Direct naar hoofdmenu / zoekveld
Home / Raadsstukken 2010 en ouder / Notulen / 2001 / Raadsnotulen 17-12-2001

Raadsnotulen 17-12-2001

NOTULEN


datum 17 december 2001


Nr. 12


NOTULEN van de openbare vergadering van de gemeenteraad, gehouden op 17 december 2001 om 19.30 uur in het gemeentehuis van Zeist.


aanwezig de leden: mw. M.J. van Baal-de Waal, D. van Ballegooijen, mw. W.M. Barten, G. van Brenk (wethouder), mw. M. de Bruijn, H.C.J. Claasen, G.B. van Delft, C.A. Doelwijt, drs. J.J. van Gemeren, dr. F.W.J. Huijgen, mw. J. de Jong (t/m ag.p. 10), K.J.G. Kats, A. van Kuijk, J.J.N.C. de Ligt, mw. N. de Niet-Verwoerd, P.A. Otten, L.J.J. Prikken, mw. E.G. Schenk-Klein Kranenbarg, J.C. Schneider, E.S. Spaargaren, mw. C.M. Spruijt, Th. Swart (wethouder), drs. W.A. Timmerman, F. Veenendaal, P. Vermeulen (wethouder), J.W. van de Vijver, mw. drs. M.C. van der Waard en L. Westbroek.

afwezig de leden: R. van Benthem, A.J.M. van Buël, W.J.M. den Heijer (wethouder),

Voorzitter:R.G. Boekhoven, burgemeester.

Secretaris: J.A.S. Boomgaardt, secretaris.


AGENDA:



A. Agendapunten ter bespreking:


1. Mededeling van ingekomen stukken


2. Mondelinge vragen SP inzake huisuitzettingen


  1. Vaststelling van een nieuwe, aan de Algemene wet bestuursrecht aangepaste Monumenten-

verordening en een geactualiseerde Subsidieverordening Monumenten ter vervanging van

Hoofdstuk 3 van de Subsidieverordening stadsvernieuwing Zeist (rv 2001-99)

4. Derde Bestuursrapportage 2001 (rv 2001 127) #

5. Tijdelijke referendumwet (rv 2001-131)

6. Beleidskader internationale samenwerking (rv 2002-132)

7. Definitief voorstel Herinrichtingsplan Den Dolder (rv 2002-133) #

8. Gemeentelijke samenwerking inzake aansturing en financiering educatie 2002 (rv 2001-134) #

  1. Vaststelling Programma en Overzicht 2002 voor de investeringen in de voorzieningen

huisvesting onderwijs (rv 2001-136) #

11. Beleidsplan Werk en Inkomen (rv 2001-137) #

13. Aanbieding exploitatie en kredietaanvraag Cornelis Vlotlaan (rv 2001-139) #




B. Agendapunten waarover, n.a.v. de cie.vergadering, geen discussie plaats hoeft te vinden:


9. Vaststellen begrotingswijzigingen (rv 2001-135) #

  1. Ontwerp-jaarrekening 2000, 1e begrotingswijziging 2001 en ontwerp-begroting 2002 van de

gemeenschappelijke regeling Vuilnisstort Maarsbergen (rv 2001-138)

  1. Verdaging besluitvormingstermijn bezwaarschrift voorbereidingsbesluit Harlanterrein en

delegeren voorbereidende handelingen beslissingen op bezwaar en beroep (rv 2001-140)

15. Aanwending stelposten budget voorlichting en communicatie (rv 2001-141) #

16. Vergaderschema raad en commissies 2002 (rv 2001-142)

17. Beschikbaar stellen krediet t.b.v. bestemmingsplan Het Rond (rv 2001-143)





De voorzitter opent de vergadering en heet allen hartelijk welkom.

Mag ik in het bijzonder welkom heten Frits Huijgen, dames en heren?

Dit wordt gevolgd met applaus.

U ziet hoe strijdbaar iemand kan zijn wanneer iemand vindt dat het leven nog niet beëindigd is en besluit zich met zijn dierbaren in te zetten om weer terug te keren daar waar hij behoort te zitten al zo vele jaren. Niet alleen tussen zijn gezin en in zijn vriendenkring, maar ook weer aanwezig tussen zijn vrienden hier in de raad.

Frits, bijzonder hartelijk welkom! Wij hopen nog heel veel jaren. De vierjarige periode eindigt straks. Misschien is er voor jou weer een kans en een mogelijkheid weggelegd weer opnieuw deze gemeenschap van Zeist in deze vorm te dienen. Dat maken anderen uit. Ik niet. Als je terugkomt, van harte welkom wederom!

U heeft mij gevraagd iets te willen voorlezen. Dat wil ik graag doen. Graag wil ik u en alle raadsleden hartelijk bedanken voor de vele hartverwarmende reacties. Momenteel ben ik proefkonijn in een wetenschappelijk onderzoek naar een nieuw medicijn tegen kanker. De resultaten zijn verbluffend. Ik ga vol goede moed verder en zal het raadswerk geleidelijk weer oppakken.

Hij vroeg mij dat heel nadrukkelijk te verklaren. U begrijpt dat het voor hem soms wat moeilijk is om dit soort dingen nog te doen. Frits, wij willen jou daarbij bijzonder graag ondersteunen.


Dan moet ik helaas melden dat een aantal van uw collega’s vanavond afwezig is. De heer Van Benthem en de heer Den Heijer wegens ziekte. Ik heb de heer Van Kuijk nog niet gezien. Ook de heer Van Buël is nog niet aanwezig. Het zou kunnen zijn dat ze nog onderweg zijn.


Het voorstemnummer is nr. 13 van de presentielijst, te weten de heer Van Delft.


Dan loop ik graag met u eerst de agenda door. De punten 9, 12, 14, 15, 16 en 17 worden niet besproken, hoewel mevrouw De Jong gevraagd heeft om bij 17 nog een korte opmerking te mogen maken als stemverklaring zou ik haast willen zeggen. Ik zou daarvoor graag de gelegenheid willen geven.


Mevrouw De Jong: (SP)

Tot nu toe hebben wij altijd al tegen het plan voor het Rond gestemd en dus ook tegen het krediet dat daarvoor wordt gevraagd. De SP wil daar alsnog tegen stemmen.

Over bovengenoemde punten wordt conform besloten met dien verstande dat mevrouw De Jong geacht wordt tegen punt 17 gestemd te hebben.


Dan ga ik met u naar de A-agenda, de punten die overblijven ter bespreking.


1. Mededeling van ingekomen stukken


A - VOOR KENNISGEVING:


A.1 DATUM 28 november 2001 (ingekomen 29-11-01)

REG.NR. 24703

AFZENDER Raad van State

ONDERWERP Bestemmingsplan De Schil



* Ac- VOORSTEL MOTIE ONDERSTEUNEN:


Ac.1 DATUM 20 november 2001 (ingekomen 29-11-01)

REG.NR. 24682

AFZENDER Gemeente Sliedrecht

ONDERWERP Verzoek motie te steunen m.b.t. compensatie van de extra kosten die de
invoering van het dualisme met zich meebrengt



C - OM ADVIES IN HANDEN VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS:


C.1 DATUM 28 november 2001

REG.NR.

AFZENDER Milieudienst Zuidoost-Utrecht

ONDERWERP 3ebegrotingswijziging Milieudienst Zuidoost-Utrecht 2001



1eVERVOLGLIJST INGEKOMEN STUKKEN

A - VOOR KENNISGEVING:


A.2 DATUM 7 december 2001 (ingekomen 10-12-01)

REG.NR. 25578

AFZENDER Raad van State

ONDERWERP Bestemmingsplan De Schil


A.3 DATUM 20 november 2001 (ingekomen 21-11-01)

REG.NR. 23860

AFZENDER Raad van State

ONDERWERP Uitnodiging openbare zitting m.b.t. Bestemmingsplan De Schil


A.4 DATUM 4 december 2001 (ingekomen 06-12-01)

REG.NR. 25345

AFZENDER Het Groene Schild Milieu-adviesbureau (namens Stichting Dierenbos)

ONDERWERP Intrekken bezwaar tegen voorbereiding bestemmingsplan
Woudenbergseweg 51, 53 en 55 te Zeist



A.5 DATUM 26 november 2001 (ingekomen 27-11-01)

REG.NR. 24569

AFZENDER H.C.M. van Overbeek, Griffensteynselaan 72 te Zeist

ONDERWERP klachten m.b.t. uitvoering vergunning verbouwing Griffensteynselaan 73


A.6 DATUM ingekomen 7-12-01

REG.NR.

AFZENDER ROV-Utrecht

ONDERWERP Vooraankondiging Symposium: Verkeersveiligheid Anders



Aa- VOOR KENNISGEVING: AFDOENING GEDELEGEERD AAN B&W:


Aa.1 DATUM 13-11-01 (ingekomen 20-11-01)

REG.NR.

AFZENDER Gemeente Nijefurd

ONDERWERP Motie inzake postagentschappen




B- V.K.A. in afwachting van advies commissie bezwaar- en beroepschriften:


B.1 DATUM 23 november 2001 (ingekomen 26-11-01)

REG.NR. 24321

AFZENDER Kniestedt Jacobs & Duijs Advocaten (namens Maat Caravans BV)

ONDERWERP Bezwaar tegen voorbereiding bestemmingsplan Woudenbergseweg 51, 53

en 55 te Zeist


Voor punt 1, de ingekomen stukken, hebben zich geen sprekers gemeld met dien verstande dat ik toch een kanttekening wens te maken bij de vervolglijst. Daar staat voorbereiding bestemmingsplan Woudenbergseweg. Daar dient u te lezen voorbereidingsbesluit Woudenbergseweg 51, 53 en 55, te Zeist.

Met betrekking tot het voorstel A.c. ondersteuning van de motie zijn er geen kanttekeningen van uw kant. Ik breng het alleen maar heel helder in herinnering.

Daarmee denk ik dat punt 1 is afgehandeld met uw instemming.



Dan heb ik geconstateerd dat er op deze lijst geen behoefte is om te spreken over de punten 8 en 10. Dit zijn de raadsvoorstellen 134 en 136. Ik wil mij er nog even van vergewissen of dit zo is. Als dat zo is kunnen wij nu ook die beide punten afhameren. Dit blijkt het geval te zijn.

Dan spreken we wel over punt 2, 3, 4, 5, 6, 7, 11 en 13.

Dit ondervindt de instemming van de raad.


2. Mondelinge vragen SP inzake huisuitzettingen


Wethouder Swart: (CDA)

  1. Waarom is geen actie ondernomen toen het exploot van de deurwaarder bij de gemeente en de politie bekend was? Ik moet u zeggen dat in afwijking van de normale gang van zaken de deurwaarder slechts een exemplaar heden bij de gemeente heeft bezorgd. Normaliter komen er twee binnen. Een daarvan is namelijk bestemd voor het bureau schuldregeling en de andere gaat naar de productgroep ruimte die de noodzakelijke uitvoeringsmaatregelen neemt in de richting van RMN. Het enige bezorgde exploot is in dit geval gegaan naar het bureau schuldregeling en derhalve niet naar ruimte. Daardoor is de volgens de geldende procedure gebruikelijke actie waaronder het inlichten van en opdracht geven aan de RMN achterwege gebleven. De reden van de aanlevering van slechts een exploot is wellicht gelegen in de omstandigheid dat het in dit geval om een deurwaarder ging die in de gemeente Zeist zeer incidenteel bij huisuitzettingen opereert. Overigens is inmiddels met betrokken deurwaarder een en ander kortgesloten.

  2. 2. Waarom stond er geen gesloten container klaar om de inboedel op te slaan? Het antwoord op deze vraag vloeit voort uit het vorige antwoord. RMN was door de gemeente niet op de hoogte gesteld en uiteraard kan dan ook geen sprake zijn van het plaatsen van een container.

  3. 3. Bent u bereid de weggenomen en kapotte inboedel te vergoeden? De gemeente is niet aansprakelijk. Rechthebbenden behoren hun eigen bezittingen te bewaken. Voor de goede orde zij hier opgemerkt dat de gemeentelijke activiteit in deze gericht is op het verwijderen, op het doen verwijderen zoals het in de regels staat ongerechtigheden van de openbare weg en dit op basis van de algemene plaatselijke verordening. Pas vanaf het moment dat de inboedel daadwerkelijk in onze opdracht is afgevoerd en opgeslagen ontstaat er een zekere zorgplicht ten aanzien van het vervoerde en opgeslagen materiaal.

  4. 4. Herroept u uw antwoord op de vragen van de SP tijdens de algemene beschouwingen waarin u aangeeft dat in Zeist geen inboedel meer op straat komt te staan? Tijdens de algemene beschouwingen is geantwoord dat er in Zeist een sluitende procedure is voor huisuitzettingen die ook wordt gevolgd en waardoor inboedels direct kunnen worden meegenomen. In beginsel komen situaties zoals op 30 november jl. dan ook niet voor. Een misverstand echter over het afwijken van de procedure zoals hier het geval is, kan echter een kink in de kabel veroorzaken. Een absolute garantie dat het nooit meer gebeurt kan dan ook niet gegeven worden.

  5. 5. Bent u het met de SP eens dat deze praktijken vaker kunnen voorkomen als de inboedel bij het grof vuil wordt geplaatst? De gemeentelijke inspanningen zijn per definitie gericht op het voorkomen van bedoelde situatie. Intern zijn nog eens duidelijk afspraken gemaakt ter voorkoming van communicatiestoornissen. Ieder exploot van een deurwaarder zal onverwijld naar de functionele afdeling gaan. In het betreffende geval was het toevallig die dag waarop ook in de wijk grof afval werd opgehaald. Met in achtneming van het hiervoor opgemerkte over de zorgplicht zal het duidelijk zijn dat de gemeente niet aansprakelijk kan zijn dat de inboedel kennelijk gedeeltelijk vermengd is met het aanwezige afval, respectievelijk voor het feit dat anderen zich eventueel meester hebben gemaakt van op straat gezette bestanddelen van die inboedel.

  6. 6. Wat gaat u doen om deze praktijken in de toekomst te voorkomen? Het antwoord op deze vraag vloeit voort uit het hier voorgestelde. De ambtelijke organisatie is zoals opgemerkt nogmaals extra aangesproken op een strikte naleving van de procedure ter voorkoming van het door u aangekaarte probleem.


Mevrouw De Jong: (SP)

U zegt dat er maar een exemplaar van het exploot bij de gemeente is gekomen. Mag ik u er op wijzen dat dit twee maal is gebeurd? Misschien een keer bij de gemeente, maar ook bij de RMN is een exploot gebracht en ook bij de politie. Als er bij drie instanties exploten zijn gebracht, hoe kan het dan dat er niet gecommuniceerd is met de RMN en met de politie? Dat vraag ik mij dan toch af.

