en dat de gemeente Zeist alle achterstandsgroepen ondersteunt door de instellingen te subsidiëren zoals bijvoorbeeld Meander. In de nota multicultureel beleid die hier ter evaluatie voorligt staat dit in iets andere bewoordingen ook al. Daarin wordt er echter bij gezegd dat bij de organisaties, de instellingen en de gemeente onvrede bestaat over de resultaten van dat minderhedenbeleid. Projecten komen vaak versnipperd tot stand, afhankelijk van toevallige factoren. Het ontbreekt vooral aan samenhang in het aanbod en onderlinge afstemming.

Verder staat in de nota dat de coördinatie van het multicultureel beleid van cruciaal belang is en dat om die taken naar behoren uit te voeren een functionaris voor minimaal 24 uur dient te worden aangesteld.

Met inachtneming van de evaluatie moeten we concluderen dat er voor het multicultureel beleid zoals verwoord in de nota van 1997 binnen de huidige politieke situatie onvoldoende draagvlak bestaat. Het is nog maar de vraag of onze organisatie over de benodigde capaciteiten beschikt. In feite blijft er geen spaan heel van het stuk uit 1997. Het toen zo geroemde facetbeleid vervalt. De toen noodzakelijk geachte coördinatie wordt gehalveerd. Over scholing van personeel wordt niet gerept. Er bestaat een schrijnende onevenredigheid in de personeelssamenstelling van de gemeente met haar voorbeeldfunctie. Hieromtrent wordt volstaan met het vragen van een advies aan het platform. Je moet echter roeien met de riemen die je hebt. Mijn fractie kan instemmen met het voorstel, mits het college drie toezeggingen doet. Ten eerste, de gemeente stelt een onderzoek in naar de oorzaken van de uit multicultureel perspectief bezien nogal eenzijdige samenstelling van het personeelsbestand en legt nog voor het eind van het jaar de resultaten voor mogelijke oplossingen en het streefcijfer aan de raad voor. Ten tweede, de agenda en de notulen van het multicultureel platform worden met ingang van heden toegezonden aan de leden van de commissie samenleving. Ten derde, er wordt dit jaar nog een start gemaakt met de bijscholing van medewerkers van de gemeente op multiculturele aspecten.


Mevrouw De Jong: (SP)

De SP kijkt graag vooruit in plaats van naar het verleden. Het is jammer dat we toch wat dingen hebben laten liggen.

In de eerste plaats wil ik het multicultureel platform geluk wensen en het heel veel succes wensen met de komende werkzaamheden.

Ik heb nog wat vragen aan het college. U gaat uit van een integraal beleid. In de nota stond facetbeleid. Integraal beleid is eigenlijk facetbeleid. Ik zie het verschil niet zo erg. Dit betekent wel dat het binnen de ambtelijke organisatie zeer breed gedragen moet worden. In iedere afdeling moet heel duidelijk geweten worden wat de effecten zijn op het multicultureel beleid bij iedere beleidstaak die je hebt. Dat vergt nogal wat. Met welke bevoegdheden en met welke middelen heeft u dingen neergelegd in de ambtelijke organisatie? U zegt dat we gaan uitbreiden naar 24 uur. Als dat betekent dat die ene persoon alle ambtenaren en producthoofden in de organisatie op een lijn moet krijgen, is dat veel te weinig. Als je in het land bekijkt wat dit werkelijk betekent, is dit veel te weinig. We kunnen niet anders. Als we alle producthoofden en alle afdelingen met de neus in dezelfde richting willen krijgen, moeten we daar echt iets voor over hebben om een voortvarend multicultureel beleid van de grond te krijgen. Dan is 24 uur echt te weinig. Ik wil graag weten waarop de wethouder dit baseert.

Wat de streefcijfers betreft ben ik het eens met Groen Links. Ik wil heel graag benadrukken dat we nu voortvarend aan de slag moeten gaan. Het moet niet blijven bij een nota op papier, want dan wordt het weer gebakken lucht.


De heer Doelwijt: (PvdA)

Mijn fractie heeft kennis genomen van de evaluatie van de nota multicultureel beleid. Zoals u zelf heeft aangegeven is door verschillende omstandigheden vertraging ontstaan bij de oprichting van het multicultureel platform van bij de evaluatie van de nota. Mijn fractie gaat er van uit dat u voortvarend aan het werk kunt om de achterstand zo spoedig mogelijk in te lopen. De samenleving is aan het veranderen. Steeds meer etnische groeperingen zullen deel gaan uitmaken van onze Zeister gemeenschap. Het is vaak dat de gemeente de regiefunctie op zich neemt. Het multicultureel platform draait op volle toeren. Dat is een goede zaak. In de evaluatie kijkt u terug naar de periode van de afgelopen drie jaar. Tevens doet u een voorstel voor de aanpak in de komende drie jaar. Mijn fractie kan zich vinden in de aanpak die u voor ogen hebt om een zo groot mogelijk draagvlak te verkrijgen door de inzet van zowel autochtone als allochtone burgers te betrekken bij dit proces. Welzijnsinstellingen als Meander, de stichting multiculturele samenlevingsopbouw zullen een steeds belangrijker rol in dit proces gaan spelen. Daarom kan een goed interactief proces hierbij niet ontbreken. Zoals ik in de commissie al aangegeven heb, is het een goede zaak om de nota niet in deelnotities uit te werken maar om de multiculturele aspecten te verwerken in reguliere beleidsnota’s om de samenhang staande te houden. Het is van wezenlijk belang voor het verkrijgen van een breed draagvlak en duidelijkheid in het beleid.

Naast de regiefunctie zal de gemeente ook een voorbeeldfunctie moeten blijven vervullen door in haar wervings- en selectieprocedures er voor te zorgen dat nog meer mensen dan tot nu toe uit minderheidsgroeperingen geworven worden.

Tenslotte is mijn fractie blij met de uitbreiding van de capaciteit van acht naar minimaal twaalf uur ambtelijke ondersteuning. Houdt u ons op de hoogte hoe de invulling van deze formatie verloopt. Als blijkt dat deze twaalf uur niet voldoende is, komt u dan bij ons terug? Ik zou daar graag van u een antwoord op willen hebben. Afhankelijk van uw reactie zal de fractie van de PVDA instemmen met de evaluatie van de en uitvoering van de nota multicultureel beleid en akkoord gaan met de daarin opgenomen voorstellen.


Mevrouw De Bruijn: (D66)

D66 vindt een multiculturele samenleving een verrijking van de samenleving. Ook in Zeist is de multiculturele samenleving een feit. In onze ogen is het volstrekt vanzelfsprekend daarvoor beleid te voeren. De gemeente heeft het standpunt ingenomen dat bij de uitvoering van haar beleid rekening gehouden moet worden met de multiculturele samenstelling van de bevolking van Zeist. Mijn fractie kan dit alleen maar van harte ondersteunen.

In april vorig jaar is het multiculturele platform opgericht. Ik ben destijds bij de installatie van dit platform in het Slot geweest. Er is toen een platform geïnstalleerd waarvan veel ambities uitgingen. Wij hopen daar in de toekomst nog veel van te horen. Zowel de ambtelijke ondersteuning voor het platform als de uitvoering van het multiculturele beleid hebben onze instemming. In het voorstel wordt twaalf uur per week genoemd voor een periode van drie jaar. Wij vragen ons af of dat voldoende is. Ik heb soortgelijke vragen gehoord van de fracties van de PVDA en de SP. Dus graag uw reactie hierop. Wij vinden wel dat de gemeente met behulp van de adviezen van het multicultureel platform haar uiterste best moet doen om de wet samen te doen uitvoeren in die zin dat een streefpercentage van 5% in ieder geval wordt gehaald. Wij dringen er op aan nog eens goed te bezien welke kansen er liggen. Te denken valt aan andere dan de Nederlandse manieren om arbeidskrachten uit de minderheden te werven. De overheid moet het goede voorbeeld laten zien.

Dan een laatste punt. Mijn fractie vindt de zorg voor ouderen uit de minderheden onvoldoende uit de verf komen in deze nota. Al meer dan twee jaar geleden hoorde ik van plannen voor een verzorgingshuis voor oudere Marokkanen. Daarna heb ik er nooit meer wat van gehoord. Dus ik ben heel benieuwd of die plannen er nog liggen en of er nog andere plannen zijn van de gemeente of een visie op de zorg voor de ouderen mensen uit de minderheden in Zeist.

Ik wacht de beantwoording van de vragen af voordat we met de nota kunnen instemmen.


