Direct naar hoofdmenu / zoekveld
Home / Raadsstukken 2010 en ouder / Notulen / 2001 / Raadsnotulen 07-05-2001

Raadsnotulen 07-05-2001

NOTULEN


datum 7 mei 2001


Nr. 5


NOTULEN van de openbare vergadering van de gemeenteraad, gehouden op 7 mei 2001 om 19.30 uur in het Slot Zeist.


aanwezig de leden: mw. M.J. van Baal-de Waal, D. van Ballegooijen, mw. W.M. Barten, R. van Benthem, G. van Brenk (wethouder), mw. M. de Bruijn, A.J.M. van Buël, H.C.J. Claasen, G.B. van Delft, C.A. Doelwijt, drs. J.J. van Gemeren, W.J.M. den Heijer (wethouder), dr. F.W.J. Huijgen, mw. J. de Jong, K.J.G. Kats, A. van Kuijk, J.J.N.C. de Ligt, mw. N. de Niet-Verwoerd, P.A. Otten, L.J.J. Prikken, J.C. Schneider, E.S. Spaargaren, mw. C.M. Spruijt, Th. Swart (wethouder), drs. W.A. Timmerman, F. Veenendaal, P. Vermeulen (wethouder), J.W. van de Vijver, mw. drs. M.C. van der Waard en L. Westbroek.

afwezig de leden: mw. E.G. Schenk-Klein Kranenbarg

Voorzitter: R.G. Boekhoven, burgemeester.

Secretaris: J.A.S. Boomgaardt, secretaris.


AGENDA:


  1. Vaststellen van de notulen van 12 februari 2001 (nr. 2) en 12 maart 2001 (nr. 3)


  1. Mededeling van ingekomen stukken


  1. Beantwoording van mondelinge vragen van de fracties van BIZ en GZB m.b.t. de voorgenomen herstructureringsplannen van De Seyster Veste voor de woningen 31-02 t/m 37-36 in Brugakker


  1. Plan voor gefaseerde oprichting ‘Kunstenhuis Zeist’: renovatie Werkschuit, oefenruimte KZHM, vestiging kunstuitleen en podiumvoorziening (rv 2001-18)

  2. Voorbereidingsbesluit div. percelen (rv 2001-40)

  3. Afschaffen drempelbedrag bijzondere bijstand, Rea en schuldhulpverlening (rv 2001-41)

  4. “Samen verkeren”. Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan Zeist (rv 2001-44)

  5. Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR) (rv 2001-45)

  6. Slot Zeist (rv 2001-46)

  7. Benoeming accountant (rv 2001-47)

  8. Vaststellen begrotingswijziging (rv 2001-48) #

  9. Bestedingsvoorstel gedeelte GZO gelden (rv 2001-49)


  1. Bekrachtigen maken van bezwaar tegen USZO beslissingen (rv 2001-50)


  1. Bekrachtigen maken van bezwaar tegen USZO beslissingen (rv 2001-51)


  1. Bekrachtigen maken van bezwaar tegen de vaststelling van rijkssubsidie inzake regeling kinderopvang en buitenschoolse opvang alleenstaande ouders (rv 2001-52)




De voorzitter:

Ik deel u mede dat ons raadslid de heer Kats later vanavond nog ter vergadering zal komen.

Ik heb nog niet gezien de heer Schneider.

Deze blijkt inmiddels de raadszaal te zijn binnen gekomen.


Het voorstemnummer is nr. 24 van de presentielijst, te weten dat van de heer Vermeulen.


Ik ga even met u door de agenda. We zullen geen discussie voeren over punt 1, 2, 5, 13, 14 en 15. Dit heeft de instemming van de raad.


De heer Van Kuijk: (PvdA)

Ik wou een voorstel van orde doen. We hebben het idee dat punt 4, het voorstel over het kunsthuis nogal samenhangt met datgene wat in het voorstel onder punt 12, de samenhang, is opgenomen. Je kunt er verschillend op insteken. Het lijkt ons handiger om eerst punt 12 over de GZO-gelden te behandelen en daarna het voorstel over het kunstenhuis.


De heer Timmerman: (VVD)

Wij hebben dat ook geconstateerd wat collega Van Kuijk naar voren brengt. Na ampele overwegingen zijn wij toch tot de conclusie gekomen dat het rustig behandeld kan worden in de volgorde zoals die op dit moment vermeld staat in de agenda. Het kan van elkaar losgezien worden.


Mevrouw De Niet: (CDA)

Deze overwegingen hebben wij ook gemaakt. Wij hebben in eerste instantie ook gezegd dat eerst het voorstel aangaande de GZO-gelden behandeld zou moeten worden en daarna het kunstenhuis. Misschien is de volgorde niet zo’n ramp als we maar in ons achterhoofd houden dat deze punten heel duidelijk wel een connectie met elkaar hebben. Het een kan niet losgezien worden van het ander. Wat dat aangaat zouden wij eerder het voorstel van de heer Van Kuijk willen steunen.


De heer Van Ballegooijen: (SGP/ChristenUnie)

De argumentatie die zo juist vanuit het CDA gegeven is steunen wij ook. Wij kunnen dus ook het ordevoorstel steunen.


De heer Huijgen: (GZB)

Wij zullen het voorstel van de heer van Kuijk niet steunen. Wij zijn het eens met de argumentatie van de heer Timmerman.


De heer Prikken: (BIZ)

Ik sluit mij volledig aan bij de woorden van de heer Huijgen.


De heer Claasen: (GroenLinks)

De opvatting van de heer Van Kuijk spreekt mijn fractie heel erg aan. Ik heb de heer Timmerman horen zeggen dat er bij hem overwegingen waren om de oorspronkelijke volgorde van de agenda aan te houden. Ik ben naar die overwegingen wel benieuwd. Wellicht zijn het overwegingen die mijn fractie van mening zouden doen kunnen veranderen.


De heer Timmerman: (VVD)

Een van de overwegingen wil ik de heer Claasen graag doen geworden. Los van de GZO-gelden als bedoeld in voorstel 49 was het college al lang bezig met het ontwerpen van voorstel 18. Wat mij betreft kan dit rustig los van elkaar gezien worden. Het is in de commissie geweest. Via de reguliere kanalen is voorstel 18 voorbereid. Ook al zou het GZO er helemaal niet geweest zijn, had het ook zo gekund.


De heer Van Delft: (CDA)

Met alle respect voor collega Timmerman, maar waar zou dan een deel van de dekking voor dit voorstel dat onder punt 4 staat vandaan moeten komen?


De heer Claasen: (GroenLinks)

De overwegingen van de heer Timmerman kunnen mijn fractie niet echt overtuigen. Er is duidelijk een voorbehoud gemaakt, ook in de commissiebehandeling, aangaande de dekking van een en ander. Wat dat betreft zou het wel logisch zijn om het voorstel van de heer Van Kuijk te volgen. Eerst maar het voorstel inzake de GZO-gelden behandelen en daarna het voorstel voor het kunstenhuis.


De heer Van Gemeren: (D66)

Daar sluiten wij ons bij aan, zij het dat we agendapunt 4 na punt 12 moeten hebben.


Mevrouw De Jong: (SP)

De SP vindt dat zoals het op de agenda staat behandeld zou kunnen worden, ook al omdat het dubbel is opgenomen. De GZO-gelden zijn toch echt iets anders dan een seperaat voorstel voor het kunstenhuis. Wij willen er graag iets over kwijt. Vandaar dat wij vragen de agenda zo te handhaven.


De heer Timmerman: (VVD)

Ik heb de indruk dat dit typisch iets is voor de voorzitter die de knoop moet doorhakken. Dat meen ik werkelijk.


De heer Van Delft: (CDA)

Is dit een ordevoorstel? Het voorstel om u knopen te laten doorhakken lijkt me weer een heel ander ordevoorstel.


De voorzitter:

Ik heb even links en rechts gekeken en een klein schietgebetje gehouden. Ik kies maar om eerst de GZO-discussie te houden en daarna het kunstenhuis.


De heer Claasen: (GroenLinks)

Dat is toch wat merkwaardig. Dan onderstreep ik de opmerking van de heer Van Delft dat het hier een ordevoorstel is en zo’n voorstel behoort aan de vergadering te worden voorgelegd. Dan zien we wel wat er uit komt.


De voorzitter:

Dat hebben we dus gedaan.


De heer Claasen: (GroenLinks)

Als u het voorlegt, moet er ook gestemd worden. Dat mag van mij ook met handopsteken of hoe dan ook.


De voorzitter:

Voor alle zuiverheid vraag ik diegenen die voor het ordevoorstel van de heer Van Kuijk zijn de hand op te steken.

Het voorstel van de heer Van Kuijk wordt met 17 tegen 12 aangenomen, zodat punt 4 naar een later tijdstip wordt verschoven.



  1. Vaststellen van de notulen van 12 februari 2001 (nr. 2) en 12 maart 2001 (nr. 3)

Deze worden vastgesteld met inachtneming van de wijzigingen.



  1. Mededeling van ingekomen stukken


A - VOOR KENNISGEVING:


A.1 DATUM 30-03-01 (ingekomen 03-04-01)

REG.NR.

AFZENDER Huurcommissies Amersfoort en Utrecht

ONDERWERP Jaarverslag 2000


A.2 DATUM maart 2001

REG.NR.

AFZENDER L.O.P.V.

ONDERWERP VP Journaal (12ejaargang, no. 1)


A.3 DATUM 10 april 2001

REG.NR.

AFZENDER DHV Groep

ONDERWERP Jaarverslag 2000


A.4 DATUM 19 april 2001

REG.NR.

AFZENDER Gemeente Zeist

ONDERWERP Mededeling van de heer Buël dat hij geen deel meer uitmaakt van de

fractie van de Belangenvereniging Inwoners Zeist



Aa- VOOR KENNISGEVING: AFDOENING GEDELEGEERD AAN B&W:


Aa.1 DATUM 2 april 2001 (ingekomen 03-04-01)

REG.NR. 6833

AFZENDER Gemeente Alkemade

ONDERWERP Motie MKZ; verzoek adhesiebetuiging m.b.t. het voorbehoudend enten

tegen Mond- en Klauwzeer.


Aa.2 DATUM 3 april 2001 (ingekomen 05-04-01)

REG.NR.

AFZENDER Gemeente Leeuwarderadeel

ONDERWERP Motie; verzoek adhesiebetuiging m.b.t. nieuwe regelgeving inzake

geluidsnormen voor de land- en tuinbouw en loonbedrijven i.h.k.v. de

Wet milieubeheer.



Aa.3 DATUM 1 april 2001 (ingekomen 03-04-01)

REG.NR. 6788

AFZENDER Mevrouw J. Labout-Vos

ONDERWERP GSM-mast Remia terrein, Den Dolder



Ab- VOOR KENNISGEVING: COLLEGEBESLUIT O.G.V. DELEGATIEBESLUIT:


Ab.1 DATUM 20 maart 2001

REG.NR. 3974

AFZENDER B&W dezer gemeente

ONDERWERP Vestiging zakelijke rechten van opstal t.b.v. 2 gasstations van ENECO B.V.



C - OM ADVIES IN HANDEN VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS:


C.1 DATUM 29 maart 2001 (ingekomen 30-03-01)

REG.NR. 6598

AFZENDER Administratiekantoor W.A.H.C. van de Lagemaat

ONDERWERP Verzoek schadevergoeding ex art. 49 WRO


C.2 DATUM 29 maart 2001 (ingekomen 02-04-01)

REG.NR. 6746

AFZENDER PUWC

ONDERWERP Begroting 2002, meerjarenraming 2002-2005,

jaarverslag en jaarrekening 2000


C.3 DATUM 3 april 2001 (ingekomen 05-04-01)

REG.NR. 7065

AFZENDER E.C. van Veldhuijzen en G.B. van Veldhuijzen-Tijken te Den Dolder

ONDERWERP Sluiting Hazenboschschool Den Dolder


C.4 DATUM 6 april 2001 (ingekomen 09-04-01)

REG.NR. 7254

AFZENDER SWZ

ONDERWERP Jaarverslag 2000 en begroting 2002


C.5 DATUM 10 april 2001 (ingekomen 11-04-01)

REG.NR. 7462

AFZENDER SWZ

ONDERWERP Jaarrekening 2000




F- VOOR BEHANDELING NAAR FUNCTIONELE COMMISSIE:


F.1 DATUM 10 april 2001

REG.NR. 7582

AFZENDER Gemeente Zeist, Productgroep Samenleving

ONDERWERP Heroverweging subsidie Stichting Sociaal Raadslieden



1eVERVOLGLIJST INGEKOMEN STUKKEN



A - VOOR KENNISGEVING:


A.5 DATUM 19 april 2001 (ingekomen 23-04-01

REG.NR. 8155

AFZENDER Ministerie van BZK

ONDERWERP Brochure kerngetallen 2001


A.6 DATUM april 2001

REG.NR.

AFZENDER Fietsersbond

ONDERWERP 25 jaar Fietsersbond



Aa- VOOR KENNISGEVING: AFDOENING GEDELEGEERD AAN B&W:


Aa.4 DATUM 20 april 2001 (ingekomen 23-04-01)

REG.NR. 8153

AFZENDER RBU

ONDERWERP Ontwerp jaarplan 2002


Aa.5 DATUM 19 april 2001 (ingekomen 23-04-01)

REG.NR. 8154

AFZENDER RBU

ONDERWERP Jaarrekening 2000


Aa.6 DATUM 19 april 2001 (ingekomen 23-04-01)

REG.NR. 8163

AFZENDER CPA

ONDERWERP Aanbieding rekening 2000 en begroting 2002






C - OM ADVIES IN HANDEN VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS:


C.6 DATUM 19 april 2001 (ingekomen 23-04-01)

REG.NR. 8160

AFZENDER RGF

ONDERWERP Aanbieding rekening 2000 en begroting 2002


2eVERVOLGLIJST INGEKOMEN STUKKEN



A - VOOR KENNISGEVING:


A.7 DATUM 15 april 2001 (ingekomen 27-04-01)

REG.NR.

AFZENDER MTR

ONDERWERP Nieuwsbrief nr. 2 “milieu, toerisme en recreatie”


A.8 DATUM 1 mei 2001 (ingekomen 02-05-01)

REG.NR. 8639

AFZENDER Provincie Utrecht

ONDERWERP nota “Presterende provincie”


A.9 DATUM 24 april 2001 (ingekomen 01-05-01)

REG.NR. 8644

AFZENDER Provincie Utrecht

ONDERWERP goedkeuringsbesluit bestemmingsplan “De Kroost” v.d. Gemeente Zeist



Aa- VOOR KENNISGEVING: AFDOENING GEDELEGEERD AAN B&W:


Aa.7 DATUM 20-04-01 (ingekomen 23-04-01)

REG.NR. 8150

AFZENDER ROV Utrecht

ONDERWERP stimuleringsbijdrage ROV



Ab- VOOR KENNISGEVING: COLLEGEBESLUIT O.G.V. DELEGATIEBESLUIT:


Ab.2 DATUM 27 maart 2001

REG.NR. 3411

AFZENDER B&W dezer gemeente

ONDERWERP Verkoop terrein nabij Bergweg en Borneolaan



Ab.3 DATUM 1 mei 2001

REG.NR. 4760

AFZENDER B&W dezer gemeente

ONDERWERP Verzoek om terugoverdracht perceel gemeentegrond, gelegen aan de

voorzijde van het perceel Utrechtseweg 87 te Zeist alsmede terugbetaling

van een bedrag van ƒ 10.884,03



C - OM ADVIES IN HANDEN VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS:


C.7 DATUM 27-04-01

REG.NR. 8650

AFZENDER BRU

ONDERWERP Ontwerp-jaarrekening 2000



E - BETREKKEN BIJ RAADSVOORSTEL 2001-44:
(“Samen verkeren”. Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan Zeist)


E.1 DATUM 30 april 2001 (ingekomen 02-05-01)

REG.NR. 8769

AFZENDER De Verkeersgroep Zeist

ONDERWERP Voorstel amendering van het GVVP


De lijst wordt voor kennisgeving aangenomen


  1. Beantwoording van mondelinge vragen van de fracties van BIZ en GZB m.b.t. de voorgenomen herstructureringsplannen van De Seyster Veste voor de woningen 31-02 t/m 37-36 in Brugakker


De vragen luiden als volgt:


Vraag 1

Is het juist, dat door De Seyster Veste, mede in overleg met de gemeente, voor de woningen Brugakker 31-02 t/m 37-36 met het oog op gedeeltelijke wijkherstructureringen en het voldoen aan de marktvraag naar kwalitatief hoogwaardige seniorenwoningen vervangende nieuwbouwplannen worden overwogen, en dat daartoe reeds stedenbouwkundige planvorming heeft plaatsgevonden?

Antwoord:

Planvorming heeft inderdaad plaatsgevonden op initiatief van de Seyster Veste met als uitgangspunt verbetering van de leefbaarheid in de wijk en ook met het oog op de toekomst en de verhuurbaarheid van de woningen in de Brugakker. Als verhuurder van sociale huurwoningen ligt het voor de hand dat ook wordt gekeken naar de verwachte vraag van huurders in de toekomst en hoe het aanbod in een wijk zo goed mogelijk zou kunnen worden afgestemd op de verwachte vraag. Deze planvorming is nu echter zonder meer nog in de idee-fase en beslissingen zijn nog nergens gevallen.


Vraag 2

Indien u de bovenvermelde informatie op juistheid kunt onderschrijven, kunt u dan aangeven, waarom de betrokken bewoners gelet op de persoonlijke belangen, de emotionele reacties en de te verwachten onrust de informatie over de voorgenomen herstructurering van een dergelijke grootschaligheid niet allen persoonlijk volgens de gemeentelijke Inspraaknota “Inspraak door Samenspraak” zorgvuldig en in het vroegste stadium van ideevorming wordt medegedeeld?

Antwoord:

Op dit moment is de planvorming nog in het vroegste stadium (idee-fase) en is –naar wij van De Seyster Veste hebben begrepen- regelmatig met de bewonerscommissies besproken. Daarnaast is door De Seyster Veste tot nu toe 5 keer een nieuwsbrief aan alle bewoners verstuurd waarin de stand van zaken en de laatste ontwikkelingen zijn opgenomen. In mei is weer overleg met bewonerscommissies gepland en in juni wordt door de Seyster Veste een informatie-avond georganiseerd voor bewoners, waarbij tevens raadsleden zullen worden uitgenodigd, zodat een goed beeld kan worden gekregen van wat de wensen en ideeën van de bewoners zijn.


Vraag 3

Bent u met betrekking tot het beoogde doel van het grootschalige wijkvernieuwingsplan, mede in relatie tot de onrust omtrent de eerste opzet van het vernieuwingsplan van het wijkwinkelcentrum De Clomp in Zeist-West, met ons van mening, dat het beter ware geweest de voorgenomen plannen vooraf ter informatie aan te bieden aan de gemeenteraad, opdat bestuurlijk de kaders voor de daadwerkelijke planvorming (met name ook waar het betreft de uitgangspunten voor de verbetering van de leefbaarheid in het openbaar gebied) konden worden aangegeven, zonder onrust te creëren onder betrokken bewoners? Welke acties mogen op dit punt thans door de betrokken bewoners, maar in het vervolg ook door de Zeister gemeenschap in het algemeen van het gemeentebestuur worden verwacht, opdat soortgelijke “onheilsboodschappen” (in dit geval zelfs kort voor de Pasen) kunnen worden voorkomen?


Antwoord:

Aangezien de plannen zich in de allereerste fase bevinden en er zelfs bij de Seyster Veste nog geen beslissingen zijn genomen ligt het op dit moment nog niet voor de hand om in deze fase al (onzekere) plannen ter informatie aan te bieden aan de gemeenteraad. De algemene kaders voor planvorming zijn met de sociale verhuurders neergelegd in prestatie-afspraken die vanzelfsprekend ook van toepassing zijn in herstructureringsgebieden.

Dat juist in het kader van inspraak en samenspraak, plannen al in een zeer vroegtijdig stadium met bewoners worden gecommuniceerd, is op zich heel positief te noemen, maar heeft als consequentie dat ook al in een vroeg stadium onrust veroorzaakt kan worden, en betrokkenen ten onrechte denken dat er al kant en klare plannen zijn zonder dat zij er iets over hebben kunnen zeggen. De inspraak en samenspraakfase moet immers nog volgen. Daarnaast is de representativiteit van de betrokken bewonerscommissies wellicht een punt van aandacht.


