Direct naar hoofdmenu / zoekveld
Home / Raadsstukken 2010 en ouder / Notulen / 2001 / Raadsnotulen 17-09-2001

Raadsnotulen 17-09-2001

NOTULEN


17 september 2001


Nr. 9


NOTULEN van de openbare vergadering van de gemeenteraad, gehouden op 17 september 2001 om 19.30 uur in het gemeentehuis van Zeist.


Aanwezig de leden: mw. M.H. van Baal-de Waal, D. van Ballegooijen, mw. W.M. Barten, R. van Benthem, G. van Brenk (wethouder), mw. M. de Bruijn, A.J.M. van Buël, H.C.J. Claasen, G.B. van Delft, C.A. Doelwijt, drs. J.J. van Gemeren, W.J.M. den Heijer (wethouder), mw. J. de Jong, K.J.G. Kats, A. van Kuijk, J.J.N.C. de Ligt, mw. N. de Niet-Verwoerd, mw. E.G. Schenk-Klein Kranenbarg, E.S. Spaargaren, mw. C.M. Spruijt, L.J.J. Prikken, Th. Swart (wethouder), F. Veenendaal, P. Vermeulen (wethouder), mw. drs. M.C. van der Waard en L. Westbroek.

Afwezig de leden: dr. F.W.J. Huijgen, P.A. Otten, J.C. Schneider, drs. W.A. Timmerman en

J. van de Vijver

Voorzitter: R.G. Boekhoven, burgemeester.

Secretaris: J.A.S. Boomgaardt, secretaris.


AGENDA:


A. Agendapunten ter bespreking:


  1. Mededeling van ingekomen stukken

1a. Mondelinge vragen van de SP-fractie volgens art. 39a reglement van orde inzake financieel

inzicht Zeister openbare basisscholen


3. Voorbereidingsbesluit Harlanterrein Woudenberseweg (rv 2001-85)

5. Financieringskosten SICS Het Rond e.o. (rv 2001-89) #

8. Beroepschrift Stichting Sociaal Raadslieden (rv 2001-93)

10. Reactie brief minister en voorbereidingskrediet HSL/A12 (rv 2001-96) #

12. De Clomp (rv 2001-98) #

14. Kredietaanvraag (Lageweg) (rv 2001-100) #

15. Subsidiëring Stichting Omnium (rv 2001-101)

17. Prestatieafspraken 2001 (rv 2001-103)

19. Faseringsplan projecten GVVP (rv 2001-105)

21. Tweede bestuursrapportage 2001 (rv 2001-107)

22. Gebiedsgerichte aanpak corridor Utrecht-Amersfoort (rv 2001-108)

B. Agendapunten waarover, n.a.v. de cie.vergadering, geen discussie plaats hoeft te vinden:


2. Aanvulling op het investeringsprogramma stedelijke vernieuwing (rv 2001-84)

4. Wijzigen parkeertarieven (rv 2001-88)

6. Begroting Sociale Werkvoorziening Zeist 2002 inclusief de meerjarenbegroting 2002-2006 en

het (financieel) jaarverslag 2000 (rv 2001-91)

7. Vaststellen begrotingswijzigingen (rv 2001-92) #

9. Voorstel tot 10ewijziging van de legesverordening 1998 en de bijbehorende tarieventabel

(rv 2001-95)

11. Kredietaanvraag (Het Rond) (rv 2001-97) #

13. Vaststelling van de Monumentenverordening en de Subsidieverordening monumenten en

intrekking van de Monumentenverordening 1991 en de Subsidieverordening stadsvernieuwing

Zeist 1995 (rv 2001-99)

16. Ontwerpjaarrekening 2000 en ontwerpbegroting 2002 Afval Verwijdering Utrecht (AVU)

(rv 2001-102)

  1. Begroting 2002 Milieudienst Zuidoost Utrecht (rv 2001-104)

20. Beleidsverslag Werk & Inkomen 2000 (rv 2001-106)

23. 2eOverbruggingskrediet Stichting Werkartaal (rv 2001-109)

24. Jaarrekening 2000, 1ekwartaalrapportage 2001 en begroting 2002 van het RMN (rv 2001-10)

# inclusief begrotingswijziging



De voorzitteropent de vergadering.

Alhoewel het bij u allen ook even moeilijk is om de draad weer op te pakken, gelet op de ontwikkelingen die we hebben doorgemaakt sinds vorige week dinsdag. Het zal ook bij u zo zijn gegaan, dat bij het zien van de beelden, nu ook vandaag weer, toch allerlei donkere momenten worden opgeroepen. Het is toch niet anders dat ons bestuurlijk werk voortgang behoeft. Het zij zo, maar we zullen niet moeten vergeten, datgene wat ons allen als samenleving is overkomen. We zijn natuurlijk met onze gedachten bij de slachtoffers en de nabestaanden.

We zullen ook, zoals wij hier als politiek forum bijeen zijn, ons bezig moeten houden met de vraag hoe dit nu allemaal zo kan.

Morgen komt het kabinet in een bijzondere zitting bijeen, met haar adviseurs een te overleggen, wat dit soort zaken betekent voor ons land.

Uit de laatste nieuwsdienst heb ik vernomen dat er toch ook in Nederland kernen aanwezig zijn die het ook in Europa misschien mogelijk maken dat er hele vervelende omstandigheden zouden kunnen ontstaan. Ik denk dat het toch verstandig is, dat wij allen wat ons bezighoudt, de wil te hebben om dat kwaad wat uitgezaaid is, om dat te willen bestrijden met de middelen die we hebben. Open communicatie, en ons democratisch gehalte daarbij hoog in het vaandel houden.


Ik heb bericht van verhindering van de heer Timmerman, de heer Otten, de heer Van de Vijver, de heer Schneider en de heer Huijgen.

Met de heer Huijgen gaat het naar omstandigheden goed, u heeft dat waarschijnlijk kunnen lezen.


Ik heb daarover in het Seniorenconvent nog een mededeling gedaan. Hij is opgewekt, positief. Laten we hopen dat het zo mag blijven.

We zitten nu in deze samenstelling in deze vernieuwde raadszaal met een volle agenda bijeen.

In de een na laatste raadsvergadering hebben we werkafspraken gemaakt omtrent de behandeling van een aantal agendapunten. U ziet daar een A en B-agenda. We hebben geprobeerd dat zo goed mogelijk te redigeren. We hopen als college dat het allemaal lukt. Ik denk dat het moet kunnen zoals het nu is. Helaas moet ik weer constateren dat bij de verzending weer niet alles goed gegaan is. Een aantal van u heeft dubbele pakketten gekregen, maar dan niet de raadsvoorstellen van deze raad, maar de eerstvolgende. U kunt zich daar alvast op voorbereiden, maar dat was natuurlijk niet de bedoeling. Ik hoop dat het nog gelukt is, dat met bijpraten vandaag het nog mogelijk is geweest om de essentie van de niet verkregen stukken ook tot de uwe te maken. We zullen er alles aan doen om te zorgen dat de volgende verzending verloopt zoals behoort.


Het voorstemnummer is 12, mevrouw Van Baal.

De agenda: A: over punt 21 zal niet worden gesproken, alleen een stemverklaring.

Agenda B: er wordt wel gesproken over punt 4.

Agendapunt 13 wordt door het college van de agenda afgevoerd. Het college had voorgesteld om de invloed, besluitvorming, die u heeft naar het college te verleggen. Dit heeft in de commissie nogal wat discussie opgeroepen. We hebben bij nader inzien gemeend, gelet ook op de eventuele wijzigingsvoorstellen die nog naar voren zullen komen in het kader van de dualiseringsproblematiek. De afgelopen week heeft de Kamer de eerste termijn over de dualiseringsproblematiek gesproken. Wij verwachten dit jaar nog een definitief besluit. Het lijkt ons verstandiger om in het kader van dat verhaal alle onderwerpen gelijk mee te nemen en ook dit punt van discussie dan op te voeren.

Er zal ook nog gesproken worden over agendapunt 24.

Ik constateer dat niet wordt gesproken over 2, 6, 7, 9, 11, 16, 18, 20 en 23. Deze punten zijn conform.


21. Tweede bestuursrapportage 2001 (rv 2001-107)


Mevrouw De Jong (SP):

Ik neem de bestuursrapportage voor kennisgeving aan. Er staan geen nieuw beleid en technisch spul in.


Het voorstel wordt z.h.st. aangenomen.


  1. Mededeling van ingekomen stukken


A - VOOR KENNISGEVING:


A.1 DATUM 10 juli 2001 (ingekomen 12-07-01)

REG.NR. 13651

AFZENDER Raad Nederlandse Detailhandel

ONDERWERP Autovrije zaterdag 22 september 2001


A.2 DATUM 16 juli 2001 (ingekomen 18-07-01)

REG.NR. 14190

AFZENDER Verkeersgroep Zeist en Rover - Utrecht

ONDERWERP Inspraak uitvoeringsprogramma GVVP




A.3 DATUM 18 juli 2001 (ingekomen 19-07-01)

REG.NR. 14259

AFZENDER Raad van State

ONDERWERP Uitspraak m.b.t. bestemmingsplan Lyceumkwartier 1998


A.4 DATUM 17 juli 2001 (ingekomen 20-07-01)

REG.NR. 14298

AFZENDER Coöperatieve Vereniging Serviceflat “De Oldenborgh” U.A.

ONDERWERP toezending t.k.n. verslag gesprek d.d. 17-05-01 en brief aan college

m.b.t. ouderenhuisvesting


A.5 DATUM 18 juli 2001 (ingekomen 14-08-01)

REG.NR. 15918

AFZENDER RGF

ONDERWERP Toelichting jaarrekening en begroting 2000 GHOR


A.6 DATUM 24 augustus 2001 (ingekomen 27-08-01)

REG.NR. 16604

AFZENDER div., p/a Korte Bergweg 8b te Huis ter Heide

ONDERWERP Verkeersmaatregelen Huis ter Heide-West


A.7 DATUM 29 augustus 2001 (ingekomen 31-08-01)

REG.NR. 16886

AFZENDER Gemeente De Ronde Venen

ONDERWERP Toekomstige intergemeentelijke samenwerking



Aa- VOOR KENNISGEVING: AFDOENING GEDELEGEERD AAN B&W:


Aa.1 DATUM 1 juli 2001 (ingekomen 02-07-01)

REG.NR. 12822

AFZENDER Stichting Waterpartijen/mens en dier (Animal Freedom)

ONDERWERP Protestbrief van Bont voor Dieren inzake motie CDA-fractie Nederweert

Aa.2 DATUM (ingekomen 11-07-01)

AFZENDER Gemeente Ooststellingwerf

ONDERWERP Verzoek adhesiebetuiging motie m.b.t. Nieuwe Vreemdelingenwet



Ab- VOOR KENNISGEVING: COLLEGEBESLUIT O.G.V. DELEGATIEBESLUIT:


Ab.1 DATUM 22-05-01

AFZENDER B&W dezer gemeente

ONDERWERP Ontwerpbegroting 2002 van het Recreatieschap


Ab.2 DATUM 11-06-01

REG.NR. 11516

AFZENDER B&W dezer gemeente

ONDERWERP Begroting 2002 GGD Midden Nederland


Ab.3 DATUM 02-07-01

REG.NR. 11749

AFZENDER B&W dezer gemeente

ONDERWERP Ontwerpjaarrekening 2000 GZO


Ab.4 DATUM 04-07-01

REG.NR. 13016

AFZENDER B&W dezer gemeente

ONDERWERP Verkoop woning Krugerlaan 4


Ab.5 DATUM 13-06-01

REG.NR. 14451

AFZENDER B&W dezer gemeente

ONDERWERP Jaarverslag en jaarrekening 2000 van het Woonwagenschap regio Zeist


Ab.6 DATUM 23-07-01

REG.NR. 14561

AFZENDER B&W dezer gemeente

ONDERWERP Verzoek om aankoop perceel gemeentegrond, gelegen naast het winkelcentrum Vollenhove te Zeist


Ab.7 DATUM 17-07-01

REG.NR. 14135

AFZENDER B&W dezer gemeente

ONDERWERP Verzoek om aankoop perceel gemeentegrond, gelegen naast het woon-perceel Paltzerweg 255 te Den Dolder


Ab.8 DATUM 28-06-01

REG.NR. 12656

AFZENDER B&W dezer gemeente

ONDERWERP Verzoek om aankoop perceel gemeentegrond (verharding trottoir), gelegen nabij de woning Brugakker 68-16 te Zeist. Civiele recon-structiewerkzaamheden noodzakelijk


Ab.9 DATUM 25-07-01

REG.NR. 8138

AFZENDER B&W dezer gemeente

ONDERWERP Verzoek om aankoop perceel gemeentegrond nabij de woning Graaf Janlaan 54 te Zeist


Ab.10 DATUM 30-07-01

REG.NR. 14981

AFZENDER B&W dezer gemeente

ONDERWERP Verkoop van een perceel gemeentegrond, gelegen voor de woning Sumatralaan 28 te Zeist. Civiele reconstructiewerkzaamheden noodzakelijk


Ab.11 DATUM 23-07-01

REG.NR. 14543

AFZENDER B&W dezer gemeente

ONDERWERP Verzoek om aankoop perceel gemeentegrond, gelegen achter de woon-percelen Sanatoriumlaan 69 t/m 87 te Zeist


Ab.12 DATUM 24-08-01

REG.NR. 16525

AFZENDER B&W dezer gemeente

ONDERWERP Jaarrekening 2000 Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Valleien Kromme Rijngebied



B - VOOR KENNISGEVING IN AFWACHTING VAN HET ADVIES VAN DE COMMISSIE VOOR BEZWAAR EN BEROEPSCHRIFTEN:


B.1 DATUM 21 augustus 2001 (ingekomen 22-08-01)

REG.NR. 16385

AFZENDER Kienhuis Hoving (namens Gerritsen Bouwgroep B.V.)

ONDERWERP Bezwaar tegen besluit van 18 juni 2001



C - OM ADVIES IN HANDEN VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS:


C.1 DATUM 02 juli 2001 (ingekomen 23-07-01)

REG.NR. 14538

AFZENDER RGF

ONDERWERP Verzoek vaststelling nieuwe gemeenschappelijke regeling GHOR / CPA



D - TER AFDOENING IN HANDEN VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS (AFSCHRIFT VAN HET ANTWOORD TER KENNISNAME AAN DE FUNCTIONELE COMMISSIE):


D.1 DATUM 14 juli 2001 (ingekomen 27-07-01

REG.NR. 14920

AFZENDER Werkgroep Natuurlijk Zeist-West

ONDERWERP Inspraak uitvoeringsprogramma GVVP

De heer Van Gemeren (D66):

Er zijn twee stukken ingekomen over de inspraak over het uitvoeringsprogramma GVVP. Bij A2 wordt voorgesteld om dit voor kennisgeving aan te nemen. Bij D1 wordt een aparte behandeling voorgesteld, namelijk om dit ter afdoening naar het college te doen en een afschrift naar de commissie. Als fractie van D66 willen wij niet dat er met twee maten gemeten wordt. Ik denk dat beide brieven een antwoordt verwachten en wij stellen dan ook voor om daar zo nog op terug te komen bij agendapunt 19.