De heer Van Buël:

Dit voorstel is reeds besproken in de commissie samenleving. Deze commissie heeft uitgesproken akkoord te kunnen zijn met raadsvoorstel nr. 31. Ik zou even stil willen staan bij het eerste aandachtspunt in het voorstel. U spreekt uit dat voor de verdere uitvoering van de nota multicultureel beleid en de financiering hiervan betrokken wordt bij de voorjaarsnota 2001. Gaan we niet teveel doorschuiven naar deze nota zodat wij straks prioriteiten moeten stellen ten opzichte van het te voeren beleid? Gaarne zie ik een kort antwoord hierop tegemoet. Betreffende dit raadsvoorstel kan ik u mededelen dat wij achter het voorstel staan.


De heer Kats: (SGP-Christenunie)

Ik ben helaas niet in de gelegenheid geweest om bij de commissievergadering aanwezig te zijn. Hoewel er wellicht wat vragen op commissieniveau bij mij branden zal ik proberen ze zoveel mogelijk te onderdrukken. Ik wil toch een paar opmerkingen maken. Ook mijn fractie vindt het jammer dat er een vertraging is opgetreden. Wij hebben een aantal jaren geleden ingestemd met deze nota. We hebben daarbij wel wat kritische noten vermeld en die zou ik voor het voetlicht willen halen. Wij kunnen met de evaluatie instemmen, maar met betrekking tot wat specifieke projecten zou ik nog wat aanvullende vragen willen stellen die misschien onze kritische punten van toen wat kunnen verduidelijken. Wat mijn fractie opvalt in deze nota en dat is eigenlijk in het hele multiculturele beleid zo, is dat er zo weinig nadruk ligt op het taalonderwijs ligt. Wel taalonderwijs voor de kinderen, maar weinig taalonderwijs voor oudere allochtone mensen die in ons land wonen en die ook moeten deelnemen aan onze maatschappij. Integratie betekent deel uitmaken van onze maatschappij. Daar gaat het om. Hoe kan dit dan beter dan de Nederlandse taal leren? Wij hebben het afgelopen vrijdag bij de aankondiging van de verloving van onze kroonprins kunnen zien. Zij heeft duidelijk laten horen hoe zij de Nederlandse taal al beheerst. Nu is zij nog jong en zij zal het wel gemakkelijker kunnen dan een hele boel andere mensen in Nederland.

Ik lees dat met nadruk het accent wordt gelegd op het tolken. Dan blijven de kinderen in hun eigen kringetje ronddraaien door alleen hun eigen taal te blijven spreken. Kan dat nou niet anders? Geef die kinderen onderwijs in de Nederlandse taal. Het enige project dat ik vind in het overzicht op het gebied van taalonderwijs aan volwassenen is de vrouwen taalgroep. Dit is een taalgroep van 50 allochtone dames van Marokkaanse en Turkse afkomst. Ik heb niets gezien voor allochtone heren die in onze samenleving wonen. Dan denk ik toch dat het heel belangrijk zou zijn om hen daar ook bij te betrekken. Dit is ook nog op vrijwillige basis.

Als we naar de inburgering kijken, bestaat een belangrijk deel uit Nederlands taalonderwijs. Het is alom bekend dat een hele boel nieuwe burgers in Nederland – en ik neem aan ook in Zeist – tijdens de inburgering afhaken. Heeft u inzicht hoe dit hier in Zeist verloopt

Ik heb nog twee andere vragen. In het multicultureel beleid wordt gesproken over integratie. Wij hebben bij de vaststelling van de plannen voor de Vogelwijk ook al gediscussieerd over wat we onder integratie moeten verstaan. Daar schijnt nogal wat discussie over te zijn. Is het niet goed om bijvoorbeeld eens in de commissie helder te formuleren wat wij als gemeenteraad van Zeist verstaan onder integratie? Ik wil dit met een voorbeeld onderstrepen. Toen het multicultureel platform werd geïnstalleerd in Zeist dat overigens heel goed werk doet, stond er een interview van een individueel lid in het Utrechts Nieuwsblad waarin werd gevraagd wanneer het multiculturele beleid volgens hem of haar geslaagd is. Toen werd er als antwoord gegeven, voor mij is het geslaagd als er op de Slotlaan een islamitische slager zit. Wat mij betreft is het dan juist niet geslaagd. Ik vind dat integratie pas geslaagd is als de reguliere slager ook die producten gaat verkopen.

Dan heb ik een afsluitende opmerking. Bij vorige gelegenheden heb ik al vermeld dat bij multicultureel beleid de Nederlandse cultuur het uitgangspunt is met goede kennisneming van andere culturen. De mensen die hier komen wonen moeten zich aanpassen aan onze cultuur.


Mevrouw Van Baal: (CDA)

Er is al erg veel gezegd, dus zal ik mij beperken tot een paar vragen.

Uit het plan van aanpak voor de toekomst kan ik niet goed lezen waar we de komende jaren de prioriteiten gaan leggen. Kunt u hierover iets meer zeggen? Ook wij vinden het jammer dat het personeelsbeleid zo onder de maat is. Zeist blijft ver achter bij de regio. Dat geldt overigens ook voor de gehandicapten. Wat bent u van plan hieraan te gaan ondernemen? Ik heb in het rapport gelezen dat u voor u zelf duidelijke streefcijfers wilt vaststellen. Horen wij nog wat die streefcijfers zullen zijn?

Tot slot willen ook wij het multicultureel platform heel veel succes met haar werkzaamheden toewensen. Wij hopen nog vaak gevraagd en ongevraagd van ze te horen.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Dit is de nota die de raad begin 1998 heeft vastgesteld met de beste intenties en de beste bedoelingen. Dit was de eerste echte nota op het gebied van het ontwikkelen van een multicultureel beleid. Daar is de gemeente mee van start gegaan. Daar heeft de hele organisatie bestuurlijk als organisatorisch haar inspiratie aan ontleend. We moeten volmondig erkennen dat het hele proces trager is verlopen dan we misschien hadden gewild. Aan de andere kant moeten we vaststellen dat die vertraging voordelen heeft opgeleverd in de zin van het groeiende inzicht in en het werken met een integraal multicultureel beleid. Dat is eigenlijk heel nadrukkelijk aan de orde geweest. Als je in de bijdrage alle projecten eens aan je voorbij laat gaan en je ziet dat in de beleidsstukken het multicultureel aspect nadrukkelijker een rol gespeeld heeft dan in het verleden, denk ik wel dat we het zo langzamerhand tussen de oren krijgen. Dat is belangrijker dan dat het in de nota staat. Dat hebben meerderen gesuggereerd en ik ben het daar helemaal mee eens. Om die reden heb ik het achteraf bezien absoluut niet betreurd dat we de deelnota’s die in deze nota genoemd zijn niet hebben uitgewerkt. We hebben het iets beter gedaan dan dat. We hebben in ons regulier beleid het multiculturele aspect beter gepositioneerd. We zijn er nog niet, heel nadrukkelijk nog niet. Medewerkers moeten ook meegenomen worden, misschien zelfs op den duur geschoold als dat nodig is. Zij moeten meegenomen worden in de gedachte dat in beleidsstukken het multicultureel beleid ook meegenomen moet worden. Dat geldt niet alleen voor de medewerkers, maar ook voor de raadsleden. We hebben daar al verschillende voorbeelden van gehad. Ik herinner u aan de nota volkshuisvesting. Ik herinner u aan de nota jeugd- en jongerenbeleid. Ik herinner u aan de stukken rond de kinderopvang. Zo zijn er nog een aantal te noemen waar heel nadrukkelijk het aspect van multicultureel beleid aan de orde is geweest en aan de orde is. Wat dat betreft moeten we vaststellen dat de vertraging ook voordelen heeft opgeleverd.

Ik zal proberen om de vragen die achtereenvolgens gesteld zijn en de opmerkingen die gemaakt zijn even langs te lopen.

De evaluatie die voorligt is in feite niet een evaluatie van deze nota zou ik eigenlijk willen zeggen, maar meer een evaluatie van het beleid dat we er van hebben gemaakt. Dat vind ik wezenlijker. In de evaluatie wordt gesproken dat de formatie vanaf de aanvang niet op sterkte geweest is. Voor een deel is dat achteraf denk ik te betreuren. Voor een deel moet ook worden aangegeven dat er door investeringen in al die andere beleidsvelden waar ook tijd in is gaan zitten er toch behoorlijk gepresteerd is vanuit de afdelingen. Ik noem u bijvoorbeeld het project Vogelwijk waar toch heel nadrukkelijk de formatie die daarop zit gericht is op het ontwikkelen van een multiculturele wijk met een multiculturele samenleving. Zo zijn er meer voorbeelden te noemen.