U zegt dat met de betrokken deurwaarder al het een en ander is kortgesloten. Kunt u mij aangeven met welk resultaat dat is?

U zegt dat de RMN niet op de hoogte was, maar de RMN is wel op de hoogte gesteld door de deurwaarder. Waarom is er toen geen actie ondernomen, niet alleen door het exploot uit te brengen maar ook door te bellen die ochtend? Toen is er helemaal geen actie ondernomen.

U zegt dat u geen zorgplicht heeft voor de inboedel en voor de spullen die daar zijn weggehaald. Ik vraag mij toch af of dit wel volgens het door u toegezegde beleid is bij huisuitzettingen. Naar mijn idee was het niet alleen zomaar een ongerechtigheidje op straat, maar volgens mij heeft u bij de algemene beschouwingen gezegd dat het beleid van de gemeente is de inboedel op te slaan. Dan kunnen de mensen hun spulletjes weer terug krijgen binnen drie maanden.

Als u dan zegt dat de gemeente geen financiële verantwoordelijkheid wil dragen, kunt u dan nagaan of de deurwaarder of de huiseigenaar in dit geval Lisman niet aansprakelijk gesteld had kunnen worden voor het op straat dumpen van deze spullen? Graag uw reactie ook daarop!

U had natuurlijk toen de RMN op de hoogte was gesteld door de deurwaarder onmiddellijk twee mensen er naartoe kunnen sturen die de inboedel dan hadden kunnen bewaken. Ook dat is niet gebeurd. De RMN heeft gezegd dat het niet volgens de procedure is gebeurd, dus u moet het opslaan. Als de RMN weet dat het gebeurt, waarom gaan dan hier niet de alarmbellen rinkelen en zorgen we er niet voor dat het door u toegezegde beleid wordt uitgevoerd?


De heer Claasen: (GroenLinks)

Ik lees dat de gemeente niet aansprakelijk is. Ik heb ook horen zeggen dat de procedure en met name het inlichten en opdracht geven aan de RMN niet goed gevolgd is. Dat is een tekortkoming. Het lijkt mij dat de gemeente wel verantwoordelijk is voor een zorgvuldige procedure. Die procedure is in dit geval niet gevolgd. Dat wordt heel nadrukkelijk door het college erkend. ER wordt aangegeven dat in de toekomst getracht wordt om dit te voorkomen. Zou het niet op z’n minst zo moeten zijn dat u aangeeft aan betrokkenen dat hier de procedure niet juist verlopen is? Dat het een gemeentelijke tekortkoming is en dat u daaromtrent uw verontschuldigingen aanbiedt? Dat lijkt mij het minste wat in dit geval door het gemeentebestuur gedaan zou moeten worden.


Wethouder Swart: (CDA)

Het is uiteraard zo dat ook wij de situatie die zich op 30 november heeft voorgedaan betreuren. Alleen de vraag is hier aan de orde wat de rol van de gemeente is en welke taak en functie wij hierin hebben. De gemeente heeft een exploot gekregen. Ik heb u in eerste instantie de werkwijze uitgelegd. In dat kader hebben wij gehandeld met het gevolg dat ik u verteld heb. Het is mij niet bekend dat de RMN een exploot heeft gekregen. Men krijgt dat normaal ook niet. Die speelt daar geen rol in. Onze service zou ik bijna zeggen houdt in dat wij een aantal zaken doen waarin wij verder gaan dan andere gemeenten. Daar hebben wij drie jaar geleden ook over gesproken. Er zijn ook gemeenten die helemaal niets doen of die zetten de spullen meteen in de kraakwagen. Dat willen wij niet. Dus in dat kader zijn wij drie jaar geleden meer beleid gaan voeren. Toen door het misverstand op dat moment geen wagen van de RMN aanwezig was en wij daarover geïnformeerd werden, zijn we direct in actie gekomen. Wij hebben contact opgenomen met de RMN en die is er zo snel mogelijk daar naartoe gegaan. De mensen van de RMN waren er nog eerder dan de wagen ook met de bedoeling om wat er nog aan inboedel was te bewaken. Dan konden derden niet met bezittingen van de uithuis gezettenen van door gaan. In die zin is direct actie ondernomen toen het bekend werd. Het resultaat is dat er wel een wagen van de RMN geweest is, maar wel te laat en het was niet helemaal afdoende.


Mevrouw De Jong: (SP)

Ik wil er wel op wijzen dat er pas actie is ondernomen nadat ik gebeld heb in de richting van de RMN. De RMN heeft mij duidelijk verzekerd dat die ochtend al is gebeld met het gemeentebestuur, met het gemeentehuis in dat geval. Ik belde dus als tweede. Toen pas is er actie ondernomen en toen was er al een hele boel weggehaald. Als op dat moment door de RMN aan de bel was getrokken en er een container was geplaatst, was het niet met het grof vuil meegegaan. Dat is pas later gebeurd. Dat is ook mijn klacht in deze. U zegt wel dat wij onmiddellijk actie hebben ondernomen, maar pas na twee keer. Pas nadat ik heb gebeld en niet eerder.


Wethouder Swart: (CDA)

Ik heb geen namen genoemd bij wie wij actie hebben ondernomen. Wat u zegt is terecht. Ik ken geen andere acties die eerder ondernomen zijn. Ik heb tegelijkertijd gezegd dat we intern nog eens goed naar de procedures hebben gekeken. We hebben een aantal maatregelen getroffen. Met u betreuren wij het dat dit voorval zich heeft voorgedaan. In eerste termijn heb ik u gezegd hoe dit heeft plaats kunnen vinden. Over bepaalde nuanceringen kan ik niet anders zeggen dan wat ik hier gedaan heb. Zo is het ook bij ons binnen gekomen.



Mevrouw De Jong: (SP)

Ik maak hier bezwaar tegen. U heeft het over nuanceringen, maar dit betekent inderdaad de nuance van de weggehaalde boedel en de zaken die kapot zijn geslagen en dat deel van de inboedel dat intact gebleven is. Dat noem ik geen nuance meer.


Wethouder Swart: (CDA)

De nuancering waar ik op doel is dat u zegt dat er voor die tijd is gebeld. Wij hebben alleen uw telefoontje binnen gekregen en daar hebben we adequaat op gereageerd.

Ten aanzien van een financiële vergoeding, ik heb in eerste instantie de rol van de gemeente uitgelegd. Als benadeelde vindt dat hij een financiële vergoeding zou moeten krijgen, kan hij altijd de instanties die u bedoelde hierover benaderen. Ik heb er geen zicht op wat kan en wat niet. Benadeelde zou zelf de juridische mogelijkheden kunnen onderzoeken. De gemeente heeft daar als zodanig geen rol in.


Mevrouw De Jong: (SP)

Nu u zelf aangeeft dat er een fout in de procedure gemaakt is, is de gemeente daar verantwoordelijk voor. Het lijkt mij een handreiking aan de desbetreffende persoon om te onderzoeken waar eventueel financiële mogelijkheden te halen zijn in verband met de spulletjes van betrokkene. Dat lijkt mij het minste wat we kunnen doen. We moeten niet zeggen dat de gemeente daar niet verantwoordelijk voor is. De gemeente was verantwoordelijk voor het opslaan van die inboedel. Dat is niet gebeurd door een onjuiste procedure. Ik vind dat u een handreiking kunt doen door te onderzoeken of er financiële mogelijkheden voor betrokkene liggen.


Wethouder Swart: (CDA)

Ik ben in mijn beantwoording van vraag 3 heel helder geweest. Ik heb daarop dit moment niets aan toe te voegen.

Dat geldt ook een beetje voor de vragen van de heer Claasen over de aansprakelijkheid. Die heb ik beantwoord. Hoe we een en ander kunnen voorkomen heb ik ook behandeld. Het is altijd jammer dat je van zoiets moet leren. We moeten de procedures goed bekijken. Het is ook altijd weer een kwestie van communiceren, ook in de breedte. Garanties kun je nooit geven omdat je nooit weet met welke personen je te maken krijgt. Wij hebben dezelfde intentie als u. We hebben dit al veel eerder gehad. Daarom hebben we dit beleid zo gevoerd en wel zo zorgvuldig mogelijk. Het blijkt in deze dat we bepaalde punten nog nader moeten aanscherpen. Dat is inmiddels gebeurd. Nogmaals garanties kan ik u niet geven. Ik hoop wel dat we hier voorlopig voor een voldoende aanpak hebben gekozen. Beleidsmatig zijn we ook nog met andere zaken bezig. Daar hebt u wellicht iets van gehoord van mijn collega Van Brenk en anders komt het binnen kort nog wel aan de orde. Dat staat los van dit incidentele geval.


De heer Claasen: (GroenLinks)

Ik begrijp dat de wethouder de indruk wil maken dat hij zijn beantwoording wil beëindigen maar het zou wel aardig zijn als hij mijn enige vraag ook daadwerkelijk wil beantwoorden. Mijn vraag was niets anders dan dat u aangeeft dat u een fout heeft gemaakt, althans de procedure is niet zo zorgvuldig verlopen. Ik vraag u of u nu bereid bent om vanwege het niet zo zorgvuldig verlopen van de procedure door de gemeente uw verontschuldigingen hierover aan te bieden aan de betreffende persoon Iets anders heb ik niet gevraagd. Dat u het in de toekomst anders wil doen, geloof ik best, maar dat was mijn vraag niet.


Wethouder Swart: (CDA)

Ik heb in eerste termijn al proberen duidelijk te maken dat wij geen fout hebben gemaakt. Wij zouden een fout hebben gemaakt wanneer het exploot via de normaal gebruikelijke weg wel bij ruimte terechtgekomen zou zijn en dat we op basis daarvan niet handelend hadden opgetreden. Dat is niet gebeurd, waardoor we niet handelend konden optreden. Toen is er wel iets nagelaten in de volgorde zoals ik het zeg. Daarmee zijn wij niet aansprakelijk en verantwoordelijk.


De heer Claasen: (GroenLinks)

Ik heb ook in mijn eerste termijn gezegd dat het niet om aansprakelijkheid gaat. Het gaat er gewoon om of je fatsoenshalve wilt erkennen dat de procedure niet zo verlopen is door jouw toedoen als die verlopen zou moeten zijn. Dat is een tekortkoming van de gemeente. Weliswaar ben je dan niet juridisch aansprakelijk, maar je kan wel gewoon zeggen, sorry, we hebben het niet helemaal goed gedaan. Onze procedure is eigenlijk een andere dan we gevolgd hebben. Dat is het enige wat ik zeg.


Wethouder Swart: (CDA)

Ik kan u daar geen positief antwoord op geven.


Hierna wordt dit punt verder voor kennisgeving aangenomen.



  1. Vaststelling van een nieuwe, aan de Algemene wet bestuursrecht aangepaste Monumenten-

verordening en een geactualiseerde Subsidieverordening Monumenten ter vervanging van

Hoofdstuk 3 van de Subsidieverordening stadsvernieuwing Zeist (rv 2001-99)

Mevrouw De Jong: (SP)

De SP-fractie is blij dat er een positieve advisering van de commissie nodig is om de monumenten van de lijst te schrappen. De SP zou graag zien dat artikel 5, mededelingen uitgebreid gaat worden met de gebruikers van dit pand. In het voorstel wordt wel melding gemaakt van de eigenaar van het pand, maar niet van de gebruiker. Dat betekent dat de gebruiker niet op de hoogte kan worden gesteld. Hoe kunnen gebruikers dan eventueel bezwaar maken tegen deze verandering? Ik wijs u bijvoorbeeld op de huurwoningen aan de Pleineslaan. Nu staan ze nog op de gemeentelijke monumentenlijst wat een waarborg voor hen is tegen sloop. Als ze niet worden ingelicht dat de woningen van de monumentenlijst worden afgehaald, vindt de SP dit een tekortkoming van de democratie. Bent u bereid om artikel 5, mededelingen uit te breiden met de gebruikers van het pand? Graag uw reactie!


De heer Van Gemeren: (D66)

In uw introductie van dit raadsvoorstel had u het over een vernieuwende monumentenverordening. D66moet constateren dat er helaas niet een nieuwe monumentenverordening is in de zin van waar we in de commissie over hebben gesproken. “We doen al ervaring op met een duale gemeente. Dit voorstel is indertijd afgevoerd om het nog eens door het college te laten bekijken. Nu horen we in de raadscommissie ruimte, kunst en cultuur dat het college besloten heeft de huidige situatie te handhaven. Na invoering van het duale stelsel kan nog eens worden bezien of volledige delegatie aan het college moet plaatsvinden. Is het niet zo dat Zeist een proefproject als duale gemeente is? Zou het niet passen in het proefproject om nu al ervaringen op te doen waarbij dit soort bevoegdheden aan het college te delegeren? In die zin pleit D66heel duidelijk dat de monumentencommissie niet meer een door de raad ingestelde commissie hoeft te zijn, maar een door het college ingestelde commissie. Waarom moeten we nu weer wachten op de invoering van een volledig duaal stelsel?


De heer Prikken: (BIZ)

Het plafondbedrag voor de subsidie is voor 2001 bepaald op f 75.000,-. De vraag is of en hoe naar prioriteit verdeeld dit bedrag wordt benut. In het raadsvoorstel wordt de subsidie verdeeld op basis van volgorde der aanvragen. Naar de opvatting van onze fractie zou het beter zijn de subsidie te verlenen in volgorde van urgentie nadat alle aanvragen voor een bepaalde datum moeten zijn ingediend. Nu lijkt ons inziens de subsidietoekenning meer op een loterij dan een zorgvuldige keuze. Waarom wordt voorts bij een negatief advies van de monumentencommissie om een monument als zodanig van de lijst af te voeren niet het integrale oordeel van de raad gevraagd? De meningsvorming in de commissie is beperkter en er kunnen belangen bij het monument zijn voor de gemeenschap. Wij willen graag uw antwoorden bij de definitieve oordeelsvorming over dit raadsvoorstel betrekken.

Wethouder Swart: (CDA)

De vraag van mevrouw De Jong over artikel 5 om te komen tot een uitbreiding tot de gebruikers van het pand is wat ons betreft akkoord. Dat is helder en duidelijk.

Over het duale stelsel hebben we een aantal keren in de raad gediscussieerd. De meerderheid van de raad en in ieder geval een meerderheid van de commissie heeft gezegd, nu niet. Dat onderwerp komt nog wel eens terug bij het duale stelsel en dan kunt u uw overwegingen maken. Blijft het aan het college of aan de raad. U weet dat we nog even met het duale stelsel moeten wachten. Dan zal in dat kader het college een keer kunnen komen met een voorstel hoe we met dit onderwerp verder om moeten gaan. Dan hebt u bij dat onderwerp nog een herkansing. De meerderheid heeft het nog niet gewild en vandaar dat het voorstel er nu zo bij ligt.