1a. Mondelinge vragen van de SP-fractie volgens artikel 39a reglement van ordeinzake financieel inzicht Zeister openbare basisscholen


Wethouder Vermeulen (PvdA):

Vraag 1:waarom krijgen de Zeister openbare scholen geen totaal inzicht van de financiële ruimte, met name met betrekking tot de reserveringen?

Met de directies van de scholen is reeds voor de zomervakantie afgesproken dat zij in september en uiteenzetting krijgen over de financiering van het primair onderwijs. Daarbij wordt onder meer aan de orde gesteld:

  • de bekostigingssystematiek van de personele en materiële uitgaven en inkomsten;

  • de regelgeving en bekostiging van de huisvestingsvoorzieningen;

  • per school inzicht in de jaarrekening 2000 en een incidatie van de voorzieningen en reserves;

  • de werking van de financiële gelijkstelling, ofwel de werking van de zogenaamde doorvergoeding.

Ook met de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) zijn afspraken gemaakt over het inzichtelijk maken van de wijze van financiering en de beschikbare budgetten.

Vraag 2:geldt bovenstaande voor alle openbare basisscholen in Zeist?

Ja

Vraag 3:hoe kan de school Op Dreef de geplande voorschoolse educatie starten zonder inzicht in de totale financiering?

In het “Plan van aanpak inzet middelen VVE Zeist” wordt inzicht gegeven in de financiering. Dit plan is in overleg met de betrokken basisscholen, waaronder obs Op Dreef opgesteld en als participant heeft Op Dreef dit plan ontvangen.

Het plan van aanpak is begin juli 2001 aan B&W ter instemming voorgelegd en in september 2001 in de commissie Samenleving ter kennisname geagendeerd.

Vraag 4:bent u bereid de Zeister openbare scholen jaarlijks een financieel totaaloverzicht te overhandigen in de vorm van een credit- en debetoverzicht waarin ook de geplande reserveringen duidelijk zijn opgenomen?

Ja. Over de wijze waarop worden afspraken gemaakt met het Onderwijs Service Bureau, dat een aantal ondersteunende taken vervult.


Mevrouw De Jong (SP):

Volgens mijn informatie waren er twee directeuren niet op de hoogte van de afspraken in september.

Het plan van aanpak inzet middelen VVE Zeist, heeft niets te maken met het totale inzicht in reserveringen en financiering. U doelt hier waarschijnlijk op de 7 ton die geoormerkt geld is, met het bindnummer 12 YN, die geoormerkt is vanuit het ministerie voor voorschoolse educatie. Mijn vraag is een totaal inzicht in alle financieringsmiddelen, waaronder ook de reserves, en daar kunt u ook bij denken aan het cultuurpotje en dergelijke. Het gaat veel verder dan uw antwoord. Ik heb het niet voor niets over totale inzicht in de financiering.

Wij wachten de bijeenkomst af. Wij vragen inzicht voor de commissie of raad na de bijeenkomst met de scholen. Ik heb het dan over de totale financiering voor de scholen.


Wethouder Vermeulen (PvdA):

Mevrouw De Jong vraagt om een totaalinzicht in de financiering. Ik verwijs hiervoor naar de eerdere beantwoording. Over dat inzicht zijn afspraken gemaakt en dat zal in een bijeenkomst in september worden gegeven. Voor een totaalinzicht verwijs ik naar de begroting, waar uiteraard alles staat wat u nodig heeft.

Mocht iemand in dit veld toch nog informatie ontberen, dan werkt onze telefoon en zal alle moeite gedaan worden om deze informatie beschikbaar te stellen.


Mevrouw De Jong (SP):

Dit is geen antwoord op mijn vraag. Ik heb het over totaalinzicht. Cultuurpotjes is wat anders dan cultuur. Het gaat om datgene wat de scholen hebben. In de begroting staat het voor de hele massa, ik wil het per school.


Wethouder Vermeulen (PvdA):

Ik dacht dat ik aangegeven had dat het inzicht zo goed en compleet als mogelijk is in de komende weken gegeven zal worden en beschikbaar zal zijn, voor zover het niet al beschikbaar is. Uiteraard is die informatie openbaar en ter beschikking.


De voorzitter:

Ik stel voor dit punt voor kennisgeving aan te nemen, met de toezegging dat de bijeenkomst in september zal plaatsvinden en dat u op de hoogte wordt gehouden.


  1. Voorbereidingsbesluit Harlanterrein Woudenbergseweg (rv 2001-85)


Mevrouw De Jong (SP):

De SP is heel blij dat er nu gekozen wordt voor groen. Enig punt waar wij moeite mee hebben, is dat er in het voorstel staat dat er enige compensatie voor dit terrein, het is een vrij groot terrein en daar kunnen we het bos mee compenseren in Austerlitz of in Den Dolder of waar dan ook in deze Zeister samenleving. Dat gaat mij wat te ver. Ik vind dat je daar moet compenseren zo dicht mogelijk bij de plaats waar je ook groen onttrekt. Dat wil ik als punt meegeven.


Wethouder Den Heijer (VVD):

Ik neem kennis van het statement van mevrouw De Jong. We zitten nu in de uitvoeringsfase. Ik zal het meenemen, maar we beschikken niet over al te veelmogelijkheden voor compensatie, dus ook dit gebied zou daar uitermate geschikt voor kunnen zijn in de praktijk. Ik neem kennis van uw opmerking.


Het voorstel wordt z.h.st. aangenomen.


  1. Wijzigen parkeertarieven (rv 2001-88)


De heer Van Delft (CDA):

Ik vind het vervelend dat ik hier vanavond op terug moet komen. Ik dacht vorige week in de commissie een duidelijk advies gegeven te hebben. Na het gewijzigd voorstel ontvangen te hebben en gekeken hebbend naar een toegezonden kaartje, moet ik tot de conclusie komen dat wij het risico lopen dat de belastingkamer of van enig in de procedure de verordening onverbindend zou kunnen verklaren. Dat is eerder dit jaar gebeurd met een verordening van de gemeente Alkmaar. Dat wil ik absoluut voorkomen. Dan bent u veel verder van huis dan dat ik er vandaag nog iets over moet zeggen.

Ik stel u nadrukkelijk voor om in onderdeel III, 1a, het woord “daarbij” in de derde zin te wijzigen in “bij dit besluit”.

Onder III, 1b eveneens het woord “daarbij” in de derde regel ook te wijzigen in “bij dit besluit”.

De kaart die wij vanavond hebben gekregen te wijzigen met de datum 3 april 2000, nr. 27 in 17 september 2001, nr. 88. Als u dat doet verkleind u aanzienlijk het risico van het onverbindend verklaren van deze verordening. Dit moet toch een kleine moeite zijn, voordat u de verordening publiceert en voor een ieder ter inzage legt.



De heer Van Brenk (SGP/ChristenUnie):

Ik neem graag dankbaar het advies van de heer Van Delft over om tweemaal het woord “daarbij” te veranderen in “bij dit besluit”, en de datum en nummer op de kaart te wijzigen in 17 september 2001, nr. 88. Dat zijn de wijzigingsvoorstellen die hij heeft gedaan.

Ik heb hier netjes een stuk voor mij liggen wat gecorrigeerd is en ik stel voor om dit over te nemen.


Het voorstel wordt aangenomen met inachtneming van de wijzigingen.



  1. Financieringskosten SICS Het Rond e.o. (rv 2001-89)


Mevrouw De Niet (CDA):

Raadsvoorstel 89, daar hebben wij een en andermaal aangegeven dat wij in verwarring zijn gebracht door de tekst, de begrotingswijziging en de bedragen. Voor de raadsvergadering hebben wij de wethouder verzocht dit na te gaan en te kijken hoe het werkelijk in elkaar zit en er zonodig op een later tijdstip deze avond op terug te komen. Wij zijn bang dat er ergens fl. 32.500,- ergens teveel of te weinig geraamd wordt en dat zou niet goed zijn.


De heer Van Gemeren (D66):

Ik heb begrepen dat het voorstel van mevrouw De Niet een ordevoorstel is om het raadsvoorstel later aan de orde te brengen. Ik wil dan ook mijn punten later aan de orde brengen als u het voorstel van mevrouw De Niet volgt.


Wethouder Van Brenk (SGP/ChristenUnie):

De informatie die ik heden heb ontvangen is dat het bedrag  832.500,-, inclusief is. Er komt niet nog eens  32.500,- bovenop. In die zin vraagt dat dan wel correcte weergave van hetgeen in het raadsvoorstel en de begrotingswijziging staat. Mijn voorstel is om dit als gegeven te beschouwen dat de  832.500,- inclusief is en als zodanig het voorstel aan te passen zodat het spoort met het bedrag.


De heer Van Gemeren (D66):

De fractie van D66 is voor maatregelen die het openbaar vervoer bevorderen. Wij mogen toch goed begrepen hebben dat het voorstel van het college behelst de huidige kruisingen, en dan bedoel ik Driebergseweg / Laan van Beek en Royen, zoals die er nu ligt, dat die wordt aangepast.


Wethouder Van Brenk (SGP/ChristenUnie):

Ja, maar dat antwoord had ik in de commissie ook al gegeven.


Het voorstel wordt aangenomen met inachtneming van de aangebrachte wijzigingen toegezegd door wethouder Van Brenk namens het college.


8. Beroepschrift Stichting Sociaal Raadslieden (rv 2001-93)


Mevrouw De Jong (SP):

De stichting zegt dat de huidige formatieplaats ontoereikend is om de toenemende hulpvraag aan te kunnen. De commissie erkent de problemen en dat daardoor de kwaliteit van het werk onvoldoende kan worden gewaarborgd, maar dat in samenwerking met de andere instellingen geprofiteerd kan worden van schaalvoordelen.

U weet dat de stichting in verregaande besprekingen is tot samenwerken. Soms kan een convenant tot samenwerking langer duren dan één beschikkingsjaar. Zeker als het om voornamelijk vrijwilligersorganisaties gaat en daar hebben we het hier over. Daarom drie vragen:

Mag de SP er vanuit gaan dat u het werk van de Sociaal Raadslieden waardeert en noodzakelijk vindt voor de Zeister samenleving?

Erkent u de problematiek van de stichting, waardoor de kwaliteit niet gewaarborgd is?


Bent u het met de SP eens dat het wel eens een jaar kan kosten om een goede samenwerkingsrelatie af te spreken?


De heer Van Delft (CDA):

We hebben het hier over het al dan niet gegrond zijn van een beroepschrift. De materie die mevrouw De Jong aan de orde stelt heeft wel met Sociaal Raadslieden te maken, maar dat is op dit moment niet aan de orde.


Mevrouw De Jong (SP):

Wat ik verteld heb staat in het beroepschrift, ik citeer er zelfs uit.

Als ik de gestelde vragen moet stellen bij de begroting dan zal ik dat zeker doen.

Ik vraag u de redenering van de commissie voor bezwaar en beroep duidelijk na te gaan want daar staat duidelijk in dat de kwaliteit niet gewaarborgd is, dat de commissie dat ook heeft gevonden. Daar citeer ik uit, neemt u mij niet kwalijk!


De heer Van Delft (CDA):

Ik hoor de commissie en dan heeft mevrouw De Jong het over de commissie bezwaar en beroepschriften en niet over de raadscommissie. Daar is een en andermaal een beroepschrift aan de orde geweest van de stichting Sociaal Raadslieden. Bij een voorgaande gelegenheid hebben wij nadrukkelijk het college een termijn gesteld om te reageren in die zin dat daar gemotiveerd gereageerd zou moeten worden. Dat heeft er toe geleid, overigens gold daar een termijn van 1 april 2001, dat er in april een commissievergadering is geweest en daar is dit onderwerp aan de orde geweest. Daar is vrij unaniem door de commissie geadviseerd. Dat betekent dat waar de commissie voor de bezwaar en beroepschriften op een gegeven moment tot een heroverweging zou kunnen komen, je eigenlijk moet constateren dat de raadscommissie daar al op in is gegaan en niet tot een ander besluit is gekomen. Dat betekent dat de commissie bezwaar en beroepschriften gemotiveerd niet tot een andere conclusie kan komen dan ongegrond verklaren.


De voorzitter:Het voorstel wordt voor kennisgeving aangenomen.


10. Reactie brief minister en voorbereidingskrediet HSL/A12 (rv 2001-96)


De heer Van Gemeren (D66):

We zijn blij dat het college een ontwerpbrief aan ons voorlegt zodat we als raad kunnen zien wat een bestuurlijke reactie op hoofdlijnen is.

Ik wil ingaan op een reactie van het college op punt 3 van de brief betreffende de gesplitste aansluiting.

De volgende vragen.

Is het college bekend dat er nog wat voor- en nadelen zijn aan de gesplitste aansluiting?

Is het bekend dat in de klankbordgroep daar een afspraak over is gemaakt om daar nog eens verder over te praten?

Is het zo dat de gemeentesecretaris heeft geconstateerd een voorkeur in de klankbordgroep onder alle aanwezigen voor het gelijkwaardig verder onderzoeken en meenemen van beide varianten. Als dat zo is, dan wil ik graag weten of het correct is om bij punt 3 zo uitdrukkelijk al een voorkeur uit te spreken voor de gesplitste aansluiting?


De voorzitter:

De voor- en nadelen van een gesplitste aansluiting. Heel nadrukkelijk willen we laten uitzoeken door onze eigen mensen, wat een alternatief zou kunnen zijn. We hebben in de commissie verteld hoe de procedure is verlopen, gesprekken gevoerd met HID Rijkswaterstaat, die ons melde dat zij doorgingen met hun variant, zonder gesplitste aansluiting, aantakken op de huidige N225. Daarom hebben wij gemeend dat dit ons te simpel zou zijn en we wilden een alternatief. Dat alternatief is de afgelopen maanden geboren, waarbij we hebben gemeend om hoog/laag, maar ook de splitsing verder uit te zoeken.


Ik ben voor een deel bij de klankbordgroep geweest en heb de discussie gevolgd. Daar werd heel nadrukkelijk gevraagd, ja maar we willen nog…… waar ze van metingen concluderen dat.

Dat is puur indicatief op het ogenblik omdat we moeten erkennen dat we nog geen diepgaand onderzoek uitgevoerd hebben daaromtrent. Dat geld hebben we dus nodig om dit te doen. We willen graag, ook vanuit het strategisch denkmodel, toch met een zodanig alternatief komen bij de minister, bij de Kamer, bij de politiek, dat we een kans van slagen hebben. Er moet nog bewezen worden hoe dat zit, ook hoog en laag. Het is heel nadrukkelijk niet als wapen maar als insteek bedoeld om hun nadrukkelijk te laten weten dat wanneer men nu al vindt dat de 2000 liter perronverlenging aan de orde moet zijn, dat dit niet zo maar eventjes kan worden gerealiseerd. Daar moeten wel alle procedures voor worden gevolgd. En ja tegen worden gezegd.

Als je nu al kiest voor verlenging van perrons en je zegt akkoord, dan betekent het tegelijkertijd dat je impliciet al een keuze hebt gemaakt over de aansluiting. Dan wel voor hoog dan wel voor laag.

De voor- en nadelen van een gesplitste aansluiting worden dus uitgezocht.