Ik refereer even aan opmerkingen van de heer Schneider. Ook wij zijn er nog niet in geslaagd de streefcijfers zoals die in dit land gelden hier te halen. Er zijn maar weinig gemeenten in Nederland, misschien zeer weinig, die die streefcijfers halen. Ik heb me laten vertellen dat zelfs de ministeries die de wet samen controleren en evalueren er niet in slagen om aan te geven hoe zij de wet uitvoeren en om de streefcijfers te halen. Des al niettemin zeggen wij wel dat dit een heel belangrijk punt is. Het is ook niet voor niets dat wij hebben aangestipt dat we juist het personeelsbeleid van de gemeente en aanverwante zaken als instellingen als een hele belangrijke zaak zien om onder de loep te nemen. Het college heeft zich voorgenomen om met inschakeling van het multicultureel platform uitdrukkelijk ideeën te verzamelen die wij mogelijk nog niet hadden of nog niet hebben. We moeten bezien of er inderdaad zaken zijn blijven liggen. Wij sluiten dat niet uit. Wij hebben het uiterste gedaan wat wij konden wat het personeelsbeleid betreft. Laat dat eens en voor al duidelijk zijn. Wij zijn er in redelijke mate in geslaagd om mensen uit de doelgroepen aan te trekken. Ook de laatste maanden zijn er weer mensen in gestroomd tot ons genoegen. Wij sluiten niet uit dat wij nog zaken niet hebben benut die wel beschikbaar zijn. Daar willen we de kennis en inzet van het multiculturele platform bij gebruiken. Ik zeg u samen met de wethouder voor het personeelsbeleid toe om u daar zo snel over te informeren wat daarvan onze bevindingen zullen zijn. Ik kan uiteraard nog niet een planning geven, maar wij zetten ons er voor in om dat zo snel mogelijk te doen. Dit is in ieder geval een antwoord op een vraag die de heer Schneider gesteld heeft.

De heer Schneider en de heer Doelwijt hebben opmerkingen gemaakt wat betreft de formatie. Ook anderen hebben daarop gewezen. Ik heb me laten verzekeren en laten overtuigen dat de formatie waarom nu gevraagd wordt en waarvoor we bij de voorjaarsnota de middelen voor moeten krijgen voldoende moet zijn om de ambities die we in de nota en de evaluatie zichtbaar maken ook waar te maken. Op het moment waarop zou blijken dat die formatie in de organisatie onvoldoende zou zijn, stel ik me zelf voor dat er aan de bel getrokken moet worden en dat dit aan het college en aan de raad gemeld dient te worden. Ook die vraag heb ik in de organisatie reeds eerder neergelegd. Ik ga er nu van uit dat de formatie die nu gevraagd wordt voldoende is om een behoorlijk ambitieniveau na te streven en te behalen. Ik zeg u toe dat belletje te laten klinken als daar signalen zijn in die zin.

De vraag naar toezending van de notulen en de agenda lijkt mij geen enkel probleem als de raadsleden daar behoefte aan hebben. Het zijn uiteraard openbare vergaderingen met openbare stukken. Als u daar behoefte aan heeft kunnen we een vorm vinden om die inzichtelijk te maken.

Ik heb al even geduid op scholing. Er zijn scholingen geweest in de afgelopen jaren, maar niet zo structureel dat je kan zeggen dat er is geschoold op multicultureel beleid. Ik noem bijvoorbeeld scholingen die op de afdeling sociale zaken zijn geweest met betrekking tot het bejegenen en benaderen van deze doelgroepen in het kader van belastingmaatregelen, betalingsdata etc. Ik zou me kunnen voorstellen dat in de toekomst de behoefte aan scholing nog meer opkomt. Op dat moment zal concreet gekeken worden of dat een goede zaak is. Wij gaan in ieder geval binnen het multicultureel platform binnen kort van start met een voortgezette scholing. Ook daar zal mogelijk een verdere behoefte betreffende de organisatie naar voren kunnen komen.

Mevrouw De Jong had het over die 24 uur die gebruikt zouden moeten worden om de productgroephoofden en de afdelingshoofden om te turnen. Dan zou dat absoluut voldoende moeten zijn. Daar ben ik het helemaal mee eens. Het is gelukkig dat dit absoluut niet aan de orde is. Het idee van een multicultureel beleid leeft binnen de organisatie. Dat wordt integraal in de beoordeling zowel ambtelijk als in het college voortdurend aan de orde gesteld. Als wij tot de conclusie komen dat er een vraag aan het adviesorgaan gesteld moet worden, wordt dat onmiddellijk opgenomen. Ook dat is een leerproces geweest in de organisatie. De medewerkers moesten leren. Ik noem bijvoorbeeld de nota jeugd- en jongerenbeleid om met de adviezen van zo’n platform adequaat om te gaan, ook communicatief gezien.

Er is gewezen op het ouderenbeleid. Dat is ook een goed voorbeeld van wat ik zo juist zei. Ik verwijs hiervoor naar de nota volkshuisvestingsbeleid. Daarin is uitdrukkelijk aandacht besteed aan de allochtone doelgroepen. De allochtonen zijn heel nadrukkelijk als prioritaire doelgroep benoemd. Zo willen we er ook mee omgaan. In deze nota moeten dit soort zaken niet altijd zo uitgebreid behandeld worden, maar er kan verwezen worden naar onderliggende notities.

De heer Van Buël had het over de voorjaarsnotitie. Ik denk dat het niet aan mij is om dat te beantwoorden. Het is een zaak van ons allemaal. Het zijn zaken die aan de orde zijn waar we allemaal min of meer belang aan hechten. Het zal bij de voorjaarsnotitie een punt zijn waar we de prioriteiten bij leggen. Dat is een hele lange lijst. Dat mag u al vast weten


De heer Schneider: (GroenLinks)

Als deze nota in 1998 is vastgesteld, behoort die dan niet tot het collegeprogramma? Dit college heeft zich uitdrukkelijk gedistantieerd van een besluit dat een maand eerder is genomen.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Dat is correct. De nota multicultureel beleid en ons multicultureel beleid maken uitdrukkelijk deel uit van het collegeprogramma. Laat dat duidelijk zijn! Daar waar gesproken wordt van aanvragen voor nieuwe gelden, zijn dit aanvragen die in het verleden nog niet gedaan zijn. Dan praten we strikt genomen over nieuw beleid. Het is natuurlijk niet zo dat het multicultureel beleid nieuw is, alleen de inzet van de formatie zal mogelijk een nieuw aspect hebben. U heeft voor een deel gelijk.

U heeft het over taalonderwijs. Dat ben ik niet met u eens, absoluut niet. Ik denk dat ik u gerust kan stellen. Wij hebben in de organisatie wel eens het gevoel gehad dat het op dit moment eigenlijk alleen maar taal, taal, taal is dat de klok slaat. Ik noem de nota educatie waarin taal een rol speelt. Dit geldt voor alle leeftijdsgroepen en categorieën De nota educatiebeleid voeren we met de gemeenten om ons heen uit. Daarin is heel veel geld gericht op het scholen van allochtonen. Ik noem de nota onderwijsachterstandsbeleid, vroegschoolse educatie. Uitkomend beleid waarin f 4.000.000,- op taal betrekking heeft. Ik moet u wel zeggen dat de suggestie over het afhaken wel van belang is. Je moet natuurlijk wel naar de taal kijken, maar hoe wordt dit door de doelgroep opgepikt. Dat vind ik een punt van overweging. Ik heb me voorgenomen om in de evaluatie van dit soort beleidsvelden heel goed te kijken of we de doelgroep ook goed bereiken en of we maatwerkgericht kunnen werken.


De heer Kats: (SGP-Christenunie)

Dat is ook wat ik wilde zeggen. Ik ben blij dat u dat zo oppakt.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Ik hoop dat ik u gerust heb gesteld. Ik denk dat we het komend jaar voortdurend met taal bezig kunnen zijn. Die integratie komt terecht steeds terug. Het is in de commissie ook genoemd. Ik vind dat dit een heel belangrijk punt is. Ik denk dat het van belang is om in de komende maanden of misschien de komende weken eens een moment te prikken. Het zou zelfs kunnen zijn dat het al geprikt is. Dan kan de commissie met het adviesorgaan spreken. Ik zou me kunnen voorstellen dat een van de vraagstellingen op zo’n avond zou kunnen zijn hoe we met z’n alen aankijken tegen het begrip integratie. Dat is toch een heel belangrijk gegeven in de hele ontwikkeling van onze samenleving. De nota multicultureel beleid spreekt daar ook over. Er is ook over gediscussieerd. Ik denk dat het goed is om het begrip integratie voortdurend te laten leven en voortdurend bij te stellen en te actualiseren.