Met betrekking tot bestuurlijke besluitvorming en het informeren van de gemeenteraad zijn wij nog in afwachting van de door ons gevraagde informatie en onderbouwing van de kant van De Seyster Veste. Zodra wij de gevraagde informatie hebben verkregen zullen de verschillende aspecten (volkshuisvestelijk, stedebouwkundig, verkeerstechnisch, groen en milieu e.a.) worden beoordeeld en samengevoegd en zal een integraal advies worden voorgelegd aan ons college met als uitgangspunt een goede samenhang van dit herstructureringsplan met zijn omgeving alsmede een evenwichtig woning-aanbod voor alle aandachtsgroepen van beleid in Zeist.

Het lijkt ons zeer van belang hierbij de functionele raadscommissie in een vroegtijdig stadium te betrekken. Ook de Seyster Veste is voornemens gemeenteraadsleden en bewoners van Brugakker gezamenlijk uit te nodigen voor een informatie en ideeën uitwisseling omtrent de eventuele herstructureringsplannen voor deze wijk.



De heer Prikken: (BIZ)

U geeft in uw beantwoording aan dat in de communicatie in een vroeg stadium onrust veroorzaakt kan worden. Betrokkenen kunnen ten onrechte denken dat er al kant- en klare plannen zijn zonder dat ze er iets over hebben kunnen zeggen. Bent u niet met mij eens dat een vroegtijdige communicatie er op gericht moet zijn om juist dat beeld van de betrokken planvorming te voorkomen? Zal de onrust die nu juist door het ontbreken van communicatie is ontstaan niet drempelverhogend werken op het draagvlak van de voorgenomen planvorming?

Wij zijn gerustgesteld met de beantwoording van de door ons gestelde vragen, te meer daar u aangeeft in het verdere proces de bewoners van Brugakker zonder de representativiteit van de bewonerscommissietekort te willen doen en ook de gemeenteraad nadrukkelijk te willen betrekken. Een leefbaar Zeist-West heeft daar recht op.

Wij ontvingen overigens een afschrift van een lijst met 125 handtekeningen van de inmiddels opgerichte belangengroep Brugakker tegen afbraak. Ten overvloede hoop ik dat het u duidelijk is dat wij de vragen niet gesteld hebben als direct belanghebbenden, gelet op mijn woonadres, maar ik ben wel bestormd door allerlei mensen die op dit moment onrustig in de huiskamer zitten te wachten op de verdere planvorming.


Mevrouw Spruijt: (GroenLinks)

Mijn fractie heeft op zich geen probleem met de initiatieven die de Seyster Veste ondernomen heeft. Wij vinden het belangrijk dat zij vernieuwend en ontwikkelingsgericht is en inspeelt op wat er in een wijk aan de orde is. Zoals uit het antwoord blijkt is de Seyster Veste in overleg met de bewonersorganisaties en krijgt men informatie over de stand van zaken.

Dan heeft mijn fractie nog een tweetal aanvullende vragen. Er zal ook in Zeist op grotere en kleinere plaatsen geherstructureerd gaan worden. Bent u met mij van mening dat er gelijkluidende procedures voor de verschillende projecten zouden moeten gelden voor de bewoners en bewonersorganisaties wat betreft het overleg? Bent u met mij van mening dat de bewoners die direct door de herstructurering worden gedupeerd van te voren vastgelegde rechten moeten hebben met betrekking tot herhuisvesting en een tegemoetkoming in de kosten?


Wethouder Van Brenk: (SGP/ChristenUnie)

De woningbouwcorporaties zijn de eerst verantwoordelijken voor de betrokkenheid van hun huurders. De corporaties hebben daar ook richtlijnen voor. Ik zeg u toe dat ik dit nog een keer in een gezamenlijk overleg zal afstemmen als het dus gaat om grotere herstructureringsprojecten zoals u nu bedoelt.

Met betrekking tot de kosten voor de bewoners moeten er ook goede afspraken worden gemaakt tussen de woningbouwcorporaties en de huurders. Dit zal een onderdeel van het gesprek moeten zijn. Ik heb vorige week de groep uit Zeist-West ontvangen. We hebben een goed gesprek gehad. We hebben hen handreikingen kunnen geven in zaken die aan het begin van zo’n project spelen en waar duidelijke afspraken over gemaakt moeten worden. Gelijkheid is zeker op zijn plaats waar mogelijk en waar nodig. Als er individuele belangen van bewoners aan de orde zijn zoals of ze weer terug kunnen keren, zijn dat heel indringende vragen.


MevrouwSpruijt: (GroenLinks)

Ik beluister ergens uit uw beantwoording dat u het een verantwoordelijkheid acht tussen de corporaties en de bewoners. Dit moet in overleg bepaald worden. Betekent dat dan dat bij een herstructurering de gemeente geen verantwoordelijkheid heeft voor de rechten en plichten van bewonersorganisaties en de bewoners? Bij herstructurering gaat het om meer dan alleen het renoveren van woningen of het slopen van woningen en er nieuwe voor neerzetten.


Wethouder Van Brenk: (SGP/ChristenUnie)

Natuurlijk speelt de gemeente daarin een rol. Ik heb gesproken van een eerste verantwoordelijkheid voor de woningbouwcorporaties als het gaat om woningbouwplannen. Dan acht ik dat de eerste verantwoordelijkheid van de corporaties. Als er een verdere planontwikkeling komt waarbij gesloopt moet worden of wat dan ook, kan dit niet buiten de gemeente om. Daarin zijn wij ook partij.


Mevrouw Spruijt: (GroenLinks)

De hele openbare ruimte is een zaak van de gemeente. Juist bij herstructurering is er een sociale poot en een ruimtelijke poot en een economische poot. Ik denk dat de gemeente daarvoor de middelen krijgt om zich daarmee bezig te gaan houden. Ik vind het een te grote verenging van de problematiek als u het nu op deze manier in het keurslijf tussen twee partijen gaat persen.


De voorzitter:

Mag ik voorstellen om dit punt nu af te handelen? Ik denk dat de discussie nog even wordt voortgezet ook in het college. Er zijn ook nog andere portefeuillehouders die hierover even van gedachten willen wisselen.

Dan zijn deze vragen hierbij afgehandeld, zodat een en ander voor kennisgeving wordt aangenomen.


  1. Voorbereidingsbesluit div. percelen (rv 2001-40)


Dit voorstel wordt z.h.st. aangenomen


  1. Afschaffen drempelbedrag bijzondere bijstand, Rea en schuldhulpverlening (rv 2001-41)


Mevrouw De Jong: (SP)

De SP vindt het prima om het drempelbedrag af te schaffen voor de bijzondere bijstand. Alleen hebben wij moeite met de invoering van een administratieve drempel van f 150,00 per jaar. Het idee van efficiency ondersteunt de SP, maar uitzonderingen moeten ons inziens mogelijk zijn. Wat bijvoorbeeld als een goedkoop brilmontuur het begeeft, terwijl de glazen nog goed zijn? Moeten mensen dan een duurder montuur van meer dan f 150,00 aanschaffen omdat zij het drempelbedrag moeten halen? Of moeten zij maar wachten tot dat zij meerdere declaraties hebben en hun beperkte gezichtsvermogen dan maar voor lief nemen? De SP ziet heel graag uw reactie hierop, maar wij hebben ook een amendement ondersteund door D66 en Groen Links.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Het is nadrukkelijk een administratieve drempel. Dat betekent dat er van uit wordt gegaan dat om administratieve redenen maar ook om efficiency redenen het ambtelijk apparaat niet bij kleine bedragen in het geweer behoeft te komen. Dat is volstrekt helder. De afdeling heeft de mogelijkheid om in geval van een noodsituatie een aparte regeling te treffen. Dat zou een hardheid kunnen zijn of wat dan ook. In principe moet je er van uitgaan dat de meeste mensen hun onkosten kunnen opsparen tot zij het drempelbedrag hebben bereikt.


Mevrouw De Jong: (SP)

Ik vraag dan toch met klem het amendement eventjes te lezen. Het gaat juist om schrijnende gevallen. Het gaat er niet alleen om dat ambtenaren bijzondere bijstand kunnen toekennen, maar mensen moeten ook weten dat zij in schrijnende gevallen daar recht op hebben. Vandaar dat we een amendement hebben ingediend zodat de besluitvorming duidelijk wordt en er geen eventuele willekeur kan optreden.


Het amendement luidt als volgt:



Amendement 1, administratieve drempel van 150 gulden


De gemeenteraad van Zeist in vergadering bijeen op 7 mei 2001, ter behandeling van het raadsvoorstel 2001-41: afschaffen drempel bijzondere bijstand


Overwegende dat:


  • dat mensen ook in de knel kunnen komen als zij niet aan het drempel bedrag van Fl. 150.00 per jaar komen en soms snel geholpen moeten worden met bijzondere bijstand;


Spreekt uit:


  • dat in schrijnende gevallen waar het drempelbedrag niet gehaald wordt, maar waar wel snel geholpen moet worden met bijzondere bestand de administratieve drempel niet wordt gehanteerd;


en gaat over tot de orde van de dag.


Het amendement is ondertekend door mevrouw De Jong en de heren Van Gemeren en Claasen


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Ik heb zo juist aangegeven dat de afdeling mogelijkheden heeft om als zich wat u noemt schrijnende gevallen voordoen om daar mouwen aan te passen. Dat gebeurt absoluut zonder willekeur. De suggestie dat daar willekeur aan de orde zou zijn werp ik verre van mij.


Mevrouw De Jong: (SP)

Ik suggereer niets. Daar gaat het niet om.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

De principiële reden waarom ik het amendement moet afwijzen is omdat het woord schrijnend moeilijk of niet te definiëren is. Daar zijn in onze regelgeving omschrijvingen voor. Er zijn escapes en mogelijkheden voor. Er kunnen ook bezwaarschriften worden ingediend. Als de regels verkeerd gehanteerd zouden worden, kunnen er ook nog bezwaarschriften worden ingediend. Ik denk daarom zeker als het om deze bedragen gaat we het daarbij moeten laten.


Mevrouw De Jong: (SP)

Dan stel ik voor dat u het woordje schrijnend schrapt. Toch wil ik het amendement handhaven. Het gaat er om dat iedereen er weet van heeft dat er mogelijkheden zijn. Niet alleen maar intern moeten die mogelijkheden er zijn. Alle betrokkenen moeten weten dat die uitzonderingspositie mogelijk is. Daar gaat het mij om.


De voorzitter:

U heeft het standpunt van het college vernomen. We nemen het amendement niet over. Wij wijzen het zelfs af. Ik stel voor om het in stemming te brengen indien dat nodig is.

Hierna wordt het amendement verworpen.


Het voorstel wordt z.h.st. aangenomen



  1. “Samen verkeren”. Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan Zeist (rv 2001-44)


Mevrouw De Niet: (CDA)

Samen verkeren, een prachtige slogan en een prima uitgangspunt. Verkeren doen we natuurlijk al jaren lang samen. Nu we bezig zijn met een nieuw verkeersplan, gericht op de komende 10 a 15 jaar, is samen verkeren in eens toch wel heel moeilijk. Dat punt bereikten we in november j.l. toen de eerste versie ter besluitvorming voorlag bij de commissie en de raad. Uit de vele inspraakreacties toen bleek heel duidelijk dat ondanks de vele overlegstructuren die we bedacht en uitgevoerd hadden er geen draagvlak was bij de bevolking voor de voorstellen van het college. De CDA-fractie heeft een ordevoorstel ingediend dat door andere fracties werd gesteund. Mede daardoor is het voorstel toen teruggetrokken. Wij vinden dat nog steeds een juiste beslissing. De wijze van overleg met alle betrokkenen daarna hebben wij als zeer positief ervaren. Dat is een goede weg. Alleen zullen we het in het vervolg aan het begin van zo’n ingrijpend project moeten doen. Hopelijk, al doende leert men. Met het nu voorliggende voorstel stellen we de hoofdstructuur vast bedoeld om het verkeer te laten doorstromen. Het verkeer dat geen bestemming in Zeist heeft wordt zoveel mogelijk geweerd. We behouden de voorzieningen in de verblijfsgebieden. In grote lijnen kan de CDA-fractie zich hierin vinden. We kunnen best nog allerlei vragen en opmerkingen verzinnen. Bij de uitwerking van het plan zullen wij elkaar nog vaak spreken. Geen plan zal worden uitgevoerd zonder samenspraak en inspraak van wie maar wil. Laten we dus als vanavond dit plan wordt aangenomen gewoon hard aan het werk gaan en zien wat haalbaar, wenselijk en betaalbaar zal zijn.

In de commissie heb ik namens de fractie gevraagd naar de mogelijkheid en de wenselijkheid om de Arnhemse Bovenweg tot een 30 kilometergebied te laten behoren. Gelezen hebbend de uitleg en de overwegingen die u geeft in het gewijzigde raadsvoorstel om toch het 50 kilometer regiem te handhaven, kunnen wij instemmen. We gaan er van uit dat u de positie en de veiligheid van de ouderen die in grote getalen langs die wegen wonen en de jongeren die langs deze weg naar school fietsen zwaar zult laten wegen bij de extra maatregelen die u gaat nemen. Overigens dient de veiligheid van vooral de voetganger en de fietsers de eerste prioriteit te zijn bij alle ontwikkelingen. De CDA-fractie gaat er van uit dat dit ook het streven is van uw college.

De geschiedenis kun je niet terugdraaien. Zo’n 15 jaar geleden hadden we de kans om een rondweg aan te leggen, zoals nu gevraagd wordt door de VVD-fractie. Dat is toen niet gelukt om diverse redenen en argumenten. Om dan te denken dat het nu wel zal lukken lijkt mijn fractie niet erg van realiteitszin getuigen. Inmiddels zijn de plannen gemaakt. Dit is bijvoorbeeld Groenraven-Oost. De aansluiting op de A28 is van hogerhand afgewezen, overigens ook tot spijt van de CDA-fractie. Het inzicht in het belang van het milieu en het landschap is drastisch veranderd in de afgelopen jaren. Het besef en de belangrijkheid hiervan dringen steeds meer door, ook bij raadsleden en het college. Daarin worden we uiteraard geweldig ondersteund door actieve milieugroepen die wij in Zeist hebben. Gezien echter het grote belang dat de VVD-fractie hecht aan een onderzoek naar de haalbaarheid van zo’n rondweg, zouden wij het college het advies willen geven een klein vooronderzoek te verrichten waarin de haalbaarheid van zo’n randweg getoetst wordt in het licht van de reeds bestaande plannen als Groenraven-Oost. Volgens de CDA-fractie moet dat voor het college een fluitje van een cent zijn. Als de uitkomst van zo’n toetsing aangeeft dat de haalbaarheid van een rondweg er niet is, kunnen we dat helder aangeven aan alle voorstanders hiervan. Graag uw reactie hierop. Wellicht kunt u dit reeds ter plekke beantwoorden.

Het onderzoek naar een mogelijke aansluiting via de Koelaan op de A12 wachten wij af. We zullen op basis van de uitkomsten daarvan beslissen of we wel of niet akkoord kunnen gaan met het voorstel. Vooralsnog zijn wij niet enthousiast. Wij denken dat het een te grote ingreep in waardevolle natuurgebieden zal betekenen.

Ook het aanleggen van een fietspad naar de Uithof zullen wij graag nader onderzocht willen zien op nut en noodzaak hiervan. Het doortrekken van een fietsroute op de Couwenhovenselaan richting Bunnik is iets waar de CDA-fractie gewoon op tegen is. Bij dezen heb ik dat nogmaals vermeld.

Tenslotte kom ik even bij alle insprekers. Met veel waardering hebben wij kennis genomen van veel waardevolle ideeën die zijn ingebracht. De CDA-fractie wil van uw college de garantie dat deze voorstellen waar mogelijk zullen worden betrokken bij de uitvoering van de vele deelplannen die nog zullen volgen. Er is veel kennis en betrokkenheid onder onze Zeister burgers en die moeten we benutten. We zouden wel dom zijn als we dat niet deden. Velen van hen hebben op dit moment het idee dat het college en de raad niet of nauwelijks willen luisteren naar hun argumenten en naar de inbreng die zij hebben geleverd. Ik denk dat er wel terdege geluisterd is gezien het sterk gewijzigde voorstel dat nu voorligt. Natuurlijk kunnen we het niet iedereen naar de zin maken. We kunnen het ons zelf zelfs niet helemaal naar de zin maken. In de verdere uitwerking hiervan is iedereen, inclusief wij zelf weer uitdrukkelijk aan bod.

De ontwikkeling rond de verbreding van de A1 en A12 wachten wij met spanning af. Een goede verkeersafwikkeling ten gevolge hiervan op de lokale wegen dient hoge prioriteit te krijgen.


De heer Prikken: (BIZ)

Samen verkeren, dat is de titel van het Gemeentelijk Verkeers- en VervoersPlan. Die titel beoogt volgens het eindrapport tot uitdrukking te brengen dat alle inwoners en bezoekers aan Zeist het verkeer in Zeist bepalen en dat het van belang is dat iedereen in Zeist in samenspraak met elkaar het verkeer nu en in de toekomst in goede banen leidt. Aan de totstandkoming van het GVVP is een intensief proces vooraf gegaan, waarbij een aantal belangenorganisaties en later ook bewonersorganisaties was betrokken. Die hebben hun inbreng kunnen leveren. In november 2000 leidde het eerdere voorstel van het college tot grote beroering. Zo zelfs dat de verschillende bewonersorganisaties met initiatieven tot een eigen verkeers- en vervoersplan kwamen. In januari is via een tweetal ronde-tafelconferenties het planproces zodanig gebracht om er meer draagvlak aan te geven. Met verve betuigde de wethouder zijn verkeersergenissen als vervent fietser. Hij prees zich gelukkig met de uitkomsten van het vernieuwde planproces. Hij kwam in de laatste raadscommissievergadering amper twee weken geleden ter verdediging van de effecten van het plan toch niet verder dan geloof en hoop. Dat effect is ons te mager. Naar onze opvatting is een meer concrete effectbeschrijving nodig in verband met het inschatten van de consequenties van de gemaakte keuzen. Ja zeggen tegen een plan is gemakkelijk, zeker als belangen- en bewonersorganisaties later tot de conclusie moeten komen waar ze vervolgens impliciet nee tegen hebben gezegd. We vragen ons af waarom de ideeën vanuit de samenleving op basis van de ronde-tafelconferenties niet meer draagvlak bij de plannenopstellers hebben kunnen ondervinden. Het ging toch ook om een groeimodel. Waarom ontbreken dan de meetpunten om op basis van groei te kunnen bijstellen? Waar is bijvoorbeeld het initiatief van het Waterigewegcomité, zelfs onderzocht door studenten van de Leidse universiteit, als kortsluitverbinding tussen de Koelaan en de Driebergseweg niet nader complementair of als alternatief voor de aan te passen Krakelingenweg beschouwd? Waarom is het compartimenteringsmodel van de verkeersgroep Zeist gericht op het weren van het sluipverkeer in de woonwijken niet als te verwezenlijken beeld tot uitgangspunt genomen? Waarom is het openbaar vervoersplan niet verder uitgewerkt? Immers sinds het verplaatsen van functies van het Zeister Lorentzziekenhuis naar het Utrechtse Diakonessenhuis zijn veel vooral oudere patiënten aangewezen op het reguliere openbaar vervoer. De bus van Omnium rijdt slechts tot de gemeentegrens. Dit brengt vooral voor een kwetsbare groep mensen ergernis, ongemak, extra reistijd en vooral extra kosten met zich mee. Waarom moet de Krakelingweg grootschalig onder de schop als homage aan het sluipverkeer, terwijl het op Zeist gerichte bestemmingsverkeer 85% van de verkeersproductie veroorzaakt? Waarom zet u bij de planvorming niet meer in op goede fietsverbindingen, het openbaar vervoer en vervoersmanagement ter aanvulling op een beperkte aanleg van nieuwe infrastructuur?

Als de minister in staat lijkt met elektronische middelen file en sluipverkeer te beteugelen voor het hele land, moet het binnen de planhorizon van 15 jaar voor dit GVVP mogelijk zijn het sluipverkeer en onveilige situaties in woonwijken met diezelfde elektronische middelen uit te bannen. Dergelijke toekomstsignalen moeten worden opgepakt. Weet u wat de extra ritlengte voor het omrijden voor het doorgaande verkeer via de Krakelingweg aan milieuverslechtering oplevert, de extra CO2-uitstoot ontstaat? Het GVVP vermeldt het niet. Op basis van de TNO kengetallen vergroot de omrijroute het jaarlijkse aantal voertuigkilometers met meer dan 1%. Dat betekent een jaarlijkse extra uitstoot van 52000000 kilo CO2.