Onze gemeentesecretaris heeft gezegd dat we nog verder gaan praten. Als we die modellen van Rijkswaterstaat en onszelf onderzoeken, komt het allemaal nog in procedure. Let wel, het duurt nog een paar jaar voordat we zo ver zijn in onze beleving. Wij spraken met kamerleden en die zeiden heel simpel, “geen geld geen Zwitsers, we hebben nu budget in deze kabinetsperiode en daar zitten deze aansluitingen allemaal niet in. Dus we zullen straks op basis van nieuwe regeerakkoorden, nieuwe kabinetten, nieuwe budgetten moeten bepalen wat we in de komende periode allemaal nog realiseren.”

Laten wij nu dan ons huiswerk doen en zorgen dat er voor die tijd discussiemateriaal op tafel ligt. Alles is nog open, alles moet nog worden besproken. Ook met de stuurgroep, werkgroepen, klankbordgroep, dat blijft dus overeind.


De heer Van Gemeren (D66):

Dat stelt me in ieder geval gerust. Maar bent u als college van mening dat het wijs is om zo nadrukkelijk een voorkeur uit te spreken in de brief aan de minister? Met name omdat u zegt: “deze oplossing garandeert het huidige groene profiel van de N225 blijft en wordt veilig gesteld.”

Bezwaar van mijn fractie en een aantal natuurgroepen is dat dit misschien wel waar is maar dat je iets verder op een nieuwe barrière gaat creëren waarvan we zeggen dat we dit nu eens verder moeten onderzoeken.

Mijn vraag is of u kunt toezeggen deze passage in de ontwerpbrief nog eens een keer goed te bekijken waarbij ook recht wordt gedaan aan de toezeggingen in de klankbordgroep om beide zaken nog eens goed af te wegen ten opzichte van elkaar


De voorzitter:

We willen graag de passage nog eens bekijken, maar we willen wel tegelijkertijd de druk op de variant behouden. Hoe sterker we nu formuleren, hoe beter het is. Laten we wel zijn, we zijn niet in staat om de eindfase al helemaal te bezien. Er zal nog ongetwijfeld heel veel water door de gracht moeten en nog heel veel discussies moeten plaatsvinden over allerlei eventualiteiten die nog zullen komen in de komende periode. We zijn op de goede weg.


De heer Van Gemeren (D66):

Bedankt voor de toezegging de passage nog eens goed te bekijken en verder bespreekbaar te maken. Ik heb er alle vertrouwen in.


De voorzitter:

U spreekt over natuur- en milieugroepen, maar we hebben als gemeentebestuur ook gesproken met de rentmeester van het Utrechts Landschap, met de heer Landelgronde, en beide hebben in feite laten blijken dat ze dit model kunnen omarmen, maar onder bepaalde condities en voorwaarden en die zullen we nog moeten invullen.

Het voorstel wordt met inachtneming van de opmerkingen aangenomen. De raad zal nog een afschrift van de brief ontvangen


12. De Clomp (rv 2001-98)


De heer Van Ballegooijen (SGP/ChristenUnie):

Er zijn de afgelopen maanden aardig wat pennen en tongen losgemaakt als het gaat over dit onderwerp.

Als ik het onderwerp zo voor me zie liggen dan denk ik dat we vanavond kunnen spreken van een wat meer gekanaliseerd voorstel dan in het verleden het geval was.

Waar gaat het eigenlijk om in dit raadsvoorstel. Het is vaststelling van een visie. Dat is opgesteld en n.a.v. die visie moet er een verdere discussie komen. Laten we wel zijn, De Clomp komt vanavond niet uit de lucht vallen. De club is aan vernieuwing toe. Wat we daar mee kunnen gaan doen staat dan ook op bladzijde 3 van dit raadsvoorstel. Hoe gaan we dit doen?

Het is voor iedereen duidelijk dat de Clomp aan een veranderingsproces onderhevig is. Dat het ook gedateerd is en dat de situatie daar er ook om vraagt. Ga maar na, de onveiligheidsgevoelens, de veiligheidsaspecten, ingrediënten m.b.t. het naar binnen gekeerd centrum. Ondernemers willen vernieuwen. Het heeft een onprettige uitstraling, vooral ’s avonds, vanwege de onveiligheids-gevoelens en de minder sociale controle. Door de jaren heen is het een heerlijke locatie geweest voor inbrekers en overvallers, met name omdat de pakkans, vanwege die geringe en geïsoleerde locatie, zodanig was.

Centraal in de probleemstelling van de Clomp staat dan ook de veiligheid en de leefbaarheid. Nu centraal en het heeft al jaren centraal gestaan.

Maar nu doen er meerdere mogelijkheden zich voor. ISV-bijdrage komt om de hoek kijken en ik denk ook dat dat een heel duidelijk gegeven is. ISV-gelden zeggen ook dat er iets nieuws moet worden gerealiseerd. We moeten zo’n kans ook niet laten schieten.

Terecht moeten we dan kijken, wat er dan nog kan gebeuren als we dat vernieuwingsproces met de ISV-gelden daar kunnen realiseren. Welke knelpunten kunnen we dan gelijktijdig meenemen. Woningbouw, vernieuwing, vergroting, hergroepering van bestaande bebouwing. Een aantal schetsen zijn al aangegeven op bladzijde 3 van het raadsvoorstel. Het zijn schetsen en ook niet meer dan dat.

U geeft aan welke denkrichting u hebt en welke kant u op wil en mijn fractie kan dat ondersteunen, maar wel met een dringend verzoek. Doe dat met de initiatiefgroep en met de klankbordgroep. Ga samen op pad en probeer hier iets moois van te maken.

Het raadsvoorstel kunt u verder uitwerken en wij als commissie en als raad kunnen dan zien wat daar is uitgekomen.

In de commissie is aan de orde geweest met name de bezwaren van de bewoners Platform Zeist-West. Ik heb toen ook van de inspreker gehoord dat vele onduidelijkheden tijdens die commissievergadering door het college zijn verduidelijkt en dat er opnieuw een situatie is ontstaan waar men mee verder kan.

U vraagt 300.000,- beschikbaar te stellen en wij gaan daarmee akkoord.

In het achterhoofd de HSL ziende, met de Klankbordgroep en met Radar en het product dat al voorligt vanwege de HSL, heb ik het volste vertrouwen dat we ook die kant opgaan met De Clomp.


De heer Westbroek (CDA):

Wij hebben De Clomp uitvoerig besproken in de commissie. De voorzitter van deze commissie heeft het hier nog eens uitvoerig naar voren gebracht. Alleen behoorde ik tot de raadsleden die de stukken, het gewijzigd raadsvoorstel, niet op tijd heeft kunnen ontvangen. Bij het doorlezen van het stuk valt mij iets op, waarvoor ik graag een verduidelijking wil zien van het college.

In het stuk zelf wordt gezegd: de gemeente kiest positie door middel van het formuleren van een aantal hoofdlijnen. Zij koppelt dit ook aan de andere participanten die ook de hoofdlijnen en uitgangspunten hebben geformuleerd. Aan het college, ik neem aan dat de ideeën de uitgangs-punten, geformuleerd zowel door participanten alsook de planbegeleidingsgroep, dat die gelijkwaardig zijn aan de vorm van de hoofdlijnen, de visie, zoals die hier geformuleerd zijn door de gemeente. Dat zou kunnen betekenen dat de initiatiefgroep c.q. planbegeleidingsgroep toch met een aantal amendementen op dit stuk zou kunnen komen. Wat is daar de ruimte voor?


Mevrouw Spruijt (GL):

In de raadscommissie heeft mijn fractie al ruim aandacht gevraagd voor de positie die de gemeente inneemt in zowel de initiatiefgroep als de planbegeleidingsgroep. Ook het gewijzigd voorstel geeft mijn fractie aanleiding om hier nog op terug te komen.

Wat betreft de initiatiefgroep liggen de zaken nu tamelijk helder. De gemeente is hier in vertegenwoordigd door iemand met een privaatrechtpet op en iemand met een publiekrechtelijke pet op. Het product van de initiatiefgroep wordt door het gemeentebestuur beoordeeld. Voor die inhoudelijke beoordeling gaan we nu een toetsingskader vaststellen. Tenminste, zo zien wij het, en als dat niet zo is dan zouden wij dat graag van u horen.

Wat betreft de uitgangspunten die u genoemd heeft in het voorstel daar kan mijn fractie mee instemmen.

Voor de planbegeleidingsgroep is de zaak nog wel erg ondoorzichtig. Natuurlijk, de planbegeleidingsgroep gaat het gemeentebestuur adviseren over het resultaat van de initiatiefgroep. Deze adviserende rol is duidelijk geworden in de raadscommissie. Terecht stelt u, om deze planbegeleidingsgroep goed zijn werk te kunnen laten doen, deze als gemeente te gaan faciliteren. Kopietjes, vergaderruimten. Mijn fractie kan zich ook nog voorstellen dat er een secretariaat tot die faciliteiten gaat behoren. Maar dan. U stelt dat een gemeentelijke vertegenwoordiging in de planbegeleidingsgroep, gevoelig kan komen te liggen. Daarom stuurt u maar iemand van een ingehuurd bureau! Daar zit hem nu net de pijn. Want een derde vertegenwoordigt op dat moment net zo goed de gemeente. Bovendien neemt een dergelijke vertegenwoordiger, zoals het voorstel er nu ligt, ook deel aan het opstellen van de adviezen die de begeleidingsgroep aan diezelfde gemeente gaat uitbrengen. Wat is dan de boodschap aan deze persoon meegegeven voor de planbegeleidings-groep. Kunt u mij dat aangeven?

Ik zou graag van u horen wat de opdracht is van de vertegenwoordiger van de gemeente in de planbegeleidingsgroep.

Naar de mening van mijn fractie kan dat eigenlijk niet. Je kan niet in een adviesgroep aan het gemeentebestuur deelnemen, terwijl je van diezelfde gemeente deel uitmaakt.

Wel zien wij een rol van de gemeente in de planbegeleidingsgroep als leverancier van informatie naast de andere faciliteiten die geleverd kunnen worden. Immers met een goede informatie-voorziening kunnen veel misverstanden worden voorkomen en kunnen planningen op elkaar afgestemd worden. Een dergelijke functie vraagt om een procesbegeleider, die niet onderdeel uitmaakt van het adviserende deel van de planbegeleidingsgroep zelf. Wij dienen daarom een amendement in om deze rol van de gemeente in deze planbegeleidingsgroep aan te passen, te wijzigen.

Het amendement luidt als volgt:


De raad op 17 september 2001 bijeen;


Overwegende dat:

  • de gemeente niet als partij vertegenwoordigd dient te zijn in een adviesorgaan aan de gemeente;

  • het van groot belang is voor het functioneren van de planbegeleidingsgroep dat er voldoende en tijdig informatie is over de ontwikkelingen binnen de initiatiefgroep en binnen de gemeentelijke organisatie aangaande het project herontwikkeling De Clomp;


Besluit dat:

  • de gemeente geen deelnemer is aan de planbegeleidingsgroep;

  • een vertegenwoordiger van de gemeente wel aanwezig is bij de planbegeleidingsgroep ten behoeve van het optimaal faciliteren van de begeleidingsgroep met informatie, accommodatie, een beperkt werkbudget en zonodig een secretariaat.


Het amendement is ondertekend door de heer Claasen en mevrouw Spruijt.


Mevrouw De Jong (SP):

Met betrekking tot het verhaal over de initiatiefgroep en de planbegeleidingsgroep sluit ik mij volledig aan bij GroenLinks.

De SP is voor behoud van het groene karakter van De Clomp. In uw voorstel krijg ik het idee dat u meer rood versus groen wilt. U noemt het dan wel dat de kwaliteit van groen belangrijker is dan de kwantiteit van groen. De SP vraagt zich af wie de kwaliteit van het groen bepaalt?

Mag ik u wijzen op de visie van Bolkensteijn die het groene hart verwoord als, ik citeer: “niets aan, ben je er wel eens geweest, alleen maar gras”.

Het is een verschil van opvatting. Het gaat erom wie bepaalt die kwaliteit. Zijn het de bewoners van De Clomp, of is het college dat, of hebben wij als raad daar ook nog iets over te vertellen? Ik wil dat graag weten.

Dat betekent dus ook dat u zou moeten luisteren naar de bewoners van De Clomp en niet alleen wat het groene karakter betreft, maar ook het aantal woningen, speelplaatsen, noem maar op, alles wat met De Clomp te maken heeft. Dat is ze namelijk ook beloofd!

Voor de SP gaan kwaliteit en kwantiteit van groen hand in hand.

Uw uitgangspunt voor woningen in differentiatie. Betekent dat, dat u dure woningen op het oog heeft op deze locatie? De wijk bestaat immers uit veel sociale woningbouw. Gaat u dan goedkopere woningen compenseren in bijvoorbeeld Bosch en Duin en het Lyceumkwartier? Houdt u zich met het plan van De Clomp wel aan het eigen beleid om speelplaatsen volgens de NUZO-norm in te plannen? Dat zou namelijk betekenen dat er veel meer speelplaatsen en speelgelegenheden zouden moeten komen dan er nu in het voorstel staan. Bent u bereid om uw eigen beleid uit te voeren?

Tot slot. Het openbaar vervoer moet natuurlijk verbeterd worden en niet alleen maar gestabiliseerd worden, juist als ouderenhuisvesting in beeld komt. Graag uw reactie.


Mevrouw Barten (PvdA):

Het is goed dat er voor het gebied van De Clomp nu ook een visie van de gemeente ligt. Dat schept duidelijkheid. Duidelijk is ook dat het hier gaat om schetsen van hoofdlijnen, dat staat meerdere malen in het voorstel.

Toch zijn er enkele dingen nog niet helder.

We zijn verheugd dat in het nieuwe voorstel veilig fietsenbindingen genoemd worden, maar parkeren blijft een onduidelijke zaak. Enerzijds verminderen van parkeerruimte aan de zijde van de Grift en vervangen door groen, dat is een loffelijk streven. In onze optiek zal op termijn, zeker als het winkelcentrum een nog grotere aantrekkingskracht zal krijgen, behoefte aan parkeren eerder groter dan kleiner worden. Dan wordt er eventueel gedacht aan ondergronds parkeren, maar dat kan nooit gratis. Treft dat geen grote ongelijkheid ten opzichte van andere winkelcentra, of overweegt u om ook daar op termijn betaald parkeren in te voeren?

Deze dilemma’s groen en parkeren, gratis en betaald parkeren, zullen naar wij verwachten de gemoederen nog wel bezig houden de komende tijd.

Dan het hoofdstuk groen en ecologie. Het voorliggende voorstel is aangepast gehoord de discussie in de commissie. In het oorspronkelijke stuk schrijft u: “het totaal aan groen wordt niet verminderd”. In het gewijzigd voorstel schrijft u: “het totaal aan groen wordt in principe niet verminderd” want het gaat niet slechts om de kwantiteit maar om de kwaliteit. Dit verbaast ons want de discussie in de commissie gaf geen aanleiding tot deze wijziging. Bovendien hebben wij de sterke indruk dat dit een cruciaal punt is voor de bewoners. De definitie van kwaliteitsgroen scheelt nogal tussen betrokken partijen. Voor de gewone wandelaar langs de Grift is groen gewoon prettig groen. Of dit nu van ecologische waarde is of valt onder de gemeentelijke definitie van kwaliteitsgroen, dat zal die wandelaar een worst zijn. Bent u bereid de woorden “in principe” uit dit voorstel te schrappen, want dat is een belangrijk punt voor mijn fractie.