De heer Kats: (SGP-Christenunie)

Bent u met mij van mening dat het voorbeeld dat ik gaf geen goed voorbeeld is van integratie?


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Daar ben ik het helemaal mee eens. Ik heb helemaal geen bezwaar tegen een islamitische slager op de Slotlaan. Ik zou me kunnen voorstellen dat dit ook bijdraagt aan de multiculturele samenleving. Ik ben persoonlijk gelukkiger met de twee groenteboertjes op de Oude Arnhemseweg die aan de hele buurt groenten verkopen. Dat vind ik wel een goed voorbeeld.

Dan mevrouw Van Baal tot slot. Ik heb het al even over de belangrijkste prioriteit uit deze nota gehad en dat is het personeelsbeleid. Dat willen we heel helder in beeld gaan brengen. We moeten bezien of het inderdaad zo slecht is als of het lijkt dat we het gedaan hebben. Ik geloof niet dat we het nog zo slecht hebben gedaan eerlijk gezegd. Ik wil wel helder hebben hoe we het beter kunnen doen. Dat willen we altijd. Zo is er natuurlijk nog wel een aantal prioriteiten. Ik zou bijna geneigd zijn om die niet tegenover elkaar te zetten omdat ze bijna onvergelijkbaar zijn. Ik noem bijvoorbeeld het volkshuisvestingsbeleid. Ik noem het taalbeleid en het onderwijsachterstandsbeleid. Dat zijn beleidsvelden die uiteindelijk van belang zijn. We hebben een prioriteitenlijst gemaakt van stukken die daarin aan de orde zullen komen in ieder geval. Als het mogelijk is om streefcijfers te noemen en te formuleren, doen wij dat of zullen wij dat vragen aan de instellingen waar we mee samenwerken. Ik weet niet of u uw vakliteratuur de afgelopen week heeft gelezen. Daarin worden toch ook kritische vragen gesteld bij het vermogen om te werken aan doelcijfers, streefcijfers etc. Des al niettemin willen wij toch proberen in het kader van ons budgetsubsidiering om die inzichtelijkheid na te streven. Is het niet in concrete cijfers, is het wel in een zo concreet mogelijke doelstelling.


De heer Schneider: (GroenLinks)

De nota multicultureel beleid is in 1997 geschreven en is vlak voor de verkiezingen in 1998 vastgesteld. Wat er zo mooi aan was is dat het beleid expliciet werd gemaakt. Het was de bedoeling om niet meer enkel en alleen naar doelgroepen toe te werken. Er waren tientallen instellingen op dat moment bezig met aspecten van het multicultureel beleid. Ook in de Vogelwijk waren we toen bezig. Er was in de Vogelwijk toen toevallig een zeer goede bewonerscommissie, zoals nu ook. Er zijn twee conferenties aan vooraf gegaan. Met betrokkenen is afgesproken om het zo te doen zoals het hier staat. We maken het expliciet via deelnotities. We werken het uit zodat iedereen in deze organisatie weet waar het over gaat als je het over multicultureel beleid hebt. Voor mij is het op dit moment een stuk minder expliciet. Het is eigenlijk impliciet. Je kan niet precies de vingers op de zere plek leggen. We hebben er nog geen studie over gedaan.

Voor wat de scholing van gemeentepersoneel betreft, sprak ik vorige week met iemand die me vertelde dat ik een jongere uitnodigde om te solliciteren. Als hij dan komt, kijkt hij me niet aan. Ik weet niet wat ik er moet, maar volgende week belt hij me weer. Volgens mij is hij helemaal niet geïnteresseerd in die baan, maar hij komt toch iedere keer weer terug. Dat niet aankijken is nou typisch zo’n multicultureel aspect dat je in je personeelswerk goed moet door hebben. Zo zullen er nog wel meer aspecten zijn waar je echt goed naar moet kijken. Daarom vraag ik u om eens goed te onderzoeken hoe wij dat doen in ons personeelsbeleid. Het is erg onbeleefd in sommige culturen om iemand recht in de ogen te kijken. Bij het aangaan van overeenkomsten is het in sommige culturen zo dat het niet erg getuigt van een grote slimheid door te kennen te geven dat je iets zo erg graag wilt. Daar zullen we toch een beetje kijk op moeten krijgen. Ik heb er ook weinig verstand van, maar dat is nou typisch zo’n klein voorbeeldje van wat een multicultureel perspectief nu is.

Ik heb u gevraagd om een toezegging. Ik heb u gevraagd om voor het eind van het jaar ons inzichtelijk te maken via een onderzoekje wat er nu eigenlijk aan de hand is met het personeelsbeleid. Als je 50% van de streefcijfers haalt en 50% van de afspiegeling, zou je kunnen zeggen dat dit kan gebeuren. 10% is toch wel een beetje erg weinig. Wilt u ons voor het eind van het jaar inzichtelijk maken wat je nou beter kan doen op dat gebied en wat de mogelijkheden zijn. Naar gelang van die mogelijkheden kunnen we eventueel streefcijfers vaststellen. Als die mogelijkheden er niet zijn, moeten we ook eerlijk zijn en zeggen dat we niet met streefcijfers kunnen komen. Ik wil het wel even zien. Als u mij die toezegging doet, kunnen wij instemmen met het voorstel en anders niet.


Mevrouw De Jong: (SP)

Ik wil even een klein misverstandje uit de weg ruimen. Ik had zelf gezegd dat de SP 24 uur te weinig vond om het in te voeren. U gaf aan dat de SP het genoeg vindt, maar dat vinden we dus beslist niet.

Multicultureel beleid moet zich in de hoofden en in de harten vastzetten. Dat betekent dat bevoegdheden voor de personen die daarop gaan zitten zo hoog mogelijk in iedere afdeling en productgroep moeten zitten. Het liefst zou zo’n persoon naast de gemeentesecretaris moeten staan. Dan geeft u pas een signaal af dat u multicultureel beleid ontzettend belangrijk vindt. Als u even de link trekt met een aantal jaren geleden met het emancipatiebeleid, waar is dat aan ten onder gegaan? Dat is meestal ten onder gegaan omdat de bevoegdheden en de middelen van degenen die het emancipatiebeleid moesten dragen vrij laag in de organisatie lagen. Die moesten constant maar lobbyen ook bij het facetbeleid en het integraal beleid bij andere productgroepen waardoor het helemaal is doodgebloed. Om dat te voorkomen vraag ik u om de bevoegdheden en middelen die de persoon heeft samen met het multicultureel platform zo hoog mogelijk in de organisatie. Dan pas geeft u een signaal af en gaan we niet de kant op van gebakken lucht.

Dan even een filosofische vraag aan de heer Kats. Wat is die Nederlandse cultuur eigenlijk? Bestaat die wel? Dan wil ik graag nog even van de heer Kats horen.

De wethouder zei dat we het over integratie kunnen hebben in de commissie of raad. Het zou mijn voorkeur hebben om dat in de raad te doen. Daar kun je op hoofdlijnen er goed over spreken. Dan vraag ik me af wat de wethouder er van vindt. Kun je zo praten over integratie of moet je een definitie hebben van wat die Nederlandse cultuur nou eigenlijk is? Als je geen definitie hebt, lijkt het mij heel erg zwabberig als we wel over integratie gaan praten. Zoals alle partijen hier zitten kijken ze vanuit een ander mensbeeld naar de dingen. Graag heb ik daarop een reactie van de wethouder.


Mevrouw De Bruijn: (D66)

Ik heb nog twee dingen waar ik iets over wilde vragen. U heeft het over die streefcijfers. Daar hebben we het uitgebreid over gehad. Zeker als dit wettelijk is vastgelegd, moeten die gehaald worden. Dit zou een prioriteit moeten zijn. Ik zou graag willen horen waarom dat zo weinig is in Zeist. Misschien is dat wat onderbelicht gebleven. Heeft dat te maken met de bestaande organisatie? Heeft het te maken met prioriteiten die er liggen? Heeft het te maken met scholing? Heeft het te maken met misschien wel onwil of onbekendheid? Daar zou ik graag nog iets over willen horen. Het lijkt met toch een beetje goedkoop om het allemaal maar neer te leggen bij het multicultureel platform. Zij zullen ongetwijfeld met adviezen komen, maar ik denk ook dat de gemeente zelf en wij allemaal daar een verantwoordelijkheid in hebben en ideeën over moeten hebben. Het moet tussen de oren komen te zitten omdat het gewoon ontzettend belangrijk is. We moeten er daarom veel energie in steken.