De heer Prikken had het over het plafondbedrag van f 75.000,- op basis van de volgorde waarin de aanvragen binnen komen. Dat is totnogtoe altijd de werkwijze geweest. Deze verordening is meer van technische aard en we hebben dan ook de werkwijze niet veranderd. Het zou kunnen zijn dat deze zaak in de toekomst nog eens aan de orde komt. Ik kijk nog even naar het antwoord dat ik de heer Van Gemeren gegeven heb. Mijn benadering zou kunnen zijn dat bij een behandeling in de toekomst dit punt aan de orde komt. Het heeft tot nu toe in de discussie geen rol gespeeld. Nu verneem ik het voor het eerst. Het zou kunnen zijn dat in een discussie volgend jaar over de invoering van een duaal stelsel dit een van de punten wordt die aan de orde zullen komen.


Hierna wordt het punt z.h.st. aangenomen met de toezegging aan mevrouw De Jong dat artikel 5 wordt uitgebreid tot de bewoners van panden.



4. Derde Bestuursrapportage 2001 (rv 2001 127) #

De heer Van Kuijk: (PvdA)

Ik kan vrij kort zijn. Wij hebben in de commissie al aangegeven dat we akkoord gaan met de bestuursrapportage zoals die voor ons ligt met uitzondering van uw voorstel om te komen tot twaalf of meer bestemmingsreserves. Wij zijn het met u eens dat het goed is om in die post niet aangewende middelen op te splitsen in twee groepen. Een groep van eigen geld waarvan we op enige termijn kunnen zeggen dat we het aan iets anders gaan uitgeven. Dan is er het geoormerkte geld waarvan we moeten zeggen dat wanneer we het binnen een bepaalde termijn niet uitgeven we het terug moeten geven. Meestal zal dit aan het rijk zijn. Wij vinden uw voorstel om te komen tot een bestemmingsreserve per geoormerkte post de inzichtelijkheid niet ten goede komen. We hebben nog niet zo lang geleden de reserves en herzieningen grondig herzien. Wij dachten dat we een goed stelsel hadden gecreëerd Dat wordt nu alleen maar weer wat ingewikkelder door per geoormerkte groep middelen een bestemmingsreserve vast te stellen. Wij hebben hiervoor een amendement opgesteld waarin dit in nette bewoordingen is weergegeven. Het amendement wordt ondersteund door D-66.


amendement 1 “Splitsen reserve niet-aangewende middelen”


De raad der Gemeente Zeist in vergadering bijeen op 17 december 2001


Overwegende dat:

  • de hoogte en diversiteit van de reserve niet-aangewende middelen overzicht over de verschillende onderdelen bemoeilijkt en onvoldoende zicht geeft op de niet-bestede eigen middelen voor beleidsintensiveringen;

  • de noodzaak bestaat om overzicht te houden over niet-aangewende middelen verkregen van derden (waaronder de rijksoverheid en de provincie) en niet-aangewende eigen middelen voor beleidsintensiveringen;

  • de Raad der gemeente Zeist niet ieder jaar opnieuw de doelstellingen van een groot aantal reserves en voorzieningen wil herzien, maar terughouden wil optreden ten aanzien van de instelling van nieuwe reserves;


Besluit:


  • De tekst op bladzijde 6 van Raadsvoorstel 127 (Derde bestuursrapportage 2001) vanaf “….. aparte bestemmingsreserves in te stellen.” tot en met “… Onder bestemmingsreserves kunnen ook worden gerekend de niet-bestede middelen …” te wijzigen in:


“De reserve niet-aangewende middelen te splitsen in twee reserves: de “reserve niet-aangewende middelen” en de “reserve geoormerkte niet-aangewende middelen”. De omvang van deze laatste reserve wordt bepaald door het verschil tussen ontvangen (rijks)bijdragen en werkelijke kosten .

Daarnaast stellen we u voor een aantal bestemmingsreserves in te stellen. Onder bestemmingsreserves kunnen worden gerekend de niet-bestede middelen ….”


  • Toe te voegen aan het voorstel op pagina 7 van Raadsvoorstel 127 als zesde bolletje:


“de reserve niet-aangewende middelen te splitsen in twee reserves: de “reserve niet-aangewende middelen” en de “reserve geoormerkte niet aangewende middelen”.


En gaat over tot de orde van de vergadering.


Het amendement is ondertekend door de heren Van Kuijk, Doelwijt en Van Gemeren en mevrouw Barten



De heer Van Delft: (CDA)

Mijn bijdrage zal in twee delen uiteen vallen. Op de eerste plaats zullen dit een paar opmerkingen zijn over dezelfde materie als de heer Van Kuijk. In de tweede plaats wat meer algemene opmerkingen met betrekking tot het kader waarin de bestuursrapportage in het algemeen betrokken kan worden. Als we zien op welke wijze de huidige bestuursrapportage inzicht geeft in de reserves, is dat een aanzienlijke verbetering. De reserve niet aangewende middelen die ultimo 2000 f 7.200.000,- besloeg zal volgens de voorstellen die er nu liggen aan het einde van dit jaar ongeveer een kwart zijn van dat bedrag, te weten f 1.700.000,-. Daarvan wordt in dit voorstel ook nog voorgesteld om ongeveer 60% reeds een bestemming te geven. Uiteindelijk blijft er dan nog zes ton over van deze reserve niet aangewende middelen. Dat is een hele grote verbetering ten opzichte van de situatie waarin inderdaad de heer Van Kuijk in het verleden de vinger bij gelegd heeft. Vrijdagavond ontvingen wij de aanvulling en wel een wijziging en correctie op dit stuk. Dan komen daar toch een paar opmerkingen naar voren. Terecht is het zo dat het rijk niet het rekeningstelsel kent. Men kent wel lasten en baten waarvoor per saldo iedere burger een rekening gepresenteerd krijgt in een blauwe envelop. Dat is dan niet in tegenstelling van wat voor de gemeenten geldt. Die hebben evengoed lasten en baten. Waar onderscheidt nu de gemeente zich van het rijk? Dat is dat de gemeente een balans heeft. Dat is iets anders dan simpelweg een stelsel van baten en lasten. Ook dat heeft het rijk.

Nu ontstaat er een stuk overheveling van het ene jaar naar het andere. Dan worden wij ook nog geconfronteerd met verplichtingen die het rijk ons oplegt in de vorm van besteden of teruggeven. Dat betekent dat het geld dat we niet besteed hebben we altijd kwijt zijn. Of we moeten het alsnog uitgeven voor het doel waarvoor we het ontvangen hebben, ook al is dat pas heel laat aangekondigd. Of we moeten het teruggeven aan het rijk. Het spijt mij, maar ik met de beste wil van de wereld geen reserve in zien. Een reserve is iets wat je als potje nog hebt staan en die je kan gebruiken. Ik zie hier dus een voorziening in. Deze post wordt in dit voorstel een hele rij bestemmingsreserves genoemd. Dit moeten we gewoon noemen een voorziening nog te besteden rijksgelden of iets dergelijks. U begrijpt wat ik bedoel. Dat betekent dat dit in een bedrag kan. De nadere specificatie is iets voor de administratie. Moet je daar een raad mee lastig vallen? Je moet het wel ergens bijhouden.

Dan kom je precies aan het punt waar ik nu naartoe wil. Dat is het punt van de bestuursrapportage. De rapportage die wij vandaag hier aan de orde hebben is een aanzienlijke verbetering ten opzichte van het voorgaande. Daar moeten we ook naartoe, want we staan aan de vooravond van de tweedeling van het bestuur. Aan de ene kant het college en aan de andere kant de raad die straks het college moet controleren. Dat moest hij eigenlijk al veel langer. Ik loop hier wat langer mee. Aan die controlerende taak van de raad heeft het in het verleden nog wel eens ontbroken. Geachte raadsleden, het zal wel de laatste keer zijn dat ik hier voor een bestuursrapportage sta. Er ligt voor u een voortreffelijk instrument om juist te controleren of het bestuur datgene doet waartoe eerder besloten is. Alleen gebruik dan die controlerende taak! Maak gebruik van dit materiaal, ook in de toekomst. Alleen dan zal de tweedeling van het bestuur een werkelijke betekenis hebben voor die burger die we hier vertegenwoordigen. Als dat niet het geval is, laat u nadrukkelijk iets liggen. Die boodschap wil ik toch hier aan vastknopen. Maak gebruik van deze rapportage bij de controlerende taak! U krijgt de derde dit jaar. U heeft daarmee de mogelijkheden om het na te gaan, hetzij op commissieniveau, hetzij hier in de raad. Maak er gebruik van, ook in de toekomst! Daarmede kunt u inderdaad op hoofdlijnen besturen. Laat het niet liggen!

Voorzitter, ik heb het even over uw hoofd tot mijn collega’s gericht omdat ik maar al te goed weet hoe er in het verleden toch wat makkelijk met dit soort gegevens is omgesprongen.


De voorzitter:

Het is ook de bedoeling dat u straks in het duale stelsel met uw collega’s discussieert en dat wij gewoon dat allemaal aanhoren en zien wat er gaat gebeuren. Dit geldt voor sommigen van ons, want niet iedereen hoeft aanwezig te zijn.


De heer Prikken: (BIZ)

Wij namen kennis van uw voornemen om het aantal bestemmingsreserves fors uit te breiden. De reden is gelegen in het feit dat de rijksoverheid de middelen beschikbaar stelt in een dienstjaar waarin de gemeente nog niet in staat is de middelen ook te besteden. Wij mogen er hopelijk van uitgaan dat de gelden van de rijksoverheid beschikbaar komen op basis van project- en budgetplannen en gericht beleid. Middelen van het Rijk of andere overheden behoren dan ook voor dat beleid en die projecten beschikbaar te blijven. Wij zijn voorstanders van een helder en duidelijk beeld van de financiële stand van zaken op elk moment. Een portemonnee met vele potjes met onduidelijke labels horen daar niet bij. Wanneer en door wie wordt over de besteding van de bestemmingsreserves beslist? Waar gaan de rentewinsten van de bestedingsreserveringen naartoe? Vallen die onder de categorie meevallers en levert op die manier uitgesteld beleid boekwinst op? De post reserve niet aangewende middelen nieuw beleid was al diffuus en ondoorzichtig. We hebben daarbij de algemene beschouwingen toen we de motie met betrekking tot de subsidie voor de vernieuwbouw van het Beauforthuis gewezen. Is de instelling van de beoogde bestemmingsreserve niet juist reden om de bestaande post reserve niet aangewende middelen nieuw beleid op te schonen zodat we werkelijk inzage hebben in de succesvolheid waarin u er in slaagt om nieuw beleid daadwerkelijk ten uitvoer te brengen.

Het amendement van de PvdA en D66spreekt ons met het oog op de duidelijkheid van de reserveringen juist aan.


De heer Kats: (SGP/ChristenUnie)

Daar we nu nog in een monistisch stelsel zitten, zal ik het woord richten tot u, hoewel ik de woorden van de heer Van Delft zeker kan ondersteunen met betrekking tot het groeien van deze bestuursrapportage. Ik denk dat we inderdaad een heel mooi instrumentarium in handen hebben en dat ook steeds verder vervolmaakt wordt, waarvoor dank.

Ook mijn bijdrage wil ik zetten in het teken van de bestemmingsreserves. Daar is vanavond al het een en ander over gezegd. Ik zou graag de beantwoording in eerste termijn willen afwachten van het college hoe men aankijkt tegen wat de heer Van Delft heeft ingebracht met betrekking tot de voorzieningen. Ik denk dat het een heel mooi compromis is tussen wat vanavond van verschillende kanten naar voren is gebracht en wat het college naar voren gaat brengen.


Mevrouw De Jong: (SP)

Een korte stemverklaring! Als ik naar het resultaat kijk van de derde bestuursrapportage, is dat bijna f 5.500.000,- voordelig. Trekken we daar de huidige knelpunten vanaf, houden we nog eens f 2.000.000,- over. Ik constateer dan ook dat de SP gelijk heeft gekregen. We houden weer geld over. Voor de SP hoeft deze f 2.000.000,- niet naar de saldireserve te gaan. We hebben nog wel een ander wensenlijstje. Daarom stemt de SP tegen dit voorstel.


De heer Van Gemeren: (D66)

Het is altijd een goede zaak als de raad regelmatig geïnformeerd wordt over hoe het gaat met de gemeentelijke inkomsten en uitgaven. We hebben daar net al gesproken over de bestemmingsreserves. De heer Van Kuijk heeft dat ook aangegeven. Ik heb ook gezegd dat de fractie van D66van harte wil instemmen met het amendement om het allemaal wat zichtbaarder te maken.

Voor radio Zeist heb ik vrijdagavond al gezegd dat we bij de begroting en de voorjaarsnota in deze raad steggelen over elke gulden. Wat zien we nou bij de verschillende bestuursrapportages en bij de jaarrekening? De miljoenen vloeien weer terug in de gemeentekas. Ik heb me suf gedacht of we nu iets kunnen verzinnen waardoor we dit kunnen voorkomen. Aan de ene kant wil de raad bepaalde noodzakelijke voorzieningen realiseren. Wie herinnert zich niet de amendementen over Omnium, het poppodium, verkeersvoorzieningen in Huis ter Heide en noem maar op. Daar is geen geld voor. Nu zijn er allerlei zaken waarvan het college zegt dat ze dringend nodig zijn. De bestuursacademies fuseren. Daar moeten tienduizenden guldens tegenaan. Nu blijkt de fusie niet door te gaan en dan vloeit het geld weer terug. Het zijn allemaal kleine dingen. Als je die bij elkaar optelt, is het een flinke hoop. Hoe kunnen we dat beheersbaar maken? Kunnen we niet een bepaalde ruimte afspreken waar we flexiebel mee omgaan in plaats van dat we ons altijd met allerlei begrotingsregels vasthouden en elkaar ketenen? Ik heb dat wel eens eerder in de raad gezegd. Misschien heeft het met iets anders te maken. Dan kom ik terug op een amendement dat we indertijd hebben ingediend, gesteund door alle fracties in de raad. Hierin werd het college uitgenodigd om de begroting zodanig op te stellen dat alles wat opgenomen was ook gerealiseerd zou kunnen worden qua capaciteit en qua planning. Als ik nu de bestuursrapportage lees, komen we tot de vraag of de gemeente Zeist ziek is. We hebben melding gemaakt van een onderzoek in Binnenlands Bestuur waarin een aantal termen staan van de gemeenten, provincies, waterschappen en het rijk, defensie, politie, onderwijs en rechterlijke macht. Dit betreft het ziekteverzuim en bij allen komt dit niet hoger uit van 9%. Zeist komt bijna met 2,5% hoger uit dan die 9%. Dit is bijna 11,5% ziekteverzuim. Hoe kan dat? Wat is de oorzaak daarvan? Misschien dat de heer Swart daar namens het college een antwoord op kan geven. Misschien had het college wel eerder kunnen ophouden met deze bestuursrapportages, want daar worden onze ambtenaren ziek van. Dat heb ik nog niet van het college gehoord. Ik heb wel gezien dat er een verzuimreductieprogramma is opgesteld. U heeft zelf al aangegeven met het management maatregelen te nemen om het ziekteverzuim goed in de hand te houden. U komt ook met een analyse. Ik heb zelfs gelezen dat u probeert om binnen drie jaar het ziekteverzuim naar 8% terug te brengen. Er is nog iets anders aan de hand. Er zijn niet alleen 11,5% mensen ziek.