Hulde voor de wethouder die het GVVP in al zijn weerbarstigheid in de steigers tracht te zetten. Hulde ook voor al degenen die hetzelfde geloof en hoop in de te verwachten effecten hebben. Wij en vele bewoners met ons hebben die overtuiging nog niet. Dat is waar het bij duurzaam en veilige verkeerssystemen om gaat. Duurzaam veilig is geen kwaliteitslabel van plannenmakers, maar een ervaringskeur van verkeersdeelnemers. Dit GVVP is nog niet af te meer daar u bij uw aanbiedingsbrief aankondigt dat ontwikkelingen bij de aansluiting Driebergen-Zeist in het kader van de verbreiding van de HSL en de A12 mogelijk zullen nopen tot een herbezinning op de verkeersafwikkeling in het gebied. Dit is mede waarom wij u voorstellen dit GVVP nog een extra slag te laten ondergaan, mede gelet op de nieuwe informatie met betrekking tot de A12-aansluiting.

Afhankelijk van uw antwoord op onze vragen zullen wij in tweede termijn een motie indienen om de vereiste uitwerkingsslag invulling te geven.


De heer Van Kuijk: (PvdA)

In- en samenspraak is een thema dat rond het GVVP een belangrijke rol heeft gespeeld. Het GVVP is tot stand gekomen in een proces waarbij raads- en collegeleden maar vooral ook deskundigen en burgers en vele belangengroeperingen een belangrijk aandeel hebben gehad. Dat was niet altijd even gemakkelijk. In ieder geval is de spin off geweest dat we een proef hebben genomen met een interactief overleg met burgers en belanghebbenden. Een proef die geslaagd genoemd mag worden, wat ook blijkt uit een soortgelijk initiatief dat voor de plannen voor De Clomp wordt uitgevoerd. We hebben kunnen zien dat het niet eenvoudig is, om niet te zeggen onmogelijk, om het iedereen naar de zin te maken. Maar dat wisten we al. Daarom is er de gemeenteraad die geacht wordt knopen door te hakken. Het knopenhaksyndroom zoals Pieter Tops dat noemt. Is er nu een goed evenwicht tussen hetgeen door burgers is ingebracht en het voorstel dat nu voorligt? Vinden de burgers voldoende terug van hetgeen ze hebben ingebracht? Wordt voldoende rekening gehouden met hun belangen? Een gedragen besluit vereist in deze tijd een zorgvuldig besluitvormingsproces. Burgers en groepen burgers accepteren terecht niet zonder meer overheidsbesluiten. De PvdA-fractie is van mening dat het college en raad van Zeist goed hun best hebben gedaan om een zorgvuldig proces rond het mobiliteitsvraagstuk in onze gemeente te organiseren. Het was niet altijd makkelijk, ja soms zelfs spannend en op het scherpst van de snede. De PvdA-fractie is van mening dat het voorliggende voorstel op een goede wijze de essentie van de inbreng van de burgers is verwerkt. Om deze reden vind ik het voorstel dan ook een positieve benadering.

Als ik dan naar het voorstel kijk, is de eerste vraag die ik stel of dit nu de oplossing is voor de mobiliteitsproblemen van Zeist voor de komende tien jaar. Het antwoord van de PvdA is nee. De PvdA realiseert zich dat Zeist de wijsheid niet in pacht heeft en ook de middelen en mogelijkheden niet heeft om het mobiliteitsprobleem alleen op te lossen. Het is een probleem dat in hoge mate door externe factoren wordt beïnvloed. Een belangrijke factor is bijvoorbeeld de wijze waarop burgers gebruik maken van hun recht op mobiliteit. Ook die en andere factoren zijn zaken waar Zeist weinig invloed op heeft. Wij pleiten zeker niet voor een fatalistische houding, maar voor een realistische, waarin Zeist meer kan en moet doen om het doorgaande verkeer te weren of in een gewenste richting te sturen. Dit moet dan wel binnen haar financiële mogelijkheden. Die zijn beperkt. Daarom moet Zeist gezamenlijk met omliggende gemeenten en andere overheden en het BRU werken aan het ontwikkelen van plannen en de financiering daarvan.

De PvdA zal het voorstel inderdaad steunen omdat zij op dit moment geen plan kan aanbieden met een groter maatschappelijk en politiek draagvlak dan het huidige. De problematiek van Zeist is van dien aard dat van een zeer ernstige situatie gesproken kan worden. We willen de problematiek niet bagatelliseren, maar zeker ook niet erger doen lijken dan het op dit moment in werkelijkheid is. De PvdA ondersteunt ten volle de uitgangspunten die worden nagestreefd met betrekking tot de voetgangers, fietsers, verkeersveiligheid en duurzaamheid. We nemen vanavond een besluit over de hoofdstructuur waarvan de effectiviteit alleen in de praktijk kan worden getoetst. Bij de uitwerking van de deelplannen biedt de betrokkenheid van de raad en burgers voldoende mogelijkheden om een bijdrage te leveren. Wij verwachten dan weer een zeer pittige discussie, maar ook een zeer zinvolle met de bewoners van de wijken. Het zal dan beginnen bij de prioritering. Welke wijk mag eerst. Wij zien ook die discussie met vertrouwen tegemoet.

We stellen wel enkele voorwaarden aan onze steun. In het hoofdstuk waarin wordt gesproken over de uitvoering en de uitwerkingsplannen moet ons inziens nadrukkelijk worden toegevoegd dat elk uitwerkingsplan een paragraaf zal bevatten waarin is vastgelegd wanneer en hoe de gestelde doelen zullen worden gemeten, geanalyseerd en zullen worden besproken in de commissie. Uiteraard betekent dit dat de doelstellingen zeer concreet en meetbaar dienen te zijn. Ik denk niet dat ze op dit moment dit allemaal al zijn. We willen op dit punt de toezegging van het college dat dit echt gaat gebeuren. Anders zien wij ons genoodzaakt om in tweede termijn met een motie te komen. De PvdA vindt dit daarom zo van groot belang omdat ze zich afvraagt of de voorliggende plannen wel in het gewenste tempo kunnen worden uitgevoerd, onder meer door gebrek aan voldoende gemeentelijke financiële middelen. Er staat letterlijk in het raadsvoorstel dat u zeker in dit stadium nog geen inzicht kunt geven in de kosten. Wij vinden het ook van belang dat de beperkte middelen zo effectief mogelijk zullen moeten worden ingezet. Dat kan alleen maar als we regelmatig kijken naar de effecten van de soms dure maatregelen die we nemen. Als we merken dat het niet werkt – dan kunnen de burgers ons laten weten, maar dat kunnen we ook zelf zien – we, en dan kunnen we tijdig bijsturen met die maatregelen waarvan het grootste effect kan worden verwacht. Deze maatregelen moeten dan ook met grote voortvarendheid worden uitgevoerd. Zo’n maatregel is bijvoorbeeld het vergroten van het aantal parkeerplaatsen rond het station Driebergen-Zeist. Wij hebben hierover vorig jaar al vragen gesteld. De reactie van de wethouder was dat hij veel meer parkeerplaatsen wilde realiseren dan waar de PvdA om vroeg. Ik constateer dat er op dit moment nog geen enkele parkeerplaats is bij gekomen. Het is uitermate belangrijk dat mensen die nu niet meer naar het station Driebergen-Zeist gaan omdat ze hun auto niet kwijt kunnen en dus niet de trein nemen heel snel geholpen worden. Dat zijn maatregelen die inderdaad bijdragen om mensen uit de auto te krijgen. Dat geldt ook voor de fietsroutes en een betere afstelling van stoplichten. Ik ga niet meer voorbeelden noemen. Het zijn maatregelen die je snel kunt nemen, die weinig kosten en die je goed kunt meten op hun effecten. Als je dit soort maatregelen nog wilt uitbreiden, kun je gebruik maken van de vele inspraakreacties van de burgers die een bron van inspiratie kunnen zijn. Er zijn heel zinnige suggesties gedaan en daar kunt u heel goed mee uit de voeten. Wij vragen of u kunt toezeggen om op dit punt op deze wijze aan te slag te gaan.

In dit verband wil mijn fractie ook nog een beroep doen op de burgers die zo zinvol en zo goed met ons hebben meegedaan. Ik had het net al over hun recht op mobiliteit. Dit moeten we met verstand gebruiken. Het is aan de gemeente en aan andere overheden om de burgers de mogelijkheden daartoe te geven door een verbetering van het openbaar vervoer, door een verbetering van fietsroutes en door goed kunnen parkeren bij het station bijvoorbeeld. Het terugdringen van het autogebruik moeten we samen doen.

Dan tot slot wil ik iets zeggen over het minderheidsstandpunt van de VVD-wethouder. Er ligt een minderheidsstandpunt van de heer Den Heijer en zijn fractie heeft een wens die daarop aansluit. Zij wil onderzoeken of het stelsel van randwegen een oplossing is voor het doorgaand verkeer. Naar de mening van de PvdA is een randweg langs Zeist-West ongewenst. Dat laat onverlet dat de VVD daar anders over kan denken en een onderzoek wil. Echter een onderzoek heeft ons inziens geen zin en zal zonde van het schaarse geld zijn. Wat tien jaar geleden misschien nog tot de mogelijkheden behoorde – al bleek het toen al politiek niet haalbaar – kan niet meer omdat voor zover ons bekend randwegen nooit de instemming van het rijk en de provincie en de betrokken buurtgemeenten kan krijgen. Er is overeenstemming tussen Zeist, De Bilt, Bunnik en de provincie over Groenraven-Oost en dat maakt de aanleg van een randweg langs Zeist-West onmogelijk. Het is rijksbeleid om verkeersproblemen niet op te lossen door aanleg van meer wegen. Zeist kan nooit de aanleg van randwegen financieren zonder steun van het rijk, het BRU of de provincie. Zoals boven aangegeven zullen deze overheden niet instemmen met de aanleg van randwegen en zij zullen derhalve ook geen financiële bijdrage geven. Deze punten maken het voor Zeist financieel en planologisch onmogelijk om deze randweg nog ooit aan te leggen. Daarom is nader onderzoek ons inziens weggegooid geld. Dat het op dit moment politiek ook onhaalbaar is, is overduidelijk gebleken in de commissie. In elk geval geldt dit voor de PvdA die van mening is dat de verkeersproblematiek van Zeist niet van dien aard is dat opnieuw natuur moet worden opgeofferd voor asfalt. Deze randweg zal ons inziens alleen maar meer verkeer aantrekken, bijvoorbeeld als sluipweg naar en van de A12. Het huidige probleem wordt niet opgelost. Zeist heeft ook met financiële bijdragen van derden geen geld voor de aanleg van de randweg.


De heer Van Gemeren: (D66)

Doen de argumenten van de heer Van Kuijk tegen de randweg niet evenzeer opgeld voor het door het college en ook door de PvdA ondersteunde onderzoek naar een aansluiting van de Koelaan op de A12, ook door een stuk groengebied van Zeist?



De heer Van Kuijk: (PvdA)

U bent mij even voor mijnheer Van Gemeren. Mijn fractie is daar op dit moment niet zo keihard op tegen ten aanzien van die randweg. Mijn fractie is zeer kritisch als het gaat over die verbinding tussen de Koelaan en de A12. Ook dan wordt een zeer kwetsbaar gebied aangetast. Ook dan is de kans op sluipverkeer, zeker in Zeist-West, groot aanwezig. De roep om de randweg zal alleen maar toenemen. Toch willen wij een onderzoek niet uit de weg gaan. Onze buurgemeente Bunnik zou zeer gebaat zijn met een omleiding van het verkeer. Wij willen Bunnik de kans geven om met ons te kijken naar wat er eventueel wel mogelijk is. Vooralsnog zijn we heel kritisch.

Tot slot nog even resumerend. Kunt u ons standpunt met betrekking tot het minderheidsstandpunt van de VVD onderschrijven? Wij hebben de argumenten gegeven waarom ons inziens een onderzoek zinloos is. Bent u bereid om de door ons gevraagde effectmetingen uitdrukkelijk op te nemen in het plan? U moet zich realiseren dat de doelstellingen meetbaar zullen moeten zijn. Bent u ook bereid om veelbelovende maatregelen waarvan we met z’n allen vinden dat die versneld uitgevoerd kunnen worden en een bijdrage kunnen leveren aan de problematiek die we hebben ter hand genomen moeten worden? Het moet niet zo zijn dat we maatregelen uitstellen omdat ze in de planning zitten. We moeten ze per geval bekijken of het niet een grote bijdrage levert aan datgene wat we willen oplossen.


Mevrouw De Jong: (SP)

De gemeente Zeist, de ambtenaren, het college en de gemeenteraad zouden heel blij moeten zijn met de betrokkenheid van de Zeister inwoners bij dit plan. De kloof tussen de politiek en de burger lijkt hierbij wel gedicht. Tot zover het goede nieuws. Allerlei ideeën suggesties en zelfs een geheel alternatief plan zijn door betrokkenen ingebracht. Meepraten en samen beslissen. Dit had hier een unieke kans kunnen zijn. Het voorstel lezend, valt mij op dat er weinig geluisterd is. Daarom de volgende vragen: Waarom legt u een alternatief plan met een groot draagvlak zonder gedegen motivatie naast u neer? Waarom geen verblijfsgebied voor de Arnhemse Bovenweg? U stelt wel voor de tweede categorie. Welke echte bezwaren er bestaan tegen het kiezen voor een echt verblijfsgebied mis ik. Hetzelfde geldt voor het gedeelte van de laan van Vollenhove en de Dreef. Waarom blijft u er bij dat enkele wegen in Austerlitz en Den Dolder moeten worden aangewezen als een tweede categorieweg?

Dan het openbaar vervoer. In de eerste plaats de trein. U stelt dat het station Den Dolder een snelle verbinding heeft met Amersfoort. Was dat maar waar. Na de spits ben je inderdaad in acht minuten in Amersfoort, maar hij gaat maar een keer per uur. Met de fiets ben je sneller. Inwoners uit Den Dolder hebben meer aan een goede fietsverbinding naar Amersfoort dan de trein. Dat kunt u niet regelen.

De bus: Kunnen we het experiment dat nu in Apeldoorn gaande is niet overnemen? Vanuit elke wijk betaal je maar een piek naar het centrum. De piekbus. Het is een goed experiment. Ik neem aan dat wanneer het in Apeldoorn gaat het hier ook wel zal gaan.

Groepsvervoer: De grote bedrijven en instellingen aan de Utrechtseweg kunnen wij in een gesprek overhalen om over te gaan tot combivervoer vanuit o.v.-punten. Dan kunnen we bijvoorbeeld bij de vergunningverlening voorrang geven aan die bedrijven die dat combivervoer hebben. Er werken heel veel mensen aan de Utrechtseweg. Dat combivervoer zie ik niet in dit voorstel terug.

Dit waren al vast wat vragen, maar ik heb ook al een amendement in eerste termijn. Dat amendement luidt als volgt:


Amendement 2, GVVP


De gemeenteraad van Zeist in vergadering bijeen op 7 mei 2001, ter behandeling van het raadsvoorstel 2001-44. Samen verkeren, GVVP Zeist


Gelezen de nagekomen reactie van de verkeersgroep Zeist


Spreekt uit:

  • Dat de Arnhemse Bovenweg tot verblijfsgebied wordt aangemerkt

  • Laan van Vollenhove en De Dreef tot verblijfsgebied worden aangemerkt

  • Austerlitz en Den Dolder geheel tot verblijfsgebieden worden aangemerkt

  • In principe de gehele bebouwde kom als 30 km gebied aanwijzen

  • Voorrang geven aan Schaerweijdelaan aanwijzen als hoofdweg 1e categorie

  • Krakelingweg zodanig aanpassen/veranderen dat de verkeersveiligheid voor bewoners en weggebruikers wordt gewaarborgd

  • Geen nieuwe weg wordt aangelegd door het Zeister Bos

  • Geen aansluiting via de Koelaan op de A12


En gaat over tot de orde van de dag.


Het amendement is ondertekent door mevrouw De Jong en de heren Van Gemeren en Claasen


De heer Claasen: (GroenLinks)

Ik had een groot deel van mijn verhaal willen besteden aan de noodzaak van het doen van een onderzoek. Tegen de suggestie van het CDA om een onderzoek te doen plegen naar de haalbaarheid van een onderzoek naar de aanleg van een randweg kan ik niet op. Dat deel van mijn verhaal laat ik maar achterwege.

Het zal zo’n week of vier geleden geweest zijn dat ik op een zaterdagochtend besloot om de wekelijkse boodschappen maar eens op de fiets te gaan doen. Op de heenweg naar de markt ging het al bijna mis. Bij het verkeerslicht hoe Tweede Hogeweg-Slotlaan raakte ik bekneld tussen de stoeprand en het rechts afslaand autoverkeer. Genoodzaakt tot wachten kwam ik wat laat op gang. Ik stak door oranje licht de Slotlaan over en botste toen bijna tegen een terecht over het zebrapad overstekende voetganger. Dit was nog maar het begin van de heenweg richting markt. De ellende van de terugweg zal ik u besparen. Ik kan u verzekeren dat het fietsen verzwaard met fietstassen in het Zeisterse geen pretje is. Ik verzuchtte op deze barre toch herhaaldelijk, dit moet toch anders kunnen.

Zo’n twee weken geleden, gestimuleerd door mijn eerdere ervaringen en het rot weer pakte ik voor de wekelijkse expeditie richting markt maar eens de auto. Door onnodig lang te moeten wachten op een zich zeer traag voortbewegende en niet zijn hand uitstekende maar wel rechts afslaande fietser kwam ik nauwelijks de Tweede Hogeweg op. Omdat mijn voorganger bij de kruising perse links en perse rechtsaf wilde slaan en dit niet makkelijk konden, reden er slechts twee voertuigen per groene-lichtbeurt het kruispunt over. Nadat het mij uiteindelijk na enige tijd gelukte om dat kruispunt ook over te steken, kwam ik na het overwinnen van enkele verkeersdrempels volkomen klem te zitten in de Meester de Klerkstraat. De ene auto lukte het niet om de parkeergarage uit te komen en de ander het niet lukte om er op dat moment in te komen. Enigszins dicht in de buurt van de markt parkeren lukte ook al niet meer. Ook dit keer verzuchtte ik, de volgende keer ga ik maar lopen. De beschrijving van die barre toch per voet zal ik u eveneens besparen. Dat ik nu enigszins krom loop komt niet door alle pakketten aan GVVP, maar dat komt onder andere omdat ik te voet de boodschappen op de markt gehaald heb.

Mijn ervaringen zijn wellicht meelijwekkend maar niet uniek. Een ieder die zich in Zeist wel eens aan het verkeer heeft gewaagd, zal de lijst met wederwaardigheden van mij kunnen aanvullen. Mijn ervaringen laten niet alleen zien dat er aan de organisatie van het verkeer in Zeist wel iets te verbeteren valt, maar die laten ook zien dat het bij verkeersdeelname gaat om verschillende belangen. Belangen van fietsers, automobilisten, voetgangers, maar ook van bewoners, spelende kinderen, winkeliers. Ongeveer iedereen heeft te maken met verkeer. Heel vaak vervullen dezelfde mensen in dat verkeer verschillende rollen. Door dat grote aantal verschillende rollen en daarmee vaak verschillende tegenstrijdige belangen is het regelen van de organisatie van het verkeer een uiterst hachelijke zaak. De belangen van de verschillende verkeersdeelnemers zijn soms zo fundamenteel tegenstrijdig dat het bij voorbaat een volstrekt onmogelijke taak zal zijn om er een verkeerssituatie van te maken waar iedereen enthousiast over is.

Over een ding lijken alle belanghebbenden het wel eens. Of het nou gaat om insprekers, deelnemers, ronde-tafelconferenties, briefschrijvers. Men is het over een ding eens, namelijk dat er wel iets moet gebeuren. Van niemand is het geluid gekomen om het zo maar te laten als het is. Daarmee heeft een nieuw GVVP in ieder geval een basis. Dat er iets moet gebeuren is evident. Het is alleen nog maar de vraag wat dan.