Ik heb bij de ouderen als voorbeeld genomen een verzorgingstehuis voor Marokkanen. Dat is natuurlijk een concreet punt. Ik wil nog even benadrukken dat vooral mensen die in de jaren zestig hier gekomen zijn zich nu in een isolement bevinden. Het lijkt mij belangrijk dat dit een groep is die ons ter harte moet gaan en waar we een visie op zouden moeten hebben en iets voor moeten doen.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

De heer Schneider had het over beleid expliciet maken. Toen u daar net aan het woord was kwam bij mij een tegenvraag op. Zou u met de kennis van nu achteraf bezien de nota multicultureel beleid graag helemaal uitgevoerd hebben zien? Dat was een vraag die bij me opkwam en waarvan ik zelf zeg, nee, bij nader inzien niet. We hebben het beleid flexiebel gemaakt.


De heer Schneider: (GroenLinks)

Het gaat om een draagvlak onder de sleutelfiguren en de mensen uit het welzijnswerk dat toen is gecreëerd Er zijn twee congressen aan vooraf gegaan en er zijn studies verricht. Mensen hebben echt de moeite gedaan om zich echt daarin in te leven. Toen zijn we samen tot een opzetje gekomen en daaruit is de nota voortgevloeid. Iedereen kon zich daarin vinden. Dan moeten we ons daar ook een beetje aan houden. Dan moet je het niet half doen of niet eens half.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Wat betreft de inzet van de organisatie kan ik u verzekeren dat die nooit is weg geweest. Door die opzet van toen is die alleen maar versterkt en bevorderd. Dat heeft geresulteerd in het meer tussen de oren aanwezig zijn van het gevoel dat in beleidsnotities van de gemeente het multiculturele aspect voortdurend benaderd moet worden. In die zin dient het beleid heel expliciet te zijn. Niet in elke nota hoeft het totale multiculturele beleid uitgeschreven te worden, maar wel dient het aspect van het multicultureel beleid aan de orde te komen.

U verwijst nog even naar de Vogelwijk. De Vogelwijk is een goed voorbeeld van hoe een multicultureel beleid in de geest heel goed heeft gewerkt. Daar is met inzet van alle betrokkenen de afgelopen drie jaar gewerkt en nog langer in die wijk om er iets van te maken waardoor men zich lekker gaat voelen in de wijk. U had het over een goede bewonerscommissie. Daarop valt nog wel wat af te dingen. In sommige gevallen betrof het niet meer dan enkele personen. Ik denk dat het nou juist belangrijk is als een wijk breder vertegenwoordigd is en daarmee zijn we nu aan het werken. Niet alleen met de corporaties maar ook met inzet van onze ambtenaren die met vuur en verve bezig zijn en daar al jaren er in slagen een draagvlak te creëren Dat maakt het nu mogelijk om aan de aanpak van de Vogelwijk met vol vertrouwen te beginnen.

Mijnheer Schneider, u noemt nog even dat puntje van het personeelsbeleid. Ik spreek heel veel met mensen uit allochtone kringen. Het valt mij niet zoveel op. Ik ontmoet wel eens mensen die mij niet aankijken. Dat zijn alle mogelijke mensen die dat betreft. Het zou wel een punt zijn om eens verder te kijken dan het alleen je aankijken. Ik heb begrepen dat collega Van Brenk graag nog wat in wil gaan op het personeelsbeleid.


De voorzitter:

Zullen we dat thema hier even laten rusten? Het is een raadsvergadering en geen sollicitatiegesprek. Ik vind dat we ons een beetje met de hoofdlijnen van de nota moeten bezighouden. Het signaal is duidelijk, want achter uw opmerking ligt namelijk een hele wereld. Dat wilde u uitleggen. We gaan niet uitleggen of we elkaar nu wel of niet moeten aankijken.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Mevrouw De Jong had het nog even over een misverstandje. Dat was echt een misverstandje. Ik dacht dat ik u zeer goed begreep. 24 uur zou absoluut nog steeds onvoldoende zijn als je de hele dag inderdaad moet lopen sjorren en trekken om dat tussen de oren te krijgen. Nogmaals, ik kan u verzekeren dat dit niet aan de orde is. Onze ambtenaren belast met multiculturele zaken hebben geen moeite om tot hoog in de organisatie het punt van multicultureel beleid onder de aandacht te brengen om dat tussen de oren te krijgen. Dat leeft. Wat betreft zit er naast de gemeentesecretaris letterlijk en figuurlijk iemand die dat politiek bewaakt. Dat ben ik niet alleen, maar dat is ook de burgemeester en dat bent u allen om ons heen. Met de formatie en de waarborgen in de raad moet dat voldoende zijn. Ik kan u verzekeren dat dit het geval is.


Mevrouw De Jong: (SP)

Dank u wel! Daar hou ik u aan.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Terecht!


De heer Kats: (SGP-Christenunie)

Ik zou graag de wethouder willen interrumperen om de filosofische vraag van mevrouw De Jong te beantwoorden. Ik zal het kort houden, want misschien kunnen we er wel twee avonden mee vullen. In de eerste plaats vind ik het getuigen van een zekere armoede als we niet eens kunnen benoemen wat onze cultuur is. U kunt van onze partijen die ik vertegenwoordig niet zeggen dat wij nooit hebben geprobeerd om onze cultuur te waarborgen. De oudste partij namens wie ik spreek is een van de oudste partijen van Nederland Ik wil graag met mevrouw De Jong daarover in discussie gaan om eens te kijken wat wij onder de Nederlandse cultuur verstaan.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Ik wilde er juist iets over zeggen voordat u mij interrumpeerde. De discussie die drie jaar geleden over het multicultureel beleid gevoerd is ging hier onder andere over. Ik verwijs even naar die discussie. Dat is een goed vertrekpunt, misschien niet een eindpunt om het debat in te gaan en ik zal dat met plezier in de commissie doen of als het nodig is in de raad.

Die liggen bij een hele boel dingen. Ik heb er geen behoefte aan om daaraan een differentiëring in aan te brengen. Ik werp het verre van mij dat wij in ons personeelsbeleid dit maar eventjes dumpen bij het multicultureel platform. Daar leent dat platform zich niet voor en daar gebruiken wij dat platform ook niet voor, zo we het platform überhaupt al gebruiken. We vragen het platform ons wel te helpen. Wij vragen of met over ideeën beschikt als brainstorm en die ons kunnen helpen om ons personeelsbeleid verder te ontwikkelen.

De ouderen zijn nog een punt dat de heer Van Brenk nog nadrukkelijk even wil aanstippen.


Wethouder Van Brenk: (SGP-Christenunie)

Nog twee dingen met betrekking tot dit onderwerp. Allereerst de ouderenhuisvesting. Ik vind dat er een wat goedkope propaganda is gevoerd met betrekking tot de ouderenhuisvesting. Dit heeft tot nu toe nog in niets geresulteerd. Ik hecht er aan om dit mee te nemen in de prestatie-afspraken in juli met de woningbouwcorporaties. Dan kunnen we er na een aanvulling aan geven. Anders blijft het toch boven de markt zweven. Dit is niet de enige doelgroep. Er zijn nog andere doelgroepen die ook recht er op hebben dat er voortgang komt in de huisvesting van ouderen.


Mevrouw De Bruijn: (D66)

Het was helemaal niet mijn bedoeling om de ouderenhuisvesting in die zin aan de orde te stellen. Mijn vraag was heel concreet. Ik had een keer gehoord iets over een verzorgingstehuis voor oudere Marokkanen. Ik heb daarmee verder niets meer of minder willen zeggen dan dat.


Wethouder Van Brenk: (SGP-Christenunie)

Ik ben ook zelf bij de presentatie geweest. Er zijn zelfs staatssecretarissen hier in ons midden geweest. De pers staat er bol van. Als we nu anderhalf, twee jaar kijken wat er allemaal van terechtgekomen is, is dat 0,0 in mijn ogen. Als we daar een keer handen en voeten aan willen geven moeten we dat doen middels prestatie-afspraken. Ik hoop daar een bijdrage aan te mogen leveren.