Bent u bereid om het in de financiële paragraaf genoemde onderzoek naar het groen, niet alleen de ecologische waarde van het groen maar ook de kwaliteit en de belevingswaarde te betrekken?

In dit gewijzigd voorstel heeft u voldoende recht gedaan aan de functies van de initiatiefgroep en de planbegeleidingsgroep. De planbegeleidingsgroep krijgt voldoende kansen de voorstellen van de initiatiefgroep van advies te voorzien en zowel de voorstellen van de initiatiefgroep en de adviezen van de planbegeleidingsgroep zullen volgens dit voorstel aan het gemeentebestuur worden voorgelegd. Dit betekent dus dat deze adviezen bij de commissie terecht zullen komen en dat die de gelegenheid krijgt om deze voorstellen en adviezen te beoordelen, dat klopt toch?

In de commissie heeft mijn fractie gevraagd om te ontwikkelen onder het politiekeurmerk veilig wonen. In de commissie is dat toegezegd, maar in het huidige voorstel ben ik dat niet tegengekomen. Bent u bereid dit alsnog op te nemen onder het kopje “leefbaarheid en veiligheid”?

Tot slot. Wij stellen dit voorstel nu op hoofdlijnen vast. Deze hoofdlijnen worden ingebracht in de vergaderingen van de initiatiefgroep en de planbegeleidingsgroep, maar in het 1epunt van het voorstel spreekt u over een visie op De Clomp. Dat is naar onze mening een veel mildere uitspraak. Moeten we de genoemde hoofdlijnen ook zo mild interpreteren?


De heer Veenendaal (VVD):

Het voorstel is in de commissie uitvoerig behandeld en kent een uitgebreide geschiedenis. In eerste instantie was er iets geboren waarin u vanuit uw bestuurlijke verantwoordelijkheid kwam hoe u Zeist-west wilde ontwikkelen.

Daar is al inspraak en wijziging op gekomen en wij hebben nu gekozen om met een heleboel deelnemers te luisteren wat de visie is in dat gebeuren. We hebben verschillende visies gehoord en we hebben ook kunnen vaststellen dat door de participanten de visie niet op één lijn zit. Wil je daar tot een goede ontwikkeling komen, hebben wij geconstateerd dat u nu ook uw eigen visie heeft neergelegd, om straks samen met elkaar te gaan kijken om het daar tot een goede oplossing te brengen. Tijdens de commissie heeft u dat ook heel duidelijk aan ons meegegeven en ook aan de betrokkenen, dat er een intentie is om samen te gaan zoeken naar een zo goed mogelijke oplossing. Dat u dan ook uitgangspunten formuleert is helder om straks verder met elkaar te kunnen opereren. Het enige wat u vandaag van ons vraagt is om kennis te nemen van het onderhandelstuk, geld te geven om die plannen te realiseren, en tijdens de behandeling in de commissie heb ik een stuk intentie geproefd dat u ook randvoorwaarden wilt creëren om dat proces zo goed mogelijk te laten verlopen.

De vragen die gesteld zijn, zijn van een technische aard. Ik wil mij beperken tot de intentie die ik heb waargenomen en ik hoor graag van u of die waargenomen intentie juist is en dat we bij de verdere voortgang nog de gelegenheid hebben om op de details verder in te gaan.


De heer Van Gemeren (D66):

Bij de opening van deze raadzaal dat de burgers en de raad op een gelijk niveau zijn gekomen. Ik moet constateren dat het college en nu ook ikzelf door hier te gaan staan, zich heeft verhoogd door iets hoger te gaan zitten. Ik heb daar wat problemen mee, maar wie zichzelf verhoogd zal ook verlaagd worden.


De heer Van Ballegooijen (SGP/ChristenUnie):

Was het dan niet beter dat u op u plaats bleef zitten, dan hoeft u zich ook niet zo hoog op te stellen?


De heer Van Gemeren (D66):

Het gaat om een houding.

In die zin betreurt de fractie van D66 dat in de krant moet staan “wijkplannen De Clomp, bewoners voelen zich gepasseerd”. We hebben er in de commissie al over gesproken en ik vraag de wethouder wat kunnen we er aan doen dat bewoners niet het gevoel krijgen dat ze gepasseerd worden. Was er geen mogelijkheid om tussentijds te communiceren met elkaar over deze zaken. Het idee wordt gauw gegeven dat de gemeente in de vakantie bezig is geweest om alles gauw in een pot te stoppen en nu zien wij twee dagen voor de commissie wat er uitgekomen is, terwijl wij zo goed op weg waren met de gemeente, vanaf een nulstart de taken met elkaar te behartigen. Wij vinden het jammer, maar we horen graag de reactie van de wethouder in het kader van hoor en wederhoor.

D66 is blij met het opnemen van een aantal elementen, namelijk de cultuurhistorische waarde en de elementen, het opknappen van het sluisje en de zones langs de Zeisterse en Biltse Grift nu worden opgenomen in de visie.

Wat betreft de woningen aan de Griftlaan, willen we het college vragen om terughoudend te zijn met het aantal woningen. Met name om ook niet de relatie met het open Kromme Rijngebied met de rest van Zeist en de Griftlaan, te verstoren.

Wat betreft de verkeersaansluitingen heb ik in de commissie gevraagd om niet alleen te kijken naar de verkeersafwikkeling via de Griftlaan met de nieuwe entree, maar gebruik ook de wijkontsluitingswegen Griffensteijnselaan en Weteringlaan, juist om ook het wijkkarakter van wijkwinkelcentrum De Clomp te benadrukken.

U heeft geprobeerd in het voorstel nog eens de positie van de gemeente te verduidelijken in de initiatiefgroep en in de planbegeleidingsgroep en met een aantal raadsleden vragen wij ons af hoe u dit zich voorstelt.

De ene keer zegt u dat de gemeente gaat deelnemen als eigenaar van de sporthal in de initiatiefgroep. De andere keer zegt u dat als de gemeente deel gaat nemen in de initiatiefgroep zal ze ook de daaraan verbonden kosten mee moeten nemen. Is dat nog een open vraag voor u? Neemt u wel of niet deel aan de initiatiefgroep?

Verder vraag ik mij ook af in het kader van duale gemeente of wij als raad zo’n visie moet vaststellen? Of zeggen wij als raad: college wij hebben kennis genomen van uw visie als bestuurder kunt u dat inbrengen met de bewoners. We hebben ook begrepen dat u nog terugkomt met de resultaten van de visie en de bespreking in de planbegeleidingsgroep in de commissie Ruimte, dan hoeven wij deze visie nu toch niet vast te stellen als raad?

Graag uw antwoord.


De vergadering wordt geschorst.


De vergadering wordt heropend.

Wethouder Den Heijer (VVD):

Ik constateer dat ondanks uitvoerige commissiebehandeling er toch nogal wat vragen zijn gesteld die op technisch c.q. uitvoeringsniveau liggen. Het zou kunnen zijn dat ik in mijn reactie niet zo zeer op deze inga. Ik beperk mij tot het aanstippen van een aantal zaken.

Ik kom bij de heer Van Ballegooijen die nog eens uitdrukkelijk erop heeft gewezen dat verdere discussie nodig zal zijn.

Uiteraard onderstreep ik en het college met mij dit van harte. Er zal nog heel wat water naar de zee moeten voordat hier uiteindelijk een afgerond plan aan u voorgelegd kan worden. Maar dat laat onverlet dat we dat ook in hechte samenwerking met gelijkwaardige partners zullen doen, met zowel de initiatiefgroep als de planbegeleidingsgroep.

De heer Westbroek signaleert dat hij een aantal stukken niet op tijd heeft ontvangen.

Ik neem dat voor kennisgeving aan.

U stelt de gemeente kiest positie.

Ja, we geven een aantal richtingen aan en in die zin kiezen wij positie, waarbij er volledig 100% ruimte zal zijn voor zowel de initiatiefgroep als planbegeleidingsgroep.

Mevrouw Spruijt die een amendement indient vooral waar het betreft de rol van de planbegeleidingsgroep. Daar ook de vraag aankoppelt of er vanuit de gemeente voorzien kan worden in een secretariaatsfunctie.

Om met het laatste te beginnen is het antwoord ja, zij het wel binnen de gestelde budgetkaders en met in acht name dat dit natuurlijk ook een capaciteitsaspect heeft waar we met elkaar nog eens naar moeten kijken, maar zo mogelijk zal ook die rol in handen van de gemeente zijn. Voor het overige spoort ons uitgangspunt met datgene wat u verwoordt in het amendement. Vanuit die optiek kunnen wij het amendement dan ook overnemen.

Mevrouw De Jong pleit nog eens heel sterk voor het behoud van het groene karakter en wie bepaalt dan de kwaliteit van het groene karakter.

Het moge duidelijk zijn, als wij maximale participatie van de planbegeleidingsgroep door mij verwoord horen, dat ook dat een kwestie is van gezamenlijkheid. In laatste instantie uiteindelijk de raad, dat moge duidelijk zijn.

Ik wijs er daarbij nog nadrukkelijk op dat de belangrijkste problematiek die hier speelt eigenlijk bestaat uit twee onderdelen, leefbaarheid en veiligheid. De woorden “in principe” zijn zeer bewust toegevoegd, want ik zou me voor kunnen stellen dat hier en daar, juist omwille van die leefbaarheid en veiligheid, er wat groen zou moeten sneuvelen om of wat dan ook. Wel is beoogd dat tegelijkertijd op een andere plaats de kwaliteit zodanig te versterken, dat een gesneuvelde boom op een andere locatie weer terugkomt. In principe zeggen we nee, geen vermindering van de omvang van het groen, maar het zou zo kunnen zijn, juist om de doelstellingen leefbaarheid en veiligheid maximaal te bereiken er hier en daar sprake zou kunnen zijn van het sneuvelen van wat groen.

Dan komt mevrouw De Jong in mijn beleving al heel sterk in de uitvoeringsfase met vragen als komen er dure woningen, hebt u die al op het oog, gaat u dan in Bosch en Duin en het Lyceumkwartier woningen bijbouwen.

Op het laatste onderdeel van haar vraag wilde ik maar niet reageren, ik denk dat dit volstrekt duidelijk is.

Voor wat betreft de onderhavige locatie is er nog geen uitspraak te doen over wat voor woningen daar komen. Als er al woningen komen. Ik wijs er nadrukkelijk op dat we puur te maken hebben met een vigerend volkshuisvestingsplan en dat we ons daar aanhouden. Als we ons daar niet aan kunnen houden dan zullen we met voorstellen daaromtrent bij u komen.

Hetzelfde geldt voor speelplaatsen en openbaar vervoer. Allemaal al erg sterk gericht op de uitvoeringsfase. Natuurlijk punten die onze aandacht hebben, maar ik zal hier nu niet concreet vierkante meters, aantallen, over willen spreken.

Ik kom bij mevrouw Barten die met name wat opmerkingen onder andere heeft gemaakt over het parkeren.

Ik wijs erop dat wij moeten constateren dat de huidige parkeervoorzieningen bij de Clomp van zodanige omvang zijn dat er zelden of nooit sprake is van een uitverkocht huis. We beogen juist om wat meer groen toe te voegen en andere zaken waardoor het parkeren bovengronds in ieder geval wat beperkt zou kunnen worden, uitgaande van de noodzakelijke behoefte.

U praat al ver een toename van bezoekers. Ik wijs er in dat kader op dat winkelcentrum de Clomp, zoals beoogd in de toekomst, uitdrukkelijk een wijkfunctie zal blijven houden. Zeker niet een verlengstuk zal worden van ons hoofdwinkelcentrum.

Opzet, bedoelingen en uitgangspunten. Het zou zo kunnen zijn dat we dan in de wat verdere toekomst gaan denken over ondergronds parkeren, maar zo ver zijn we nog lang niet.

Dat zal dan in een bepaald beleid voor de gehele gemeente aan de orde moeten komen. Ook dat zijn zaken waar eigenlijk nog geen concreet antwoord op te geven is.

U vraagt vervolgens of er bij het ecologisch waardeonderzoek ook toegevoegd kan worden kwaliteit- en belevingswaardeonderzoek.

Ja dat zullen we doen en uiteraard zullen alle adviezen via de commissie lopen. Zo is dat gebruikelijk en zo zal dat in de toekomst ook gebruikelijk blijven.

Politiekeurmerk Veilig Wonen zal conform uw verzoek alsnog worden opgenomen in het voorstel.

De heer Veenendaal. Het is eigenlijk een samen zoeken naar de oplossingen die denkbaar zijn voor dat gebied, overigens met een kleine correctie. Wij vragen hier niet om kennis te nemen van maar in te stemmen met.

Dit moet dus expliciet vastgesteld worden door de raad. Dit is nu precies de kaderstellende taak en rol van de raad. Uitdrukkelijk vragen wij hier om hiermee in te stemmen en niet uitsluitend kennis te nemen van dit voorstel.

Nog kort even op de opmerkingen van de heer Van Gemeren als zouden de bewoners gepasseerd zijn. Tijdens de commissievergadering is aanwezig geweest en gebruik gemaakt van het spreekrecht, de voorzitter van het bewonersplatform. Ik heb na afloop van de vergadering nog kort met hem gesproken. Hij vertelde mij voor 90% gerustgesteld te zijn. Ik heb die maandag daaropvolgend bilateraal nog eens met de voorzitter van het bewonersplatform van gedachten gewisseld. Hij heeft nog eens herhaald gerustgesteld te zijn.

De afspraak met hem gemaakt dat wanneer wordt geconstateerd dat er in de achterban onrust gaat bestaan. Dat dingen anders geïnterpreteerd worden dan wij beleven, trek dan aan de bel dan is een afspraak zo gemaakt en kunnen we dat kortsluiten.

Ik heb daar voor de toekomst alle vertrouwen in.


Uw opmerking voor wat betreft terughoudend zijn voor de woningen aan de Griftlaan neem ik voor kennisgeving aan. Bij de verdere uitwerkingen zullen we kijken wat voor mogelijkheden en wenselijkheden daar zijn.

Opmerkingen over wijkontsluitingswegen beschouw ik ook als zich erg in de uitvoeringsfase bevindend. Desalniettemin zal dit ook onze aandacht in de toekomst hebben.

Tenslotte zal de gemeente in de initiatiefgroep uitdrukkelijk deelnemen.


Mevrouw De Jong (SP):

De wethouder vindt wel dat dit een heleboel vragen en opmerkingen zijn in de uitvoeringsfase, maar als ik even naar het raadsvoorstel kijk op blz. 3 bij “kortom” dan staan daar tien punten waarvan ik net zo vind dat deze bij de uitvoering horen als de vragen en opmerkingen die ik heb gesteld.

Ik noem er even een paar. Woningen toevoegen aan het winkelcentrum. Ouderhuisvesting allochtonen bij de moskee. Inrichting parkeervoorzieningen verbeteren. Dat zijn uitvoeringstaken. Als het raadsvoorstel daar al over gaat en ik vraag u over differentiatie van woningen en hoe u dat denkt te compenseren, want differentiatie in een wijk met hooguit sociale woningen zal toch wat dure segmenten neergezet worden en hoe u denkt dit te gaan compenseren lijkt mij een even beleidsmatige vraag als hoe u dit opstelt.

Mijn vraag is dan ook hoe u de differentiatie ziet met betrekking tot dit raadsvoorstel? Hoe ziet u dat en hoe wilt u dit kenbaar maken?