In eerste instantie in het najaar 2000 en vervolgens aan het begin van dit jaar is er een stroom van reacties binnen gekomen. Wat we konden verwachten is uiteindelijk ook gebeurd. Er is niet bepaald sprake van eensgezindheid als we al die reacties bekijken. Hoe ga je als bestuur om met die grote verscheidenheid en tegenstrijdigheid in de reacties? Niemand kan van u verwachten dat u alle suggesties honoreert. Wat wel verwacht mag worden is dat inspraak serieus genomen wordt. De vraag is nu hoe we de kwaliteit beoordelen van de manier waarop met de inspraakreacties is omgegaan. Wie een suggestie uiteindelijk in dit voorstel gehonoreerd ziet, zal die kwaliteit hoog vinden. Omgekeerd, wie zijn suggesties niet gehonoreerd ziet, zal zeggen dat de inspraak niet serieus genomen is. De inspraak serieus nemen is overigens niet hetzelfde als degenen die inspreken gelijk geven. Inspraak serieus nemen is duidelijk en ruim gelegenheid geven om te reageren, om standpunten naar voren te brengen. Vervolgens geeft het bestuur beargumenteerd aan waarom met de naar voren gebrachte suggesties al of niet iets gedaan is. Iedereen gelijk geven zal niet kunnen. Dat kunt u niet en dat kunnen wij als raad duidelijk ook niet. Ik denk dat zowel het college als de raad voldoende gelegenheid hebben gegeven om op de plannen te reageren. Tijdens inspraakavonden, tijdens ronde-tafelgesprekken, voorafgaande aan de commissievergadering en door middel van een stroom aan brieven heeft ons een groot aantal reacties bereikt. Burgers hebben heel duidelijk van de mogelijkheden tot inspraak gebruik gemaakt. U heeft vervolgens bij het opstellen van het raadsvoorstel de suggesties gewogen. Sommige zijn overgenomen en anderen – wellicht de meeste – zijn verworpen. Vervolgnes gaan wij vanavond vanuit onze verantwoordelijkheid als raad gevoed door al die reacties uw raadsvoorstel beoordelen. Niet iedereen zal het met mij eens zijn, maar in mijn toch redelijke lange loopbaan als raadslid ben ik geen onderwerp tegen gekomen waarbij uiteindelijk geprobeerd is zo zorgvuldig met de inspraak om te gaan als dit keer gebeurd is. Ik kan me best voorstellen dat als je uiteindelijk te weinig ideeën in dit voorstel terug vindt dat je daar dan toch wel anders over zou kunnen denken.

Als ik kijk naar de inhoud van het GVVP spreken verschillende hoofdlijnen ons wel aan. Ik noem er een paar. De speerpunten van het fietsbeleid met het ontwikkelen van een kwalitatief goed netwerk, het stimuleren van de keten fiets en openbaar vervoer en het ontwikkelen van fietsveilige schoolroutes. De speerpunten met betrekking tot het openbaar vervoersbeleid zoals het verbeteren van het regionale netwerk van verbindend openbaar vervoer, een vrije openbaar vervoersbaan langs de A28, het verbeteren van de bereikbaarheid van het centrumgebied. De speerpunten met betrekking tot de verkeersveiligheid zoals de inrichting van verblijfsgebieden als 30 kilometer-gebieden, het ontwikkelen van buurtverkeersplannen in samenspraak met bewoners. Dit zijn speerpunten uit het nu voorliggende voorstel die ons nadrukkelijk aanspreken. Het zou natuurlijk heel mooi zijn als alle onderdelen uit het GVVP door ons zo juichend onthaald zouden kunnen worden, maar dat is niet zo. Dat is uiteraard niet zo. Een plan waarover Groen Links zou staan te juichen, zou niet gemakkelijk de steun van een raadsmeerderheid kunnen krijgen. Wat dat betreft heeft een plan met forse kritiek van Groen Links meer kans op haalbaarheid. Wij hebben best forse twijfel bij hoofdonderdelen van dit plan. Een hoofdelement uit het plan is de verkeersstroom vanuit Driebergen naar De Bilt, De Biltse Hoek en omgekeerd. Laten we voor het gemak maar even zeggen de noord-zuidas. Deze verkeersstroom zorgt voor stagnatie op de Driebergseweg en Utrechtseweg. Hij belemmert de doorgang van het openbaar vervoer. Hij bemoeilijkt de bereikbaarheid van het Rond. Mogelijk het belangrijkste en het kwalijkste, dit doorgaand verkeer waaiert uit naar woonstraten om die als sluiproutes te gebruiken. Een oplossing voor de problematiek voor de noord-zuidas is cruciaal voor een toekomstig GVVP. Als oplossing is nu gekozen voor de Z-structuur. Omdat de wegen niet helemaal volgens het patroon van deze letter verlopen, wordt het inmiddels ook al als U-structuur genoemd. U-structuur is wellicht een betere benaming, vooral omdat het met dit plan uw structuur is geworden. Hoe zinvol is nu die U-structuur? Nu rijden veel mensen vanaf Driebergen bij de Kosmos de laan van Beek en Rooyen de Dorpsstraten door om op de Utrechtseweg bij de Biltse Hoek uit te komen. Tot aan de kruising met de Amersfoortseweg is dat een afstand van zo’n 2,5 kilometer. Over die afstand komt men zo’n zes verkeerslichten tegen. Ik laat het eerste en het laatste licht eventjes weg. Als alternatief wordt nu voorgesteld de U-structuur. Komend vanuit Driebergen ga je dan niet meer bij de Kosmos rechtdoor, maar je slaat bij de laan van Beek en Rooyen rechtsaf om drie kilometer door te rijden tot de Krakelingenweg. Dan rijdt men zo’n drie kilometer in noordelijke richting om vervolgens bij de Amersfoortseweg richting Utrecht te rijden tot de kruising met de Utrechtseweg. Dit is ook weer een afstand van zo’n drie kilometer. Hoe aanlokkelijk en realistisch is nu die U-structuur? Dat die U-structuur meer om is, is duidelijk. Bij elkaar opgeteld negen kilometer tegen 2,5 km. Rijdend over de huidige route passeer je zes verkeerslichten. In Zeist is dat hetzelfde als zes stoplichten. Bij de U-structuur – en dan reken ik even het eerste en het laatste licht eventjes niet mee – ontmoet je een verkeerslicht bij de Arnhemse Bovenweg, een bij de Jagersingel, een verkeerslicht bij de zuidelijke oprit A28, een bij de noordelijke oprit A28, een bij laten we maar zeggen een grote Amerikaanse friettent. Vervolgens ga je linksaf naar Huis ter Heide en daar krijg je het zesde verkeerslicht. Bij de Panweg passeer je een zevende verkeerslicht. Het is niet alleen 9 tegen 2,5 km, maar ook zeven tegen zes verkeerslichten. We moeten ons wel heel erg inspannen om de door Zeist heen rijdende automobilist er van te overtuigen dat de U-structuur zo’n aanlokkelijk alternatief is. Alleen maar een bord ophangen bij de Kosmos richting Utrecht eerst naar Woudenberg rijden, zal de automobilist beslist niet aanspreken. Als we in de toekomst de Dorpsstraten minder laten gebruiken, ontstaan er in sommige verblijfsgebieden grote problemen. Wie straks de U-structuur te omslachtig vindt – en dat is echt niet denkbeeldig – zou wel eens op het vervelende idee kunnen komen om daar te gaan rijden waar wij dat helemaal niet prettig vinden. Dan ontstaan er problemen voor bijvoorbeeld de Arnhemse Bovenweg, de Oranje Nassaulaan en de Lindelaan. Zonder daadwerkelijke maatregelen zullen deze wegen straks verkeer krijgen te verwerken dat daar zeker niet thuis hoort.

Een bijzondere plaats in dit rijtje heeft volgens ons de Arnhemse Bovenweg. Voor ons is het essentieel dat deze weg zo wordt ingericht dat doorgaand autoverkeer hierover niet mogelijk is. Daar naast is de weg wel heel goed te gebruiken als route voor het openbaar vervoer. Zeker voor het regionaal openbaar vervoer. De klanten van het openbaar vervoer hebben voor een groot deel hun bestemming aan de Arnhemse Bovenweg. Mensen die bij verzorgingshuizen of scholen moeten zijn. De Arnhemse Bovenweg kan door middel van technische ingrepen zo ingericht worden dat hij geschikt gemaakt wordt voor het openbaar vervoer, maar niet langer bruikbaar is voor het doorgaande autoverkeer. Voor ons is deze aanvulling op het GVVP een noodzakelijke voorwaarde.

In het verkeer hebben we niet alleen met een belang te maken. Het GVVP zal altijd een compromis moeten zijn. Voor iemand die vanuit partijpolitieke standpunten de zaak altijd keurig en rechtlijnig kan beantwoorden is zo’n GVVP wel een lastig iets. Wij zouden best kunnen leven met dit GVVP als onze aanvulling voor de Arnhemse Bovenweg wordt gevolgd. Als er daadwerkelijke maatregelen worden genomen ter voorkoming van sluipverkeer in woongebieden waaronder de Lindelaan en als u kiest voor een niet aansluiting van de Koelaan op de A12.


De heer Van Kuijk: (PvdA)

Realiseert de heer Claasen zich voldoende wat een bussluis te weeg kan brengen? We hebben net een discussie in Huis ter Heide achter de rug. Heeft u dit de bewoners in de omgeving waarover u spreekt voorgelegd? Dit kon nog wel eens heel verkeerd vallen.


De heer Claasen: (Groen Links)

Nee, ik heb dat uiteraard niet voorgelegd. Je legt iets voor als je op een gegeven moment een concreet voorstel voor je hebt. Ik ga hier ook niet vertellen dat de bussluis de enige oplossing is. Ik denk alleen dat met de nodige creativiteit het mogelijk moet zijn om de Arnhemse bovenweg zodanig in te richten dat hij niet voor doorgaand autoverkeer geschikt is, maar wel voor het doorgaand openbaar vervoer. Natuurlijk zal het zo zijn dat wanneer je het verkeer in de ene straat weghaalt het in een andere straat terechtkomt. Er is geen oplossing denkbaar waar je op een andere plaats geen pijn veroorzaakt als je elders pijn wilt verlichten. Dat is een kwestie van keuzes. Die keuzes zijn soms heel erg vervelend, maar we zullen nooit een keuze kunnen maken waarbij iedereen het met ons eens zal zijn.


De heer Van Kuijk: (PvdA)

Daar ben ik het in ieder geval met u eens. Betekent dat u bijvoorbeeld wel kan instemmen met de argumentatie die het college nu geeft om de Arnhemse Bovenweg voorlopig als tweede ordeweg te handhaven? Voor ons is de doorslag geweest om die open te houden om het busverkeer eventueel langs die weg te leiden.


De heer Claasen: (GroenLinks)

Ik kan me die gedachtegang van het college heel goed voorstellen. Ik heb in mijn verhaal heel nadrukkelijk aangegeven dat de problematiek van de noord-zuidas van cruciaal belang is voor de vormgeving van het GVVP, kun je niet bij het vaststellen van dat plan daarover geen uitspraak doen. Als je dat voor uit schuift, kun je net zo goed het hele GVVP nog even aan de kant schuiven. De kern waar het de problematiek van het verkeer in Zeist betreft is de noord-zuidas. Als je dat vooruit schuift kun je wat mij betreft rustig zeggen dat we dan het hele GVVP maar eventjes parkeren. Het heeft namelijk geen zin om uitspraken te doen over het verkeer in Zeist indien je die noord-zuidas er niet uitdrukkelijk bij betrekt.

Ik zal proberen af te ronden. Ik had aangegeven dat wat ons betreft wij best konden leven met het GVVP als onze optie met betrekking tot de Arnhemse Bovenweg overgenomen wordt. U moet evenmin kiezen voor een aansluiting van de Koelaan op de A12. Dit laatste moet toch niet al te lastig zijn. Als u de rondweg al heeft afgeschoten, is dat een prestatie op milieugebied die wellicht veel groter is dan de aansluiting op de A12 te realiseren. Ook in een compromis bij het GVVP moeten keuzes gemaakt worden. Dat moet wat ons betreft consequenter dan nu wordt voorgesteld. Het willen weren van het doorgaand verkeer uit verblijfsgebieden vereist maatregelen zoals door ons voorgesteld bij de Arnhemse Bovenweg. Wat nu wordt voorgelegd, is qua bedoelingen wellicht goed, maar in de uitwerking nog niet goed genoeg. Het reguleren van het verkeer verloopt niet via een beroep op welwillendheid, maar zal moeten worden afgedwongen. Als die keuzes vanavond hier niet nadrukkelijker gemaakt worden, gaat het straks wellicht nog slechter met het verkeer.


De heer Van Buël:

Tijdens het seniorenconvent had ik de toezegging gedaan dat ik het standpunt van de BIZ en de GZB te zullen handhaven. Dit vond plaats toen ik nog deel uitmaakte van deze combinatie. Nu ik het gewijzigde voorstel zie en tevens het verslag van 11 april van de commissie verkeer en vervoer heb ik toch enige opmerkingen.

Bij de aansluiting van de Koelaan op de A12 zijn wij wederom afhankelijk van een andere gemeente, namelijk de gemeente Bunnik. We kennen nog de gevolgen van de aansluiting op Bilts grondgebied en hoe deze gemeente zich heeft opgesteld naar aanleiding van de A28. Verder is het nog onduidelijk hoe rijkswaterstaat staat tegenover deze ontsluiting van de Koelaan. Ik betreur het doen van een onderzoek naar een rondweg. Ik moet spreken van een randwegoplossing. Dit blijkt niet bespreekbaar te zijn, maar ik vraag u dit toch open te houden. Gezien de reacties tijdens de ronde-tafelconferentie is hier toch wel aandacht voor. Op 11 april heeft de BIZ hier definitief van afgezien. In het verslag lees ik verder hier niets meer over. Misschien kan straks een nieuwe partij wat duidelijkheid verschaffen. Betreffende dit punt zullen wij van mening blijven verschillen ondanks eerder gedane uitspraken.

In het hoofdstuk over de hoofd verkeersstructuur spreekt u uit dat er een structuur van de eerste en tweede orde is en de verblijfsgebieden. Door de indeling van de hoofdverkeersstructuur en de maatregelen die zijn voorzien in het kader van het verkeersmanagement en de aanpassing van de infrastructuur. U zegt zelf dat aanvullende maatregelen worden open gehouden. Als ik dan kijk naar de structuur van de eerste orde, zou dat betekenen dat u ten behoeve van de doorstroom en veiligheid van Zeist de randwegbespreking toch open houdt. Gaarne wijs ik op de brieven die in dezen zijn ontvangen en de vele telefoontjes van verontruste Zeistenaren ten opzichte van het gemeentelijk verkeers- en vervoersplan. Ik kan u alleen maar vragen namens deze mensen om het voorstel a.u.b. aan te passen zodat ook dit duidelijkheid wordt voor de burgers van geheel Zeist. Wij wachten af wat de gevolgen kunnen zijn bij de verandering van de A12 voor Zeist. Misschien komt er duidelijkheid wat betreft het doortrekken van de Koelaan naar de A12. Er is maar een ding dat voor Zeist van toepassing is en dat is veiligheid, bereikbaarheid en leefbaarheid. Verder natuurlijk de natuur en het milieu.


De heer Van Ballegooijen: (SGP/ChristenUnie)

Van het weer en het verkeer heeft iedereen verstand. Op zich is dat logisch, want we hebben er alle dagen mee te maken. We hebben echter geen vat op de weersvoorspellingen, maar op die van het verkeer wel. Om die lijn door te trekken is als er dreigende weersvoorspellingen worden gedaan, nemen we vaak maatregelen. Zo ziet mijn fractie dat ook met betrekking tot het toekomstige verkeersbeleid. Vooruitzien is regeren. Dat geldt met name voor de toekomstige verkeersstromen in Zeist. Het raadsvoorstel geeft duidelijk richting aan wat men wil. Het vaststellen van de beleidskaders voor de auto, de fiets, het openbaar vervoer, de verkeersveiligheid en het flankerend beleid en de vaststelling van de hoofdstructuur. Dit is de Z-structuur die later kan worden uitgewerkt. Bij ingrijpende besluiten op verkeersgebied kan je rekenen op veel reacties. Zeker als het gaat om de gevolgen waar velen mee te maken krijgen. De veiligheid speelt hierin een dominante rol. Die reacties zijn dan ook niet uitgebleven. Voorgangers hebbend aar al op gewezen. Alle brieven en andere reacties in de inspraak getuigen daar van. Als ik het eindrapport er nog eens op na sla, kan ik mij niet herinneren zolang ik in de raad zit er zoveel reacties zijn geweest als in deze situatie. Dat is terecht, want het gaat om wezenlijke zaken. Dat de totstandkoming van het GVVP een moeizame zaak zou worden, stond al bij voorbaat vast. De voorbode bij de vaststelling van het VCP in 1987 gaf daar al blijk van. De tijd staat niet stil. Niet alleen de afwikkeling van het autoverkeer is belangrijk, maar evenzeer het fietsverkeer, het openbaar vervoer en niet in de laatste plaats de verkeersveiligheid in zijn totaliteit. De opstelling van het GVVP is dan ook niet zomaar uit de lucht komen vallen. Die was naar de mening van mijn fractie nodig. In de afgelopen jaren zijn er veel deelstudies verricht. Het ontbrak ten enenmale aan een samenvattende visie. Naar mijn mening is het GVVP er wel in geslaagd die visie te geven vanuit welk referentiekader men er ook tegen aan kijkt. Het voorliggende product is bereikt vanuit een follow up. Het ging toch eerst om het ontwerp waarna de inspraakreacties weer bewerkt zijn. Daarna kwam het concept en uiteindelijk vanavond de definitieve versie. Ik memoreerde het al eerder dat in het afgelegde traject al veel gediscussieerd is over allerlei onderwerpen binnen het GVVP. Ik ga daar niet verder op in omdat dit in de commissie al gebeurd is.

Als je de inspraakreacties en de nota er nog eens op na kijkt – en de heer Claasen wees daar straks ook al op – is er heel veel geïnvesteerd Er zijn vier sessies met de klankbordgroep geweest. Er waren drie werk en brainstormbijeenkomsten. Drie ronde-tafelgesprekken met allerlei vertegenwoordigers. De resultaten van de informatiebijeenkomst van 13 november. De resultaten van de ronde-tafelconferentie van 11 en 17 januari en alle andere reacties die daarna nog zijn gevolgd. Naar aanleiding van al die reacties hebben op vele punten aanpassingen plaatsgevonden. Dan kan er naar mijn overtuiging niet gezegd worden dat er niet geluisterd is. De aanpassingen en veranderingen tonen het tegendeel aan. Het is echter onmogelijk om iedereen tegemoet te komen als er zoveel tegenstrijdige belangen te bespeuren zijn. Vanuit de economische hoek, vanuit de wijken, vanuit de verblijfsgebieden, vanuit het eigen belang, vanuit de groenstructuur, vanuit het cultuurhistorische aspect. U verwacht van ons dat er een besluit genomen wordt op hoofdlijnen van het GVVP. In het raadsvoorstel staat dit alles opgesomd en daarna komt er een uitwerking van dit alles. Wij kunnen instemmen met het vaststellen van de hoofdstructuur en het geschikt zijn voor doorstroming van de structuren van de eerste orde. De wegen van de tweede orde blijft inderdaad een heikel punt zoals de Arnhemse Bovenweg. Mevrouw De Niet heeft er al het een en ander van gezegd en het college ook. De heer Claasen deed dit ook. Ik wacht uw reactie met betrekking tot dit punt af. Mogelijk kom ik in tweede termijn daarop terug.

Vele varianten hebben de revue gepasseerd. Op welke manieren kon het verkeer het best door Zeist heen geloodst worden. Met de aangepaste Krakelingenweg aan de oostzijde en een doorsteek naar de A28 of een westelijke variant zoals de VVD voorstaat. Mijn fractie is van mening dat een afwikkeling via de oostkant en via een instroom op de Woudenbergseweg vanuit de richting Quatres Bras voldoende ruimte biedt om het doorgaande verkeer dat niet als bestemmingsverkeer bestempeld kan worden daar heen te leiden en maatregelen te nemen die daar een sterke bijdrage aan kunnen leveren. De aanleg van een westelijke rondweg wordt door ons dan ook niet als noodzakelijk gezien en zeker niet wenselijk vanwege de kwetsbare gebieden die tegen Couwenhoven en Brugakker aanliggen. Wij zijn dan ook van mening dat juist zo’n rondweg een verkeersaantrekkende werking heeft als doorvoer van de A28 of naar de A12. Onze visie is dan ook benut. Zij maximaliseert de huidige routes die met de nodige sturing en aanpassing voldoende ruimte bieden om het toenemende autoverkeer verder te kanaliseren. Toch willen wij met het oog op de toekomst wel dat er maatregelen genomen gaan worden aan de westelijke kant van Zeist. De situatie op de Koelaan en Bunnik vraagt om verbetering. Een onderzoek naar de mogelijkheden om langs de golfbaan en het bedrijventerrein in Bunnik is wat ons betreft een onderzoek waard.

Het openbaar vervoer: U schrijft in uw raadsvoorstel onder a4 op bladzijde 6, door op de kruispunten het openbaar vervoer te prioriteren zal het openbaar vervoer verdraagbaarder worden. Op bladzijde 7, a5 gaat het over de hoofdwegen. De afstelling van de verkeerslichtenregelinstallaties krijgen prioriteit voor de doorstroming van het autoverkeer. Nu heeft u het over het autoverkeer. In het vorige ging het om het openbaar vervoer. Wie krijgt nou prioriteit?