De heer Van Ballegooijen: (SGP/ChristenUnie)

Ik kan de gedachtegang van de heer Van Gemeren wel volgen, maar dit doet op dit moment absoluut niet ter zake. Het ziekteverzuim en de burap hebben totaal niets en niets met elkaar te maken.



De heer Van Gemeren: (D66)

Dat kan ik best onderschrijven. Het was een suggestie die de voorzitter zelf aangaf dat er wellicht ambtenaren waren die ziek worden van de bestuursrapportage.


De voorzitter:

Heb ik dat gezegd?


De heer Van Gemeren: (D66)

Ja!


De voorzitter:

Ik heb dat niet gehoord.


De heer Van Gemeren: (D66)

Dan heb ik het verkeerd begrepen.


De voorzitter:

Ik heb gezegd of u de relatie kon leggen tussen het ziekteverzuim en deze droge opsomming van cijfermatig materiaal dat gedestilleerd wordt uit hard werken door deze organisatie op basis van de besluitvorming die u pleegt. Input is output mijnheer Van Gemeren!


De heer Van Gemeren: (D66)

Akkoord, maar u bent dan verantwoordelijk.


De voorzitter:

Hoe verantwoordelijk? De raad is het hoogste orgaan. De volgende keer in maart 2002 kunnen we daar een robbertje over vechten.


De heer Van Gemeren: (D66)

Wat mij betreft vanavond al. U daagt mij uit. Wij hebben bij de begroting met name aangegeven of alle voornemens die het college heeft uitgevoerd kunnen worden met de bestaande menskracht. U heeft gezegd, ja. Wij kunnen dit qua capaciteit en qua planning aan. Wij constateren dat er van de 100 ambtenaren in de gemeente Zeist er iedere dag 11,5% ziek zijn.


De voorzitter:

Mijnheer Van Gemeren, ik zou het uitermate op prijs stellen Om dit punt niet uit te diepen, want dan komen we in een sfeer waarin we moeten aangeven dat er al een aantal mensen is dat met een infarct rondloopt. Er zijn mensen met een ziekte die uw collega raadslid de heer Huijgen zeer waarschijnlijk heeft overwonnen. Ik wens het niet te accepteren dat zaken die te maken hebben met een cijfer daarmee een relatie met het ziekteverzuim wordt gelegd. U vergelijkt appels en peren. De dagelijkse verkoudheid van medewerkers is een andere zaak dan zaken die echt met ziekte te maken hebben. Dat analyseren wij op dit ogenblik en daar zijn wij heel goed mee bezig. Daar hebben we capaciteit voor vrijgemaakt. Ik zou het uitermate betreuren als u rondom deze burap de discussie wenst te vervuilen met een uitvoerig verhaal over ziekteverzuim.


De heer Van Gemeren: (D66)

Ik hoop dat u het woord vervuilen wil terugnemen. In de commissie heb ik het er met de heer Van Brenk over gehad. Het is onze zorg dat van de 400 medewerkers die hier rondlopen 11,5% ziek is. Daarnaast zijn er nog zo’n 12% aan onvervulde vacatures. Met andere woorden 23% van de capaciteit die u moet hebben om het werk te doen heeft u niet. Als raadslid zeg ik dat u verantwoordelijk bent. Als de raad aan u vraagt om iets te doen, moet u op een gegeven moment kunnen zeggen dat dit niet kan of het kan wel, maar dan laten we andere dingen liggen. Dat horen we nooit van u. Dat wil ik gewoon aan de orde stellen.


De heer Timmerman: (VVD)

Collega, u bent met ons allen zo’n 31 personen verantwoordelijk voor hetgeen wat er gebeurt. Ik moet u zeggen dat ik volledig de opvatting van de voorzitter op dit moment onderschrijf. Ik ben van mening dat zeker sprake kan zijn van vervuiling, want het causaal verband van het onderwerp dat op dit moment aan de orde is en hetgeen u betoogt ontgaat mij ten enenmale. Ik zou u dringend willen verzoeken om u te beperken tot het onderwerp. Realiseert u zich wel dat in de huidige situatie – en dat is al jaren zo – u mede verantwoordelijk bent voor datgene wat hier wordt besloten en dus moet worden uitgevoerd door het college?


De heer Van Gemeren: (D66)

In antwoord op wat reacties uit deze zaal moet ik constateren dat de gegevens uit de bedrijfsvoering een onderdeel zijn van deze derde bestuursrapportage. Meerdere malen is in de commissie de zorg uitgesproken over het hoge ziekteverzuim. We hebben kennis genomen van de maatregelen die het college neemt. We hebben kennis genomen van een eerder door ons gevraagd streefcijfer van waarop we willen koersen van 8%. Wij hebben in de commissie ook melding gemaakt dat er niet alleen van 11,5% ziekteverzuim sprake is, maar ook van zo’n 11,5% niet bezette vacatures. De reactie van wethouder Van Brenk daarop was interessant. Wij kwamen tot de slotsom Dat we elke vier ploegendienst er elke dag in het gemeentehuis van Zeist een ploeg niet kan functioneren. Van elk bureau met tien mensen zijn er elke dag 2,5 mensen niet aanwezig om het werk te doen. Van elke afdeling van 100 mensen zijn er 25 niet door ziekte of omdat een vacature niet bezet is.


De voorzitter:

Ik heb begrepen dat deze hele discussie in de commissie heeft plaatsgevonden. Ik zou u willen voorstellen om zich te beperken tot datgene waar het werkelijk om gaat. Er ligt een financieel-bestuurlijke rapportage van het college aan uw raad. Over de techniek heeft u in de commissie kunnen discussiëren Ik zou u willen verzoeken uw politiek-bestuurlijke opvattingen hier kenbaar te maken. Daar gaat het om. Uw collega bestuurders hebben het recht die te weten. U moet zich gaarne puur tot dat onderwerp beperken.


De heer Van Gemeren: (D66)

Ik kwam tot mijn conclusie. Concluderend moeten wij constateren dat van de 100 personen er 11,5 ziek zijn en 11,5% aan onbezette vacatures. Dat kan twee dingen betekenen. Of de raad vraagt teveel. Dan vragen wij het college dit de raad aan te geven. De strekking van het betoog is dat we moeten voorkomen dat ambtenaren over de kling worden gejaagd door te moeten werken voor mensen die hier niet kunnen werken in verband met onvervulde vacatures dan wel door langdurig ziek zijn.


De voorzitter:

Het spijt mij te moeten constateren dat uw bijdrage in mijn optiek van dien aard was dat ik mij er niet in wens te herkennen en me er niet in kan herkennen. Als u zegt dat ambtenaren door ons over de kling worden gejaagd, is het uw verantwoordelijkheid. Het is uw individuele verantwoordelijkheid mijnheer Van Gemeren.


De heer Van Gemeren: (D66)

Als het college vindt dat iets niet kan, horen wij dat graag. Wij worden geconfronteerd met ellen lange knelpuntenlijsten bij de voorjaarsnota. Wij vragen of u dat aan kan met de bestaande mensen. U zegt tegen deze raad dat dit kan. Wij moeten constateren dat u het niet kan doen omdat er mensen ziek zijn om wat voor reden ook, dan wel dat u de vacatures niet kan vervullen terwijl wel de normale productie moet doorgaan. U bent als dagelijks bestuurder in onze opvatting daarvoor verantwoordelijk. Als u het niet aan kan met de bestaande menskracht, hadden we dat graag geweten. Dat is de strekking van ons betoog.


De voorzitter:

Ik kan mij niet herkennen en ik wens mij ook niet te herkennen in uw opvatting over het over de kling jagen. Dat is in genen dele het geval. Ik wens daar namens het college grotelijks afstand van te nemen. We hebben fantastische medewerkers. Die zetten zich vele uren in met hart en ziel. Ik hoop niet mijnheer Van Gemeren dat u ooit datgene zal overkomen wat sommige van onze personeelsleden helaas moet overkomen.


Wethouder Swart: (CDA)

Laat ik toch met enkele dingen beginnen die de heer Van Gemeren heeft aangekaart, hoewel de manier waarop hij dat deed mij wat beroerd heeft in negatieve zin. Dit college maakt een begroting die deze organisatie aan kan. Begroten is vooruit zien. We weten nooit op 1 januari wat er het hele jaar gaat gebeuren. Dat geldt voor wat wij plannen voor het volgende jaar. Er kunnen allerlei activiteiten tussendoor komen waardoor het beeld dat je had verstoord wordt. Ik voel mij veel meer aangesproken door de opmerkingen van andere collega’s als de heer Van Delft, de heer Kats en de heer Van Kuijk. Zij zeggen dat ze in de burap iets financieel iets anders willen. Het college is er wel in geslaagd de post niet aangewende middelen terug te brengen tot zes ton. Als u zes ton ziet op de begroting van vele miljoenen gaat het niet eens meer om percentages maar om delen er van. Ik daag u uit om als u een begroting maakt per 1 januari dat aan het eind van het jaar kan neerleggen. Wij hebben ziekteverzuim in deze organisatie. Daar heeft u uitvoerig over gesproken met collega Van Brenk. Dat hindert ons datgene te realiseren wat we willen. We hebben alle mensen hier hard nodig. Voor het eindresultaat aan het einde van het jaar maakt het niets uit. We hebben hardwerkende en gemotiveerde mensen die een of twee passen meer doen. Dat zijn de dingen die het college dag aan dag in deze organisatie ziet. Het schiet mij een beetje in het verkeerde keelgat dat u niet vragenderwijs maar stellenderwijs het neerlegt zoals u dat gedaan heeft.

Dan de grote lijn op andere onderdelen. De heer Van Kuijk komt met een amendement en gezien de sprekers op hem volgend heeft dat redelijk veel steun. Ik heb het inmiddels inhoudelijk kunnen beoordelen. Ik stel een kleine verbetering voor. Ik stel voor niet een zespunt toe te voegen, maar het achter punt 5 te zetten. Ik denk dat dit technisch gezien heel goed kan. Dan kunnen wij het amendement op deze wijze overnemen. Na de discussie in de commissie waarvan de heer Van Kuijk de voorzitter is hebben wij aangegeven waarom wij deze bestemmingsreserves zo opvoeren. Vanuit het rijk krijgen we een aantal bestemmingsreserves. In dit stuk zijn ze genummerd van 1 tot en met 12. Dat zijn gelden die we van het rijk krijgen om gedurende korte tijd bepaalde activiteiten te doen. Dit kan voor een jaar zijn of voor twee, drie of vier jaar. De minister geeft een keer ons dat bedrag. Die vraagt van ons om wanneer dat bedrag vrijkomt snel plannen te maken. In eerdere discussies met uw raad hebben we gesproken over het grote bedrag aan niet aangewende middelen. Op deze wijze hebben we geprobeerd het inzichtelijk te maken. Het geoormerkte geld wordt achter de categorie gezet waar het bij hoort. Uw amendement gaat er van uit om die twaalf posten terug te brengen naar een post. Daar komt het hele bedrag in. Wij zullen in onze administratie wel zorgen dat die punten afzonderlijk worden geadministreerd. Als u dat wilt, kan dat dus. Wij moeten wel per onderdeel dat bedrag er precies in zetten. Voor dat bedrag moeten wij het ook doen. We moeten er rekening mee houden dat de waarde van de bedragen over twee jaar niet meer dezelfde is in verband met optredende inflatie. We doen het voor het geld dat we krijgen en vullen dit niet zelf aan. Wij houden de gelden tijdelijk vast. De heer Prikken had het over rentewinst die gaat naar de post rentewinst die we over meerdere delen over de hele begroting hebben. Die wordt altijd weer ingezet voor beleid. Ik begreep van de heer Prikken dat hij ook steun geeft aan dit amendement. In die zin kan ik u daarmee van dienst zijn. Wij vinden het ook wel eens lastig dat we die twaalf posten moeten opvoeren, maar wij krijgen op dat moment het geld en op die manier willen we het voor u inzichtelijk maken.

Een aantal mensen heeft expliciet en impliciet gezegd dat het heel goed is dat deze bestuursrapportage er op deze wijze ligt. Het is een aanzienlijke verbetering ten opzichte van enkele jaren geleden. Dat onderschrijft het college ook. We hebben daar hard aan gewerkt de laatste jaren op uw verzoek. Wij willen ook dat de financiële gang van zaken en het beleid in een jaar helder door de raad gevolgd kan worden. Het gaat niet alleen om het volgen, maar dat er ook kritiek op geleverd kan worden opdat we samen onze activiteiten niet alleen goed uitvoeren, maar het ook voor iedereen helder en duidelijk is.



De heer Van Delft: (CDA)

Ik denk dat de beantwoording namens het college op zich helder is. Toch blijf ik enige moeite houden met het overgenomen amendement. Er wordt in de beantwoording geen recht gedaan aan de door mij gemaakte opmerkingen met betrekking tot het onderscheid tussen de reserve en voorzieningen. Weliswaar ben ik het eens met de opmerking dat het bij het amendement van de PvdA gaat om het vijfde bolletje. In ieder geval zal dat zo moeten gebeuren. Ik denk dat er helemaal geen bestemmingsreserve moet komen voor dit doel, maar dat er een voorziening voor nog te besteden rijksuitkeringen zal moeten komen. Dat is de enig juiste benaming. Als je dat doet, loop je nog tegen andere reserves aan. Ik heb mij zelf daar nog eens op gecontroleerd. Dat is altijd goed. Dat lijken wel bestemmingsreserves te zijn. Daar wil ik de raad toch nog eens voor waarschuwen dat het reserveren van deze gelden in potjes er toe leidt dat er gewoon beslag gelegd wordt op middelen zonder ze onmiddellijk te besteden. Ik doel dan met name op de posten 13, 14 en 15 op bladzijde 6 en 7. Misschien kan je dat gewoon beter in de begroting ramen in plaats van daar een soort potje voor te creëren Dan kan het best zo zijn dat je het ene jaar meer nodig hebt dan in het andere. Ik denk dat dit een zuiverder wijze van werken is die ook in een goed gecontroleerde financiële rapportage best meegenomen kan worden zonder het risico nodig te hebben dat die fondsen dan maar vooraf er moeten zijn om toevallige schommelingen op te vangen.