Ten tweede wat u zegt over de kwaliteit van groen. U wilt wel eens een boom kunnen omhakken om ergens anders wat leefbaarheid te creëren, maar daar hebben we het hier niet over. Het gaat echt over de kwaliteit en de kwantiteit van het groen. Het groene karakter was het eerste wat de SP naar voren heeft gebracht. Het groene karakter willen we wel degelijk behouden. Als dat eens een keertje om een bepaalde boom gaat wat eventueel de sociale veiligheid zou bevorderen als die weggaat, dan is daar over te spreken. Het gaat ons om de grote lijnen.


Mevrouw Barten (PvdA):

De wethouder heeft gezegd dat een groot aantal technische vragen zijn gesteld, maar dat is eigenlijk alleen maar het gevolg van het sterk gewijzigd raadsvoorstel.

Dank voor een aantal toezeggingen.

U heeft net in uw reactie gezegd dat in het kader van leefbaarheid en veiligheid groen verwijderd zal worden en dat dit dan op een andere plek weer terecht zal komen. Naar onze mening mag dat groen niet verminderen, niet in kwaliteit en niet in kwantiteit. Daarom houden wij er aan vast dat de woorden “in principe” uit het raadsvoorstel verwijderd worden en wij dienen daarvoor dan ook een amendement in.

Het amendement luidt als volgt:


De raad van Zeist in vergadering bijeen op 17 september 2001 en aan de orde hebbend raadsvoorstel 98;


Overwegende dat er vanwege de discussie in de commissie geen aanleiding is de tekst op blad 5 van het raadsvoorstel betreffende het totaal aan groen in het gebied de Clomp te wijziging van het niet verminderen van groennaar het in principe niet verminderen van groen;


Besluit:

De woorden in principete verwijderen uit het voorliggend raadsvoorstel


Het amendement is ondertekend door de heren Van Kuijk, Westbroek, Van Gemeren, Prikken en de dames Schenk, Barten en Spruijt.

U betoogt ook nog dat de parkeerruimte in het weekeinde regelmatig niet vol is. Dat is dus wel het geval naar mijn optiek Ik denk dat als het winkelcentrum opgewaardeerd is, dit een grotere trekpleister zal zijn waardoor er toch minstens zoveel parkeerplaatsen nodig zijn als op dit moment.

U spreekt over op termijn streven naar ondergronds parkeren. Ik denk dat u dit op dit moment moet doen want naderhand een winkelcentrum ondergraven lijkt me lastig. Als je kiest voor ondergronds parkeren zal je dat nu moeten doen.


De heer Veenendaal (VVD):

Nog even een korte reactie. U memoreerde uit mijn bijdrage dat ik kennis had genomen van de plannen. Uiteraard heb ik in eerste instantie kennis kunnen nemen van de plannen en de toelichting zoals die in de commissie is gegeven en ik heb ook daaruit kennis kunnen nemen van de verbeterde visie zoals die thans voorligt. Het moge u duidelijk zijn dat mijn fractie in kan stemmen met de geschetste visie.


Wethouder Den Heijer (VVD):

Ik kan in tweede termijn ook kort zijn.

Richting mevrouw De Jong die nog eens een aantal zaken opsomt die weergegeven staan op pagina 3 van het voorstel. Dat mag zo zijn dat het heel exact omschreven onderwerpen zijn, maar het zijn desalniettemin niet meer dan richtinggevende uitgangspunten, die zeker niet in detail zijn uitgewerkt, maar juist als onderwerpen, kaders worden ingebracht bij zowel de initiatiefgroep als de planbegeleidingsgroep.

Ik ben ervan overtuigd dat ik het uitdrukkelijk oneens ben met mevrouw De Jong als er nu al uitspraken te doen zouden zijn over differentiatie qua woningen en dat soort onderwerpen die zij aansnijdt.

Een klein misverstand tussen mevrouw De Jong en mij is als het gaat om het groene karakter van de wijk behouden. Vanzelfsprekend is dat ook ons uitgangspunt. Ik heb alleen als voorbeeld gegeven dat het zo zou kunnen zijn dat er op enige plek juist ter bereiking van ons doel, maximalisatie, van de leefbaarheid en veiligheid, wat moet sneuvelen. Wellicht kunnen we dat dan ergens anders compenseren, kunnen versterken, kwalitatief en kwantitatief. Niet meer en niet minder. Dat is ook de reden dat ik uitdrukkelijk het amendement zou willen ontraden omdat wij anders op dit moment al een nulmeting zouden moeten doen en exact vierkante meters zouden moeten bepalen bomen en struiken en grassprieten moeten tellen en in moeten tekenen. Dat gaat mij in deze fase te ver. Alles komt bij u terug, dus ik wil bepleiten om die speelruimte te laten, dat hier en daar wat zou kunnen verschuiven.


De heer Van Kuijk (PvdA):

Of er nu “in principe” staat of niet, als we praten over verminderen van groen dan moet je altijd een nulmeting hebben. Ik denk dat we gewoon “in principe” weg moeten laten en als u later met een voorstel komt waaruit blijkt dat vanwege veiligheid of wat dan ook er groen zal moeten sluiten, dan is het op dat moment om met elkaar te bepalen of we dat wel of niet doen. Je moet helder zijn in je uitgangspunten en dat is ook steeds in de voorbereiding geweest. Uitgangspunt is dat het groen wat daar is moet blijven. Als er later argumenten zijn om dat te verminderen dan is het vroeg genoeg.


Mevrouw De Jong (SP):

Nog even over de differentiatie. Voor de SP is dit kaderstellend. Ik vraag u namelijk kaderstellend wat u daarmee bedoelt. U neemt het kaderstellend op, op bladzijde 3. Ik vraag u wat u precies dan bedoelt met de differentiatie. Het kan namelijk op twee manieren uitgelegd worden. Via het volkshuisvestingsplan is het differentiatie in goedkopere versus duurdere woningen, maar het kan ook zijn dat u bedoelt differentiatie in woongroepen, bijvoorbeeld voor alleenstaanden en grote gezinnen. Ik vraag wat u precies bedoelt.


Wethouder Den Heijer (VVD):

U heeft mij horen zeggen dat wij in deze gemeente een vigerend volkshuisvestingsplan hebben. Dat zal natuurlijk uitgangspunt zijn bij de invulling, maar het kan best blijken dat daar hele andere zaken uit naar voren komen en op dat moment worden die aan u voorgelegd en is de raad het orgaan om daar uiteindelijke besluitvorming over te nemen.

Ik hecht en hamer daar ook op, op samenwerking binnen dit traject. Een samenwerking die door mij evenzeer als door u bepleit wordt, maar de gezamenlijkheid van initiatiefgroep en planbegeleidingsgroep en ook de individualiteit van beide gremia zijn geen besluitvormings-organen. Het besluitvormingsorgaan is deze raad.

Heel kort nog even ingaand op mevrouw Barten en dan tenslotte de heer Van Kuijk.

Terecht zegt mevrouw Barten dat de technische vragen die zijn gesteld gevolg zijn van het gewijzigd raadsvoorstel. Niet om flauw te doen, maar het gewijzigd raadsvoorstel, zou je kunnen zeggen, is het gevolg van de behandeling in de commissie. Niet meer en niet minder, en beantwoordt ook aan de wensen die daar geuit zijn.

Ik constateer anders dan mevrouw Barten, en meerdere met mij, dat de parkeerruimte die thans beschikbaar is, zowel aan de achterzijde en voorzijde van het winkelcentrum zelden of nooit vol is. Ik ben zelf ook een regelmatig bezoeker van de Clomp, ook op zaterdagmiddagen en of vrijdagavonden. Ik kan niet anders dan constateren dat ik zelden of nooit waarneem dat daar echt de volledige capaciteit benut wordt.

Ik constateer met genoegen dat de heer Veenendaal en ik op dezelfde lijn zaten en hij dus zijn instemming met dit raadsvoorstel uitspreekt.

Ik kom tenslotte bij de heer Van Kuijk. Ik zou het toch nadrukkelijk om willen keren en ons juist die ruimte willen geven en vanuit die optiek de woorden “in principe” te handhaven. Ik blijf dan ook bij mijn uitgangspunt om u dit amendement te ontraden. U bent uiteindelijk degene die beslist om dit amendement in stemming te brengen.


De voorzitter:

Het amendement wordt gehandhaafd door de indieners. We zullen hier zodadelijk over stemmen.


De heer Van Ballegooijen (SGP/ChristenUnie):

Een stemverklaring. Ik heb het amendement gelezen. Ik heb ook de aanvulling gehoord van de heer Van Kuijk als het gaat om de woorden “in principe”. Als de heer Van Kuijk en zijn medestanders vinden dat dit nu moet vervallen, maar dat in een later stadium er nog op terug gekomen kan worden, dan maakt het ons niet uit, dan vinden wij dat het college die ruimte moet blijven houden en wij vinden dan ook dat de woorden “in principe” er gewoon in kunnen blijven staan.


De heer Veenendaal (VVD):

Ook wij constateren dat het lood om oud ijzer is. Het komt beide op hetzelfde neer. Alleen aan de ene kant ligt het primaat dat er iets gevraagd moet worden en aan de andere kant vraagt u het vertrouwen. Wij hebben geen enkele aanleiding om het vertrouwen bij het college weg te halen en wat ons betreft kunnen de woorden “in principe” blijven staan.


De voorzitter:

We gaan over tot stemmen. Na handopsteken is het amendement overgenomen.

Ik constateer dat u in kunt stemmen met het voorliggend voorstel en de daarbij overgenomen amendementen.


Ik ben terzijde nog een antwoord schuldig aan de heer Van Gemeren. Wij zijn blij dat het publiek ook een ietsje hoger zit, die zitten dan op dezelfde hoogte als het college. Dat betekent dat zij ook met name naar de politieke arena kunnen kijken hoe u functioneert. Het is voor ons aan deze kant van de tafel, vanuit de techniek, even wat hoger om juist ook achter in de zaal te kunnen zien hoe de acties en reacties zijn. Puur alleen dat.


14. Kredietaanvraag Lageweg (rv 2001-100).


De heer Van Gemeren (D66):

Ik heb mij eerst even ter plekke georiënteerd bij de Lageweg. We hebben gelezen op blad 2 van het voorstel dat het college wijzigingen heeft aangebracht, dat duidelijk de reconstructie van een gedeelte van de Lageweg betreft, tussen de Waterigeweg en de afbuiging bij de Kosmos. Dan staat er tussen haakjes “de geplande omlegging van de Lageweg achter de Kosmos en de Oranjerie langs naar de Driebergseweg is hierin dus niet begrepen”.

De vraag is, moeten we niet praten over een geplande omlegging, want wie plant dat, wie heeft dat gepland, heeft de raad dat gepland, ik dacht van niet. Heeft het college dat gepland, misschien wel. Maar heb ik het juist dat we moeten praten om een eventuele omlegging van de Lageweg? Als dat zo is, het college gaat nu een tracé reconstrueren waarvan we begrepen hebben dat de werkzaamheden in december uitgevoerd moeten gaan worden. Als het college nog eventueel van zins is te komen tot een planning en een verlaging van de Lageweg, hoe verhoudt zich nu het voorstel ten opzichte van een ander voorstel en is er dan geen sprake van kapitaalsvernietiging? Ik denk dat we als D66 niet zitten te wachten op de verlegging van de Lageweg, maar we zitten ook niet te wachten op kapitaalsvernietiging.

Een tweede punt is. In de stukken ter inzage stond dat het hoofd productgroep Ruimte gemachtigd werd door uw college om vooruitlopend op de vergunningverlening voor de reconstructie van de Lageweg, het werk aan te besteden. Kunt u dat nog even uitleggen. Ik voel er als raadslid niets voor dat deze machtiging gegeven wordt vooruitlopend op nog door te lopen vergunningprocedures en mogelijkheden van burgers om daarop te reageren en bezwaren in te dienen.


Mevrouw De Jong (SP):

Hoe verhoudt zich dit voorstel met het voorstel Bestemmingsplan het Rond in het kader van integrale plannen, of moet ik dit voorstel zien als versplintering van beleid?


Wethouder Van Brenk (SGP/ChristenUnie):

Over integraal, daar streven we naar. Dat is een uitgangspunt van beleid. In die zin, wij hadden gehoopt dat we integraal dit zouden kunnen benaderen, zij het niet dat het GVVP iets langer heeft geduurd dan dat wij ons voorstelden. Ik denk dat daarin de zorgvuldigheid betracht wordt en is.

Wij hebben een overeenkomst dat wij het openbaar vervoer zouden stimuleren en daarin willen wij graag maatregelen treffen. Dat geeft een stukje versnippering, maar dat hoeft elkaar niet te bijten. Dit hoeft ook geen echte kapitaalvernietiging te betekenen. Stel dat er investeringen gedaan zouden moeten worden met betrekking tot de verkeersregelinstallaties. Als de verkeersregelinstallaties later niet meer nodig zijn, dan zijn die verkeersregelinstallaties niet weg, die kunnen dan elders ingezet worden in de gemeente. Dat hoeft dus geen directe kapitaalvernietiging te zijn.

Wij wilden wel graag nakomen wat wij hebben gezegd met betrekking tot de collega’s in de BRU en de middelen die nu nog beschikbaar zijn en dit is echt het laatste jaar.

Het voordeel is dat hier nog 90 of 100% van wordt vergoed. Er is sprake van een voorstel wat niet hoeft te strijden met toekomstige aanpak van de Lageweg en omgeving.


Wethouder Den Heijer (VVD):

Met betrekking tot de gemaakte opmerking over de geplande omlegging van de Lageweg. Wat mij betreft gelieve u daar te lezen “de eventuele omlegging van de Lageweg”, want er heeft over de uiteindelijke al dan niet omlegging nog geen besluitvorming plaatsgevonden.


Het voorstel wordt z.h.st. aangenomen.


15. Subsidiering Stichting Omnium (rv 2001-101)


Mevrouw De Jong (SP):

Fijn dat er nu eindelijk duidelijkheid is omtrent de financiering van de projecten van Omnium. De SP is van mening dat dit een basispakket vormt voor een beschaafde samenleving. Steeds meer ouderen wonen zelfstandig thuis. Voor wie dat kan gelukkig maar, maar er zijn ook tendensen in de samenleving gaande waar mensen sneller hulp nodig hebben. Mensen die versneld uit het ziekenhuis worden ontslagen en die tijdelijke zorg behoeven, ook in de vorm van maaltijdverstrekkingen. Wat te denken van de nieuwe impuls voor maatschappelijke opvang, waarin gemeenten samen met de geestelijke gezondheidszorg moeten werken om de opvang van dak- en thuislozen en vrouwen met een psychiatrische achtergrond voorzien van bed, bad en brood. Graag uw reactie.

De SP wil dan ook heel graag dat er flexibel wordt omgegaan met de middelen en de projecten van Omnium en vraagt over een evaluatie van de projecten over en half jaar. Dat houdt ook in dat als we een evaluatie hebben over een half jaar en de samenleving is veranderd op dit soort dingen, de tendensen neigen ertoe dat er meer geld bij moet of dat er ook andere projecten in gang gezet moeten worden, dat dit ook kan.