Wij kunnen het fietsgebruik alleen maar van harte onderschrijven. Door de PvdA is daar al het nodige over gezegd. Om het autoverkeer te verminderen, zouden er meer mogelijkheden voor het fietsverkeer moeten komen. Wanneer mensen naar het centrum van Zeist willen komen, moeten zij de mogelijkheid hebben om daar hun fiets betrouwbaar te kunnen stallen. Als we zaterdags het handelsgordijn bekijken, zijn daar veel parkeerplaatsen over. Is het niet mogelijk om daar vandaan voor een piek een pendeldienst te organiseren van en naar het centrum?

Voor het milieu en het landschap ligt Zeist in een kwetsbaar gebied. De Utrechtse Heuvelrug, het Kromme Rijngebied en dit heeft de nodige consequenties. Dit beperkt juist ook onze mogelijkheden. De afweging tussen keuzes heeft altijd consequenties. Het gaat ten koste van of het economische belang of van het landschap. Andere plaatsen in onze omgeving hoeven daar geen rekening mee te houden alleen wij wel. Je kan het ook positief benaderen. We mogen dankbaar en blij zijn om in zo’n gebied te mogen wonen.

Tot slot, het maken van keuzen is niet altijd gemakkelijk. Toch zullen we besluiten moeten nemen, want daarvoor zijn we immers geroepen. Mijn fractie vindt het dan ook verantwoord om dit raadsvoorstel te steunen en ziet de uitvoering dan ook met vertrouwen tegemoet, zeker als het op dezelfde wijze gaat bij de invulling voor wat betreft de inspraak en samenspraak van alle burgers. Dan zal het naar mijn overtuiging goed komen, ook met dit GVVP.


De heer De Ligt: (VVD)

De VVD-fractie heeft vanaf het begin een eigen visie gepresenteerd in het ontwikkelingsproces van dit voorstel. Dit begint bij de hoofdstructuur die dan ook ten principale aan de orde is. Een visie die politiek gezien geen steun laat staan een meerderheid heeft kunnen verkrijgen. De VVD stond en staat alleen en thans met lege handen. Dat geldt overigens niet alleen voor de grootste fractie in deze raad, maar dat geldt ook voor een groot deel van de bevolking in Zeist. Wij zullen tegen dit voorstel gaan stemmen. Wij geloven er namelijk niet in. De praktijk van alle dag leert dat mobiliteit zodanig verweven is met het hedendaagse maatschappelijk leven en het leefcomfort van alle burgers dat geen enkele overheid tot nu toe kans heeft gezien met remmende of vervallende middelen de groei hiervan te vertragen of zelfs ook maar te beteugelen. Het voorstel daarentegen heeft de pretentie en de ambitie om voor een looptijd van tien tot vijftien jaar zodanig te kunnen voortbouwen dat de voorspelde gemiddelde groei van 3% per jaar zo gestuurd kan worden dat de leefbaarheid, de bereikbaarheid en de veiligheid in onze woongebieden van Zeist beheersbaar blijven. Als je het raadsvoorstel mag geloven, heeft Zeist wat dat betreft een sleutel in handen. De sleutel voor een oplossing waar naar iedereen op zoek is. Zou dat nou waar zijn? De VVD-fractie is er van overtuigd dat de voorgestelde maatregelen zoals bijvoorbeeld het 30 kilometerbeleid, het hoogwaardig openbaar vervoer, het eventuele randstadspoor op zich goede en nuttige zaken zijn. Deze maatregelen zullen ook in samenhang niet kunnen leiden tot het gewenste resultaat. Kan men daarbij dan met een verdeling van de bestaande hoofdverkeerswegen in wegen van de eerste en tweede orde bovendien een ontmoedigingsbeleid moet worden losgelaten op de wegen met als aanduiding categorie 2 zonder compenserende maatregelen als een rondweg, is het voor de VVD helemaal zeker dat er op termijn een groot gat zal vallen tussen de voorgestane ambities en hetgeen daadwerkelijk zal kunnen worden bereikt. Opmerkelijk is het dat de invloedrijke ontwikkelingen in Driebergen voor ons beleid zo worden erkend. We hebben daar zeer veelvuldig over gesproken. Deze kunnen nu tot een herbeoordeling leiden van een belangrijk deel van de huidige hoofdwegenstructuur tussen Driebergen en Zeist. Voor ons zet zo’n constatering op zo’n laat moment de toch al wankele zekerheden van het raadsvoorstel nog meer onder druk. Dat zult u toch met ons eens willen zijn.

De VVD-fractie staat niet te juichen bij elke meter asfalt die er meer moet komen. Zeker niet in een omgeving waarin Zeist qua ligging op de Heuvelrug zich bevoordeeld mag voelen. Als wij kijken naar de echte realiteit van vandaag, is niet meer aan de orde de vraag wat we willen en wat niet, wat kunnen we en wat kunnen we niet. De vraag is wat dan nodig is. Volgen we die lijn niet, zijn de gevolgen straks desastreus voor de bereikbaarheid, voor het welzijn van onze wijken, voor de veiligheid, maar ook het milieu en de natuur in de Zeister regio. Wat we hiermee willen zeggen is dat in onze opvatting het effect van het voorgestane beleid haaks staat op de gewenste uitkomsten en ambities.

Dat de VVD veel tijd heeft besteed aan dit project en onze opvattingen en conclusies misschien wel meer dan bij wie ook hebben besproken en getoetst aan het maatschappelijk veld is inmiddels wel bekend. Natuurlijk ontmoeten we daarbij ook bedenkingen. Er is een veelheid aan stukken. Laten we verwijzen naar de vele stukken die ons de laatste dagen nog bereikt hebben. Die stukken geven toch aan dat er ook voor de visie van de VVD wel degelijk een draagvlak is. Een goed en groot draagvlak. Ten aanzien van de resultaten, het Woudenbergberaad, een eerste poging tot afronding in een minder succesvol kerkberaad, de conclusies en de aanbevelingen van het visieberaad is in onze beleving te selectief omgegaan in een denkrichting die vooraf gaand reeds was ingezet. Een denkrichting die door vooraf ingenomen standpunten in feite te weinig ruimte heeft gelaten voor echte nieuwe elementen. Nieuwe elementen zoals bijvoorbeeld de VVD bereid is die in te zetten. Dat was voor ons dan ook geen verrassing dat in de commissievergadering 16 insprekers op een heldere wijze nog eens de achilleshiel van het raadsvoorstel raakten en de feilen van dit voorstel bloot legden. De VVD heeft daarvoor bijzonder respect, vooral voor het niveau en de helderheid en de spreektijddiscipline waarmede dat op die avond is geschied. Het is voor ons ook geen verrassing dat de leden van deze raad de laatste dagen brieven hebben ontvangen met dezelfde strekking en het verzoek aan de gemeenteraad om het voorstel van de meerderheid van het college vooral niet te volgen. Voor de VVD was het tekenend dat na alle studies en overleg maar vooral het brede beraad met de burgers het besluit met betrekking tot het document nog zo ingrijpend moest worden bijgesteld naar aanleiding van de laatste commissievergadering. In feite was er geen sprake van een nadere invulling van wat de burger wilde. In feite was er sprake in onze beleving van een herschrijving van het stuk. Hieruit spreekt in onze overtuiging een zorgelijk gebrek aan vertrouwen bij de meerderheid van het college dat het voorstel inderdaad een vereiste realiteitswaarde en draagvlak heeft op termijn. Daar spreken we over.


Mevrouw De Niet: (CDA)

Naar mijn gevoel hebben wij een raadsvoorstel gekregen dat ingaat op alle opmerkingen die in deze commissie gemaakt zijn. Er is uitleg gegeven wat het college er vervolgens mee gedaan heeft. Het is naar mijn stellige overtuiging niet zo dat daarmee een volledig gewijzigd raadsvoorstel aan ons aangeboden is. Ik ben het volstrekt oneens met de woorden van de heer De Ligt.


De heer De Ligt: (VVD)

Hierop antwoordend zou ik willen stellen dat alles wat daarin gesteld is inderdaad in de voorgaande zaken al aan de orde zijn geweest. Als je een besluitvormend stuk als basis voor de hoofdwegenstructuur nog een keer meent nog een keer nader te moeten betonen, heeft er aan de kwaliteit van de eerste inzet wel degelijk behoorlijk wat ontbroken.


Mevrouw De Niet: (CDA)

Of er is heel goed geluisterd naar de commissie. Dat willen wij toch graag? We zitten toch niet voor nop in de commissie? Als het college niet bereid is naar de commissie te luisteren, zijn we wel heel slecht bezig. We moeten er juist blij mee zijn.


De heer De Ligt: (VVD)

Het ware verstandig geweest dat men het nodige al voor de commissievergadering had meegenomen. Er was formeel en informeel immers al zoveel informatie uitgewisseld.

Ik wil graag voortgaan voorzitter!

Met of zonder randwegen, de uitvoering in tijd zal in hoge mate gestuurd worden door de beschikbare middelen. Welke weg men ook kiest, zal het nog geruime tijd duren voor dat de burger daadwerkelijk de gevolgen van het voorgenomen beleid zal ervaren. Voor ons staat voorop dat de basis een realistisch geformuleerd perspectief moet bieden aan de burger. Wat kan gebeurt en wat niet kan wordt in breder verband beargumenteerd en ter zijde geplaatst. Die lijn vraagt tijdig inzicht in zekerheden en verdraagt zich niet er mee dat in belangrijke onderdelen van de behandeling naar de toekomst zaken worden verschoven. Dat zijn wij aan het verwachtingspatroon verplicht. Immers het handelt hier om een operatie die gedragen behoort te worden door de burger na intensief overleg met die burger.


De heer Van Kuijk: (PvdA)

De heer De Ligt heeft het over realistisch. Ik kan me best voostellen dat de VVD het realistisch vindt dat een randweg de problemen oplost. Het is toch niet realistisch om te denken dat die randweg er ooit kan komen in verband met de door mij genoemde redenen? Dat is niet realistisch. U houdt de burger dan iets voor wat gewoon niet kan.


De heer De Ligt: (VVD)

Dat is uw stelling. U zegt dat het planologisch onmogelijk is. Als u de correspondentie nakijkt, weet u dat toen er een aanwijzing kwam van de Raad van State dat op die plek geen aansluiting op de A28 mocht komen, kwam er tegelijkertijd een brief van de provincie waaruit bleek dat aan een andere aansluiting op die weg medewerking verwacht mocht worden. Dat vergeet u.


De heer Van Kuijk: (PvdA)

We hebben het niet over een aansluiting.


De heer De Ligt: (VVD)

U mag best de stelling hebben dat u dat niet wil uit milieutechnische overwegingen. Wij willen het overleg om te kijken wat haalbaar is en wat de mogelijkheden onder de omstandigheden van vandaag zijn. Het is buitengewoon merkwaardig dat men een dergelijke discussie niet wil om een goed beeld van de mogelijkheden te kunnen krijgen. Dan sluit je de zaken onnodig kort.


De heer Van Kuijk: (PvdA)

Ik heb duidelijk in mijn bijdrage aangegeven dat het ‘t goed recht is van de VVD om dat onderzoek te willen, maar dat het niet realistisch is. Daarom ben ik benieuwd naar het antwoord dat het college straks zal geven. Ik hoop dat het antwoord u ook zal overtuigen.


De heer De Ligt: (VVD)

Laten we dat maar even afwachten.

Ik wil graag het woord tot de portefeuillehouder in het college richten. De wethouder heeft zeer veel uit de kast gehaald. Hij heeft letterlijk enthousiast de nek uitgestoken bij een bestuurlijk buitengewoon lastig project. Als geen voorganger heeft hij van begin af aan bij dit ingewikkelde verkeersdossier de inspraak en samenspraak een prominente plaats willen geven in het proces. Hij heeft zich het daarmee bestuurlijk niet gemakkelijk gemaakt. Met graagte wil ik hier stellen dat dit is gebeurd met het respect en de volle waardering van onze fractie. Het heeft ons ook een leermoment gegeven. De directe verder gaande democratische inspraak heeft in de Zeister samenleving een prominente plaats ingenomen. Dit schept een hoog verwachtingspatroon. Willen gekozen bestuurders hierin verantwoord blijven functioneren, worden zij aanzienlijk beperkt in de sturingsmogelijkheden die nodig zijn op basis van een bredere deskundigheid dan de incidentele wijkbelangen een doeltreffend over all beleid te kunnen realiseren. Dan ligt de vraag voor hoe ver mag en kan een gekozen volksvertegenwoordiging in dat beeld tegemoet blijven komen aan de kleinschalige wensen zoals die aantoonbaar een hoger algemeen belang frustreren of niet meer inpasbaar maken. Dat punt wil de VVD graag in het kader van een evaluatie nog eens nader bespreken.

Ik wil afsluiten. De VVD zal gezien de discussies in de commissie en de inhoud van dit raadsvoorstel geen moties en geen amendementen indienen. Weliswaar hebben wij onze eigen ervaringen met de vele burgers. Met hen hebben wij op een breed terrein zeer intensief gesproken. Ik heb reeds gesteld dat er bedenkingen waren, maar wij hebben ook een brede steun voor onze visie ontmoet. In deze raad is het draagvlak helaas te smal voor ook maar enig succes. Dat is niet alleen maar jammer, maar het zou ons allen aan het denken moeten zetten. De VVD is overtuigd dat de wal het schip zal keren. Wij blijven alert op de mogelijkheid om een koerswijziging in dit beleid in te zetten. De gehele fractie is daarom ook unaniem van mening dat linksom of rechtsom een randweg de beste uitgangspositie biedt voor een succesvol integraal verkeers- en vervoersbeleid. Wij zullen dan ook niet instemmen met dit voorstel.

Ik wil tot slot nog een opmerking maken over het betoog van de heer Van Kuijk. De heer Van Kuijk van de PvdA lijkt meer bezorgd om de situatie in Bunnik gebaat bij een aansluiting op de A12 vanaf de Koelaan dan om de situatie in Zeist waar een onderzoek naar de mogelijkheden van een rondweg langs Zeist-West met als achtergrond tot een werkelijke verlaging van de verkeersdruk op de grote delen van Zeist en niet in de laatste plaats op het centrum te komen, zelfs niet aan de orde kan zijn. Dat hebben wij als buitengewoon merkwaardig ervaren.


De heer Van Kuijk: (PvdA)

Wij maken ons uiteraard grote zorgen om Zeist. Ik heb u aangegeven dat wij om dezelfde reden als bij het afwijzen van de randweg wij zeer kritisch zullen kijken naar het onderzoek dat het college heeft aangekondigd. Dat is ook de voornaamste reden voor ons dat wij ook de problemen van onze buurgemeente willen beschouwen. Het zou heel goed kunnen zijn dat die niet sterk genoeg zijn onderbouwd om uiteindelijk een voorstel te steunen.


De heer Van Gemeren: (D66)

D66 wil graag vanavond als hekkensluiter optreden. In de eerste plaats omdat D66 acht jaar lang in de gemeente Zeist de portefeuille verkeer en vervoer heeft beheerd. Ruim drie jaar lang is die nu in handen van de heer Gijs van Brenk. Vanaf deze plaats wil D66 in ieder geval felicitaties doen uitgaan naar het college en de portefeuillehouder, naar de ambtenaren en ook naar de raadsleden en naar de Zeister burgers omdat er nu een integraal verkeersplan op tafel ligt. De vraag is of het ook een goed plan is, maar daar gaan we met elkaar over praten. In de tweede plaats willen we het college bedanken voor de gegeven antwoorden tijdens de commissievergadering. Op een aantal punten was het voor ons verduidelijkend. De titel samen verkeren is op zichzelf mooi. Andere sprekers hebben daar ook over gesproken. Iedereen kan in Zeist in samenspraak met elkaar het verkeer in de toekomst in goede banen doen leiden. Dit motto van samen verkeer doet veel denken aan de slogan, roken dat lossen we samen wel op. Het zijn ongelijkwaardige partijen waar we het over hebben. Inspraak en samenspraak is prima. We hebben daar heel wat van gezien. Ten halve keren in plaats van ten hele dwalen door het college mag geen excuus zijn om de beruchte knip van het college te vergeten. Ik bedoel de knip van de Dorpsstraat en de Lageweg. Het oordeel van de Zeister burger was in november hard. Het eerste GVVP was geen knip voor de neus waard. Het college is na de ronde-tafelgesprekken begonnen en heeft een nieuw plan op tafel gelegd. Is er draagvlak voor dit plan? Ik moet constateren dat er geen draagvlak voor dit plan is door de verkeersgroepen hier in Zeist en dat betreur ik. Zo betreurde ik het ook dat het vorig jaar vastgestelde milieubeleidsplan ook geen draagvlak had bij de Zeister groene en milieugroepen. Wat er uit het politieke spel vandaag of eventueel morgen komt moet nog blijken. D66 heeft in de commissie nog geen groen licht gegeven voor dit plan omdat wij het eerst nog wilden toetsen aan aspecten van duurzaam veilig. D66 wil haar bijdrage met een variatie op een andere landelijke campagne namelijk ik vrij veilig want anders vrij ik niet de titel meegeven van samen verkeren ja maar dan wel duurzaam veilig. Wat wil het GVVP bereiken? Een aantal sprekers voor mij heeft ook al gezegd, de omslag voor het autogebruik, fiets en het openbaar vervoer door een kwaliteitssprong is prima. Het concentreren van het autoverkeer op een stelsel van hoofdwegen. Het college heeft het over wegen van de eerste en tweede orde. Het beperken van regionaal doorgaand autoverkeer en een goede bereikbaarheid van Zeist. Het gaat om een verbetering van de verkeersveiligheid, de leefbaarheid en identiteit. Stuk voor stuk zaken waar D66 ook voor staat. Het GVVP beoogt daaraan sturing te geven. Ik las in het afgelopen weekend het gemeentelijk personeelsblad werk in uitvoering. Daarin las ik een recept van de wethouder van milieu en verkeer zag ik dat er acht wegen van de eerste orde zijn. U voegt daaraan toe acht wegen van de tweede orde. We mixen dat met wat leefbaarheid en veiligheid. We doen dit in een ovenvaste schaal van identiteit van cultuurverstoring in Zeist en wij serveren het met een laagje van natuur en milieu. Is dat nu het GVVP dat voor ons ligt? Zo laagdunkend willen wij er hier niet over praten, want je doet dan geen recht aan de kok die het heeft gemaakt. Het college heeft het samengesteld en er is nog een groep geweest die er over meegedacht heeft. We hebben er in de commissie al eens een keer op gewezen dat het college nu de energie inzet op zaken die naar onze mening ook als eerste aangepakt moeten worden. Wij hebben geconstateerd dat het college inzet op een verbetering van de doorstroom van het regionaal doorgaand verkeer. Dat is 15% van het totale verkeer. Wat doet de gemeente Zeist aan de andere zaken? Moeten we nu 85% energie steken in 15% effect? We hebben het gehad over de voorkeursbehandeling van de auto. De fietser en het openbaar vervoer komen naar de mening van D66 niet op de eerste plaats. We hebben het over de aantasting van de ecologische en de cultureel-historische structuur en de identiteit van Zeist door de aanleg van een nieuwe infrastructuur. Denk aan de verbinding van de Koelaan met de A12 en in zekere zin ook de Krakelingenweg. Het belangrijke kritiekpunt van ons was dat dit plan geen halt toeroept aan het zogenaamde negen en vijf uurverkeer, het woon- werkverkeer. Als ik het goed beluisterd heb tijdens het ronde-tafelgesprek is dit het echte probleem van Zeist. We betreuren het dat nog veel zaken moeten worden uitgewerkt. Fietsstimulering, fietspaden. De raad heeft in 1994 een fietsplan vastgesteld. Wordt dat integraal nog verder uitgevoerd of gaat u iets nieuws verzinnen?

De buurtontsluitingen moeten nog uitgewerkt worden in samenspraak met groepen. Er is het vervoersmanagement van bedrijven. Aan de Utrechtseweg en Driebergseweg is een wereld te winnen aan vervoersmanagement. Wij missen dat in de prioritering van het college. We missen de veilige schoolroutes en parkeerroutes en het financiële plaatje ontbreekt. Wel hebben we nu – en daarvoor dank – een indicatie gekregen hoeveel het gaat kosten.