U heeft dus begrepen van mij dat ik nog niet in kan stemmen met het overnemen van dat amendement zonder aanpassing aan de juiste terminologie. Een reserve is een reserve en een voorziening is een voorziening. Een reserve is eigen vermogen en een voorziening is vreemd vermogen. Iets wat we moeten uitgeven, hetzij teruggeven aan het rijk, hetzij voor een bepaald doel, is ten enenmale geen eigen vermogen.

Dan nog iets over de controle. De rapportage geeft inzicht in de 42 kredieten die ultimo 2001 zullen zijn afgerond, kapitaalskredieten en voortgang investeringsprojecten. Wat voor de raad minstens zo interessant is, is datgene waarvoor wel middelen geraamd staan en die juist niet afgevoerd worden en die juist niet uitgevoerd zijn in het jaar terwijl er juist wel voor gereserveerd is. Dat gegeven zou in een volgende rapportage een goede toevoeging kunnen zijn om die controlerende taak van de raad nog wat te vergemakkelijken.


De heer Van Gemeren: (D66)

In de eerste plaats wil ik mededelen dat de fractie van D66meer malen in deze raad haar zorg heeft geuit over het ziekteverzuim. Bij de begrotingsbehandeling hebben wij voorstellen gedaan in het kader van voorkomen is beter dan genezen en om het college een actiever preventieprogramma te laten opstarten door werknemers een bepaalde massage te geven om r.s.i.-klachten te voorkomen. U kunt zich dit allemaal ongetwijfeld herinneren. Het college heeft gemeend niet met een dergelijk voorstel te moeten komen omdat deze organisatie nog niet zo erg voor massage zou zijn. De strekking is dezelfde. Wij zijn nu geconfronteerd met de harde cijfers uit de bestuursrapportage. Wij hebben onze zorg tot uitdrukking gebracht dat van de 100 mensen er 11,5 er dagelijks hier niet aanwezig kunnen zijn, hetzij door ziekte hetzij door niet vervulde vacatures.


De voorzitter:

U maakt dezelfde opmerkingen als u in uw eerste termijn heeft gedaan. Ik snap eigenlijk niet wat uw bijdrage in tweede termijn is.


De heer Van Gemeren: (D66)

Ik probeer tot uitdrukking te brengen dat hetgeen wij hebben gezegd ingegeven is door onze zorg tot uitdrukking te brengen over het ziekteverzuim en niet vervulde vacatures. Wij hebben er kennis van genomen dat de bereidheid bij u aanwezig is en bij uw ambtenaren zoals door de heer Swart aangegeven om een stukje harder te lopen. Werkdruk is ook een van de oorzaken van ziekteverzuim. Wij zitten er niet op te wachten dat werknemers bij de gemeente Zeist onder druk worden gezet waardoor ze uiteindelijk misschien nog eens ziek worden. Wij hebben gezegd dat wij werk op maat willen hebben. Wij mogen aan het college vragen of iets behapt kan worden door de organisatie of niet. Zo niet, horen wij dat graag van het college om juist te voorkomen dat we hier in toestanden komen die onwerkbaar zijn. Dat is de enige echte zorg die de fractie van D66heeft.

De heer Van Kuijk: (PvdA)

Dank voor het feit dat het amendement is overgenomen. Ik kan me best voorstellen dat u nog eens nadenkt over de woorden van de heer Van Delft. We hebben indertijd geprobeerd de definities scherp te stellen. Ik denk dat het nu niet het moment is om daar diep op in te gaan. Mijn zegen heeft u als u het amendement gaat overnemen en dat we het beestje noemen zoals het moet heten. Daar heb ik geen bezwaar tegen.


De heer Veenendaal: (VVD)

Toch nog even een reactie van de VVD in tweede termijn. Tijdens de commissiebehandeling hebben wij er uitvoerig over gesproken. Wij hebben ook een verband proberen te leggen met uw laatste planning en uiteraard ook met de planning die u per kwartaal voorlegt. We kunnen dan zien of het beleid dat u heeft ook een evenwichtige planning heeft. Daarnaast zal u het ook duidelijk zijn dat wij de woorden van collega Van Delft verder willen onderschrijven. We hebben in eerste instantie geluisterd naar de intentie die u heeft bedoeld. Dit hebben we allemaal begrepen. We zitten ook in de jaarrekening zoals u weet. Ik denk dat de heer Van Delft volkomen gelijk heeft om het zo te doen. Dat scheelt ons weer een opmerking in de accountantsverklaring Ik zou die opmerking vol gaarne nog eens willen onderstrepen.


Wethouder Swart: (CDA)

Ik verzoek om een kleine schorsing, aan welk verzoek wordt voldaan.


De vergadering wordt heropend.


Wethouder Swart: (CDA)

In tweede instantie is er een aantal opmerkingen gemaakt met een intentie om deze burap zo goed mogelijk vast te stellen en zo helder en duidelijk mogelijk. Het college kan het amendement van de PVDA met de door mij gemaakte kanttekening volgen. De heer Van Delft heeft er nog enkele opmerkingen bij gemaakt over wat nu een reserve is en wat een voorziening. Ik ga nu iets van mijn toezegging in eerste termijn afdoen. Het lijkt mij handig om de intentie van het amendement over te nemen. In de commissie kunnen we dan nog verder discussiëren over wat nu een reserve is en wat een voorziening en hoe we dat vastgelegd willen hebben. Wat mij betreft doen we dat in de eerstvolgende commissie onder voorzitterschap van de heer Van Kuijk. De meeste sprekers die hier het woord over gevoerd hebben, hebben daar een hele positieve bijdrage aan geleverd. We kunnen er in de commissie best samen uitkomen.

De heer Van Delft had ook nog een opmerking over de posten 13, 14, en 15. De spanning in die reserves zit hem dat het geld tussen 1 januari en 31 december opgemaakt moet worden. Dat is onze systematiek die we hebben. Anders gaat het terug naar de algemene middelen of moet het technisch op een andere wijze geregeld worden. Wij willen bij deze drie posten een goed beleid neerzetten. Wij weten niet altijd wanneer wij bepaalde activiteiten kunnen verrichten en daarom hebben wij gemeend het zo te moeten voorstellen. Ik zou dat graag zo willen houden in ieder geval voorshands Mocht u daaromtrent wat scherpere spelregels hebben, stel ik voor die punten nog eens in de commissie mee te nemen. We stellen voor nu de lijn wel vast te leggen voor de bestemmingsreserves 1 tot en met 15 met de uitvoering van de uitvoering van het amendement van de PvdA en met in achtneming van de opmerkingen van de heer Van Delft. We zullen dan technisch nog eens even kijken naar de meest juiste uitvoering. Ik verzoek u het voorstel over te nemen en op een en ander nog nader terug te komen in de commissie.


Hierna wordt dit voorstel z.h.st. aangenomen waarbij de fractie van de SP geacht wordt te hebben tegengestemd.


Mevrouw De Jong: (SP)

Dat betreft alleen dat deel van het voorstel om de f 2.000.000,- over te hevelen naar de algemene middelen.


De voorzitter:

Ik doel hierbij dan ook op hetgeen wethouder Swart nog heeft ingebracht.



5. Tijdelijke referendumwet (rv 2001-131)

Mevrouw De Niet: (CDA)

Op zich zijn wij het eens met dit raadsvoorstel, althans we hebben er niet zo’n probleem mee. We zitten niet echt te wachten op het invoeren van een referendum, maar op zich hebben we er geen moeite mee. Er zit een punt in het voorstel waarvan de CDA-fractie vindt dat dit tot de uitzonderingsbevoegdheden zou moeten horen van de gemeente. Dat staat op pagina 3. De gemeente is een beleidsvrijheid gelaten in de wet. Wij willen daar graag aan toegevoegd zien punt 3, beslissingen tot het treffen, wijzigen of opheffen van een gemeenschappelijke regeling. Het lijkt ons absoluut een onwerkbare zaak om gemeenschappelijke regelingen als de GGD of het Woonwagenschap en noem maar op onderhevig te laten zijn aan een referendum. Zelfs voor een wijziging aan zo’n gemeenschappelijke regeling zou je een referendum kunnen houden. Dat lijkt ons absoluut onwerkbaar en onwenselijk. Wij dienen daarom een amendement in om dit punt toe te voegen aan het raadsbesluit. Dit amendement is mede ondertekend door de PvdA, de VVD en de SGP/ChristenUnie.


Amendement 2


De raad van Zeist, in vergadering bijeen op maandag 17 december, behandelend het raadsvoorstel 131 betreffende de Tijdelijke Referendumwet:


Besluit aan de onderwerpen die worden uitgezonderd van de mogelijkheid van referendabiliteit toe te voegen punt 3 van het Raadsvoorstel te weten:


“Beslissingen tot het treffen, wijzigen op opheffen van een gemeenschappelijke regeling”


besluit daartoe artikel 2 van de verordening op het correctief raadsgevend referendum als volgt aan te passen:


in te voegen voor “een besluit van de gemeenteraad…”,


“a.”


toe te voegen de volgende tekst:


“b. een besluit van de gemeenteraad, als bedoeld in artikel 1, eerste en derde lid, artikel 51, eerste en derde lid, artikel 61, eerste en derde lid, artikel 73, eerste en derde lid en artikel 96 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.”


Het amendement is ondertekend dor de heren Van Delft, Otten en Kats en de dames De Niet, Barten en Schenk.


Mevrouw De Jong: (SP)

Anders dan het CDA pleit de SP voor uitbreiding van dit voorstel. Bijna alle partijen en bestuurders hebben het over de grote kloof tussen de politiek en de burger. Wat is er dan mooier dan de inwoners van Zeist te betrekken bij de besluitvorming door middel van een referendum. Het uitsluiten van bestemmingsplannen zoals door u voorgesteld, is voor de SP dan ook onacceptabel. De SP is voorstander om bij grote projecten in Zeist vanaf een startnotitie tot en met de besluitvorming de inwoners van Zeist een stem te geven via een referendum. Ik verwijs hiervoor naar Zaanstad. Daar is een referendum gehouden over een gevangenis of een park. Ik verwijs naar de markt van Groningen waarbij de inwoners van Groningen zich duidelijk hebben uitgesproken tegen het beleid van de gemeente te zijn. Ik verwijs naar IJburg/Amsterdam. Daarom dient de SP dan ook een amendement in. Als we iets doen, laten we het dan ook goed doen.



Amendement 3 “Uitbreiding referendum”


De gemeenteraad van Zeist in vergadering bijeen op maandag 17 december ter behandeling van het raadsvoorstel 2001-131: instellen Tijdelijke Referendumwet:


Overwegende dat:


  • De kloof tussen politiek en burgers door steeds meer politici en burgers als zeer groot wordt ervaren

  • Een referendum bij grote projecten inmiddels heeft laten zien dat de politieke besluitvoming dan juist wel leeft onder de inwoners

  • De democratie weer terug gegeven wordt aan de inwoners van Zeist


Spreekt uit:

  • Referenda mogelijk te maken over grote projecten in Zeist vanaf de startnotities die vooraf gaan aan de besluitvorming bij die grote projecten


en gaat over tot de orde van de dag.



Het amendement is ondertekend door mevrouw De Jong



De heer Prikken: (BIZ)

Wij als lokale partij stellen burgers niet alleen in nota’s centraal die een keer in de vier jaar integraal kunnen worden beoordeeld bij de verkiezingen. Mede daarom zullen wij het voorliggende voorstel van harte toejuichen.

U stelt evenwel voor om onderwerpen die regelmatig terugkomen niet voor een referendum in aanmerking te laten komen, zoals bijvoorbeeld belastingverhogingen. Dan blijft er voor het effect van dit raadsvoorstel voor de burger niet veel over. Is dat de reden dat hiervoor in 2002 geen geld is uitgetrokken? Stel het voorbeeld van de uitbreiding van het gemeentehuis dat betaald zou kunnen worden vanuit een explosieve verhoging van de OZB. Daarover zou in het kader van de tijdelijke referendumwet de mening van de burger moeten kunnen worden gevraagd. Waarom sluit u dit voorbeeld in dit raadsvoorstel uit? Wat is daarvoor de achterliggende motivering? Bent u bereid het raadsvoorstel op dit punt enigszins te nuanceren? Graag uw reactie!


Mevrouw Barten: (PvdA)

Wij zijn een voorstander van een referendum en wij zijn blij dat dit voorstel er ligt met uitzondering van de gemeenschappelijke regelingen. Daarom heeft de PVDA mede dit amendement ingediend.


Mevrouw De Bruin: (D66)

Het hart van de fractie van D66zou harder moeten gaan kloppen bij het horen van het woord referendum. Zeker als je nog eens in de dikke Van Daalen kijkt. Een stemming waaraan alle leden van een corporatie deelnemen, niet alleen afgevaardigden, of terwijl een volksstemming. Vanaf de oprichting is D66een voorstander van een laagdrempelig, dus burgervriendelijk referendum. Wij zijn nu niet blij. Het voorliggende raadsvoorstel kleedt de toch al niet royale tijdelijke referendumwet zodanig uit dat een volksstemming alleen is verder komen te liggen. De tijdelijke referendumwet treedt op 1 januari aanstaande in werking. In dit raadsvoorstel stelt u voor een beoordeling vast te stellen die een collectief raadgevend referendum mogelijk maakt. Dat betekent dus dat op initiatief van burgers een referendum kan worden gehouden over reeds genomen raadsbesluiten. De raad is niet verplicht om de uitkomst van het referendum over te nemen. Hooguit moet een nieuw besluit worden genomen indien de uitslag van het referendum negatief is. Welke burger heeft dan nog zin om een initiatief tot een referendum te nemen? Stel u voor, ouders nemen het besluit om te gaan kano varen in Frankrijk. De kinderen mogen met elkaar besluiten of ze kano varen in Frankrijk geen goed idee van hun ouders vinden. De ouders, zo was de uitspraak, moeten een nieuw besluit nemen. Het wordt kano varen in Frankrijk. Klaar uit.

Mijn fractie heeft ook moeite met de drempel. Een quorum van 5 tot 10% van de kiesgerechtigde burgers in twee stappen, een ondersteuningsverklaring en vervolgens een definitief verzoek. Dat vinden wij geen goede zaak. Als ik goed geïnformeerd ben, wordt ook van de burgers verlangd dat zij naar het gemeentehuis komen om hun handtekening te zetten. Burgers zullen deze drempels niet als inviterend beschouwen. De dood van het referendum in de pot. De wet stelt een vijftal raadsbesluiten als referendabel vast. Dezelfde wet maakt het mogelijk om per verordening van deze besluiten er drie uit te sluiten. De VNG en de staatscommissie Biesheuvel adviseren onder meer om gemeentelijke belastingen en leges uit te sluiten. Het zal bij de burger de verwachting kunnen wekken dat besluiten tot verhoging van gemeentelijke belastingen ongedaan gemaakt kunnen worden. Met andere woorden, de burger kan dat niet aan. We moeten de burger tegen zichzelf beschermen. De fractie van D66vindt dat ronduit betutteling en een onderschatting van het gezonde verstand van de burger. Wij zijn het dus niet eens met het tweede artikel van deze verordening.