Daarnaast ligt er veel geld te wachten op de plank van het Ministerie van VWS, in de tijdelijke stimuleringsregeling vrijwilligerswerk. Voor Zeist ligt er zelfs 1 ton per jaar klaar vanaf 2001 tot 2005. Alleen moet de gemeente hierin een voortrekkersrol spelen. Voor 1 oktober moet die aanvraag ook gedaan worden. Dat betekent dat voor het voorliggend besluit een kans van verdubbeling van het geld vanaf 2001 tot 2005 is. Laten we dat geld op de plank van VWS liggen, of pakken we het?

De klussendienst. De SP ziet ook zeker een welzijnscomponent hierin. Mensen kunnen immers langer zelfstandig blijven wonen, ook als er geklust wordt. Wat doen we met mensen die wel voor de klussendienst in aanmerking komen maar geen huurwoning betrekken bij de corporaties. Daar is Omnium nu mee bezig, om te kijken of dit in samenwerking met de corporaties kan. Maar niet iedereen zit bij de corporaties vastgebonden aan een huurwoning. Er zijn ook mensen met een eigen woning. Er zijn ook mensen die particulier huren. Wat doen we met deze mensen dan? Kunnen we daar een uitzondering voor maken? En eventueel kunnen we werkgelegenheidsplannen hiervoor inschakelen. Ook bij de klussendienst wil de SP graag over een half jaar een evaluatie.


De heer Prikken (BIZ/GZB):

Ik heb respect voor het voorstel maar er wordt, terecht, heel veel geld uitgetrokken voor Omnium. Waar het voorstel niet in uitblinkt is de wijze waarop we het bedrag zullen monitoren. Misschien kan de wethouder aangeven in welke zin dat zal gebeuren zodat we niet aan het eind van het jaar een rekening over de schutting gegooid krijgen voor allerlei afspraken die niet echt gemaakt zijn.


De heer Spaargaren (PvdA):

Hoeveel geld krijgt Omnium extra? Dat lijkt de centrale vraag die ons als raad al zolang bezighoudt. Soms helpt het om wat cijfers op een rijtje te zetten.

Vorig jaar vroeg Omnium  120.000,- extra naast de reguliere subsidie van  800.000,-. Het college heeft uiteindelijk een  100.000,- extra beschikbaar gesteld vanuit het budget flankerend ouderenbeleid. Omnium moest genoegen nemen met een ton extra om het werk te kunnen blijven doen. Inmiddels had men twee ton extra gevraagd omdat de maaltijdvoorziening aan ouderen aanzienlijk gegroeid was. Over de klussendienst werd door niemand gerept. Nu zijn we weer een half jaar verder. Volgens het voorliggend raadsvoorstel krijgt Omnium meer dan een miljoen subsidie vanaf volgend jaar. Twee ton structureel meer dan in het jaar 2000. Ik heb dit in de raadscommissie nog eens duidelijk nagevraagd en het antwoord staat in het verslag. Het verschil tussen het oude en nieuwe subsidieniveau bedraagt circa  200.000,-. Het kan verkeren. Twee ton structureel is een fors bedrag als je bedenkt dat in Zeist voor nieuw beleid de komende jaren geen middelen ter beschikking zijn. Daar komen wij overigens bij de begrotingsbehandeling op terug.

Ik wil graag namens de duale fractie van de PvdA, Omnium en het college feliciteren met het resultaat. Er is hard voor geknokt en het geld zal goed besteed worden. Daar twijfelen wij niet aan. Zeist heeft een goed draaiende organisatie Omnium nodig. Er is aan deze uitkomst heel wat voorafgegaan. Er is nu een kadernota zorg die het kader aangeeft waarbinnen subsidies vastgesteld worden. Dat is een uitvloeisel van dit traject. Omnium heeft aangegeven hiermee te kunnen werken. Wij doen dan ook niet meer mee aan de discussie, waarom twee ton meer te weinig is. Waarom de klussendienst toch niet door de gemeente gefinancierd kan worden. Als je zo redeneert heeft een kadernota geen zin en is het in feite weggegooid geld. Het is niet goed om tijdens de wedstrijd de spelregels te veranderen. Trouwens een overgangsbedrag van  30.000,- voor de klussendienst voor 2002 lijkt ons alleszins redelijk. Omnium heeft zelf aangegeven dat er andere subsidiebronnen zijn bij het rijk en de provincie die benaderd kunnen worden. Misschien kan daar nu de energie in gestoken worden.


Tot slot nog een detail. Op de laatste nagezonden pagina van het raadsvoorstel staat een overzicht met onder andere een voorstel van de gemeente met betrekking tot subsidiering van Omnium. Op de regel klussendienst staat onder voorstel gemeente, onder het jaar 2002 en volgende niets. Dat kan toch niet de bedoeling zijn. Een conflict beëindigen is altijd moeilijker dan een conflict beginnen. Het zou de raad sieren als er een punt achter Omnium gezet kon worden. Conflicten kosten een hoop geld en energie. Uiteindelijk moet de belastingbetaler dat betalen. Het kan ons inziens beter besteed worden aan het werk zelf. Laten wij bij dit alles een ding niet vergeten: zorgsector is meer dan alleen ouderenzorg, ouderenzorg is meer dan alleen Omnium.


Mevrouw De Bruijn (D66):

Wij hebben in de commissie het onderwerp Omnium uit-en-te-na besproken en ik dacht dat het nu in het kader van onze gang naar het duale het niet de bedoeling was om daar nog uitgebreid op terug te komen.

Het enige wat ik nog wil zeggen is dat mijn fractie het betreurt dat de klussendienst niet die waardering heeft gekregen die het naar ons idee behoeft.

Ik wil nog aan de heer Spaargaren vragen wat een duale fractie is? Daar ben ik benieuwd naar.


Mevrouw Van Baal (CDA):

Ook de CDA-fractie is blij met het voorliggend raadsvoorstel. Wie had dat een jaar geleden gedacht. Dat is een gedachte die nu bij mij opkomt. Omdat er zoveel gebeurd is. Er nu een redelijk resultaat is geboekt. Dat iedereen redelijk tevreden is. Als ik de afgelopen weken het aanbod en activiteiten van Omnium heb gezien, daar spreekt veel enthousiasme uit. Dank aan allen die zich hebben ingezet om tot dit resultaat te komen.

Ik wil me toch graag aansluiten bij de vraag van mevrouw De Jong, want die heeft een punt te pakken wat betreft het vrijwilligerswerk. Er wordt heel weinig aandacht besteed hier aan het vrijwilligerswerk. Dat zou veel meer naar voren gehaald kunnen worden.

Wij vinden het wel jammer dat de klussendienst het kind van de rekening is geworden. Wie weet vinden we ergens nog een gaatje.

Tot slot. Bij de kadernota zorg komen wij steeds tegen: het RIO krijgt als extra verantwoordelijkheid ..enz. enz. De commissie kent dit inmiddels uit zijn hoofd. Iedere keer krijg ik hetzelfde antwoord van de wethouder. Ze zijn het volkomen met me eens, het zou er niet moeten staan en het is ook helemaal niet zo. Iedere keer staat het er weer in. Graag uw antwoord.


Wethouder Vermeulen (PvdA):

We hebben hard aan dit stuk gewerkt met de nodige resultaten.

Ik zal kort antwoorden op een aantal opmerkingen en vragen.

Mevrouw De Jong heeft het over de rol van Omnium in het kader van de moderne zorgstructuur van Nederland. Die is heel evident en duidelijk. Daar speelt Omnium ook flankerend en aanvullend een rol in. Voor een deel gebaseerd op onze beleidsvisie met betrekking tot het gemeentelijk zorgbeleid. Voor een deel ook in het kader van eigen beleid, waar zij eigen financiers zoeken voor producten die zich aandienen. Dat is heel nadrukkelijk de vrijheid van deze stichting om vanuit eigen visie en optiek daarvoor te zorgen. Omnium speelt heel nadrukkelijk een flankerende en aanvullende rol in dat geheel.


Mevrouw De Jong (SP):

Uit de beantwoording maak ik op dat niet helemaal begrepen is wat ik bedoel. Ik bedoel de vernieuwing op het moment van de maatschappelijke opvang. Maatschappelijke opvang is op dit moment in heel Nederland een hot item en dat heeft te maken met dat de politiedistricten aangegeven hebben niet meer voor mensen te willen zorgen met een psychiatrische achtergrond. De gemeente moet gaan samenwerken met de GGZ en de gemeente heeft zelfs een zorgplicht om die mensen op te vangen. Nu is Utrecht een centrumgemeente maar zal in de regio ook afspraken moeten gaan maken met Zeist. Nu zitten er natuurlijk tussen die mensen, mensen die zorg behoeven. Maar ook denk ik dan ook aan de maaltijdverstrekkingen, ik denk dan ook aan de klussendienst. Ik denk dan ook aan allerlei zaken die Omnium nu aan projecten heeft die wij straks flexibel moeten inzetten. Daarom vraag ik om een evaluatie en een flexibele omgang met de subsidiering van Omnium. Mocht het nodig zijn dat wij andere projecten nogmaals bij Omnium neerleggen, dat daar dan ook de middelen voor moeten komen. Dus niet dat we nu zeggen dit was en nu een punt er achter. Nee juist niet, we moeten flexibel omgaan met de tendens in onze samenleving voor een beschaafde samenleving.


Wethouder Vermeulen (PvdA):

Het onderhandelingsresultaat wat hier op tafel ligt gerelateerd aan de kadernota zorgbeleid heel helder is. Ook heel helder is wat er op dit moment aan financiële middelen beschikbaar zijn. Ook heel helder is in wat Omnium op dit moment zelf voor ogen heeft. Ik kan in ieder geval zeggen dat er over deze opvang, voor zover ik weet, niet gesproken is in de onderhandelingen. Wie in de toekomst zorgt, wie dan ook de meningen bepaalt.


De heer Kats (SGP/ChristenUnie):

Ik wil iets aan mevrouw De Jong vragen want ik krijg een bepaald gevoel. Ik neem aan dat mevrouw De Jong met mij eens is dat door de gemeente alleen datgene gesubsidieerd wordt dat door de ouderen zelf niet gedragen kan worden. Volgens mij zijn die afspraken juist heel goed gemaakt. Dat betekent dus niet dat de mensen die niet aan de normen voldoen zoals in de nota staat, geen gebruik kunnen maken van de maaltijdvoorziening bijvoorbeeld. U doet het naar mijn idee zo voorkomen dat we moeten zorgen dat elke oudere door middel van subsidie van de gemeente van de maaltijdvoorziening gebruik moet kunnen maken. Dat is helemaal niet het geval. Er zijn genoeg ouderen die tegen kostprijs gebruik maken van deze voorziening.


Mevrouw De Jong (SP): Het gaat niet alleen om de maaltijdvoorziening.


De voorzitter:

Ik vind het een prima debat zo maar in mijn beleving moet dit in de commissie. We hebben nu aan de orde de subsidiering van de stichting Omnium en het politieke fenomeen is dat alle ins en outs in de commissie zijn besproken en dat u in feite met 1 hamerslag kunt zeggen: we zijn er zo gelukkig mee dat we vanavond tegen elkaar zeggen en daar gaan we voor financieel technisch. Dat is het enige.


Wethouder Vermeulen (PvdA):

Wat betreft de evaluatie van projecten. Er is regelmatig met Omnium bestuurlijk overleg. Daarin kunnen de projecten aan de orde gesteld worden. Wat nog belangrijker is, is dat in relatie tot de zich ontwikkelde subsidieverordeningen en het subsidiesysteem er ook heel nadrukkelijk een kwalitatieve evaluatie van projecten zou moeten zijn, op basis waarvan je het beleid, de subsidie de komende jaren op kunt aanpassen. Daar komt dat aan de orde. Een evaluatieperiode van een half jaar is erg kort, maar ik zal u vraag aan de stichting Omnium doorspelen en misschien zijn ze in staat om binnen een half jaar informatie over de projecten ter beschikking te stellen. Over het algemeen is men daar graag toe bereid, dus ik zal die vraag doorspelen.

De tijdelijke regeling vrijwilligerswerk. Daarvan heb ik al eerder gezegd dat als die aan de orde is voor deze zaak, de afspraak is gemaakt, dat als de mogelijkheid bestaat van die regeling gebruik te maken dat we die zeker zullen benutten. Even los van de vraag hoe je dat geld vervolgens gaat wegzetten, want dat kan ik op dit moment nog niet overzien. Er is nadrukkelijk over gesproken.

De klussendienst kan als Omnium dat verkiest en dat ook met andere partijen vorm wil geven heel nadrukkelijk ook gebruik maken van werkgelegenheidbudgetten en zij doet dit op dit moment al.

Een medewerker van de klussendienst heeft kortgeleden een vaste aanstelling gekregen en heeft al een nieuwe collega gekregen uit de werkgelegenheidspoulen, hebben wij kortgeleden vernomen. Dus wat dat betreft is Omnium daar creatief in en wij zullen dat stimuleren. Dat is zowel voor Omnium goed als de mensen die aan de slag gaan als voor de gemeente en de cliënten uiteraard.

De heer Prikken heeft een opmerking gemaakt over monitoren. Die vraag heb ik zojuist al beantwoord.

Mevrouw Van Baal. In de commissie heb ik denk ik, toch nog niet goed uitgelegd dat wat in deze nota staat citaten zijn uit de kadernota gemeentelijk zorgbeleid. Die citaten die staan daar in maar zult u moeten lezen zoals ze in de commissie zijn besproken, dat wil zeggen, we zijn het met u eens dat deze taak wat ons betreft niet bij het RIO zou moeten behoren. Er was sprake van dat het ministerie daar wel aan dacht en dat is de reden waarom deze gedachtegang in deze stukken is verzeild. Nogmaals bij deze, we zijn van mening dat dit geen taak is voor het RIO maar uiteraard als het rijk aangeeft dat het wel zomoet, wat een mogelijkheid is, ……..


Mevrouw Van Baal (CDA):

Dit simpele raadslid begrijpt niet waarom het er niet gewoon uit gehaald wordt.


Wethouder Vermeulen (PvdA): Om deze reden, het is een citaat uit dat stuk.


Mevrouw De Jong (SP):

Ik wil nog even reageren op de beantwoording van de voorzitter. Mij gaat het niet om of dit voorstel er alleen ligt, het gaat erom of de subsidie nu verstrekt wordt aan Omnium. Ik vraag, met voorbeelden gelardeerd, om flexibele omgang met de subsidie. Dat vraag ik.

De maatschappelijke opvang. U kunt dat nagaan bij de VNG. Ik geloof dat dit nog niet speelt in de gemeente Zeist, maar het wordt echt een hot item. Ik denk dat het een taak van Omnium kan worden. Daar moeten we flexibel mee omgaan, dat bedoel ik.

Daar moeten we naar kijken. We moeten flexibel met de subsidieverstrekking omgaan. Dat is mijn pleidooi.


De voorzitter: Het voorstel wordt z.h.st. aangenomen.


17. Prestatieafspraken 2001 (rv 2001-103)


Mevrouw Spruijt (GL):

Voor een tweede keer ligt er een overeenkomst prestatieafspraken voor ons. In vergelijking met een twee jaar geleden is de situatie voor de woningzoekenden in Zeist, die is aangewezen op de sociale huurwoningvoorraad, niet verbeterd. Deze is verslechterd. Deze situatie is niet zomaar de woningcorporaties toe te rekenen. De druk op de woningmarkt neemt nog steeds toe. De regio Utrecht is zeer aantrekkelijk voor de gunstige economische ontwikkelingen in de regio. De druk op de woningmarkt neemt ook toe doordat de geplande nieuwbouw op de Vinexlocaties ver achterblijft bij de planningen. De gevolgen hiervan zijn dat de koopwoningen dermate duur zijn dat er een normale doorstroming van de huur- naar de koopsector nauwelijks op gang komt, en daardoor de woningmarkt volledig verstopt raakt.