Ik heb gisteren alle stukken die ik als raadslid heb ontvangen op elkaar gelegd en het was een hele stapel. Alleen is het iets dunner geworden. We missen in ieder geval de PvdA-variant. Daar horen we niets meer van. Dit betreft namelijk de ondertunneling van de Dorpsstraten van de Driebergseweg naar de Utrechtseweg. Wij zijn blij dat we daarvan niets meer horen gezien de grote ingreep in het centrumgebied en de milieubelasting die dat met zich meebrengt. Deze variant zien we gelukkig niet meer terug. Een andere variant is des te gevaarlijker naar boven gekomen en dat noem ik de VVD-variant. Met alle respect mijnheer De Ligt, in november signaleerden we al dat er een nieuw gevaar dreigde in Zeist-West. Een dier dat eigenlijk nog niet gesignaleerd was door de werkgroep natuurlijk Zeist-West. Die heeft een heel goed oog op dit soort dingen. Zo was er de slangenvariant van de VVD. Er moest een nieuwe westelijke verdeelweg van Zeist-West linksom Schoonoord naar de Driebergseweg en rechtsom naar de A28. Verkeerskundig zou dit de beste oplossing zijn. Wij zetten daar heel wat vraagtekens bij. Ecologisch-landschappelijk is het problematisch. De slangvariant vindt D66 kronkelig en listig. Het is een afleidingsmanoeuvre. Je moet oppassen dat je niet gebeten wordt. Een andere vraag is wat de dekking is van het VVD-voorstel. Ik kom daar straks nog op terug bij het financiële plaatje. Iets zeggen is een, je voor je iets hard maken is twee en er voor vechten om de middelen beschikbaar te krijgen is drie.


De heer De Ligt: (VVD)

Spreekt u dan ook even over de dekking van het voorliggende voorstel.


De heer Van Gemeren: (D66)

Ik heb net al gezegd dat ik daar zo op kom.

De collegevariant hebben wij getypeerd als de koe-variant. Met de ondertitel de natuur is geen melkkoe. College, we zijn blij met het gewijzigd raadsvoorstel en dat u niet meer spreekt van een nieuwe maar van een aangepaste Krakelingenweg die nodig is voor de Z-structuur. U heeft ook de kanttekening daarbij geplaatst dat de vormgeving van deze weg geen extra doorgaand verkeer mag aantrekken. Dat is voor ons al een stap in de goede richting. Wij gaan er niet van uit zoals de heer Prikken dacht dat de Krakelingenweg grootschalig onder de schop gaat. Wij gaan er van uit dat gezien het profiel er een bepaalde aanpassing zal plaatsvinden. Daarvoor hoeven we geen studie meer te doen naar de consequenties voor de natuur, want dat rapport is al in 1990 door de milieugroepen van Zeist gepubliceerd. Dat heb ik geërfd van mevrouw Van Maren.

Na de Z-structuur is er een ander gevaarlijk element en dat is de Arnhemse Bovenweg dat onderdeel van de hoofdstructuur van de tweede orde zal moeten zijn. Ik heb verder niets toe te voegen aan het uitvoerige pleidooi van de heer Claasen. Wel wil ik even zeggen dat wanneer het college een 50 km weg wil hebben en bij de oversteekvoorzieningen een 30 km maatregel, is het dan niet handig gezien de vele oversteekvoorzieningen en nog aan te brengen verkeersvoorzieningen om van de Arnhemse Bovenweg gelijk helemaal maar een 30 km gebied te maken? Dat scheelt u enorm. Ik ben benieuwd naar de reactie van het college op deze creatieve suggestie.

Een andere gevaarlijke horen van de koe-variant is de ontsluiting van Zeist-West door een nieuwe vertakking van de A12 door het groengebied vanaf de Koelaan. Ik heb vorige week in Het Utrechts Nieuwsblad een prachtig artikel gelezen over de plannen voor Wulpenhorst. Weet Wibi Soeriadi of hoe die mag heten, onze nationale pianist die de Wulpenhorst heeft uitverkoren als zijn domicilie voor zijn pianoacademie? Weet Wibi al dat er een aftakking komt vanaf de Koelaan achter zijn huis langs over de spoorlijn en de Kromme Rijnlaan verder naar Bunnik? Wist hij dat voor hij het koopcontract sloot? Wij zijn nieuwsgierig naar het antwoord van het college op deze vraag.

Het CDA heeft gezegd niet enthousiast te zijn. Toch wil men onderzoek doen. Mevrouw de Niet, mag ik u tegemoet komen door u voor te stellen een vooronderzoekje te doen naar de haalbaarheid van die aansluiting op de A12? We weten het standpunt van het Utrechts Landschap. We weten het standpunt van Rijkswaterstaat. Daar hebben we met elkaar over gesproken toen we een bijeenkomst hadden over de HSL, de A12 en het station Zeist-Driebergen. De PvdA zegt ook niet keihard tegen een aansluiting op de A12 te zijn, maar zij is wel kritisch.


De heer Van Kuijk: (PvdA)

Wij zijn niet keihard tegen een onderzoek naar de mogelijkheden.


De heer Van Gemeren: (D66)

Dus als u niet keihard tegen bent, bent u dan zacht voor? Zou dan ook een vooronderzoekje zoals ik net voorstelde realiteit zijn?


De heer Van Kuijk: (PvdA)

Dat zou realiteit zijn. Ik vind nogmaals dat wij de problemen van Bunnik bij de besluitvorming hebben betrokken. Ik dacht dat het ook al aangegeven was door de heer Prikken of Van Buël dat we nog naar de mogelijkheden willen kijken. Ik weet dat er grote bezwaren zijn tegen een aansluiting omdat de roep misschien nog groter zou worden. Dus reken er op dat wij heel, heel kritisch zullen zijn.


De heer Van Gemeren: (D66)

Ik ben blij dat de PvdA-fractie heel erg kritisch is. Wij rekenen daar ook op. Eigenlijk zouden we er nu al op willen rekenen. Dan hoeven we nu iets niet te doen. Je kan zeggen onderzoek alles en behoud het goede, maar als je van tevoren al weet dat het niet zo goed is, waarom zou je het dan nog moeten onderzoeken?

Ik had beloofd om nog wat te vertellen over het geld. De heer De Ligt vroeg er om. Het college zegt met de realisering van dit GVVP dat er hoge kosten zijn gemoeid. Vooralsnog gaat het college uit van een gemiddelde bruto investering van minimaal f 2.000.000,- per jaar. Het college zegt ook in het raadsvoorstel te rekenen op andere subsidiestromen. Is het juist dat het gemeentelijk aandeel op jaarbasis minder is? Als wij f 2.000.000,- per jaar uitgeven krijgen we bijvoorbeeld een miljoen aan andere middelen terug. Geeft Zeist dan netto f 1.000.000,- uit gezien eerdere subsidiestromen? Mevrouw De Niet weet er alles van. De wethouder heeft toen gezegd dat dit nooit meer zal gebeuren.

Als we uitgaan van f 2.000.000,- bruto en we kijken naar de f 7.000.000,- aan GZO-gelden die de raad kan besteden en we vertalen dit naar jaarbasis zeg je dat je voor f 2.000.000,- brute ongeveer f 20.000.000,- kan investeren. Is dat voldoende voor een pakket aan maatregelen waarvoor het GVVP is bedoeld? Volgens D66 bij lange na nog niet. Een klein rekensommetje. Als wij het oude VCP van 1986 er bij pakken en het overzicht er bij nemen van de investeringen die toen gemoeid waren voor de plannen die er toen lagen, zijn die bedragen berekend naar het prijspeil over 1996. Dan komen we voor de Krakelingenweg op 6,5 a 7,5 miljoen om te investeren. De reconstructie van de Woudenbergseweg en Krakelingenweg f 1.200.000,-. De aansluiting van de Koelaan op de A12 op zijn minst f 5.300.000,- als we met de oude aansluiting op de A28 rekenen. Als we dan ook nog de randweg langs Zeist-West van de VVD nemen, haal ik uit de stukken dat die gerekend naar het prijspeil over 1996 15 tot 21 miljoen zou gaan kosten. Als we ook nog een aansluiting op de Driebergseweg moeten hebben achter Schoonoord langs komt er nog f 7.200.000,- bij., Dan hebben we nog de aansluiting op de A28. Dat is rechtsom. Dan komen we nog op f 5.300.000,-. Al met al vergt het voorstel van de VVD-fractie naar onze mening zo’n 27,5 a 35 miljoen. Dat is al vele malen meer dan wat ik berekend heb wat het college ongeveer te besteden heeft aan 25 miljoen. Dan zegt de VVD ook nog dat de sturing afhankelijk is van de beschikbare middelen. Ik denk gewoon dat we niet iets moeten gaan doen wat gewoon niet te sturen valt.

Dan hebben we het over een aantal infrastructurele voorzieningen die nu opgenomen zijn in het plan. Als we dan ook nog de integrale uitvoering van het fietspad er bij nemen, hangt daar een prijskaartje van f 8.500.000,- aan. . Dat is het prijspeil van 1994. Dus een kleine 10 miljoen om het fietsplan integraal uit te voeren. Dan zijn we er nog niet. Een heel belangrijk element en die zijn groengekleurd op het kaartje, zijn de verblijfsgebieden. Hoeveel geld is er voor de verblijfsgebieden? Navraag leert dat je voor de inrichting van verblijfsgebieden op een sobere wijze zo’n f 20.000,- per kilometer kwijt bent. Kan het college antwoord geven op de vraag hoeveel kilometer weg er straks ontsloten moet worden in de wijken en buurtschappen? Als dat 100 km is, is er zo’n f 2.000.000,- aan investeringen nodig en met 200 km is dat f 4.000.000,-. Deelt het college de vrees van D66 dat straks meer geld in nieuw asfalt wordt gestoken en amper in de inrichting in de Zeister wijken en buurtschappen? Wij zouden daar graag nu een antwoord op willen hebben voordat wij dit plan willen vaststellen.

Ik kom tot de conclusie. Het college krijgt van D66 nog niet het groene licht voor dit GVVP. We hebben een aantal amenderingen die we nu in eerste termijn aan het college meegeven zonder dat nu te ondersteunen met andere moties of amendementen. We willen geen onderzoek naar een aansluiting van de Koelaan op de A12 om dezelfde reden waarom het college de suggestie van de VVD inzake de randweg afwijst. In afwachting van de realisering van een verbeterde Krakelingenweg pleiten we er voor om de nu in het GVVP opgenomen prioriteiten anders te stellen. In de eerste plaats moeten we beginnen met de invulling en uitwerking van de verblijfsgebieden ter verbetering van de woon- en leefomgeving en de verkeersveiligheid volgens het concept van duurzaam veilig. In de tweede plaats willen we graag van het college een integrale uitvoering van het fietspadenplan 1994 inclusief de veilige schoolroutes en voorzieningen in het centrumgebied. In de derde plaats willen wij dat het college nog dit jaar al inzet op fietsstimulering en vervoer van mensen door pendels. Ik begrijp eigenlijk de discussie niet van de heer Van Kuijk over het station Driebergen-Zeist om daar parkeerplaatsen te realiseren als we in de pendelscan moeten lezen dat meer dan 50% van de Zeistenaren uit de auto op de fiets kunnen stappen. Het station Driebergen-Zeist is binnen 10 kilometer te bereiken. Ik doe het elke dag vanuit Zeist-West.


De heer Van Kuijk: (PvdA)

Ons standpunt is gebaseerd op het feit dat heel veel mensen van een verdere afstand komen. Dit is bijvoorbeeld vanuit Woudenberg. Ze proberen met de auto naar Driebergen-Zeist te komen. Ze constateren dat er geen plaats is en dan rijden ze maar door. Het aantal weten we niet, maar voor dat soort mensen zou je in ieder geval meer parkeerplaatsen moeten realiseren.


De heer Van Gemeren: (D66)

Voor een aantal mensen pleit dit wel, maar ik ken ook mensen die met de stoptrein van Maarn naar Driebergen-Zeist rijden. Er zijn veel mogelijkheden. Ik zou niet zonder meer het pleidooi voor meer parkeerplaatsen bij het station willen overnemen. Wel pleiten wij voor meer maatregelen voor het openbaar vervoer op de Utrechtseweg.Kan het college ons nog meer vertellen over de gelden die Zeist kan verwachten ook van het BRU nu de miljarden ook naar de regio Utrecht komen in verband met het bereikbaarheidsoffensief Randstad? We hebben het er in de commissie al over gehad en de heer Van Kuijk had het er ook nog over, laten we investeren in een monitoringssysteem. Bekijk wat de effecten zijn van de maatregelen die nu worden voorgesteld.

D66 wacht met spanning het antwoord van het college af om te zien of het GVVP-verkeerslicht op groen dan wel op rood springt.


De heer Van Ballegooijen (SGP/ChristenUnie)

Ik heb met belangstelling geluisterd naar het betoog van de heer Van Gemeren en naar de torenhoge verlangens die allemaal gerealiseerd moeten worden door het college. Alleen vele verlangens die door D66 zijn geuit spelen al jaren. Waarom zijn die niet in de afgelopen vier jaar voorafgaande aan deze raadsperiode niet uitgevoerd?


De heer Van Gemeren: (D66)

Ik denk dat het in de eerste plaats er om gaat dat de raad het geld ter beschikking stelt. Er is een kostenplaatje aan het voormalige VCP gehangen. Een kostenplaatje ontbreekt bij dit plan. Ook al heeft men in 1986 het VCP vastgesteld wetende het kostenplaatje, de raad heeft het nooit hard gemaakt om de verlangens om te zetten in klinkbare investeringsguldens. Wij vragen nu van het college om inzicht te geven in wat de uitvoering van dit plan gaat kosten zodat wanneer we er ja tegen zeggen we ook weten om hoeveel geld het gaat. Ik heb een bepaalde rekensom hier neergelegd en er zijn best nog wel andere rekensommen mogelijk. We hebben ook een aantal bezuinigingsmogelijkheden aangegeven. Wat ons betreft hoeven we niet te investeren in de Koelaan en de A12 en ook niet in de aanpak van de Krakelingenweg. En helemaal niet in een randweg. Wij zijn voor inrichting van de wijken en de uitvoering van het fietspadenplan volgens het concept van duurzaam veilig.


De heer Van Delft: (CDA)

Ik heb iets gehoord over hele grote bedragen waar de heer Van Gemeren mee gooide. Ik heb ook iets gehoord over acht jaar verkeerswethouderschap bij de fractie van D66. In die periode stonden wij voor forse bezuinigingen. Het is met name in die periode geweest dat er fors teruggeraamd is op eerder door de raad bij meerjarenbegroting vastgestelde ruimte voor verkeersmaatregelen. Het is door die problematiek waarvan het huidige college bij diens aantreden de wrange vruchten moest plukken. Er was te weinig geld voor verkeersmaatregelen. Als dan nu wordt gezegd dat er ineens zovele miljoenen nodig zijn, moeten we ons wel realiseren dat door onvoldoende tegenweer respectievelijk het gemakshalve zoeken naar het zoeken van bezuinigingen in de sfeer van alle verkeersmaatregelen en of dat nou drempels of fietspaden of 30 kilometergebieden waren, die zijn het eerst aangewezen als bezuinigingen in portefeuille. Daar zit je met de gevolgen van. Er zal een terugslag plaatsvinden in het beleid waar deze wethouder mee geconfronteerd is. Dat stuk realiteit had er ook bij gehoord mijnheer Van Gemeren.


De heer Van Gemeren: (D66)

Mijn buurvrouw fluistert me in dat Winnie de Poeh dan altijd zegt, oh. Ik wil het niet bagatelliseren mijnheer Van Delft. Het college en de raad hebben in meerderheid met elkaar besluiten genomen. Ik ben daar niet verantwoordelijk voor. Ik heb alleen aangegeven dat het van belang is dat wanneer de raad een plan vaststelt het ook een realistisch plan is. Als de Krakelingenweg eenmaal gereconstrueerd is, moeten we niet zeggen dat het jammer dat we geen geld meer hebben voor de verblijfsgebieden in de Zeister wijken. Wij willen een en ander liever eerst weten in plaats van later.


De heer Van Delft: (CDA)

Het zijn juist de bedragen voor de Zeister wijken en de verblijfsgebieden die het eerst als bezuiniging zijn ingeleverd door de achtereenvolgende verkeerswethouders van D66.


De heer Van Gemeren: (D66)

U bedoelt die voorstellen die misschien wel hoog prijkten op de lijst van het college aan de raad die hier toen in het gemeentehuis zat. Ook het CDA zat er in en ik dacht dat toen der tijd het CDA ook de geldmiddelen beheerde.



De heer Van Delft: (CDA)

Het is toch altijd zo dat de portefeuillehouder het eerst met voorstellen komt. U heeft er terecht op gewezen dat D66 acht jaar lang het verkeer heeft beheerd. Helaas was dat ook de periode waarin het aansluitpunt op de A28 speelde. Daar hebben we ook alle vruchten van kunnen plukken.


Hierna wordt de vergadering voor tien minuten geschorst waarbinnen de wethouder zijn antwoord kan voorbereiden.


De vergadering wordt heropend.


Wethouder Van Brenk: (SGP/ChristenUnie)

Ik heb met vele anderen naar deze avond en naar dit moment uit gezien. Een periode van twee jaar van intensief overleg en contact. We hebben een afstemming gezocht naar leefbaarheid, veiligheid en de bereikbaarheid met behoud van de cultuurhistorie en waar mogelijk willen we die versterken. We hebben het milieu en de ecologie in acht genomen. Voorwaar geen kleinigheid. Ik had het me trouwens iets simpeler voorgesteld het hele proces dan het is verlopen in alle eerlijkheid. Terugkijkend op het proces ben ik het met velen uit deze raad eens en daar buiten dat we voldoende in dit proces geïnvesteerd hebben om op dit moment tot besluitvorming te komen. Dat vind ik op zich de moeite waard om daar vanavond wat uitgebreider met elkaar bij stil te staan. Ik ga niet elk punt langs. Er speelt een aantal hoofdpunten als ik dat even zo mag noemen.

De Arnhemse Bovenweg is door veel partijen weer eventjes voor het voetlicht gebracht. Via een amendement wordt daar ook aandacht voor gevraagd. Er is gezegd dat de Arnhemse Bovenweg tot busroute te maken en voor het bestemmingsverkeer. Eigenlijk zijn die twee zaken met elkaar strijdig. Het inrichten van een verblijfsgebied en als 30 kilometergebied en tegelijk als busgebied is in het kader van duurzaam veilig onverenigbaar. U zult zich herinneren dat in het eerste plan de Arnhemse Bovenweg een hele nadrukkelijke positie had. Wij willen dat graag honoreren, maar niet vanavond. De zorgvuldigheid vraagt dat we de zaken naast elkaar zetten. Alles wat er vanavond aan de orde is geweest over de Arnhemse bovenweg, de Breullaan, en de Driebergseweg en de laan van Beek en Rooyen als eerste van de projecten te onderzoeken en op zijn consequenties te bezien.

Dan hebben we een niet onbelangrijk punt als de rondweg dat veel besproken is. Vanavond heeft de VVD-fractie op waardige wijze nogmaals haar principiële standpunt kenbaar gemaakt. Dank voor de wijze waarop dat is gebeurd. Tegen dat punt heb ik het meest opgezien. Het heeft mij versterkt in de wijze waarop wij vanavond met elkaar op een principiële wijze met een punt als dit om kunnen gaan. Als dit voor een persoon of partij zo principieel ligt, verdient dat respect. Ik had er natuurlijk wel naar uitgezien dat het collegevoorstel nog meer draagvlak in de raad had kunnen krijgen.

Mevrouw De Niet heeft nog een vooronderzoek voorgesteld. De VVD en de CDA-fractie kunnen voor zichzelf spreken. Ik vraag me af of de VVD-fractie gediend is met de handreiking die mevrouw De Niet doet. Ik zie graag nog iets naders in tweede termijn.

Wat ik ook in tweede termijn graag aan u wil voorleggen is de aansluiting op de A12 in Bunnik. Ook die is vanavond vanuit verschillende optieken aan de orde geweest. Ik zou nadrukkelijk willen vragen dat de raad in tweede termijn daar een uitspraak over te doen. Dan kunnen we ook ten aanzien hiervan tot een standpuntbepaling komen.

Mevrouw De Niet is altijd heel duidelijk als het gaat om het fietspad naar de Uithof. Het staat nog steeds in het programma en het staat er al zo lang. Het is nog steeds niet weggepoetst. Er zal wel binnen afzienbare tijd besluitvorming over komen. Dan krijgt u nog alle gelegenheid om de afweging te maken die daarin wordt voorgesteld. Ik hoop dat u dit punt nog even af wil wachten.

Wij hebben dit interactieve proces met heel veel mensen meegemaakt. Het heeft ook veel materiaal opgeleverd. Dat is vanavond ook onderkend. Wij hebben al het materiaal bewaard. Het zijn heel veel kostelijke en kostbare adviezen die je gratis krijgt. Gedachten waar je soms zelf niet op bent gekomen. Nuanceringen die net een stukje meerwaarde hebben voor een bepaalde laan of straat in de wijk. Wij hebben ze bewaard. Zoals aangekondigd zal het hele proces van samenspraak en inspraak gaan gelden voor het verdere vervolgtraject. In die zin kunnen we hopelijk wat kleinschaliger kijken naar de eigen wijk en kunnen we een eigen invulling geven aan de bestemming die de wijk onderweg heeft gekregen.