Zoals in de nota staat geschreven, staat het de gemeente vrij om in aanvulling op de wet een verordening vast te stellen die een uitbreiding inhoudt van de referendummogelijkheden. Collectieve raadgevende of raadplegende referenda behoren tot de mogelijkheden. U stelt voor van die mogelijkheid geen gebruik te maken. Mijn fractie stelt voor van die mogelijkheid wel gebruik te maken. Waarom niet een werkgroep oprichten om deze mogelijkheden voor Zeist te onderzoeken? Wij willen daar graag aan meewerken. In de provincie Utrecht zijn al vijf gemeenten die in de vorige eeuw een verordening hebben gemaakt op dit gebied. Waarom zouden we eens niet ons oor bij hen te luisteren leggen? Graag uw reactie!


De voorzitter:

Laat ik voor op stellen dat we bij discussies in het college niet voor het eerst het woord referendum hebben betrokken. Ook wij vinden natuurlijk vanzelfsprekend zoals u dat ook vindt dat het een goede zaak is als burgers vroegtijdig betrokken worden bij de planvorming. Wij hebben in de afgelopen jaren een aantal pogingen daartoe ondernomen. Die zijn dacht ik redelijk geslaagd. Als ik even kijk naar het GVVP, dan hebben we toch zoveel mogelijk geprobeerd de burgerij op het juiste moment bij de planvorming te betrekken.

Wat nu aan de orde is, is min of meer een stukje reparatiewetgeving. Vandaar dat er sprake is van een tijdelijke referendumwet. Het zou kunnen zijn dat voor 2005 het referendum nog eens in den brede aan de orde te stellen. Ik waardeer de poging van mevrouw De Bruin om iet alleen te citeren uit het voorliggende raadsvoorstel en te verwijzen naar de staatscommissie Biesheuvel die geloof ik in de zeventiger jaren met voorstellen gekomen is die uiteindelijk nu in onze richting zijn gekomen. Wat nu aan de orde is, is gelet op de ontwikkelingen in 2002 een mogelijkheid te scheppen om zaken te regelen zoals ze nu zijn voorgesteld. We hebben in het college gezegd dat het ons op dit ogenblik niet verstandig lijkt om nu al die dubbele stap te maken en nu al de discussie op te starten die we straks gaan voeren. De oproepen van mevrouw De Jong, mevrouw De Bruin en de heer Prikken waarderen we hogelijk, maar die geven voor ons geen aanleiding om het voorstel te wijzigen. Daarbij verwijs ik ook naar de grote meerderheid in de commissie die positief heeft geadviseerd op ons voorstel. Ik heb nog eens gekeken naar de tekst van het amendement van mevrouw De Jong. U heeft het hier gewoon over een referendum, over het fenomeen referendum.

Mevrouw De Jong: (SP)

Waarop ik doel is het raadplegend referendum. Het correctief referendum staat al in het voorstel. Het liefst zou ik het nog uit willen breiden met volksinitiatieven.


De voorzitter:

Ik kan mij voorstellen dat u dat wil, maar dat is op dit ogenblik niet aan de orde. We hebben dat debatje ook even in de commissie gehad. Het is nu correctief en raadgevend zou op een ander moment kunnen. In de commissie heb ik begrepen dat er geen meerderheid voor uw voorstel was. Dan kunt u niet van het college verwachten dat wij met een vorstel komen in de zin zoals u dat bedoelt. Het zou kunnen zijn dat dit op een later moment kan als de voorschriften er liggen.

We hebben in de tekst opgenomen dat de regering voornemens is voor 2005 met een aangepaste referendumwet te komen dat in tegenstelling tot de tijdelijke referendumwet een bindend referendum mogelijk maakt. Wij stellen voor daarop te wachten. Vandaar dit voorstel nu.

Het college heeft geen moeite met het amendement dat ingediend is door mevrouw De Niet, mede namens de PvdA, de VVD en de SGP/ChristenUnie.

Dat amendement willen we overnemen.

De grote projecten die mevrouw De Jong voorstelt zouden nog op een ander moment kunnen. Die kunnen niet passend gemaakt worden binnen de tijdelijke referendumwet. Dat is uitgesloten. De wet zelf geeft aan dat bestemmingsplannen zijn uitgesloten.


Mevrouw De Jong: (SP)

Ik heb juist gewezen op drie grote projecten in het land waarbij een raadgevend referendum aan de orde was. Die zijn niet uitgesloten. Het gaat er om of de wil er is. Als u constateert dat de meerderheid die wil niet heeft, is dat wat anders. U kunt niet zeggen dat het uitgesloten is. Dat is raar.


De voorzitter:

Jawel, het is een andersoortig referendum. Het is niet een raadgevend.


Mevrouw De Jong: (SP)

Dat kunnen we toch instellen? Als het college dat zou willen, kan dat gebeuren.


De voorzitter:

Dan moet er ook een raadsmeerderheid zijn en die is er niet.

Het amendement van mevrouw De Niet nemen we graag over. De andere amendementen zouden we graag willen ontraden.


Mevrouw De Jong: (SP)

Mijn fractie draagt het raadplegend referendum toch een warm hart toe. Wij vinden het heel erg belangrijk als hierover een uitspraak wordt gedaan. Dus wij handhaven het amendement en willen het graag in stemming laten brengen.


Mevrouw De Bruin: (D66)

Ik vind het heel treurig dat deze raad mogelijkheden laat liggen om de burgers mee te laten spreken en waar alle verkiezingsprogramma’s toch wel vol van staan. Nou hebben we die mogelijkheid en dan haakt iedereen af. Zo komt het op mij over.


De heer Kats: (SGP/ChristenUnie)

Dan kent u meer uit ons verkiezingsprogram dan wij. Dat zou ik graag van u willen horen.


Mevrouw De Bruin: (D66)

We hebben afgelopen vrijdag een radioverhaal gehad. Ik begreep van de interviewer dat hij de indruk had dat alle partijen dat hoog in het vaandel hebben.


De heer Kats: (SGP/ChristenUnie)

Dat gaat u toch niet als waarheid in de raad verkondigen? Ik heb het voor me liggen. U mag het lezen, maar het staat er niet in.


Mevrouw De Bruin: (D66)

We hebben het vaak genoeg aan de orde gehad. Wij zijn voorstander van alle vormen van directe democratie. Naar onze mening is dit niet een vorm van directe democratie, maar een soort wassen neuzendemocratie. Wij zijn van mening dat de burgers van Zeist dan beter af zijn met een vertegenwoordigende democratie zoals die nu functioneert dan met een correctief referendum als bedoeld in de verordening. De raad laat een mogelijkheid voor een directe democratie liggen naar ons oordeel. Mijn fractie kan met de voorgestelde verordening dan ook niet instemmen. De wet treedt sowieso in werking en daar voegt deze verordening niets aan toe. Wij zijn gewoon tegen deze verordening.


Mevrouw Spruijt: (GroenLinks)

De huidige wet werpt erg veel drempels op om een referendum mogelijk te maken, zodat ook dit voorstel voor een lokale verordening maar heel weinig betekenis kan krijgen. Anderzijds is mijn fractie altijd van mening geweest dat participatie bij verschillende projecten een veel betere manier zou zijn en een veel effectievere manier om burgers en belanghebbende organisaties invloed te geven op het beleid. De interactieve beleidsvorming is iets waar wij altijd een groot voorstander van zijn geweest en blijven. In de commissie heb ik aangegeven dat mijn fractie ondanks het voorbehoud dat deze verordening zo weinig aan betekenis zou kunnen hebben wel voor zou kunnen stemmen. Wanneer straks zou blijken dat wanneer het amendement van het CDA, VVD en PvdA worden aangenomen, denk ik dat onze fractie een ander standpunt moet gaan innemen omdat het dan wel heel erg uitgekleed wordt. Wij denken dat samenwerking tussen verschillende gemeenten een zaak is waar burgers zich over uit zouden moeten kunnen spreken middels een referendum. Wij zullen tegen het amendement stemmen. Voor wat betreft het amendement van de SP meent mijn fractie dat het geen goede zaak is dat bij alle projecten vanaf de startnotie al referenda gehouden kunnen worden. Wij willen wel dat er interactieve beleidsvorming plaatsvindt.


De voorzitter:

De bijdragen uit de tweede termijn leert mij dat we wat meer tijd en voorbereiding moeten nemen.


De heer Prikken: (BIZ)

Ik wil toch nog even zeggen dat wij ons aansluiten bij wat Groen Links net heeft gezegd. Wij zullen ook dezelfde opvattingen over het voorstel hebben.


De voorzitter:

U sterkt mij nog met de zinsnede die ik zo net noemde over de discussie en de voorbereiding tot een dergelijk voorstel inzake een referendum. We hebben er nog niet zo vaak over gesproken eigenlijk in deze raad. Ik kan mij dat niet zo nadrukkelijk herinneren. Het is iets dat in de 21-ste eeuw wat meer op de agenda zal komen. Ongetwijfeld zullen de lokale politici daar een uitspraak over gaan doen. Ik denk dat het verstandig is om met elkaar daar eens een debat over te gaan voeren. Dat lijkt mij verstandig. Op dit ogenblik blijft het college bij het voorstel zoals het er ligt. Wij leggen u het voorstel voor zoals dit mogelijk is binnen de tijdelijke referendumwet met in achtneming van wat door mij in eerste termijn is gezegd over de periode gelegen na 2002 tot 2005 waarin er mogelijk meer kansen komen.


Hierna wordt er gestemd over het amendement van de SP. Dit wordt verworpen met alleen de fracties van de SP en D66voor.


De voorzitter:

Ik heb u al gezegd dat het college het amendement van mevrouw De Niet CDA en tevens namens de PvdA en VVD zal overnemen met daarbij de kanttekening dat de SP, D66, GroenLinks en de heer Prikken tegen zijn.

De heer Huijgen: (GZB)

Ik zit momenteel in een samenwerkingsverband met de heer Prikken. Hij heeft bij mijn afwezigheid ook steeds mij vertegenwoordigd. Als de heer Prikken zegt dat hij tegen is, ben ik dat ook.


Hierna wordt het voorliggend voorstel met inbegrip van bovenstaande z.h.st. aangenomen.



6. Beleidskader internationale samenwerking (rv 2002-132)

Mevrouw Spruijt: (GroenLinks)

Wij hebben hier een ambitieus voorstel voor ons liggen met nauwelijks financiële middelen. Mijn fractie vindt het daarom van des te groter belang dat voldoende middelen worden verkregen om toch nog tot de uitvoering van genoemde projecten te kunnen komen. Het voorstel heeft betrekking op projecten die in de komende drie jaar uitgevoerd zouden moeten gaan worden. Komt er na deze drie jaar een evaluatie en naar welke aspecten vindt die evaluatie dan plaats? Dan kunnen we van daaruit verder gaan met een al dan niet aangepaste werkwijze.


De heer Prikken: (BIZ)

Voor onze fractie is een wezenlijke vraag of dit raadsvoorstel niet zou moeten wachten op besluitvorming van de nieuwe raad. U stelt voor om vanwege hogere prioriteiten in Zeist de inzet in de komende drie jaar in financiële en in capacitaire zin te beperken tot de contacten die gaande zijn. U geeft evenwel aan gezien de huidige praktijk de ambtelijke inzet van vier uur te willen opschroeven naar twaalf uur. Wat gebeurt er dan op die extra dag per week? Kennen we aan samenwerking met onze medeburgers in den vreemde zo weinig prioriteit toe dat het budget representatie op dit punt ons inziens oneigenlijk voor f 13.336,- moet worden aangesproken. De VNG kent voor concrete projecten subsidies. Kunt u dit ook niet bevorderen in de extra ambtelijke inzet? Gaarne uw reactie!


Mevrouw Barten: (PvdA)

Het voorliggende raadsvoorstel dat een kader schept voor het gemeentelijk internationaal beleid is voor ons een heel teleurstellend voorstel. In de afgelopen jaren is het gemeentelijk internationaal beleid enige malen in de commissie BER aan de orde geweest. Steeds is daarbij aan de hand van voorliggende nota’s gesproken over de diverse mogelijkheden die er zijn die de gemeente heeft om het internationaal beleid vorm te geven. Dat wil zeggen dat in die discussie over de diverse bestaande initiatieven gesproken werd, maar ook over hoe de burger directer betrokken kan worden bij het internationale beleid en hoe het geworteld zou kunnen zijn in de gemeenschap van Zeist. Contacten met andere culturen en kennis van andere culturen leiden tot meer begrip voor elkaar en dat leidt er weer toe dat de multiculturele samenleving van Zeist voor alle burgers gemakkelijker wordt. Uiteindelijk is, zoals in het raadsvoorstel staat, zo'n 2’% van Zeist in meerdere of mindere mate niet van Nederlandse afkomst. Er zijn in de laatste vier jaar 2000 inwoners met een allochtoon accent zoals u dat zo mooi uitdrukt in de nota bij gekomen. Dat zijn er 500 per jaar. Dat is bijna 1%. Al deze nieuwkomers moeten een goede plaats krijgen in de Zeister samenleving.

De fractie van de PvdA vindt het voorstel een gemiste kans. Er is geen geld voor internationaal beleid beschikbaar. Er wordt geen echt nieuw beleid gemaakt. Het raadsvoorstel is vooral een opsomming van projecten die al langer bestaan. De contacten met Yamada – alleen al vanwege de afstand met Japan – is een tamelijk elitaire zaak. De uitwisseling van ambtenaren onder de vlag van de VNG loopt al jaren en daarbij is toch geen sprake van burgerparticipatie. De gemeenschap van Austerlitz heeft al jaren contacten met Slavkov en dat is een prima zaak. Dan blijft over het in de nota genoemde platform Nederland-Marokko. In het voorstel staat dat de gemeente gaat stimuleren dat er binnen de gemeente een breed samengestelde werkgroep zal gaan ontstaan, gevoed vanuit een aantal allochtone en autochtone organisaties. Wij vragen dat u doet wat binnen het kader van dit raadsvoorstel mogelijk is om zoveel mogelijk inwoners van Zeist te betrekken bij deze contacten of het nu is in de in het voorstel genoemde organisaties of als geïnteresseerden of betrokken particulieren.

In deze donkere tijden voor kerstmis zien wij het als een lichtpuntje dat het platform Nederland-Marokko in het voorstel voorkomt. Dat is eigenlijk de reden waarom wij voor dit voorstel zullen stemmen.