Ook voor een sociale huurwoning zijn de wachttijden alleen maar toegenomen. Daarmee heb ik het niet alleen over de aantrekkelijke, maar schaarse, eengezinswoningen, maar ook voor flatwoningen neemt de wachttijd toe.

Zoals ik net al zei, deze marktsituatie is de Zeister woningcorporaties niet aan te rekening. Wel zijn ze samen met de gemeente verantwoordelijk voor de inhoud van voorliggende overeenkomst. We hebben een maatschappelijke opgave op het terrein van de volkshuisvesting. Mijn fractie is van mening dat de volkshuisvestelijke opgave in Zeist bepalend zou moeten zijn voor hun handelen. De financiële positie is dat daarentegen niet. De financiële positie moet ondergeschikt zijn aan de volkshuisvestelijke opgave. De financiële positie is namelijk op een andere manier te beïnvloeden.

Anders dan bij een convenant is een overeenkomst een contract waaraan ook derden rechten kunnen ontlenen. In dit geval denk ik dan ook aan de woningzoekenden. In het eerste onderdeel van de hoofddoelstelling lees ik: “de partijen verplichten zich om voldoende huisvesting en woningvoorraad te garanderen”. Dit voor de verschillende aandachtsgroepen te weten, ouderen, starters op de woningmarkt, vluchtelingen en huishoudens met een bescheiden inkomen. Mijn fractie vraagt zich af hoe u deze garantie voor de woningzoekende gaat verzilveren. Voor de duidelijkheid. Ik heb het niet over degene die al ergens in Zeist wonen en naar een betere woning willen, maar juist over die mensen die nog niet in Zeist over woonruimte beschikken.

Verwijst u hen naar een wachtlijst of geeft u hun zwart op wit dat ze binnen drie maanden een woning kunnen betrekken. Wat betekent deze garantie?

Van deze individuele woningzoekende wil ik graag overstappen naar het totale aanbod binnen Zeist voor de doelgroep en de aandachtgroep voor het volkshuisvestingsbeleid.

Aan deze overeenkomst liggen cijfers ten grondslag en deze cijfers geven aan dat er op dit moment tussen de 1500 en 2000 woningvoorraadwoningen meer aanwezig zouden zijn dan dat er nodig is. Nodig enerzijds voor een doelgroep en anderzijds voor een grote groep huishoudens die daar qua inkomen eigenlijk niet meer op aangewezen zijn, maar er toch nog wel wonen. Zogenaamde scheefwoners.

Sinds twee jaar zou dit aantal wat over is al zijn gestegen. Maar, zo constateer ik, de feitelijk langere wachttijden voor starters op de woningmarkt zijn hiermee in strijd.

Begin vorig jaar hoefde je voor een flatwoning op Vollenhove slechts enkele weken tot maximaal twee maanden te wachten. Vorige week melde de Woonwinkel mij dat dit inmiddels gestegen is tot 13 maanden. Aangezien deze woningen niet leegstaan moet dit betekenen dat er of fouten zijn gemaakt bij het tellen van de woningen van de doelgroep of er fouten zijn gemaakt in de overige aannames die bij de berekeningen zijn gebruikt.

Dit is weer van belang omdat in de voorliggende overeenkomst de corporaties ruimte wordt gegeven om het aantal kernvoorraad woningen de komende twee jaar met een kleine duizend ervan te verminderen.

Mijn fractie is van mening dat een dergelijke manoeuvre ten koste gaat van de huishoudens met een laag inkomen. We denken dat wanneer een aantal scheefwoners, op dit moment zouden dat er 3000 zijn hier in de kernvoorraad, aanmerkelijk is teruggebracht. En als dit aantal is teruggebracht zou er inderdaad meer ruimte komen op die krappe markt van de kernvoorraadwoningen.

Hoe doe je dat? Op dit moment kunnen we dat alleen maar door het terugdringen van de scheefheid. Dat doen we dan weer via de herstructurering. Maar de komende vijf jaar zal echter, ik wijs hierbij naar het ISV-programma wat voor de komende vijf jaar geldt, geen sprake zijn van een ingrijpende aanpak op grote schaal. Ik heb dan ook niet anders kunnen concluderen dan dat er voorlopig geen ruimte is om het aantal kernvoorraadwoningen te beperken. Graag hoor ik van het college of u deze conclusie deelt.

Een ander aspect van de herstructurering is, dat vooruitlopend op de daadwerkelijke uitvoering ervan, er voor de betrokken huurders andere woonruimte aanwezig moet zijn. In de ogen van mijn fractie zou het daarom goed zijn om het verminderen van het aantal kernvoorraadwoningen die in deze overeenkomst een looptijd heeft tot 2003 niet op te nemen, maar pas na de uitvoeringen van een aantal van die grootschalige herstructureringen en daarna pas opnieuw te bezien of daar ruimte voor aanwezig is. Over de omvang van de kernvoorraad zal ik een amendement indienen. Het amendement luidt als volgt:


De raad op 17 september 2000 bijeen;


Overwegende dat:

  • de woningmarkt in de regio Utrecht, waar Zeist deel van uitmaakt, nog steeds te maken heeft met een aanzienlijke krapte;

  • het daardoor voor veel huurders financieel onmogelijk is om van een huurwoning naar een koopwoning over te stappen

  • als gevolg daarvan ook de huurwoningmarkt verstopt is geraakt, hetgeen zich uit in een groeiend aantal scheefwoners;

  • er in de berekeningen die ten grondslag liggen aan de overeenkomst prestatieafspraken geconstateerd wordt dat er al die jaren een overschot is aan kernvoorraadwoningen, terwijl de gemiddelde wachttijd om toegang te krijgen op de huurwoningmarkt alleen maar toeneemt;

  • de vraag naar eengezins-huurwoningen in Zeist aanmerkelijk groter is dan het aanbod aan eengezinswoningen dat de betrokken corporaties in hun bezit hebben;

  • in bovengenoemde overeenkomst het de corporaties wordt toegestaan het aantal eengezinswoningen met 5% te laten dalen zonder dat er in genoemde overeenkomst garantie bestaat dat er ook een gelijk aantal eengezinswoningen middels nieuwbouw terug kan komen;

  • de overeenkomst slechts spreekt over inspanningen die de gemeente zal leveren om corporaties meer eengezinswoningen te laten bouwen;


Besluit dat:

  • de omvang van het aantal kernvoorraadwoningen pas kan afnemen

- nadat de druk op de huurwoningmarkt aantoonbaar is afgenomen en

- nadat herhuisvesting a.g.v. ingrijpende en grootschalige herstructurering heeft plaatsgevonden;

  • de gemeente en corporaties er gezamenlijk voor zullen zorgdragen dat het totaal aantal eengezinswoningen in de kernvoorraad niet zal afnemen.


Het amendement is ondertekend door de heer Claasen en mevrouw Spruijt.


Wanneer we het niet over de kwaliteit maar over de kwantiteit van de woning hebben dan weten we dat er uit de discussies uit het volkshuisvestingsplan de vraag naar eengezinswoningen, het aanbod daarvan ver overtrekt.

Een gegeven van de gemeente is, zoals aangegeven in het volkshuisvestingsplan, om het aantal woningen te vermeerderen. Het verbaast mijn fractie dan ook dat desondanks de corporaties 5% van hun eengezinswoningen binnen hun kernvoorraad kunnen verkopen of naar een hoger huursegment kunnen brengen. Daar staat weliswaar een kans tegenover dat de nieuwbouw in aantal weer wat toeneemt, maar dit neemt niet weg dat daar geen garantie voor is. Mijn fractie maakt zich daar zorgen over.

Deze fundamentele kritiekpunten die mijn fractie op deze overeenkomst heeft wil echter niet zeggen dat wij de overige punten uit de overeenkomst niet waarderen. GroenLinks vindt het belangrijk dat op basis van een gelijkwaardige positie er afspraken gemaakt worden in het belang van de volkshuisvesting. Maar naar de mening van mijn fractie zou de koper of huurder de winnende derde moeten zijn. Vandaar het ingediende amendement.


Mevrouw De Jong (SP):

Verbazing had de SP over de 5% afname van de woningvoorraad. Van 1 kernvoorraad zelfs van 1000 woningen. Dat is dus vreemd, met al die woningzoekenden in Zeist en de wachttijden hierop.

De SP is geen voorstander van het overhevelen van gemeentewoningen naar de corporaties. Zeker niet gezien de zorgplicht die de gemeente heeft ten opzichte van haar burgers. Bij overlast krijgen mensen maar twee kansen om een woning te ponen. Daarna is het over en uit wat de overlast betreft. Hoe zit dat met de gemeentelijke zorgplicht? Denk aan de maatschappelijke opvang die ik net al even noemde.

Bij huurschuld ziet de SP liever een preventieve actie. Bijvoorbeeld samen werken met een maatschappelijke werk en schuldhulpverlening. Die worden hier nu wel vermeld, maar meer van natuurlijk zullen ze dat ook bekijken, maar meestal is dat na een huisuitzetting. Ik heb liever dat dat preventief gebeurt.

Ook bijvoorbeeld bij eventuele problemen die bij echtscheiding voorkomen, graag preventieve actie als daar signalen voor zijn.

De programmering voor nieuwbouw. De SP pleit ervoor dat er bij nieuwbouw of herstructurering een terugkeerregeling komt voor de bewoners. Verhuiskostenvergoedingsregelingen komen en een huurverhoging niet hoger dan de inflatie komt.

Als laatste zegt u: het bouwen van sociale woningen kan alleen als woningen in de marktsector ontwikkeld gaan worden. Geldt dan de markt bepaalt de ruimte voor de sociale woningbouw?

Daaraan gekoppeld, wat doet een dienstpercentage in het voorstel bij de inzet van de gemeente? Gaan we winst maken?


De heer De Ligt (VVD):

In de commissie hebben wij de prestatieafspraken met de corporaties voorzien van een positief advies. Onze bijdrage heeft zich vandaag gekenmerkt door in het kader van de vergrijzing een aanscherping te geven richting nieuwbouw, vernieuwbouw en woningaanpassingen voor ouderen.

De VVD heeft begrip voor het gevoel dat woningaanpassingen mogelijkerwijs vertragend kan werken voor een effectief doorstroombeleid van ouderen die een te grote woning zouden bewonen. Dat spanningsveld is echter voor de VVD wel degelijk ook een aandachtspunt, zij het dat wij hier in Zeist dit nog niet kunnen beoordelen als een ernstige belemmering omdat niet deugdelijk is vastgesteld welke omvang dit daadwerkelijk heeft en welke normeringen men daarvoor hanteren. Dat is een aandachtspunt wat wij u graag willen meegeven.

VVD-principe is en blijft dat men ouderen in hun woonbehoefte zodanig zou moeten ondersteunen met eventuele aanpassingen, zodat ook die groep Zeisternaren zo lang als mogelijk is zelfstandig binnen die Zeister maatschappij kan blijven functioneren

Het is voor de VVD een vanzelfsprekende zaak dat de hieruit voortvloeiende ontwikkeling richting woongroepen, een effectieve aandacht blijft verdienen.

Het positief willen benaderen door de corporaties van deze vorm van wonen is op zichzelf, op bladzijde 19 van het voorstel, een sympathieke aanpassing, maar op zich zegt dat niet zoveel. Wij zullen dan ook zeer zeker alert blijven op deze ontwikkeling.

Dat voldoende goedkope huisvesting voor minder draagkrachtigen ook op aardige locaties een basisstreven is, ook dat spreekt de VVD-fractie aan. Dat ook de woonbehoefte voor jonge starters onder voorwaarden een steun verdienen in het beleid, maar daaraan zullen dan wel voorwaarden verbonden moeten worden, want uiteindelijk was en is het doel evenwicht tussen jong en oud in stand houden in de Zeister bevolking.

De realiteit gebied te stellen dat waar de gemeente zeer weinig eigen grond ter beschikking heeft voor woningbouw, er een strikte afhankelijkheid is van prestatieafspraken, zo in dit voorliggende stuk is aangegeven en tevens ook de bereidheid op de markt om hierop in te spelen.

Dat binnen een actieve grondpolitiek spanningsvelden kunnen ontstaan tussen wonen- en bedrijvenbelangen, is een onderwerp dat de VVD bij de nota grondpolitiek zeker nader zal gaan beoordelen.

De aangebrachte wijzigingen naar aanleiding van de commissiebijdrage kan de VVD zich in vinden. De VVD steunt dit raadsvoorstel. Heeft waardering voor het resultaat van de besprekingen en blijft de voortgang met bijzondere interesse volgen en waar nodig ook bijsturen.


Mevrouw De Niet (CDA):

Het maken van prestatieafspraken tussen woningcorporaties en gemeente is geen eenvoudige zaak. Ook als commissie hebben wij ons daar nadrukkelijk over gebogen. In twee sessies behandeld, eerst als ontwikkelingsstuk en vervolgens als raadsvoorstel.

De CDA-fractie vindt dit een goede aanpak. Op deze wijze is het ook voor raadsleden die niet zo goed in het woningbouwbeleid zitten als mevrouw Spruijt, als je die kennis niet zo in huis hebt is het heel goed dat je er in een tweetal sessies over kunt praten zodat je het je toch eigen kunt maken.

Een aantal opmerkingen uit die behandelingen is ook opgenomen in de definitieve afspraken. Zelfs na de behandeling in de commissie zijn er nog een aantal wijzigingen gekomen waarvoor onze dank.

Wij willen met nadruk nog wijzen op het belang van voldoende aandacht voor starters op de woningmarkt. Zowel alleenstaande jongeren als jonge gezinnen. Het zal u niet ontgaan zijn dat de CDA-fractie daarvoor al in een eerder stadium met nadruk heeft gepleit.

Het binnenhouden binnen je gemeentegrenzen zo mogelijk van jonge mensen kan er ook het sociale draagvlak binnen de gemeente Zeist op peil worden gehouden. Uiteraard zijn wij ook, zoals de heer De Ligt al bepleitte, voor het huisvesten van ouderen op een goede wijze. Daar zullen wij ook volledig achter staan.

U zegt toe in de brief dat wijzigingen die wij nog hebben gekregen naar aanleiding van de behandeling in de commissie, dat u de kansen voor starters op de woningmarkt inzichtelijk wilt maken. Daar zijn wij heel blij mee en wij willen u vragen wanneer wij die inzichtelijkheid tegemoet kunnen zien.

Het tweede punt is de toevoeging van de huisvesting woongroepen.. Dit kwam in eerste instantie niet in de afspraken voor, maar we zijn blij dat het nu wel in deze prestatieafspraken is opgenomen.


Het is ook een belangrijke doelgroep. Het is goed dat we daar nu aandacht voor hebben. U zegt ook in de brief die wij hebben gekregen dat u de initiatieven van de woongroepen positief zal willen benaderen en dat u deze ook mee wil nemen in de monitoring vanwege het effect dat het zou kunnen hebben op de doorstroming. Dat is ook een heel belangrijk aspect hierin. We zullen dit met belangstelling volgen.