Je moet er in geloven, zei de heer Prikken. Dat is in zekere zin ook zo. Geloven is ook vertrouwen. Sinds 14 jaar hebben we toch weer de moed samengeraapt door hier een integraal plan te presenteren. Hoe we er gezamenlijk naar kijken, het is en blijft een integraal plan waarin de auto, de fietsers, het langzame verkeer en het openbaar vervoer een plek hebben gevonden, zij het dat het nog niet allemaal is gedefinieerd. Wij beperken ons vanavond ook tot de hoofdstructuur. De rest wordt allemaal uitgewerkt volgens een plan van aanpak dat u gepresenteerd krijgt in juli of uiterlijk in september. Daarbij behoort een prijskaartje. Over dat prijskaartje wil ik niet veel meer kwijt dan dat de middelen die nodig zijn er zullen komen als we akkoord gaan met het bereikbaarheidsoffensief. De f 20.000.000,- die voor Zeist gereserveerd staan zijn beschikbaar voor Zeist op basis van dit GVVP. Mocht het GVVP het vanavond of morgen het onverhoopt niet halen, zal die f 20.000.000,- op z’n minst weer bevochten moeten worden.


De heer Van Gemeren: (D66)

Is het nou bruto of netto waar u het over heeft? Ik hoor nu van u dat er f 20.000.000,- voor Zeist beschikbaar is in het kader van het bereikbaarheidsoffensief Randstad. Ik hoor nu ook dat we vandaag of morgen moeten besluiten, want anders lopen we de middelen mis. Dat is voor mij even een nieuw element. Het college heeft zelf gesproken over minimaal f 2.000.000,-.


Wethouder Van Brenk: (SGP/ChristenUnie)

Ik ga niet met u in discussie en met niemand vanavond over het budget dat noodzakelijk is. Dat krijgt u in juli of september bij de uitwerking van de plannen. Ik zeg u alleen dat er f 20.000.000,- beschikbaar is vanuit het bereikbaarheidsoffensief op basis van het concept GVVP zoals dat thans voorligt.

Het openbaar vervoer zal alle gelegenheid krijgen voor een nieuwe impuls en die heeft dat ook nodig. De kwaliteit en betrouwbaarheid van het openbaar vervoer is niet het niveau dat noodzakelijk is om mensen te verleiden de auto te laten staan en het openbaar vervoer te nemen. Daarvoor is een samenstel van voorzieningen belangrijk. De betrouwbaarheid en aantrekkelijkheid van het openbaar vervoer zullen verbeterd moeten worden en ook de diversiteit. Het HOV, de verbindingen in Zeist, het randstadspoor zowel in Den Dolder en Driebergen-Zeist. Mevrouw De Jong had het over een keer per uur ‘s avonds maar ook overdag. Het is de bedoeling dat dit in de toekomst drie of vier keer in het uur gaat worden dat men van het Randstadspoor gebruikt kan maken richting Utrecht en Amersfoort.

Duurzaam veilig: Wij hebben wel een aantal andere namen genoemd als de hoofdstructuur en de eerste en tweede orde en het verblijfsgebied. Ik heb dat toegelicht in het raadsvoorstel dat dit ook spoort met duurzaam veilig. Dat duurzaam veilig geen keurmerk is ben ik van harte met de heer Prikken eens. Het gaat vooral om de beleving van de individuele burger in de buurt. Daarom hechten we er aan dat proces ook met de buurt in te gaan en daar uitvoering aan te geven. Je mag compartimenteren in de wijk. Als dit de ideale oplossing blijkt te zijn, is daar alle ruimte voor. Om dat als systeem voor heel Zeist op te leggen, hebben we de realiteit niet helemaal meer voor ogen. Als ik ergens benauwd voor ben is het wel de realiteit uit het oog te verliezen. Wie had het daar al ook weer over?

De heer Van Kuijk vroeg ook om een realistische houding. Ik hoop dat we elkaar bij de realiteit zullen houden hier in deze raadszaal. Het gaat om efficiency en nut. Wat vraagt de burger en wat kunnen wij voor het geld leveren. Als je na goed overleg het hoogste rendement kan halen, heb je naar alle kanten goed werk geleverd. De inbreng van burgers is een bron van inspiratie. Het zijn allemaal prachtige woorden die ook voor de toekomst hoopvol zijn.

De heer Van Kuijk vraagt of de rondweg nu ongewenst is.


De heer Van Kuijk: (PvdA)

Nee, dat was de vraag niet, want voor ons is die ongewenst. Is het mogelijk om hem te realiseren gezien een aantal voorwaarden waaraan niet meer voldaan kan worden?



Wethouder Van Brenk: (SGP/ChristenUnie)

We hebben al een eerste principiële keuze gemaakt. Eigenlijk zijn we nu bezig met een stuk natuurontwikkeling. We moeten gaan onderzoeken of het mogelijk is daar een weg door heen te leggen. Vervolgens zijn er ook andere zaken die u genoemd heeft en ook door anderen zijn genoemd die ook van invloed zijn geweest. Het principiële ligt in het natuurgebied.


De heer Van Gemeren: (D66)

Dat is prima, maar zou de wethouder dan ook kunnen aangeven dat ook naar de andere kant van het natuurgebied wordt gekeken bij de A12 en de Wulpenhorst? Het college vraagt de raad zich in tweede termijn nog eens nadrukkelijk daarover uit te spreken. Ik wil graag even weten hoe het college denkt over die aansluiting op de A12 in Bunnik.


WethouderVan Brenk: (SGP/ChristenUnie)

Ik heb u uitgenodigd om morgen in tweede termijn nadrukkelijk uw standpunt te bepalen. Dan proberen we goed te luisteren en dan kunnen we gezamenlijk daarover besluitvorming betrachten.


De heer Van Gemeren: (D66)

Ik probeer nu heel goed te luisteren naar de wethouder naar wat de argumenten zijn van het college ook in relatie tot het natuurgebied en wat wij mee kunnen nemen in onze nadere beschouwing.


Wethouder Van Brenk: (SGP/ChristenUnie)

Ik denk niet dat ik u dat behoef te leren. Mijnheer Van Gemeren, laten wij elkaar serieus nemen. Wij vragen u in tweede termijn expliciet aan te geven hoe u denkt over de Koelaan en het golfterrein. Ik denk dat dit een handreiking is vanuit het college. Het is een goede zaak om daar op een goede wijze met elkaar over in gesprek te zijn. Dan kunnen we mogelijk tot afronding en besluitvorming komen. Ik hoop dat u dit ook serieus wil nemen.

Er liggen nogal wat wensen van mevrouw De Jong. Zij sprak over de laan van Vollenhove en nog veel meer. Alles zou maar tot 30 kilometergebied gemaakt moeten worden. Zo eenvoudig is het leven nou net weer niet. We hebben ook een aantal ontsluitingswegen nodig onder een regiem van 50 km omdat de bus er bijvoorbeeld door moet.


Mevrouw De Jong: (SP)

Ik hoop dat de wethouder toch nog eens heel duidelijk wil gaan kijken naar wat ik gezegd heb en wat het amendement voorstelt. Ik stel beslist niet voor om alles maar 30 km te maken. Natuurlijk moeten er ontsluitingswegen zijn. Ik vraag om de Utrechtseweg tot aan de Schaerweijdelaan tot eerste categorie te maken. Wat dat betreft week ik niet waar de wethouder zich op baseert. Dat in principe betekent dat dit je uitgangspunt is en zo moet u dat lezen.


Wethouder Van Brenk: (SGP/ChristenUnie)

Dat is niet de bedoeling van het GVVP. Binnen de bebouwde kom is 50 km voor de wegen van de eerste en tweede orde het uitgangspunt. Als er bij oversteekpunten nog extra voorzieningen getroffen zouden moeten orden voor de veiligheid van het langzame verkeer, behoort dat tot de mogelijkheden. Het is echter geen uitgangspunt.

Dan ga ik nog naar een belangrijk hoofdpunt en wel naar de Krakelingenweg. De toegang tot de Krakelingenweg is al vele jaren de black spot in de gemeente Zeist. De aanpassing van dat kruispunt wacht op een nadere vaststelling van de functie van de Krakelingenweg. De Krakelingenweg zal toch een hele belangrijke functie kunnen hebben voor de ontlasting van de Driebergseweg en de Utrechtseweg. De mensen hoeven niet van Driebergen via de Woudenbergseweg of de Krakelingenweg. Als je op de A12 bent, kun je toch ook de afslag van Maarsbergen nemen in plaats van de afrit A12 en van daar de richting Woudenbergseweg en Krakelingenweg. In die zin kan zo’n weg een hele belangrijke functie vervullen. Het verkeer op de Boulevard richting centrum kan dan ook ontlast worden. In die zin kan het voor het Lyceumkwartier een goede ontsluiting zijn en zeker als er ook nog een directe aansluiting komt. Het is van belang te weten dat wij het buitengebied van het Utrechts Landschap vanzelfsprekend zullen respecteren bij de reconstructie van de Krakelingenweg. Het zal er in ieder geval langs gelegd worden en niet in het bos even voor alle duidelijkheid. Wij zullen niet meer asfalt leggen dan beslist noodzakelijk. Dan denken we aller eerst aan de bewoners die aan de Krakelingenweg wonen. Het is levensgevaarlijk als je van de werf afkomt en de Krakelingenweg komt. Het gaat eerst om de bewoners aldaar en dan om een stukje doorstroming van het regionaal verkeer dat dan niet meer door Zeist-Centrum hoeft.

De monitoring is een belangrijk item, niet alleen voor het verkeer maar voor vele terreinen. Monitoring is een belangrijk onderdeel. Ook in de voorjaarsnota wordt hij opgevoerd en dit kunnen we inzetten voor meerdere terreinen. Als we straks wijkplannen gaan opstellen is het de moeite waard als we eerst eens nagaan wat we allemaal in de wijken willen hebben. Dan moeten we bezien of de middelen die beschikbaar zijn toereikend zijn en we moeten zien hoe we met de middelen het hoogste rendement kunnen behalen. Als je de doelstellingen kan formuleren kan je achteraf ook gemakkelijker zien of we ze voldoende hebben kunnen halen.


De heer Van Kuijk: (PvdA)

We hebben wat algemene doelstellingen voor het bevorderen van het fietsverkeer en dat soort zaken. Die willen we toch ook meten? In het raadsvoorstel heeft u een passage opgenomen dat we moeten monitoren, cijfers verzamelen etc. maar dat verwatert toch. Ik wil bij elk doel dat we willen halen standaard opnemen dat we dat gaan meten. Dat vereist dan gelijk dat de doelstelling meetbaar is, want anders kan je dat niet eens invullen. Vervolgens moeten we aangeven hoe vaak we het doen en wat we er mee doen. Anders is het zo weer verdwenen.


Wethouder Van Brenk: (SGP/ChristenUnie)

Laten we dan bij het eerste plan dat we ontwikkelen een toetsingsinstrumentarium hanteren.


De heer Van Kuijk: (PvdA)

We hoeven dit niet te ontwikkelen want vanuit de kwaliteitszorg is dit een gegeven. Als we zorgen dat we onze doelstellingen meetbaar maken, dat wil zeggen dat je in staat bent aan te tonen dat je iets haalt, is dat een goede zaak. Als u kan toezeggen dat dit in het eerstvolgend deelplan wordt toegevoegd, ben ik tevreden. Ik wil wel graag die toezegging. Het moet niet boven de markt blijven hangen. Dan gaan we wel een keer monitoren en dan gaan we wel een keer meten.


Wethouder Van Brenk: (SGP/ChristenUnie)

Het zal al moeten gebeuren bij de wijkplannen en vervolgens bij het verkeersmanagement.


De heer Van Kuijk: (PvdA)

De heer Van Gemeren bracht mij weer op een ander spoor. Wij vragen zo makkelijk om meer parkeerplaatsen bij het station Driebergen-Zeist. Hij zegt terecht dat mensen eigenlijk met de fiets moeten gaan. Ik ga nu met de fiets omdat ik weet dat ik om half negen de auto niet kwijt kan. Als er meer parkeerplaatsen zijn, ga ik het wel doen. Dat soort zaken moet je helder zien. Dat kun je alleen maar doen als je je doelstellingen formuleert. Ik wil dat mensen minder met de auto naar het station gaan maar liever met de fiets. Het is moeilijk, maar we moeten het doen.


Wethouder Van Brenk: (SGP/ChristenUnie)

Dan is mijn suggestie om bij elk product dit als uitgangspunt vast te leggen. Laten we de uitdaging aangaan.


De heer Van Kuijk: (PvdA)

Ik heb iets anders gezegd. Van bepaalde maatregelen kan je heel aardig van tevoren inschatten waarmee je het meeste effect bereikt. Daarvoor moeten we kiezen. Ik ben altijd voor integrale plannen geweest, maar zo langzamerhand bekruipt mij het gevoel dat we zo lang bezig zijn met integraliteit dat we deelmaatregelen die we zo kunnen nemen zo maar laten zitten. Daar moeten we ook een keer aandacht voor hebben.


Wethouder Van Brenk: (SGP/ChristenUnie)

Dat is een uitstekende discussie. Het is goed om daar een keer bij stil te staan bij de presentatie straks van de deelplannen.

Ik meen de hoofdpunten wel gehad te hebben. Als ik op alle detailpunten in ga, zitten we hier tot middernacht. Ik hoop niet dat ik iemand tekort doe als ik nu tot een afronding kom.


De heer Claasen: (GroenLinks)

Nu de wethouder de indruk wekt zijn betoog te willen afsluiten moet ik zeggen dat ik in mijn eerste termijn nogal lang heb stilgestaan bij de onaantrekkelijkheid van de Z-U-structuur. Er is voor de automobilist om dan maar niet die negen kilometer met zeven stoplichten te nemen, maar door Zeist te gaan rijden op plekken waar wij ze eigenlijk niet willen hebben. De Z-structuur of de noord-zuidas is niet een detail maar een essentieel onderdeel van het verkeerscirculatieplan. Ik vind het jammer dat de wethouder tot nu toe in zijn eerste termijn daar nog niet op ingegaan is.


Wethouder Van Brenk: (SGP/ChristenUnie)

Nee, ik herinner mij het. Tijdens uw bijdrage zat ik me af te vragen waar u het over had.


De heer Claasen: (GroenLinks)

Als die vraag aan mij gesteld wordt, grijp ik acuut de microfoon. Dat levert mij ongetwijfeld extra spreektijd op. Waar ik het over had was het volgende: Als wij het verkeerscirculatieplan vaststellen, proberen wij daarmee het verkeer zodanig te regelen dat het komt op plaatsen waar we het wel willen hebben en dat het niet komt op plaatsen waar we het niet willen hebben. Dat is een essentieel onderdeel van het verkeerscirculatieplan. Als de wethouder zich afvraagt van waar heeft die het nou over, had ik het over dat punt. Hoe kunnen wij het verkeer en met name het autoverkeer zodanig reguleren in Zeist dat het uit de woonwijken blijft. Het mag geen sluiproutes gaan kiezen vanwege het feit dat de door ons gekozen Z-U-structuur voor de automobilist nu eenmaal niet de meest aantrekkelijke route is. Dat is een essentieel onderdeel. Als wij er niet in slagen om het doorgaande autoverkeer uit de woonwijken te houden, halen we de angel uit het hele GVVP weg. Dat lijkt mij uitermate essentieel.


Wethouder Van Brenk: (SGP/ChristenUnie)

Het is toch het meest geëigende moment om daar naar te kijken als de wijkplannen aan de orde zijn?
We hebben toch als uitgangspunt om het niet bestemmingsverkeer buiten de verblijfsgebieden te houden. Je gaat bij iedere wijk bezien hoe je dat op de meest effectieve manier kan regelen. Ik heb al een handreiking gegeven. Voor de ene wijk is het een compartimentering. Voor een andere wijk is het misschien een afsluiting van de weg. Bij een volgende wijk kan de verkeerscirculatie zodanig geregeld worden dat het gewoon niet meer aantrekkelijk is. De oplossing heb ik nu niet.


De heer Claasen: (GroenLinks)

Als het er alleen om gaat bij het GVVP een consensus te krijgen over het weren van het autoverkeer uit woonwijken, zouden we de discussie van vanavond aanmerkelijk hebben kunnen verkorten. Als we ons alleen beperken tot de principiële uitgangspunten, zijn we heel snel klaar. Er zijn weinig mensen in deze zaal die zeggen dat het doorgaande verkeer wel door de woonwijken heen moet. Het gaat met name om de uitwerking. Als we het over die uitwerking vanavond niet eens worden, nemen we straks iets aan waarvan we eigenlijk de reikwijdte niet kennen. Als we het GVVP vaststellen moeten we ook aangeven wat onze mogelijkheden zijn en wat zijn de middelen om gegarandeerd datgene te kunnen bereiken wat we willen bereiken. Dan heb ik te weinig aan een principiële uitspraak van we willen het zo doen. Dat gaat mij lang niet ver genoeg.


De voorzitter:

Ik dacht dat ik de wethouder namens het college had horen zeggen dat die noord-zuid-route er blijft. Alleen die wordt wat hinderlijker gemaakt zodat je niet die directe doorstroming krijgt.



De heer Claasen: (GroenLinks)

Dat is geen probleem. Het gaat er om dat wanneer iemand kiest om op een voor hem snellere wijze maar voor ons ongelukkige wijze sneller gaat en dan de woonwijken gaat gebruiken. Dat is het vervelende van de circulatie die we nu voor ons hebben. De veiligheid in woonwijken wordt door het doorgaande verkeer elke keer bedreigd. Als we er niet in slagen om daarover vanavond duidelijkheid te krijgen, denk ik dat ik mijn fractie bijzonder moeilijk achter dit GVVP kan krijgen.


Wethouder Van Brenk: (SGP/ChristenUnie)

Het is een uitwerking voor straks bij de uitwerking van elke wijk om daar inhoud aan te geven. U noemde het voorbeeld van iemand die van Driebergen de Woudenbergseweg en de Krakelingenweg naar De Bilt. Iemand kan straks gewoon van Driebergen via de Driebergseweg naar de Utrechtseweg en de Dorpsstraat. Die blijven open.


De heer Claasen: (GroenLinks)

Het is mijn voorbeeld niet. Het is nadrukkelijk een van de hoofdlijnen van het GVVP, die Z- die U-structuur. Dat heb ik niet bedacht. Dat hebben anderen gedaan. Het is niet een voorbeeld van hoe het zou kunnen, maar het is een volgens het GVVP gewenste route. Als die gewenste route door de automobilisten als niet gewenst ervaren wordt, heb je een probleem. Dan moet je aangeven hoe je dat probleem te lijf gaat en dat gebeurt vanavond nog steeds niet.


Wethouder Van Brenk: (SGP/ChristenUnie)

Ik kan u niet meer en niet minder toezeggen dan dat dit het uitgangspunt is en zal zijn bij de inrichting van elke wijk.


De voorzitter:

Even een punt van orde. Het is half elf. We zijn gewend om elf uur te verdagen. Als we de eerste termijn nu afgerond weten, kunnen we morgen verder gaan met de tweede termijn. Wij hebben aan u gevraagd nog een paar hoofdpunten bij ons helder in beeld te brengen. Misschien kan dat in tweede termijn. Ik zou u willen voorstellen om dit punt nu te schorsen en het laatste half uur te gebruiken om nog een paar andere agendapunten af te handelen. Ik heb me laten vertellen dat dit wat sneller zou kunnen. Dan hebben we dat ten minste afgehandeld. Het spijt mij voor het publiek, maar als we nu hadden doorgegaan, hadden we de tweede termijn toch niet kunnen afmaken en hadden we morgenavond dit punt wederom aan de orde gehad.

Dit punt wordt geschorst tot morgenavond acht uur, waarbij dan met de tweede termijn zal worden aangevangen.


  1. Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR) (rv 2001-45)


Mevrouw De Jong: (SP)

Ik ben heel blij dat het raadsvoorstel zodanig is aangepast dat aan de inspraak in ieder geval recht gedaan zal worden. Mijn dank daarvoor.


De heer Huijgen: (GZB)

Ik ben het met mevrouw De Jong eens dat het een goed voorstel is. Ik spreek hier ook weer namens de BIZ. Het gaat er ons om dat u hier weer een voorstel presenteert waar de financiële onderbouwing er eigenlijk niet is. U verschuift dat naar de zogenaamde voorjaarsnota. U zegt in eerste instantie dat het wordt betrokken bij de voorjaarsnota 2001. Vervolgens stelt u voor om het plan integraal beheer openbare ruimte als uitgangspunt te hanteren bij de voorjaarsnota. Ik heb de laatste tijd al die voorstellen eens bij elkaar opgeteld die naar de voorjaarsnota worden doorgeschoven. Dan komen we ongeveer uit op 75 a 80 miljoen. Dat mag u mij wijsmaken welke voorstellen er nou straks echt goed worden afgewogen. Ik begrijp het niet meer.