Met betrekking tot ons personeelsbeleid wou ik dat we wat dat betreft wat meer gekwalificeerde mensen in onze organisatie konden krijgen. Het bevruchtende is dat collega Vermeulen en ik nu op een kamer zitten. Dit is regelmatig onderwerp van gesprek. Wij zullen naar het platform gaan om over deze aangelegenheden te spreken. Ik verheug me daarop. Als er gekwalificeerde mensen zijn, zouden we die dol graag willen ontvangen. Als wij tot nu toe hierin te kor geschoten zijn, laten we dan van het multicultureel platform leren hoe we dat dan wel moeten doen. Vanuit die insteek hebben collega Vermeulen en ik afgesproken dat wij samen aanwezig zullen zijn in het eerst volgend overleg van het platform. Ik heb er behoefte aan u voor het eind van dit jaar daarover inzicht in te geven in wat het resultaat is van dat overleg. Dat kan ik u toezeggen. In die zin moet er niemand naast de gemeentesecretaris komen, maar moet het bij iedere Nederlander tussen de oren komen of dat nu de gemeenteraad van Zeist is of de ambtelijke organisatie dat wij gezamenlijk een gemeenschap vormen. Wij willen graag als Nederlandse gemeenschap gastvrijheid bieden aan anderen en die zoveel mogelijk opnemen in allerlei geledingen. Ik vind wel dat dit een tweezijdig proces moet zijn.


De heer Schneider: (GroenLinks)

Nog twee vragen ter toelichting aan wethouder Van Brenk. Vindt hij dat wij gastvrijheid moeten verlenen aan Nederlanders?


De voorzitter:

Ik denk dat we weer terug moeten gaan naar de nota. Het moet mij toch van het hart. Veel van de bijdragen waren wat van algemeen beschouwende aard. Dat kan in de commissie aan de orde komen. Ik zou willen voorstellen om nu af te ronden. Er is een aantal duidelijke uitspraken gedaan en duidelijke opmerkingen gemaakt. Ik denk dat het college voldoende gelegenheid heeft om het huiswerk verder af te maken.

Er waren nog wat fracties die een voorbehoud maakten met het instemmen met dit voorstel.


De heer Schneider: (GroenLinks)

Ik wil graag een stemverklaring afleggen. Omdat er geen enkele toezegging is gedaan met betrekking tot het personeelsbeleid van de gemeente, onder andere scholing, kunnen wij niet instemmen met de nota zoals die er nu ligt.


Hierna wordt de nota z.h.st. aangenomen met de stemmen van de leden van de fractie van Groen Links tegen.



6. Nota beleidskaders uitbreiding kinderopvang (rv 2001-32)


Mevrouw Van Baal: (CDA)

De CDA-fractie kan instemmen met het voorliggende raadsvoorstel. Wij steunen de nota echter niet van harte. Wij zien deze manier van opvang in veel gevallen als een noodzakelijk kwaad. Nadenkend over bijvoorbeeld meer buitenschoolse opvang komt bij mij direct een vraag naar boven. Wie is hier nu echt blij mee? De vader of de moeder of het kind? Als ik ‘s morgens vroeg langs het kinderdagverblijf kom en ik zie vaders en moeders voor achter ‘s winters met hun maxi cosi sjouwen, denk ik, och arme. Ik vraag me dan direct af hoe vroeg deze mensen hun bed uit moesten om alle handelingen met hun baby ‘s morgens vroeg op tijd klaar te krijgen. ‘s Middags komt ongeveer hetzelfde langs. Dan zie ik allerlei kinderen achter het hek. De dagindeling van deze ouders laat weinig te raden over. Werkende moeders met kleine kinderen stromen massaal de WAO in. Ik kan me er iets bij voorstellen. Ik moet er niet aan denken zo mijn dagen door te moeten jachten. Ik ken flink wat mensen die op de een of nadere manier met vooral buitenschoolse opvang te maken hebben. Van mijn buurvrouw, een onderwijzeres in het basisonderwijs, hoor ik wat voor het problemen het geeft om ‘s middags de kinderen in het busje te krijgen. Van veel collega’s hoor ik dat kinderen een groot motivatieprobleem hebben, ook de wat ouderen. Als ze wat groter worden verzinnen ze zelf smoezen om er onder uit te komen. Hiermee wil ik beslist niets afdoen aan de kwaliteit van de opvang. Deze mensen doen er alles aan om het goed voor elkaar te krijgen. In Utrecht gaat het al zo ver dat sportclubs al een opvangregeling gaan bieden. Ik kan me hier weinig bij voorstellen. Het zal toch niet zo zijn dat die kindertjes die de hele week al opgevangen zijn ‘s zondags ook nog eens dat genoegen mogen smaken zodat pa en moe rustig naar de sportwedstrijd kunnen kijken?

Als ik de pedagogische pet op zet en de drie r’s weer eens even uit de kast haal, rust, reinheid en regelmaat, komt vooral de rust er slecht van af. Pedagogisch is het ook bewezen dat vooral de eerste levensjaren van cruciaal belang zijn. Naar ons idee kan niets tegen het gezin op.

Resumerend, iedereen moet zich kunnen ontplooien en deelnemen aan de arbeidsmarkt. Dat we geld uittrekken voor mensen in de arbeidstoeleiding zodat zij ook weer uitzicht op iets beters krijgen, is uitstekend. Juist voor deze groep als straks de subsidiering gaat veranderen moet wel naar een oplossing gezocht worden voor een teruggaande subsidie. Ik ben ook zeer benieuwd hoe we de teeneropvang willen gaan realiseren. Ik hoop dat dit in het kader van de brede school meegenomen gaat worden. Gaat het om een groep ouders die eerst flink carrière hebben gemaakt en een prachtig huis hebben gekocht en dure reizen hebben gemaakt gaan bedenken dat het enige waaraan het nog ontbreekt het hebben is van een paar lieve gehoorzame en vooral slimme kindertjes, wil ik deze groep meegeven, bezint eer gij begint.


De heer Spaargaren (PvdA)

In dit raadsvoorstel vraagt u de beleidskaders voor de uitbreiding van kinderopvang vast te stellen. De fractie van de PvdA kan daarover kort zijn. Bij de behandeling van het raadsvoorstel in de commissie hebben wij er voor gepleit om de kinderdagverblijven en de buitenschoolse opvang per wijk aan te geven. Dat heeft u in bijlage 4 gedaan, waarvoor onze dank. Waarom hebben wij dit gevraagd? U schrijft in de nota in hoofdstuk 4 onder b, wij achten het wenselijk om de uitbreiding zo te realiseren dat een evenwichtige spreiding al naar gelang van de spreiding van de doelgroepen over de wijken van Zeist ontstaat. Als we kijken naar de toegevoegde bijlage, zou er wel iets gedaan kunnen worden aan een meer evenwichtige spreiding over de diverse wijken. Graag uw reactie!

Bij de kinderopvang staat er veel te veranderen. Deze regering heeft een ambitieuze doelstelling op dit terrein. Tot 2002 moeten er 71000 plaatsen bij komen. De grootste toename is voorzien in de buitenschoolse opvang van kinderen van 4 tot 12 jaar, te weten 43000 plaatsen. Voor de opvang van kinderen tot 4 jaar staan 28000 extra plaatsen gepland. De uitwerking van dit beleid wordt nu in Zeist zichtbaar. 259,7 plaatsen extra als doelstelling in de periode 2000 tot 2003. Gekozen is in Zeist voor een verdeling in 40% dagopvang en 60% buitenschoolse opvang.

Ook in een ander opzicht gaat er veel veranderen. Van een subsidiesector naar een meer marktgerichte sector. De monopoliepositie van de SKZ, de stichting Kinderopvang Zeist is aan het verdwijnen. De directeur van deze instelling heeft bij de raadscommissie aangegeven die concurrentie aan te willen gaan. Dat is een compliment waard. De taak van de gemeente als regisseur verandert ook. Er moeten duidelijke spelregels afgesproken worden zodat de kinderopvang een volwassen sector gaat worden. Het kabinet kiest voor een inkomensafhankelijke kinderopvangsubsidie voor de ouders waarbij de middelen zoveel mogelijk bij de ouders terecht komen. De gemeente moet in onze visie opkomen voor de kwetsbare groepen in Zeist die wellicht buiten de boot kunnen vallen. Wij vertrouwen er op dat uw college voor die taak staat. In afwachting van de nieuwe wet basis kinderopvang steunt de fractie van de PvdA dit raadsvoorstel nr. 32.