Mevrouw De Bruin: (D66)

Ik heb eigenlijk alleen een opmerking. Wij missen in dit voorstel wel een blik naar onze eigen burgers. Ik weet dat de Tweede Wereldoorlog al meer dan een halve eeuw achter ons ligt. Ik weet ook dat heel veel mensen vinden dat we daar niet meer over moeten zeuren. We hebben heel veel mensen in Zeist die gewoond hebben in het oude Indië. Ik heb geluiden gehoord van individuen uit de Indische gemeenschap hier in Zeist dat zij het jammer vinden en het betreuren dat hen niet is gevraagd wat zij vinden van vriendschapsbanden met Yamada in Japan. Zij zijn daar op voorhand niet op tegen, maar ze hadden het wel geapprecieerd als met hen contact hierover was opgenomen. Graag uw reactie!


De voorzitter:

Misschien is het goed om even in de geschiedenis terug te gaan. Zoals u weet werkt dit college nog steeds aan de hand van het collegeprogram. In het collegeprogram heeft gestaan dat voor wat betreft de internationale contacten wij voorstellen moesten maken. Wij hebben die gemaakt, maar ze zijn met alle respect niet gehonoreerd. Zoals u weet hebben we bij de voorjaarsnota voorstellen gedaan. Onder de spanning van… heeft de raad toen besloten daar geen middelen voor vrij te maken. Als u dat als teleurstellend beschouwt, kan ik mij dat voorstellen. U had zich met uw politieke groepering daar heel van voorgesteld in de afgelopen jaren, zoals denk ik ook anderen dat hadden voorgesteld. In de afweging die gemaakt moest worden heeft het de boot gemist. Des al niettemin zag het college zich geconfronteerd dat er in de afgelopen jaren toch een aantal internationale contacten was opgebouwd. Ik denk alleen maar aan de acties die we met Slavkov en Austerlitz niet alleen hebben begeleid, maar ook nog van wat meer extra kansen hebben weten te voorzien door bemiddeling van de VNG. We hebben in de commissie de VNG aan het woord gelaten. Onze adviseurs hebben zich rondom dit thema in de afgelopen jaren geweldig ontwikkeld. Er heeft een uitbreiding van een formatieplaats naar ruim 30 plaatsgevonden. Dat betekent dat er een stroom aan informatie uit die landen beschikbaar kwam en heel veel capaciteit vloeide ook in de richting van de gemeenten. Er ontstonden platforms. Wij meenden met de weinige middelen die we hadden en met de kans ons geboden door de VNG die lijn te moeten oppakken om toch nog datgene te doen wat ons in feite werd opgedragen vanuit het collegeprogram. We moesten de internationale solidariteit en samenwerking vanuit een projectmatige aanpak bevorderen. Met de weinige middelen die we hadden hebben we toch geprobeerd nog iets te doen. Daaruit is tevoorschijn gekomen onder andere de ondersteuning die we hebben gegeven in de afgelopen periode aan Slavkov. Daaruit is onder andere ontwikkeld het project Nederland-Marokko. In de afgelopen maanden zijn wij daar wat dieper in gedoken. Wij hebben u via de commissie laten blijken dat we voornemens waren daar wat nadrukkelijk mee bezig te zijn. Dat is ook gebeurd. We kunnen het verder ontwikkelen en uitbouwen. Ook kunnen financieringsmiddelen in aanmerking komen. Dat is een klein beetje de stroom die we hebben om er toch wat aan te doen.

Voor wat Yamada wijs ik er op dat dit een project is dat niet door ons is ontwikkeld. Vanuit het particulier initiatief is het opgestart. Op dat ogenblik hebben wij gemeend hand- en spandiensten te moeten verlenen en als goed gastheer te moeten optreden op het moment dat vertegenwoordigers vanuit de gemeenschap Yamada en dan met name vanuit het onderwijsveld en de ouderenzorg Zeist aandeden. Dat leek ons ook correct. Wij hebben ons bepaald niet willen begeven in de dialoog die in ons land wel eens wordt gevoerd. Ik zou bepaald niet willen zeggen dat we daarover zeuren, over de Tweede Wereldoorlog. Ik vind dat een klein beetje een verkeerde zaak, ook al is het meer dan 50 jaar geleden. Vele Nederlanders hebben hun leven gegeven in de Tweede Wereldoorlog en in de tijd daarna en dat dienen we direct aan het hart te houden. We moeten uit dat soort dingen leren. Ik bestrijd het en neem de terminologie ook niet over dat we weer zeuren over de Tweede Wereldoorlog.


Mevrouw De Bruin: (D66)

Ik heb niet willen zeggen dat ik dat verwerp, maar ik heb gedoeld op mensen die suggereren dat er over de Tweede Wereldoorlog wordt gezeurd. Ik vind niet dat we zeuren.


De voorzitter:

Nee, daarom zeg ik dat ook als vertegenwoordiger in het openbaar bestuur. Ik neem daar ook afstand van en wens ook te bestrijden dat we zeuren. Dat doet u ook en dat meent u. Ik meen van u gehoord te hebben dat het ook niet uw terminologie is.

Kort en goed, het voorstel ligt voor. Ik hoop dat ik voldoende ben ingegaan op de wordingsgeschiedenis en bestaansgeschiedenis. Dit is het beleidskader waar we mee bezig gaan in de komende periode.

We krijgen weer verkiezingen en ik heb al zo hier en daar wat van de verkiezingsprogramma’s gezien. Ik ga er van uit dat we ook weer iets te lezen krijgen over internationale samenwerking. Na maart gaan we de dialoog weer aan over uw wensen en onze realiseringskansen. Dat gaan we in elkaars verlengde leggen in de komende periode en dan zien we wel welke kansen er dan zijn. Ik voldoe aan uw wens om daarop terug te komen. Het zou best kunnen zijn mevrouw Spruijt dat dit niet eerder dan over drie jaar is, gelet op de ontwikkelingen.

Daar waar we weinig geld hebben maar wel met ambitie willen proberen bepaalde zaken op tafel te leggen, moeten we niet nalaten het particulier initiatief er niet alleen bij te betrekken, maar als er mogelijkheden zijn tot medefinanciering, moeten we dat ook doen.


Mevrouw De Bruin: (D66)

Ik begrijp van u dat van u net zoals ik die Tweede Wereldoorlog best eens een keer genoemd mag worden. U begrijpt dat dit nog steeds gevoeligheden oplevert bij mensen die de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt en met name in Nederlands-Indië. Ik weet dat het initiatief niet van de gemeente is gekomen. U heeft net gezegd dat u daarvoor hand- en spandiensten voor heeft verricht. Mijn vraag is of u nog uw oor te luisteren wil leggen bij deze twee organisaties die er zijn op dit gebied.


De voorzitter:

Niet specifiek over de relatie met Yamada. We moeten het in den brede leggen. We hebben met de organisatie die u bedoelt onlangs nog een gesprek gehad toen we hier in de raadszaal het boekje presenteerden in het kader van de strijd van de Nederlanders tegen de Japanners in Nederlands-Indië. Ik verzeker u dat we die discussie niet uit de weg gaan. Het gaat niet specifiek over Yamada. Ik denk dat dit een gegeven is.


Mevrouw De Bruin: (D66)

Dank voor uw antwoord. Ik denk dat we elkaar goed begrijpen.


Hierna wordt het voorstel z.h.st. aangenomen.



7. Definitief voorstel Herinrichtingsplan Den Dolder (rv 2002-133) #

De heer Claasen: (GroenLinks)

Ik heb het woord gevraagd om niet inhoudelijk op het voorstel in te gaan, maar om iets te zeggen over de procedure. Ik wil u nadrukkelijk met de gevolgde procedure complimenteren. Ik vind de procedure heel goed verlopen. Eerst is nagegaan en geïnventariseerd wat de wensen van de bewoners waren. Hierop gebaseerd is door de gemeente een concept verbeteringsplan gemaakt. Dit plan is de formele inspraak ingegaan. Er is een inspraakavond georganiseerd. Zowel mondelinge als schriftelijke reacties zijn binnen gekomen. Vervolgens is het plan naar aanleiding van de inspraak aangepast en verwerkt tot een raadsvoorstel. Het is aan de commissie aangeboden compleet met een overzicht van de reacties en wat u met de reacties gedaan heeft. Uiteindelijk heeft de raadscommissie geadviseerd. Op basis van dat advies heeft u hier een gewijzigd raadsvoorstel voorgelegd. Ik kan niets anders zeggen dan, zo moet het. Helaas gebeurt het lang niet altijd zo. Overigens een goede procedure, maar dat wil niet zeggen dat iedereen met elk onderdeel vervolgens tevreden zal zijn. Dat stadium zullen we bij dit soort voorstellen waarschijnlijk nooit bereiken.


De heer Van Ballegooijen: (SGP/ChristenUnie)

Mijn betoog zou in gelijke mate zijn als dat van de heer Claasen. Wat dat betreft kan ik het kort houden. Ik ben het helemaal met hem eens. Er is al veel aan dit raadsvoorstel voorafgegaan. Het is heel duidelijk wat inspraak en samenspraak kunnen opleveren. Ik had er een citaat bij gezet. Inspraak en samenspraak met betrekking tot dit raadsvoorstel zijn in optima forma gegaan. De heer Claasen heeft het al gezegd. Er is van de grond af aan gebouwd aan dit raadsvoorstel. Er is geluisterd. Er is geschaafd. Er zijn aanpassingen gedaan. Ook allerlei andere zaken zijn naar voren gebracht. Wat nog niet helemaal duidelijk is en waarover nog niet volledige consensus bereikt was, heeft u in het gewijzigd raadsvoorstel naar voren gebracht. Daar komt nog een verder onderzoek naar om nog eens te bekijken wat de beste oplossing is.

Een van de aangebrachte wijzigingen betreft punt 2. Daar heb ik toch een opmerking over. Akkoord gaan met de handhaving van het inrijverbod van de Willem Arntzlaan vanuit de Dolderseweg. Als je de inspraakreacties leest, klagen vele insprekers over het feit dat het qua breedte nogal uitnodigt om het verbod te negeren. Mijn suggestie zou zijn om de toegang van de Dolderseweg en wel het stukje Willem Arntzlaan of te versmallen of daar iets in aan te brengen zodat het niet zo makkelijk uitnodigt om vanuit de Dolderseweg de verboden richting in te rijden.

Wij gaan akkoord met het totale voorstel. Ik denk dat dit raadsvoorstel kan dienen voor ook andere zaken. Zoals het gegaan is, is er geen referendum nodig.


Mevrouw De Jong: (SP)

De SP is blij met de wijzigingen in het voorstel herinrichting Den Dolder. Dat betreft de handhaving van het inrijverbod W.A.-laan en de toezegging voor wat betreft het kruispunt Pleineslaan en Dolderseweg. De SP vindt een onderzoek naar een 30 kilometerzone ten noorden van de Dolderseweg niet nodig. Om een klein gedeelte van de weg eerst 50 km te maken en dan weer 30 is een rare manier van inrichten van een weg. De bewoners vragen dan ook duidelijk om de gehele Dolderseweg tot 30 km gebied te maken. De SP zou graag zien dat u deze suggestie overneemt en het geld dat nodig is voor het onderzoek aan bijvoorbeeld de verbetering van de trottoirs te besteden. De vraag is dan ook of het keurslijf van de gescheiden wegen dat u altijd heeft voor gehad belangrijker is dan de leefbaarheid en veiligheid in deze. Dan blijft er nog wat geld over als u de 30 km borden niet hoeft te plaatsen. Dat geld kan dan eventueel aan spelattributen voor de jeugd besteed worden. Dat is ook gevraagd door de bewoners van Den Dolder.

Daarnaast is al vele malen aangegeven dat de ventweg naast de provinciale Dolderseweg gevaarlijk is en eigenlijk een 30 km gebied zou moeten worden. U zegt dat voor een 30 km zone een wijziging van de komgrens nodig is. Gezien het feit dat er al 32 zoneborden op de aangrenzende wegen staan, lijkt de SP dat meten met twee maten. De bewoners willen graag de 30 km morden plaatsen en zelfs willen zij de kosten van de borden op zich nemen. Laat deze gevaarlijke situatie dan ook niet voortbestaan en kom over de brug! Graag uw reactie ook hierop!

De SP is tegen de laatste twee onderwerpen. De SP ziet graag dat ook de andere helft van de Dolderseweg in plaats van 50 ook 30 km gebied wordt. Voorts wat ik gezegd heb over de ventweg en de provinciale weg.


De heer Van Gemeren: (D66)

Wij hebben het college in de raadscommissie al complimenten gegeven over de gevolgde procedure. Dat zal ik hier niet herhalen. Wel wil D66het college nog complimenteren hoe snel u naar de commissie luisterde om staande de vergadering alsnog een aantal wensen van bewoners te willen realiseren. Daarop is dit voorstel gebaseerd.

Tenslotte een compliment aan het college voor het feit dat het plan dat nu voorligt f 115.000,- goedkoper is dan het college in september nog dacht toen wij het faseringsplan GVVP hier in de raad behandelden. Los van het bedrag van f 24.000,- dat het college wil reserveren voor de evaluatie heb ik in de commissie gevraagd hoe het college dat financieel-technisch wil verwerken. Daar heb ik nog geen antwoord op gehad. We hebben het nu over geld dat in 2002 beschikbaar is en ook als zodanig besteed wordt. Ik neem aan dat een evaluatie niet eerder zal plaatsvinden dan in 2003 of 2004. Kan het college aangeven hoe we met dergelijke meevallers binnen het budget voor het GVVP in 2002 omgaan? Kunnen die gelden nog aangewend worden voor andere zaken met een hogere urgentie uit het faseringsplan. Wij willen graag een reactie van het college afwachten voordat we nadere voorstellen doen.


De heer Prikken: (BIZ)

Het raadsvoorstel ademt het resultaat van een veelheid aan verbeterpunten voor de bewoners tegen de achtergrond van sobere technische wensen en de financiële mogelijkheden. De aanpassing van het oorspronkelijke voorstel om het inrijverbod voor de W.A.-laan vanuit de Dolderseweg te handhaven vinden wij positief. Ook een nader onderzoek naar het startpunt van een 30 km zone aan de noordzijde van de Dolderseweg kan wellicht leiden tot een duurzame veilige constructie bij het begin van de aanduiding bebouwde kom. Duurzaam veilig is het doel. Dat is geen technisch KEMA-keurmerk. Duurzaam is pas haalbaar niet als deskundigen dat beweren, maar als gebruikers dat als zodanig ervaren. Is niet de bewoner de beste ervaringsdeskundige? Naar onze mening wordt door de gekozen opzet van het plan de spanning tussen techniek en emotie maximaal in balans gebracht zonder noemenswaardige concessies aan de verkeersveiligheid. Wel moeten bewoners nadrukkelijk bij het open staande onderzoekspunt worden betrokken, wat de uitkomst ook moge zijn. Op voorhand schatten wij de vereiste aanpassingen aan de bestaande situatie als kleinschalig en gericht op de verkeersveiligheidsbevordering en minder op de verkeersdoorstroming. Zo wordt de burger meester over de inrichting van zijn eigen duurzaamveilige woonomgeving. Het zal duidelijk zijn dat wij uw voorstel zullen steunen. Het ontbreken van een nulmeting en het ontbreken van doelstellingen voor een goede evaluatie ten spijt.