De heer De Ligt: (VVD)

Mijn fractie heeft in de commissie aangegeven dat we met de voorgestelde aanpak in kunnen stemmen. We hebben echter ook een belangrijker kanttekening bij geplaatst die we toch wat willen formaliseren. Het is in dit kader toch buitengewoon lastig om de werkelijke belevingswaarde van de normering van sober en excellent vast te stellen voor de burger en hoe die dit zou kunnen ervaren. Zeker als die normen per wijk nog eens worden hergewaardeerd op basis van het belang dat een wijk heeft voor het aanzien van de gemeente. Wij gaan er dan ook van uit dat de normeringen die we nu aannemen en toepasbaar verklaren op de wijken niet alleen een uitwerking krijgen in budgetten maar eveneens beleid worden in een monitoring en waarneming van hoe dat nu allemaal in de praktijk werkt. Die monitoring zou in onze beleving ook getoetst moeten worden aan vooral de belevingswaarde die de burgers tot uiting zullen brengen in hun klachten en reacties. Daarop moeten vervolgens bijstellingen plaatsvinden in de aanpak en budgettering. Alleen die weg zal het welbeleven in de wijken werkelijk tot uiting kunnen brengen en daar gaat het om. Met die voorwaarde willen wij heel graag met dit voorstel instemmen.


De heer Van Kuijk: (PvdA)

De keuze voor het basisniveau is logisch. Ik ga nu mijn bijdrage inkorten. Ik sluit mij aan bij de heer Huijgen. We gaan het bij de voorjaarsnota betrekken. Misschien zouden we wel eens tot de conclusie kunnen komen dat ook deze gewogen basis voor Zeist heel goed zal zijn, maar die zou wel eens niet geheel haalbaar kunnen zijn.

Dezelfde kanttekening plaatsen we bij het rehabilitatiefonds. Er wordt nu wel heel makkelijk voorgesteld om voor dit doel een fonds in te stellen en daar dan gelijk een half miljoen per jaar in te stoppen. We hebben het afgelopen jaar de grootste moeite gedaan om te komen tot een fonds sociale woningbouw waarin dat soort zaken misschien ook geregeld had kunnen worden.

Tot slot vinden wij dat er wat al te gemakkelijk met het wijkgericht werken wordt omgegaan. Ook in de beantwoording die ik heb gelezen in de stukken. De deskundigen wonen in de buurt en daar moeten we gebruik van maken.

De beantwoording van vragen in de commissie over het betrekken van burgers bij onderhoud in de wijk strookt niet altijd met de uitgangspunten van wijkgericht werken. Dat wijkgericht werken alleen bedoeld zou zijn om snel te kunnen reageren op binnen komende klachten doet bij de PvdA de vraag rijzen of de schrijvers van dit rapport de draagwijdte van het wijkgericht werken wel voldoende inzien en of ondersteunen. Gezien de goede actieplannen die wij hier laatst hebben besproken, geldt dat duidelijk niet voor het college en deze raad. Waarom dan dit lauwe antwoord? Graag hierop uw reactie.

Een rationeel integraal plan voor onderhoud is prima en is ook vast heel efficiënt Voorkomen moet echter worden dat bewoners die dagelijks hinder ondervinden van een bepaalde situatie met een kluitje in het riet worden gestuurd met een dooddoener dat er over twee jaar iets in de planning zit. Daarom ons advies, houdt feeling met de buurt en haar bewoners. Het gaat om de bewoners. Laat dat blijken in de wijkactieplannen die voor 2002 worden opgesteld. Graag uw reactie.


De heer Van Gemeren: (D66)

In grote lijnen kan ik mij aansluiten bij het betoog van de heer Van Kuijk. Wij zijn ook teleurgesteld in het antwoord van het college, waaruit alleen blijkt dat binnen alle vastgestelde kaders men als buurt en wijk mag kijken hoe de onderhoudsbudgetten worden aangegeven. Er is geen sprake van een integrale afweging binnen een wijk. Ik ben nieuwsgierig naar het antwoord van het college.

Wat nog erger is, we hebben gevraagd naar het betrekken van de bewoners bij het opstellen van dit plan. Op welk niveau wil men zelf in Zeist gaan zitten. De raad wordt nu gevraagd om het kader vast te stellen. Wij hebben in de commissie bezwaar gemaakt dat niet de burgers in Zeist zelf hebben aangegeven voor welk niveau men zelf kiest. Er is geen inspraak en samenspraak geweest. Men wordt straks gedwongen binnen het keurslijf van de onderhoudsbudgetten een mening te geven bij de wijkplannen. Wij vinden dat je niet zo met burgers in Zeist kan omgaan, met name waar het gaat om de openbare ruimte waar niet alleen raadsleden in vertoeven, maar ook alle burgers hier in Zeist.


Wethouder Swart: (CDA)

Ik ben blij dat vanavond mensen het voorstel dat nu voorligt als een verbetering zien op basis van toezeggingen die gedaan zijn in de commissie. Bij het onderhoud hebben we keuzes voorgelegd aangaande niveaus en aan niveaus zitten budgetten vast. Het budgetrecht is het recht van de raad. Daarom heb ik in de commissie ook gezegd dat het wordt voorgelegd zoals het gebeurd is. Ik ben het met mevrouw De Jong eens dat de inspraak over de inhoud in de wijken plaatsvindt op basis van budgetten die de raad eerst heeft vastgesteld. Anders zou je een discussie krijgen zonder budgetten waaraan de richting ontbreekt. Waar de niveaus aan ontbreken. De bewoners in Zeist hebben er baat bij en wellicht recht op dat je met dingen komt waarover valt in te spreken. Het moeten geen zaken zijn waarvan je later wellicht kan zeggen dat ze niet kunnen omdat ze de budgetten te boven gaan. Dan kunnen we het financieel niet waarmaken. We stellen de kaders vast voor de niveaus van het onderhoud en wat het gaat kosten. Op basis daarvan kunnen de bewoners in de wijk inspreken. Het gaat er in de wijk om dat het echt wijkgericht werken is. Ik ben het met de heer Van Kuijk eens dat het niet een bagatel kan zijn. Daarin ondersteunen we elkaar. Dat wil niet zeggen dat je een klacht niet snel moet oplossen en een vraag niet snel moet beantwoorden. In een breder kader staat de wijze waarop en hoe we wijkgericht gaan werken. Ik ben het eens dat dit breder is dan dit ene zinnetje dat men aan het IBOR kan ontlenen.

Dit onderhoudsplan wil juist op basis van objectieve normen helderheid een kaderstelling geven hoe we dat in de toekomst gaan doen. Willen we dat ook in de toekomst serieus doen, zullen we dat ook bij moeten houden. We moeten kijken wat het oplevert. We moeten dit elk jaar evalueren en meten en kijken op welke wijze een en ander moet plaatsvinden. Wellicht is een aantal zaken in de toekomst voor verbetering vatbaar. Daar waar aanpassingen nodig zijn, moeten die er ook komen. Dit heeft te maken met de kwaliteit en de wijze waarop het onderhoud gebeurt. Het heeft ook te maken met de kwaliteit waarmee je met de burgers praat over dit soort zaken.

Dat wij een aantal nota’s aanbieden waarbij we het geld niet aangeven, heeft te maken met de afspraak dat we een keer per jaar integraal de financiële kaders maken voor de afweging van het te volgen beleid. Dat kunnen sommigen in de raad jammer vinden. Het college komt soms met voorstellen over punten die aandacht behoeven. Gelukkig is dit een onderwerp dat niet alleen bij het college maar ook bij de raad brede aandacht heeft. Het gaat om veiligheid in de buurt, om een nette en schone buurt. We hebben een aantal jaren geleden mogelijkheden gegeven aan integraal onderhoud en daartoe ligt nu een voorstel voor. Dat er uiteraard financiële consequenties aanzitten is ons ook bekend. Daar hebben we een keer per jaar de afweging voor bij de voorjaarsnota en bij de begroting. Ik denk dat dit een goede zaak is vanwege de integraliteit. Dat houdt dan in dat wij op een later moment met financiële voorstellen zullen komen en kijken in welke mate dit mogelijk is.


De heer Huijgen: (GZB)

U gaat nu al verwachtingen scheppen terwijl u het een en ander straks misschien financieel niet waar kan maken. Als de raad straks een aantal dingen gaat afwegen, moet u dit kennelijk als uitgangspunt nemen. Dan zijn we 12 of 14 miljoen kwijt van de voorjaarsnota. Dan komen er daarna nog wat andere voorstellen en die kunnen we dan gaan afwegen. U gaat ook bij andere voorstellen nu verwachtingen wekken die er wellicht financieel geen eens zijn. Dat vind ik het jammere in deze manier van voorstellen presenteren. We leggen eigenlijk nog helemaal niets vast. Het is een prachtig voorstel, maar de financiële afweging komt pas bij de voorjaarsnota.


Wethouder Swart: (CDA)

In die zin deel ik uw opmerking, maar we hebben deze spelregels vastgesteld. Het geeft ons hetzelfde gevoel als bij u. We stellen nu een niveau vast en nemen dit als uitgangspunt bij de voorjaarsnota en de begroting. Als u tegen dit voorstel ja zegt, weet u om welk onderhoudsniveau het gaat. Dit is wat we in feite willen. Dan gaan we straks bij de voorjaarsnota en de begroting kijken of daarvoor voldoende middelen zijn en of we dat kunnen realiseren. U hebt in ieder geval de opdracht meegegeven aan het college in welk kader wij naar de financiële middelen moeten kijken.


De heer Van Gemeren: (D66)

Ik wacht nog op een antwoord van de wethouder op mijn vraag of de burger betrokken wordt bij een visie op de openbare ruimte, want die is van ons allemaal.

De wethouder zegt dat het niveau door de budgetten wordt bepaald. Dan zeg ik dat dit prima is. Dat geldt voor een integraal als dit voor de openbare ruimte. Geldt het dan niet voor een ander plan dat we net behandeld hebben, het GVVP? Daarvan kunnen we later pas zien wat het niveau zal zijn voor het geld dat wij er voor neer moeten leggen. Dat is gewoon meten met twee maten. Ik denk niet dat deze wethouder dat op zijn geweten wil hebben. Ik wil graag daar nog even duidelijkheid over hebben.

Hij heeft ook in de commissie gezegd dat de raad het budget bepaalt. D66 heeft daar nooit aan getwijfeld. De wijk geeft invulling aan de besteding van het budget, heeft de wethouder gezegd. De vraag is wat daar nog van terechtkomt in het kader van het wijkgericht werken.


Wethouder Swart: (CDA)

We praten hier niet over een visie op de openbare ruimte. Het gaat hier over het onderhoud binnen de openbare ruimte. Het gaat ook niet over de inrichting. Hoe willen we het onderhoud plegen. Dan meten we inderdaad met twee maten. Daarvoor willen we objectieve criteria vaststellen. Over het algemeen hebben objectieve criteria het voordeel dat er maar één maat is. Langs die maat zullen we de plannen leggen. U heeft de veelheid gezien aan groen, wegonderhoud en al die andere zaken. In dat kader vindt de inspraak in de wijken plaats bij de wijkplannen. Dat is heel helder qua structuur en aanpak. U kan mij hier niet vragen wat de uitkomsten van de inspraak zullen zijn. Dat is het leuke van inspraak. Dat doen de burgers. Met de burgers gaan we discussiëren binnen de mogelijkheden die er zijn.


De heer Van Gemeren: (D66)

De wethouder zei dat we niet over een visie praten maar over de mate van het onderhoud op verschillende niveaus. Daar hebben we de burger nooit over laten meepraten. Op grond daarvan zal D66 niet met dit voorstel instemmen.


De heer Huijgen: (GZB)

Ook namens de BIZ-fractie. Inhoudelijk zijn we het eens met de inhoud van het voorstel. De financiële onderbouwing deugt naar ons idee niet.


De voorzitter:

Naar mijn beleving bent u wel voor het voorstel. Over de financiële afwikkeling komen we later nog te spreken. Ik weet niet welke kant ik van u mag benadrukken.


De heer Huijgen: (GZB)

Van mij mag u de financiële kant benadrukken.


De heer Van Kuijk: (PvdA)

Ons oordeel valt meer naar de inhoudelijke kant uit. We stellen nu met elkaar vast wat wij als gewenst niveau zien. Als we dat financieel straks mogelijk niet kunnen waarmaken, betekent dit wat we misschien dan een andere keuze moeten maken. Dat is het probleem van de heer Huijgen. Nu zeggen we dat wij dit willen als het kan. Dat vinden wij op zich een belangrijk besluit. Ik denk dat het een niveau is dat Zeist nodig heeft.


De voorzitter:

We zitten hier als gekozen vertegenwoordigers om met name over politiek inhoudelijke dingen van gedachten te wisselen. Dat dit wel eens haaks kan staan op de financiële mogelijkheden die we hebben is evident. Daarom hebben we afgesproken dat we bij de voorjaarsnota en de gemeentebegroting over de financiën gaan praten. Als we ons ambitieniveau geweldig willen ontwikkelen, zullen we ook de financiële middelen daarbij moeten leggen. In mijn beleving gaan we de goede kant uit door eerst over de inhoud te praten en dan naar de financiële afwikkeling te kijken. Bij de financiële afweging kan je aan- of aframen. Dat laat ik graag aan u over.


Hierna wordt het voorstel z.h.st. aangenomen met de stemmen van D66, BIZ en GZB tegen.



9. Slot Zeist (rv 2001-46)


De heer Van Delft: (CDA)

Het Slot Zeist is een uniek rijksmonument. Het ligt op een steenworp afstand van de dienst voor rijksmonumenten dat kantoor houdt, althans nog een paar jaar. We hebben een unieke kans om rijksmonumenten voor een klein wandelingetje uit te nodigen om naar een en ander te kijken. Ik mis dat in de komende vier jaar gekeken moet worden hoeveel subsidie we van het rijk kunnen krijgen in dit voorstel. Ik denk dat de portefeuillehouder en de voorzitter een goede kans hebben om tezamen met de directeur van rijksmonumenten eens te kijken naar dit monument. Het is in ieder geval buiten de prijzen gevallen bij een eerdere trekking onlangs.


De heer Van Kuijk: (PvdA)

Nog een paar opmerkingen die wellicht als het ons eerder was opgevallen in de commissie zouden zijn gemaakt. Het eerste punt gaat er om dat het raadsvoorstel suggereert dat er een bedrijfsplan voor het Slot zou zijn. Dat is er niet. We hebben in september in de commissie een concept besproken. Er is toen besloten om dat verder uit te werken. Ook uw begrotingswijziging over een commercieel manager spreekt van een bedrijfsplan dat in de loop van dit jaar gereed komt. We vinden het achteraf gezien wat moeizaam als je een kostbaar onderzoek laat doen naar de maatregelen die je gaat nemen, terwijl de raad eigenlijk nog niet heeft vastgesteld hoe we het Slot gaan gebruiken. Het is duidelijk dat de gebruiksmogelijkheden bepalend zijn voor de maatregelen die je gaat nemen.

Het tweede punt sluit er eigenlijk een beetje bij aan. Wij hebben begrepen dat in feite alles is gebaseerd op het advies van de Zeister brandweer. Nou acht ik die zeer deskundig, maar ik weet ook dat je heel verschillend kunt beoordelen hoe je een bepaalde brandveiligheid kan realiseren. Je kan richtlijnen anders interpreteren. Is het niet goed om bij het onderzoek uit te gaan wat er nodig is en om een second opinion te laten plaatsvinden. Wat gaan we onderzoeken, wat wordt er verwacht en wat moeten we. Ik heg de onderbouwing van f 300.000,- gemist. Misschien is het goed om tot een integraal plan van aanpak te komen.

We hebben begrepen dat zolang er geen maatregelen getroffen zijn, verschillende gebruikers niet het aantal bezoekers of deelnemers kunnen huisvesten die vaak nodig zijn om voldoende inkomsten te hebben – en dan denk ik heel concreet aan de stichting Slotconcerten die de komende winter actief zou willen worden – dan kan dat niet. Men heeft een begroting gemaakt op basis van zoveel bezoekers. Dat kan nu niet om heel goede redenen. Kunnen daar bepaalde vergoedingen tegenover staan zolang er nog geen maatregelen zijn getroffen?


Wethouder Swart: (CDA)

Ik denk dat wij het verzoek van de heer Van Delft graag overnemen. Dit geeft overigens geen enkele garantie voor de omvang van de subsidie. Ik ben het met u eens dat wanneer we niet schieten het altijd mis is. Dit is een ondersteuning voor datgene wat we al van plan waren te doen.

Het klopt dat we nog geen bedrijfsplan hebben vastgesteld. Vorig jaar september hebben we de discussie gehad. We zouden een aantal deelplannen nader uitwerken. In oktober kunnen die plannen klaar zijn. Sommige zouden wat eerder klaar kunnen zijn. We geven er de voorkeur aan om ze in totaliteit in een keer te presenteren. Voor de deelplannen is nog steeds het uitgangspunt de discussie die we vorig jaar september gevoerd hebben. De integrale functies van het Slot Zeist moeten zo goed mogelijk benut worden. De culturele functies, de publieksfunctie, de bestuursfunctie, de commerciële functie en de personele organisatie daar omheen. Het Slot Zeist moet zoveel mogelijk het huis voor de Zeistenaren kunnen zijn. Daar wordt niet aan getornd. Die formule blijft ook bij de deelplannen gelden om dat op een goede wijze in te vullen. Die zaak hopen we in oktober gereed te hebben.

Tussen september en nu hebben zich bepaalde dingen voorgedaan waarom we nu dit voorstel voorleggen. De fasering die we zouden willen kan niet meer zonder dat daar grote consequenties aan vastzitten. We kunnen op dit moment geen gebruiksvergunning krijgen voor die zaken die we graag in het Slot willen houden. Daarom is op basis van het advies van de brandweer mede dit voorstel tot stand gekomen om datgene zo snel mogelijk te kunnen doen wat we eerder in het concept bedrijfsplan hebben voorgesteld en waar we nu de deelplannen voor aan het maken zijn. Wij hebben het advies van de brandweer niet alleen beleidsinhoudelijk getoetst aan de organisatie, maar we hebben ook verder in de praktijk gekeken hoe met soortgelijke gebouwen wordt omgegaan. Op welke wijze kan je dat vergelijken met Het Slot Zeist en hoe moet het gedaan worden. In die zin valt aan het advies van de brandweer niet te tornen. Wil je op een verantwoorde wijze met de exploitatie van Het Slot doorgaan, moet er sprake zijn van een snelle inhaalslag. We moeten investeringen naar voren halen. Bepaalde revenuen die we graag binnen zouden halen, komen iets later aan bod. Het is ook efficiënt om zaken in het kader van het advies van de brandweer in een keer aan te pakken. Voor dat onderzoek vragen we drie ton. Het is een aanloop voor een totale aanpak. Er zijn geen andere mogelijkheden waarvoor we meer tijd kunnen nemen. We moeten noodzakelijkerwijs voor de voorgestelde aanpak kiezen willen we op een goede wijze en op zo kort mogelijke termijn de vier functies die ik voor Het Slot genoemd heb weer kunnen waarmaken. We proberen zo snel mogelijk afspraken met de gebruikers te maken. Er zijn bepaalde afspraken gemaakt op cultureel gebied zodat in oktober/november weer concerten gehouden kunnen worden.


De heer Van Kuijk: (PvdA)

Het verhaal van de heer Swart overtuigt mij zodanig dat we in een situatie zitten waarin we moeten handelen. Het blijft natuurlijk merkwaardig dat wanneer de raad nog niet heeft vastgesteld hoe we het Slot gaan gebruiken. Als we zouden besluiten de congreszolder voor maximaal 50 personen te gebruiken, hoef je niets te doen. Ik weet dat de discussie in september niet tot grote veranderingen heeft geleid en dit zal waarschijnlijk ook niet leiden. De raad zou een bedrijfsplan hebben moeten vaststellen en op basis daarvan de gebruiksfunctie die er aan worden toegekend. Dan kan je voor een ruimte dit en dit verwachten. Dat was veel reëler geweest. Ik ga er van uit dat het bedrijfsplan op korte termijn aan ons wordt voorgelegd. Ik vraag me af of dit niet los van de deelplannen kan, want dat zijn uitwerkingen van het basisbedrijfsplan. Het zou heel goed zijn als we dat op korte termijn in de raad voorgelegd krijgen. Met die kanttekeningen kan ik aangeven dat we akkoord gaan met het voorstel.

Hierna wordt het voorstel z.h.st. aangenomen.


De vergadering wordt verdaagd tot morgenavond acht uur.





7 mei 2001

158



Uitgelicht

Gemeente Zeist


Zoeken