Mevrouw De Bruijn: (D66)

Het moge duidelijk zijn dat de fractie van D66 verheugd is over een nota die tot stand is gekomen na veel rondetafelgesprekken met kinderdagverblijven in Zeist. Nu nog, eind goed, al goed. In de nota wordt behandeld de marktwerking en de rol van de overheid en de zogenaamde +-functies. D66 heeft geen moeite met de marktwerking. De betrokkenheid van ouders komt op deze wijze waarschijnlijk beter tot haar recht. Een gestuurde financiering sluit dus hier goed bij aan. Het rijk stimuleert een landelijke uitbreiding van de kinderopvang. Voor Zeist betekent dat er bijna 260 plaatsen bij komen. Van deze 260 plaatsen moet nog een aantal toegewezen worden aan de gesubsidieerde opvang. De al eerder genoemde verandering van de rol van de gemeente van subsidieverstrekker naar regie vergt een andere attitude van de gemeente. Mijn fractie maakt zich zorgen over die gesubsidieerde opvang. In de gouden tips die de gemeente gegeven zijn bij de conferentie zou ik willen aansluiten bij de eerste. Ontwikkel zelf een visie en bepaal het doel. Ik bedoel hoe u gaat bewaken dat kinderdagverblijven gesubsidieerde plaatsen blijven aannemen. De directeur van de SKZ zei het in de commissie samenleving al de verhouding die zou kunnen optreden tussen de maatschappelijke verantwoording en een kosten-batenanalyse. Vervolgens zijn we ook benieuwd naar uw ideeën over de kinderopvang +. Graag uw reactie hierop!

In het verslag van de commissie samenleving is naar aanleiding van de vragen van mijn fractie wat er gebeurt met de gelden die beschikbaar zijn gesteld in 1997 en 1998 aangegeven dat deze gelden nog steeds aangewend kunnen worden. Deze gelden zullen nodig zijn bij de toekomstige investeringen in de uitbreiding van kinderopvang en buitenschoolse opvang. Dit antwoord is voor mijn fractie nogal vaag. Graag willen wij weten welke concrete investeringen u denkt te doen en in welke verhoudingen en op welke termijn.

Dan nog een laatste vraag. Waren alle kinderdagverblijven op de hoogte van het verschijnen van deze nota en de agendering er van bij de commissie samenleving van 19 maart? Wij hebben informatie dat dit niet zo is. Graag horen wij uw reactie hoe dat kan.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Het is inderdaad een niet geringe operatie. Het is rijksbeleid dat we uitvoeren en dat we tot ons voordeel willen maken. Het gaat om een omzetting van de subsidiëringen via de instellingen naar de ouders zelf. Wij hebben er in Zeist voor gekozen om het geld dat we te besteden hebben heel nadrukkelijk creatief in te zetten. Er zijn in het land gemeenten die de subsidie beschikbaar hebben gesteld voor het bouwen van panden e.d.. Die zijn al lang door hun geld heen. Wij hopen dat door het voorstel zoals het nu voorligt wij een meerwaarde kunnen creëren Die meerwaarde vinden we juist in alle plusfuncties die we er aan kunnen ontlenen. Er zijn plusfuncties en kwaliteitsaspecten rondom de kinderopvang die je normaliter in het beleid over twee jaar nog maar moeilijk kan sturen, maar we kunnen dit wel in deze aanloopfase nog meenemen bij de ontwikkeling van deze 260 plaatsen. Zo proberen we dat te doen. Dat betekent dat we als het ware aan de slag gaan met onderhandelen met alle partners die daar interesse in hebben. We gaan onderhandelen over de wijze waarop we die kindplaatsen gaan realiseren. Dat onderhandelen richt zich op allerlei aspecten van de kinderopvang. Dat wil zeggen allerlei aspecten van kwaliteit van kinderopvang. Dat richt zich op bijvoorbeeld toetsing. Dat richt zich op de mate waarin de kinderen gevolgd kunnen worden. Dat richt zich op aanhaking bij vroegschools beleid. Zo zijn er een hele boel zaken te noemen die we heel graag willen inbrengen in het beleid voor de kinderopvang. We hebben het niet meer over een categorie. We hebben het heel nadrukkelijk over verschillende mogelijkheden van kinderopvang. Wat dat betreft is de opmerking van mevrouw Van Baal met respect wat kort door de bocht als u het heeft over die armoedige naschoolse opvang die u beschrijft. Iedereen mag daarover denken wat hij wil. Ik wil die discussie met u hier niet voeren, maar die is natuurlijk wel van belang. Er worden alle mogelijke vormen van opvang geboden. Ik noem bijvoorbeeld de tussenschoolse opvang. Kinderen die onvoldoende tijd hebben om naar huis te gaan kunnen overblijven waarin hen een zinvol driekwart uur of uur geboden kan worden. Er wordt ook gedacht en gesproken over kinderopvang die gekoppeld is aan zaken als een verlengde schooldag. Er wordt gesproken over een verrijking van de schooldag. Om een lang verhaal kort te maken, het beeld van de kinderopvang van een armoedig zootje is echt niet meer van deze tijd.


Mevrouw Van Baal: (CDA)

Ik heb niet gezegd dat het een armoedig zootje is. Ik heb gezegd dat de kinderen het misschien op dit moment helemaal niet zo leuk vinden om daar naartoe te gaan. Op het moment waarop er dingen bij komen als de brede schoolgedachte wordt het later een heel ander verhaal.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Dat is heel nadrukkelijk de bedoeling om van allerlei noodzakelijke vormen van kinderopvang je voordeel te maken. Het gaat er om voor de kinderen iets meer te bieden dan alleen maar ergens te zijn. Dat is ook een stuk van de kwaliteit die we er in willen brengen. We willen de onderhandelingen voeren met de instellingen over de kwaliteit die geboden moet worden.

Misschien is het belangrijkste aspect voor de komende maanden en jaren wel hoe wij de kinderopvang beschikbaar en toegankelijk zullen maken en houden voor de sociale doelgroepen. Dat is iets wat in eerste instantie mede door het rijk ontwikkeld zal moeten worden, al is het maar een subsidiekader. Ik denk dat de gemeente daar ook haar hoogste prioriteit en zorg bij moet leggen. Er zal een instrumentarium ontwikkeld moeten worden waarvan ik nu nog niet kan aangeven hoe dat er exact uit gaat zien over twee jaar. Wij moeten kunnen garanderen dat de kinderopvang voor de doelgroepen waaraan wij prioriteit geven toegankelijk blijft. Tegen de tijd waarop dit plan tot wasdom komt komen we er uiteraard nog over te spreken. Dus we komen daar nog op terug.

De heer Spaargaren wijst er terecht op dat spreiding van belang is. Dat spreekt eigenlijk voor zich binnen de mogelijkheden uiteraard. Wij gaan wijkgericht werken. Ook wat de kinderopvang betreft is het onze voorkeur om de faciliteiten zo wijkgericht mogelijk in te zetten. We zullen dat in beeld brengen en binnen de mogelijkheden stimuleren om die wijkgericht te ontwikkelen.

U had het ook over de onderhandelingen die gevoerd worden. Ik heb daar al even op gewezen. Wat we gaan doen is in feite een gesubsidieerde gunning met onderhandelingen. Dat is het proces waar we ingaan. Ik heb me laten vertellen dat Zeist daar tamelijk uniek in is in Nederland dat we het zo doen. Ik heb er alle vertrouwen in dat we daarmee het resultaat behalen dat we beogen.

De monopoliepositie van de SKZ. Ik ben niet geneigd dat te bevestigen. Dat is al geruime tijd niet meer echt aan de hand. Het was gemeentbeleid om de SKZ als belangrijke partner zich te laten ontwikkelen. Dat is ook gebeurd. Er zijn wel degelijk nog veel andere aanbieders die ook interesse hebben in kinderopvang en die daar ook actief in zijn.

Wat dat betreft maar even gelijk de beantwoording van een vraag van mevrouw De Bruijn. Er is breed uitgenodigd voor de conferenties. Ik meen uit mijn hoofd te weten dat die gepubliceerd is. Wij weten dat niet iedereen is uitgenodigd. Wij hebben een selectie gemaakt. Het is wel zo dat we van meet af aan hebben gezegd dat aanhaken op dit beleid altijd mogelijk is. We publiceren hierover. We spreken hier in het openbaar hierover. Wat dat betreft hebben we niemand a a-priori willen uitsluiten. We zouden bijvoorbeeld alle sportclubs kunnen uitnodigen. We hebben er bewust van gezegd dat we daar in dit stadium niet mee starten. In een later stadium kunnen instellingen die daar belangstelling voor hebben altijd informatie krijgen en altijd aanhaken.