Als laatste punt vragen wij nog aandacht voor de actieve grondpolitiek. Dit kan een goed instrument zijn om in de toekomst meer te kunnen doen voor diegene waar we als gemeente en woningcorporaties garant voor moeten en willen staan. Dat zal niet eenvoudig zijn in onze gemeente, dat weten we allemaal, maar we zullen daar ons best voor doen. U heeft toegezegd in artikel 33 van de overeenkomst dat u daarvoor een aparte notitie in april 2002 zal voorleggen. Wij zien de notitie met belangstelling tegemoet.

Wij wensen de gemeente maar ook de corporaties veel wijsheid en creativiteit toe bij het uitvoeren van deze afspraken.


De heer Van Gemeren (D66):

In de commissie hebben we als D66 nog geen advies gegeven aan het college over voorliggend voorstel. Wel hebben we gevraagd om meetbare afspraken over huisvesting voor woongroepen en starters. We zijn ook blij met de aanvullende brief van het college om in ieder geval aandacht te hebben over monitoring van deze groepen. We zouden het iets meer meetbaar willen hebben dan nu is, maar kan de wethouder ons toezeggen dat hij in overleg met de betrokken corporaties hier verder aan gaat werken?


De heer Van Ballegooijen (SGP/ChristenUnie):

Waardering voor het voorstel zoals het hier voor ons ligt. We kunnen er ons heel nadrukkelijk in vinden.

Ik denk ook als je het voorstel leest er heel veel verzoeken vanuit de raad en ook vanuit de commissie die leven bij ons in het voorstel zijn genoemd. Ik ben dan ook blij dat er in teruggevonden wordt, met name, de problematiek voor de grote gezinnen. De huisvesting voor met name de grote gezinnen, wat soms een schrijnende situatie op kan leveren. Met name ook de aandacht voor de jongeren en de jonge gezinnen is gegeven, we hebben daar veel verwachtingen van.

Ook de woongroep ouderen en naar mijn overtuiging zijn er heel heldere afspraken gemaakt vanuit alle partijen.

Er staat veel op stapel, er gaat veel uitgevoerd worden en we zijn dan ook benieuwd en zullen dit met veel interesse volgen.


De vergadering wordt geschorst.


De vergadering wordt heropend.

Wethouder Van Brenk (SGP/ChristenUnie):

De woorden klinken nog na van mevrouw Spruijt. De huurder of woningzoekende moet de winnende derde zijn. Kernachtiger kunnen we het niet samenvatten dat het doel van de prestatieafspraken waarin je probeert een richting te geven waaruit je gaat bouwen, herstructureren. Ik betreur het ten zeerste mevrouw Spruijt, dat we na 3 formele sessies in de commissie en nu de raad, en wat bilateraaltjes bij zowel ons als de corporaties, dat we eigenlijk nog steeds op hetzelfde punt zitten. Ik denk dan dat ik me ontheven voel op dit moment om te weerleggen dat wij van mening verschillen. Ik denk dat we dat openlijk moeten bekennen.

Met betrekking tot de kernvoorraad. De kernvoorraad is natuurlijk een belangrijk gegeven. Waarom wij met betrekking tot de huidige kernvoorraad op deze manier zoals in de prestatieafspraken voorgesteld om willen gaan, is nadrukkelijk omdat wij het monitoren heel zwaar aan willen pakken om eigenlijk de gevolgen te kunnen zien van de effecten van de besluiten van het beleid wat we met elkaar gaan vaststellen.

In die zin heeft de raad gevraagd, met name las het gaat om bijzondere doelgroepen. Soms denk je wel eens, we hebben in Zeist zo’n schaars product met betrekking tot de beschikbare woningvoorraad dat bijna iedereen doelgroep wordt. Waar we wel heel nadrukkelijk aan willen werken is dat de scheefgroei, die vrij breed aanwezig is, dat je daar probeert invloed op te krijgen om daarin woningen vrij te krijgen voor die mensen die daar dan ook in eerste instantie voor aangewezen zijn.

Als het gaat om de gemeentelijke zorgplicht dan is mevrouw De Jong uitstekend op de hoogte en daar hebben we met elkaar een verantwoordelijkheid in. Preventie is met name voor een aantal gevallen die zij noemt, heel wezenlijk. Preventie met betrekking tot huurschuld of bij scheiding of andere zaken, is een goede zaak maar moet ook werken. Een recent voorbeeld is een mevrouw die zes maanden de tijd heeft gekregen om na een scheiding een huis te bemachtigen, maar die mevrouw heeft 4 of 5 maanden verdoofd rondgelopen en komt nu tot de ontdekking dat ze volgende week haar huis uit moet. Een schets van de dramatiek die je op dat terrein tegenkomt. Schrijnend.

Met betrekking tot de herstructurering hebben we heel nadrukkelijk afspraken gemaakt met de woningcorporaties dat alvorens er een plan wordt ontwikkeld zal nadrukkelijk aangegeven moeten worden a) hoe zullen de mensen tijdelijk gehuisvest worden en b) voor wie ga je daar bouwen zodat daar een garantie kan komen voor die doelgroep voor terugkeer.

Dat zijn allemaal zaken die we niet in de prestatieafspraken regelen, maar die we straks bij de individuele projecten, herstructureringsprojecten nadrukkelijk als kader moeten opstellen en meegeven.

De woningvoorraad van ouderen. De ouderen zijn een belangrijke doelgroep binnen ons woningaanbod, in allerlei vormen. Wij zijn inderdaad heel benieuwd naar de directe monitoring als ouderenhuisvesting gaat toenemen of daar op gaat concentreren, wat dat voor een verhuisketen op gang brengt.

De eerste inschattingen zijn nu dat we het voor 40 tot 50% mensen van buiten Zeist doen.

Dat zijn ook mensen die graag naar Zeist komen, maar dat betekent wel weer dat onze eigen Zeisternaren weer wat langer zitten.

Het zelfstandig blijven wonen. Een item wat heel nadrukkelijk niet alleen in de prestatieafspraken maar vrij breed gedragen wordt en met name voor die mensen die graag in de buurt willen blijven wonen waar ze lange tijd gewoond hebben.

Met name het positief bejegenen van de woongroepen, dat hebben we heel nadrukkelijk gewijzigd en die intenties blijven voluit overeind.

Met name mevrouw De Niet heeft nog eens gevraagd naar de starters. De starters gaan ons allemaal aan het hart.

U heeft terecht het onderscheid gemaakt tussen jongeren en de jongere gezinnen. Wij zijn voornemens om die tweedeling te maken met betrekking tot de starters, ook in de monitoring.

Wat betreft de monitor. Die gaat nu opgezet worden en wij zullen u rond de prestatieafspraken mogelijk de eerste input voor de monitoring zullen presenteren, zodat u ook kunt toetsen of dit de elementen zijn die ook voor u van belang zijn.

De grondpolitiek zal heel wat creativiteit vergen. De grondpolitiek is één van de weinige gelegenheden om toch nog voor de doelgroepen waar wij in eerste instantie zorgplichtig voor zijn in samenwerking met de corporaties, om die aan de bak te krijgen.

De vraag met betrekking tot de terugkeerregeling en de verhuiskosten is hier niet aan de orde. Die komen bij de herstructurering aan de orde.

Wat er bedoelt wordt met winst maken, begrijp ik niet. Het woord winst maken komt niet in de prestatieafspraken voor.

Wij beogen geen winst te maken en mochten we winst maken dan besteden we dat aan de doelgroep. Zo duidelijk is dat. Je mag toch winst maken om die doelgroep te helpen. Dat doen de corporaties niet anders.

Als een gemeente winst kan maken, moet je het niet nalaten, als je het maar besteedt voor het goede doel.

Ik heb geen principiële bezwaren tegen winst maken.

Bepaald de markt de ruimte voor sociale woningbouw? De markt is een bepalende factor, maar er zijn vele anderen.

Het amendement ontraden wij u. Wij menen dat corporaties de ruimte moeten hebben en krijgen in de prestatieafspraken om straks investeringen te kunnen doen in het kader van het ISV-gebeuren. Dat enerzijds. Anderzijds hebben wij bij de herstructurering heel nadrukkelijk aangegeven dat er niet geherstructureerd kan worden als er voldoende herhuisvesting plaats kan vinden. Dat geldt niet voor deze periode want tot 2003 zijn er geen grote herstructureringsprojecten te verwachten. Die zijn ook weer van belang voor de herstructurering na 2003.


Mevrouw Spruijt (GroenLinks):

De wethouder voelt zich ontheven van het inhoudelijk betoog met betrekking tot de kernvoorraad. Ik vind dat heel jammer, want mijn redernering is dat we in al die keren dat we overlegd hebben nooit weerlegd. Wel geeft u aan dat er grote vraag is naar woonruimte. Een schaars goed. Ik denk dat het jammer is. Ik kan het er dan ook niet mee eens zijn dat u zegt dat ondanks dat het een schaars goed is gaan we dan toch maar een deel van dat schaarse goed opheffen.


Wethouder Van Brenk (SGP/ChristenUnie):

Mevrouw Spruijt ik meen dat we een poging hebben ondernomen om zaken te weerleggen. Daar zijn we onvoldoende in geslaagd. Laten we dat erkennen. Een schaars goed opheffen, ja, maar met een doel.


Mevrouw Schenk (PvdA):Wij hebben behoefte aan een korte schorsing.


De vergadering wordt geschorst.


De vergadering wordt heropend.

Mevrouw Schenk (PvdA):

Een stemverklaring. Wij zaten wat in aarzeling omdat het amendement wat voorligt sympathiek is in onze oren. Het aanpassen van de kernvoorraad is ook in onze ogen een zeer groot punt van zorg geweest. Dit hebben wij ook regelmatig geuit in de commissie. Wij hebben toch, gehoord de wethouder die aangeeft dat de monitoring een ernstige en zwaar punt gaat worden in de komende periode, de scheefgroei ook ernstig in de gaten gehouden zal worden, geeft voor ons toch een zekere garantie. Temeer daar wij regelmatig kunnen zien hoe het gaat. Dat wij toch speelruimte aan de corporaties willen geven om te handelen op de wijze zoals we die nu hebben vastgelegd. We kunnen dus meegaan met het voorstel en niet met het amendement.


Mevrouw De Jong (SP):

De SP zal het amendement wel steunen, maar gezien de afname van de sociale woningen, gezien de gemeentelijke woningen naar de corporaties gegeven, gezien de introductie van marktwerking die de ruimte bepaald voor sociale woningen, gezien het feit dat u niet in de prestatieafspraken de verhuiskosten en terugkeerregeling wilt regelen, gezien het magere voorstel voor tweede kansbeleid, stemt de SP tegen dit raadsvoorstel.


De heer De Ligt (VVD):

In het belang van doelgroepen lijkt het ons dat scheefgroei wanneer die tijdig gecorrigeerd moet kunnen worden, dat dat juist een slagvaardig en flexibel beleid vereist, waarbij je dan absoluut niet alles moet willen vangen en pakken in cijfertjes, kwantiteit en regels. Daar zullen wij als VVD alert op blijven.


De voorzitter:

Het amendement wordt in hoofdelijke stemming gebracht.

Voor zijn de leden: Spruijt, Van Gemeren, De Bruijn, Claasen en De Jong.

Tegen zijn de leden: Van Baal, Van Benthem, Veenendaal, Westbroek, Van Delft, Van Ballegooijen, Spaargaren, Doelwijt, Barten, Van Buël, Prikken, Den Heijer, De Ligt, Vermeulen, Van Kuijk, Kats, Van Brenk, Schenk, Swart, De Niet en Van de Waard.

Het amendement is verworpen


Mevrouw Spruijt (GL):

Mijn fractie wil graag aantekenen dat we tegen het onderdeel wat betreft de afname van de kernvoorraad is.


De voorzitter:

Het voorstel is aangenomen met in acht name van de opmerking van de fractie van GroenLinks en met dien verstande dat de fractie van de SP tegen het voorstel is.


Ik stel voor verder te gaan met punt 24 en morgen de punten 19 en 22.


24. Jaarrekening 2000, 1ekwartaalrapportage 2001 en begroting 2002 van het RMN(rv 2001-10)


De heer Van Delft (CDA):

Eigenlijk zou ik kunnen verwijzen naar de discussie in de commissie en dat betreft punt 3 van het samenvattend voorstel, namelijk RMN uit te nodigen op korte termijn met een discussienotitie te komen omtrent het te voeren beleid met betrekking tot exploitatiesaldi, reserves en voorzieningen en deze na besluitvorming onderdeel te laten zijn van de begrotingsstukken.

Wij zijn eigenlijk van mening dat de exploitatiesaldi straks gewoon voortvloeien uit een rekening die gecontroleerd wordt door de accountant waarbij na in het gewijzigd voorstel tot uitdrukking is gebracht dat het voorzien dient te zijn van een goedkeurende verklaring. Voorzieningen zullen ook in die rekening zitten. Immers maken die daar gewoon deel van uit. En reserves vinden wij dat gemeenschappelijke regelingen zich moeten beperken in de reserves omdat wanneer je aan een behoorlijk aantal gemeenschappelijke regelingen deelneemt, reserves beperkt moeten zijn, omdat dat anders veel te veel beslag legt op de middelen van de samenwerkende gemeenten. Die reserves zouden naar onze mening beperkt kunnen blijven tot 10% maximaal garantstelling. Dat betekent eigenlijk dat wij punt 3 van het voorstel overbodig vinden. Naar onze mening zou het leiden tot onnodige en overbodige besteding van ambtelijke tijd aan een discussienota.


Wethouder Swart (CDA):

Deze discussie hebben we inderdaad in de commissie gehad. Waarom hij niet uit het voorstel geschrapt is, is omdat wij in de commissie goede nota hebben genomen van deze opmerkingen die door meerdere fracties gedeeld werden. Maar aangezien RMN als nieuw bedrijf ook ideeën heeft, voorstellen heeft gedaan, besluiten heeft genomen omtrent hoe om te gaan met exploitatiesaldo, met de reserves en voorzieningen, die niet geheel stroken met het beleid wat de gemeente Zeist over het algemeen voorstaat, willen we de discussie hebben. De gemeente Zeist uitgaande van haar standpunten en vandaar de uitnodiging voor een discussienota op basis waarvan welke visie, welke achtergronden, welke ideeën men bezig is in het kader van het aanwenden van algemene reserves, het aanwenden van voorzieningen enz. Het lijkt goed dat wij met een gemeenschappelijke organisatie, de RMN, hierover beleidsmatig helderheid en duidelijkheid over krijgen. Dat is de reden dat dit niet geschrapt is. Ik heb goede nota genomen in de commissie van een aantal opmerkingen zoals u die ook weergeeft en die zullen ook medebepalend zijn voor de inbreng vanuit de gemeente Zeist om deze discussie te voeren.


De heer Van Delft (CDA):

Ik begrijp het wel maar dan zou ik toch willen voorstellen om ambtelijke tijd tot een minimum te beperken en in feite datgene wat beleid is bij het RMN zonder verdere notitie van Zeist in de commissie aan de orde te stellen.

Dat kan in ieder geval besparend werken.


Het voorstel wordt z.h.st. aangenomen


De vergadering wordt geschorst tot morgenavond 20.00.



17 september 2001

144



Uitgelicht

Gemeente Zeist


Zoeken