Mevrouw De Bruijn: (D66)

Mijn vraag was eigenlijk gericht op de commissievergadering. Veel kinderdagverblijven waren daarvan niet op de hoogte. Die hadden misschien daar ook wel bij willen zijn bij de behandeling van de nota in de commissie. Misschien hadden ze wel willen inspreken. Zij wisten gewoon niet dat dit voorstel er al lag. Dat was mijn vraag.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)
Ik denk dat het een publiciteitsbeleid van de gemeente is. We hebben geloof ik hier geen extra aandacht besteed door mailing of wat dan ook. Het wordt allemaal gepubliceerd in de Nieuwsbode. Het is allemaal openbaar.


Mevrouw De Bruijn: (D66)

Als mensen meedoen aan een conferentie is het wel aardig als ze zien hoe het verder gaat.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

In de conferentie is uitdrukkelijk aandacht gegeven aan de procedure. Wees er van overtuigd dat de mensen wisten dat het er was. Ik denk dat het eerder heeft te maken met een keuze die men heeft gemaakt. Er waren wel degelijk ook mensen aanwezig.


Mevrouw De Bruijn: (D66)

Alleen de SKZ was aanwezig.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Ik ga er van uit dat de gelden die in 1997 en 98 beschikbaar waren zo goed mogelijk benut zijn. De gelden die we nu gaan inzetten zijn ook al geruime tijd beschikbaar. Het subsidiebudget dat we nu hebben is meen ik al vanaf 1999 beschikbaar. Dat gaan we in de komende anderhalf jaar inzetten met als doel eind 2002 het streefcijfer te halen. We zouden zelfs vrij zijn om het totale budget op de laatste dag van 2002 in te zetten als dat nodig mocht zijn om de doelen van het ministerie te halen. De specifieke vraag naar de financiën heeft u niet in de commissie gesteld en die kan ik zo niet beantwoorden. Daar moet u misschien even met de afdeling over contact opnemen.


Hierna wordt het voorstel z.h.st. aangenomen.



  1. Wijziging leges reisdocumenten (rv 2001-33)

Dit voorstel wordt z.h.st. aangenomen



8. Breedtesportproject (rv 2001-34)

De heer De Ligt: (VVD)

Het inspelen op het stimuleringsbeleid van de rijksoverheid voor de wijken hier in de gemeente heeft de VVD-fractie in de commissie voorzien van een positief commentaar. Op zich is dit geen reden om dit voorstel hier nog eens in detail aan de orde te stellen. Dat we toch enige aandacht vragen in deze openbaarheid is eigenlijk bedoeld als een signaalfunctie richting de reguliere sport. Het welslagen van het project breedtesport is voor een belangrijk deel afhankelijk van de mate waarin het wijksportgebeuren onder leiding van de bevoegde buurtsportwerker een samenwerking weet op te bouwen met het regulier verenigingsgebeuren. Die factor bepaalt uiteindelijk de duurzaamheid van het streven bij dit project om de jeugd van de straat te houden en ze een doel in de sport te geven. Een zorgpunt is dat veel verenigingen te kampen hebben met teruglopende aantallen leden en derhalve ook de inkomsten. Daardoor is er weinig ruimte voor nieuwe activiteiten. Daar naast blijkt telkenmale dat het steeds moeilijker is om vrijwilligers te vinden die de kurk zijn waarop de verenigingen drijven. Het is zeer de vraag of de verenigingen in alle gevallen daadwerkelijk de noodzakelijke medewerking kunnen geven aan dat wijksportgebeuren. De wethouder heeft dat in de commissie voluit erkend. Hij heeft ook onze fractie toegezegd dat er medio september een inzicht gepresenteerd zal worden die deze problematiek in het Zeister sportgebeuren in kaart zal brengen. Dat is natuurlijk niet helemaal voldoende. Wij beseffen dat de verenigingen autonoom zijn in hun beleid en dat derhalve de gemeentelijke overheid hier beperkt kan sturen. Meer samenwerking en fusies tussen de verenigingen die het structureel moeilijk hebben en slechts met heel veel inspanningen het hoofd boven water kunnen houden kan in onze optiek een mogelijkheid zijn om een zorgelijk tij te keren. Gelukkig hebben wij ook kunnen constateren dat rond het Slot in het voorontwerp van het bestemmingsplan reeds rekening wordt gehouden met een toekomst waar deze samenwerking zichtbaar zou kunnen worden. Emotioneel is het soms een moeilijke stap voor verenigingen, maar wij menen dat dit ook kan leiden tot een nieuwe bloei en een krachtige vrijwilligersorganisatie die voor nieuwe taken zoals dit brede sportproject ingezet kunnen worden. Wanneer in september blijkt dat het aantal moeilijk draaiende verenigingen een substantiële handicap betekenen in Zeist voor onder meer dit project, zal mijn fractie aandringen op een vervolgbeleid dat ondersteunend werkt aan de bereidheid tot meer samenwerking.

Tot slot. Uiteraard zal het op te richten adviesorgaan sport en recreatie hier een voor de hand liggende taak krijgen.


Wethouder Swart: (CDA)

Ik ondersteun de opmerking van de heer De Ligt dat het hier gaat om een samenhangend beleid. Het gaat over het sportbeleid, maar het gaat ook over integratie. Het gaat om de doelgroepen en het wijkgericht werken. De gemeente moet niet alleen het voortouw nemen, maar ook samen met de verenigingen proberen dat uit te voeren. Juist in het onderzoek dat we doen met de verenigingen waar we het ook in de commissie over gehad hebben vragen we nog meer en dieper wat de knelpunten zijn waar zij mee kampen en welke ideeën zij hebben om die knelpunten op te lossen. Op die manier moeten we het beleid op elkaar afstemmen. We hebben een medewerker voor sportstimulering aangesteld die in eerste instantie bij de gemeente komt maar daarnaast ook bij anderen. Wij willen de eigen verantwoordelijkheid van de verenigingen stimuleren om hun taken zo adequaat mogelijk uit te voeren. In die zin stem ik helemaal in met uw opmerkingen. Wij denken ook dat het adviesorgaan daar een goede rol in kan spelen als intermediair tussen de gemeente en de sportwereld. Tegelijkertijd zullen we in het kader van deze activiteiten ook nog een loket openen. Sportverenigingen weten dan altijd bij wie ze moeten zijn binnen de gemeente als ze eenvoudige vragen hebben, met wat moeilijker vragen en met grote problemen. Dan kan adequaat de wisselwerking tussen de gemeente en de sportverenigingen vorm krijgen.


Hierna wordt dit voorstel z.h.st. aangenomen.




9. 2eBegrotingswijziging 2000 Milieudienst Zuidoost-Utrecht (rv 2001-35)

Dit voorstel wordt z.h.st. aangenomen

10. Vaststellen kosten naheffingsaanslag parkeerbelastingen 2001 (rv 2001-36)
Dit voorstel wordt z.h.st. aangenomen

11. Vaststellen begrotingswijzigingen (rv 2001-37)#
Dit voorstel wordt z.h.st. aangenomen

12. Exploitatie Het Rond – locatie De Weverij -, kredietaanvraag (rv 2001-38)#


Mevrouw De Jong: (SP)

Even een hele simpele stemverklaring. We zijn altijd al tegen de ontwikkelingen op het Rond geweest. Het lijkt consistent om dan ook tegen de kredietaanvraag te zijn als bedoeld in dit voorstel.


Hierna wordt dit voorstel z.h.st. aangenomen waarbij de fractie van de SP geacht wordt te hebben tegen gestemd.



13. Bijstelling tarieven OZB 2001 (rv 2001-39)
Dit voorstel wordt z.h.st. aangenomen

14. Voorbereidingsbesluit (rv 2001-43)

De voorzitter:

Ik stel u voor om dit punt in beslotenheid te behandelen.


De heer Van Gemeren: (D66)

Mag ik u vragen waarom, want we hebben geen agenda voor een besloten vergadering gekregen. Kunt u in vertrouwelijke termen aangeven waarom over dit punt in een besloten vergadering gesproken moet worden?


De heer Kats: (SGP-Christenunie)

Wij beslissen altijd in beslotenheid of we achter gesloten deuren besluiten nemen over punten.


De voorzitter:

Dat is de procedure.

Dan zou ik aan het publiek op de tribune willen vragen de zaal te verlaten, hetgeen gebeurt.



Hiermee wordt de openbare vergadering gesloten


Aldus vastgesteld in de openbare

vergadering van 18 juni 2001


De raad voornoemd,

De secretaris, de voorzitter


2 april 2001

115



Uitgelicht

Gemeente Zeist


Zoeken