De heer De Ligt: (VVD)

Ik ben het eens met het voorstel dat hier voorligt. Ik wil mij graag bij de vorige sprekers aansluiten. Dat is optimaal datgene wat inspraak aan mogelijkheden geeft. Graag willen we dit voorstel steunen.


Wethouder Van Brenk: (SGP/ChristenUnie)

Ik beleef dit als een moment dat ik graag met u allen wil delen. Je deelt ook wel eens andere zaken met elkaar. Het is het eerste plan dat we in een reeks na het GVVP zijn gestart. Ik heb daar voor me zelf best nog wel een paar leerpunten uit getrokken. Het proces zal best in grote lijnen kunnen voldoen voor andere wijken. Ik heb alleen voor me zelf de conclusie getrokken dat we het kader dat u ons heeft meegegeven nog sterker moeten meenemen naar de beginfase. Dat geeft helderheid naar elkaar hier in deze raad. Het geeft ook helderheid naar de burgers die betrokken zijn bij zo’n inspraak- en samenspraakproces. Verder hebben we gewoon gedaan wat van ons gevraagd wordt. Het is eigenlijk niets bijzonders, maar het is heel plezierig aan het einde van zo’n proces. Het geeft je moed om op de ingeslagen weg voort te gaan.

Wij hebben niet alleen naar het inspraak- en samenspraakproces geluisterd. Wij hebben ook gemeend naar u te moeten luisteren. U heeft ons een advies meegegeven na goed overleg in de commissie.

Er is nog een zaak die nader onderzocht gaat worden. Ik ben niet van plan daarvoor f 1.000,- uit te geven. In die zin, maakt u zich daar geen zorgen over. Er zal een goed voorstel komen en dat zal nog een keer zorgvuldig worden afgewogen. We komen toch nog een keer terug in Den Dolder als de winkelbebouwing daar verder aan de orde is.

Mevrouw De Jong heeft aangegeven dat een onderzoek naar een 30 km zone niet nodig is. Ik heb aangegeven dat dit niet uitbesteed zal worden aan een extern deskundige. Wij gaan daar hier in huis in overleg met betrokkenen uit Den Dolder nog eens rustig voor zitten. Dat betekent dat er geen geld over zal blijven voor trottoirs of speelattributen.

We hebben met elkaar uitvoerig gediscussieerd over de ventweg. Daar hebben we een stelling ingenomen en die handhaven we.

Het plan is goedkoper dan we het gepresenteerd hadden mijnheer Van Gemeren! Als we het voor een kwartje kunnen doen, doen we het niet voor een gulden. Laten we daar duidelijk in zijn. We hebben een budget dat vastgesteld is voor het jaar 2002. Den Dolder, Austerlitz en Huis ter Heide zijn bij de prioritering vastgesteld en daaruit hopen we het een en ander te financieren. We hebben wel gemeend een evaluatie te houden van het project en wel na zo’n twee jaar. Over hoe we die gelden voor de evaluatie veilig gaan stellen, gaan we het binnen kort hebben in de commissie van collega Swart. Gegarandeerd dat daar een oplossing voor komt.

Wat ik een goede constatering van de heer Prikken vond is dat we een goede balans hebben kunnen bereiken tussen de emoties en de financieel-technische aspecten in de gesprekken in Den Dolder. Emotie heeft ook wel wat. Het is wel eens lastig, maar soms heeft het ook wat. Het is de kunst dat we aan de verkeersveiligheid in geheel Zeist gestalte gaan geven.


De heer Van Ballegooijen: (SGP/ChristenUnie)

Ik wil een reactie geven op wat mevrouw De Jong naar voren heeft gebracht. Zoveel als er te zeggen is voor het realiseren van een 30 km zone voor dat stukje van de Dolderseweg, zoveel is er te zeggen om de 50 km daar te handhaven. De verkeersveiligheid is niet altijd gediend met het instellen van een 30 km gebied. Als je dat stukje van de Dolderseweg tussen de Pleineslaan en de WA-laan bekijkt, moet je constateren dat er een drempel ligt bij het Deltaplan. Als je overgaat tot het instellen van een 30 km gebied, betekent dat de dat inritconstructie bij de WA-laan en bij de Van Essenlaan veranderd moet worden. Ik denk dat op dit moment de verkeersveiligheid voldoende gewaarborgd is, ook als het 50 km blijft. Ik geef dit alleen maar aan, opdat deze zienswijze ook in het onderzoek wordt meegenomen.


Mevrouw De Jong: (SP)

Even een reactie op de heer Van Ballegooijen. Je hoeft dat natuurlijk niet te doen. De gemeente is zelf gerechtigd dat te doen. Je hoeft de situatie niet te veranderen. Je kunt er ook gewoon 30 km van maken met gescheiden fietspaden.


De heer Van Ballegooijen: (SGP/ChristenUnie)

Als je fietspaden wilt creëren moet je een beleid hebben dat overal hetzelfde is. Als ik inritconstructies maak, betekent dat mensen vanuit die inritten komen en voorrang moeten verlenen aan het verkeer dat op de andere weg rijdt. Als je dat niet doet, geeft dat alleen maar verwarring en komt het alleen maar de onveiligheid ten goede.


Mevrouw De Jong: (SP)

Nee, ik ben het totaal niet eens met de heer Van Ballegooijen, zoals ik ook in de commissie heb duidelijk gemaakt. Het kruispunt wordt namelijk niet meer gebruikt, maar daar voor wordt het gebruikt. De drempel wordt gebruikt door fietsers om over te steken omdat de kruising Pleineslaan-Dolderseweg onveilig wordt gevonden. Dat is het grote punt daar. Daarom pleiten alle bewoners daar die inderdaad ervaringsdeskundigen zijn zoals de heer Prikken zegt voor een 30 km gebied. Dit met gescheiden fietspaden. Niemand zegt dat dit niet mag. Dus dat is onzin natuurlijk. Daarom blijft de SP pleiten voor een 30 km zone. Op dat punt wil ik dan ook tegen gestemd hebben.

Ik heb geen reactie van de wethouder gehad op mijn opmerking over de bewoners aan de ventweg. Die zouden zelf de borden willen financieren. Ik snap niet dat de wethouder zegt dat dit bestaand beleid is. Twee wegen hebben al een 30 km bord en dan is het onzin en is het meten met twee maten. Ik heb daar nog geen antwoord op gehad en dat zou ik toch heel graag willen hebben.


De heer Van Gemeren: (D66)

Dank voor uw antwoord! Ik deel de opvatting van het college dat als je het voor een kwartje kan doen je het niet voor een gulden doet. De wethouder heeft aangegeven dat Austerlitz is opgenomen voor het jaar 2002 in het faseringsplan. U noemt ook Huis ter Heide. Ik kan mij herinneren dat we in september een hele discussie hebben gehad over het naar voren halen van Huis ter Heide ten kosten van de evaluatie van het Wilhelminapark. Het amendement van D66en VVD is toen verworpen. Ik heb geconstateerd dat wij f 67.200,- netto voordeel hebben ten opzichte van het door de raad vastgestelde faseringsplan. De fractie van D66wil graag voorstellen om netto daarvan f 47.200,- te gebruiken voor een vervroegde uitvoering van Huis ter Heide en f 20.000,- voor het treffen van een aantal maatregelen om de oversteekveiligheid voor schoolgaande jeugd en ouderen te verbeteren in de wijk de Hoge Dennen en het Kerckebosch. In die zin hebben wij een amendement om de raad daarover een uitspraak te vragen.


Amendement 4


De raad van Zeist in vergadering bijeen op 17 december 2001


Gelezen het voorstel van college van burgemeester en wethouders met als onderwerp Herinrichtingsplan Den Dolder (raadsvoorstel 2001-139)


Overwegende dat een bedrag van ƒ 67.200,00 voordeel ontstaat t.o.v. het Faseringsplan GVVP van het jaar 2002;


Afwegende dat:

  1. de verkeersproblematiek in Huis ter Heide al vele jaren bij de gemeente onder de aandacht is gebracht en als zodanig bekend is;

  2. de oversteekvoorzieningen voor ouderen en schoolgaande jeugd op de Oranje Nassaulaan eveneens vele jaren bij de gemeente onder de aandacht is gebracht en als zodanig bekend is dat deze ten enenmale onvoldoende zijn.


Besluit dat:


Met de vrijvallende gelden voor 2002 zo spoedig mogelijk doch in elk geval nog voor 1 december 2002 Huis ter Heide als Verblijfsgebied 30 km-zone wordt ingericht en voor de Oranje Nassaulaan in de aanloop naar afrondende maatregelen voorzieningen worden gerealiseerd voor een versnelde aanpak om de verkeerssnelheid in wijk Hoge Dennen Kerckebosch terug te dringen, respectievelijk de oversteekveiligheid voor schoolgaande jeugd en ouderen ter plaatse te verbeteren;


En gaat over tot de orde van de dag,


Het amendement is ondertekend door de heer Van Gemeren


Mevrouw De Niet: (CDA)

Heeft dit iets te maken met dit voorstel?


Wethouder Van Brenk: (SGP/ChristenUnie)

Die duidelijkheid kan ik wel geven. Er zijn geen resterende gelden. We hebben een budget voor Den Dolder, Austerlitz en Huis ter Heide. Ik weet nog niet wat ik aan Austerlitz bijvoorbeeld kwijt ben. Dat kan wel f 70.000,- tegenvallen. Ik dacht dat ik daar duidelijk in was geweest.


De voorzitter:

Ik wou even zeggen dat de wethouder nu in tweede termijn een antwoord geeft. Hij zegt dat als dit al zou worden behandeld hij geen geld heeft en het is ook niet te koppelen.



Wethouder Van Brenk: (SGP/ChristenUnie)

Dat was de reactie op de heer Van Gemeren.

Mevrouw De Jong, ik hoop niet dat u het mij kwalijk neemt, maar ik ben nog niet toe aan een publiekrechtelijke en privaatrechtelijke samenwerking met burgers als het gaat om verkeersborden.

Mevrouw De Jong: (SP)

Dat is mijn vraag ook niet. Ik zeg alleen dat wanneer de nood zo hoog is, waarom komt u dan niet over de brug? Als de mensen het zelf willen financieren, betekent het dat de nood hoog is. Ik neem aan dat de wethouder het ook zo heeft gehoord dat ik dat natuurlijk bedoel.


Wethouder Van Brenk: (SGP/ChristenUnie)

Ik heb dat gehoord, maar ik ga daarin niet mee.


De voorzitter:

We hebben de beantwoording van wethouder Van Brenk gehoord. Mijnheer Van Gemeren, ik zou mij kunnen voorstellen dat het punt dat u inbrengt niet aan de orde is.


De heer Van Gemeren: (D66)

Mijn vraag in eerste termijn was hoe we omgaan met meevallers in het GVVP-budget voor 2002. Ik constateer dat er nu een raming staat van zes ton. Dat krediet willen we geven. Dat is f 115.000,- minder dan de raad voor het plan Den Dolder heeft opgenomen in het faseringsplan. Dus daar ontstaat financiële ruimte. Mijn vraag is hoe we daarmee omgaan. Nu hoor ik de wethouder zeggen dat we dat gebruiken om tegenvallers op te vangen. Dan wil ik eerst wel eens een goede discussie hebben over hoe we met dit soort zaken omgaan.

Ik ben bereid om het amendement in te trekken als u ons toezegt dat we een discussie krijgen over hoe we omgaan met mee- en tegenvallers binnen een en hetzelfde budget. U heeft ook een discussie toegezegd over de evaluatiegelden in de commissie.


De voorzitter:

Toch doet zich een uitermate merkwaardig verschijnsel voor mijnheer Van Gemeren! U weet als geen ander hoe de spelregels zijn in deze raad. U maakt al jaren lang deel uit als lid van de raad. U heeft het tot wethouder van deze gemeente geschopt. U weet hoe dat gaat. Ik vind het jammer dat het zo gaat als het nu gaat. U neemt uw eigen termijn. U dient aan het eind van de tweede termijn nog een amendement in dat niet aan de orde is. De wethouder heeft namens het college gezegd dat er geen geld meer over is. Er is rondom dit thema uitvoerig in de commissie gesproken. Er is aandacht besteed aan dat soort dingen. Des al niettemin verloopt het zoals het verloopt. Dat spijt mij en als ik het zo overzie denk ik ook een deel van de raad of misschien wel de hele raad. Jammer, dat moet u niet doen.


De heer Van Gemeren: (D66)

Gehoord hebbend het antwoord handhaaf ik het amendement.


De heer Kats: (SGP/ChristenUnie)

Ik zou een ordevoorstel willen indienen. Naar mijn idee kan dit amendement geen onderdeel uitmaken van de beraadslagingen.


De voorzitter:

We hebben het over het beschikbaar stellen van gelden voor Den Dolder.


De heer Kats: (SGP/ChristenUnie)

Als er gelden overblijven gaan ze naar de algemene middelen en dan kan er niet op deze manier over beschikt worden.


De heer Van Gemeren: (D66)

Prima, dan moet ook het college …….


Mevrouw De Jong: (SP)

Ik zal niet instemmen met het punt van de Dolderseweg en dat geldt eveneens voor het punt van de ventweg.


Hierna wordt dit voorstel punt z.h.st. aangenomen met de kanttekening zo-even gemaakt door mevrouw De Jong van de SP.



  1. Gemeentelijke samenwerking inzake aansturing en financiering educatie 2002 (rv 2001-134) #
    Dit voorstel wordt z.h.st. aangenomen.


9. Vaststellen begrotingswijzigingen (rv 2001-135) #
Dit voorstel wordt z.h.st. aangenomen.


  1. Vaststelling Programma en Overzicht 2002 voor de investeringen in de voorzieningen

huisvesting onderwijs (rv 2001-136) #
Dit voorstel wordt z.h.st. aangenomen



11. Beleidsplan Werk en Inkomen (rv 2001-137) #

De heer Schneider: (GroenLinks)

Een compliment voor het schrijven van dit stuk. Het is goed leesbaar. Het zit logisch in elkaar. Het is een poging om aan te geven wat de gemeente gaat doen om het beroep op uitkeringen terug te dringen en om sociaal isolement te voorkomen en om de armoede te bestrijden. Er wordt voor een sluitende aanpak gekozen. Voorwaar een loffelijk streven. Van alle uitkeringsgerechtigden in de bijstand wordt een profiel gemaakt. De mensen die aan een bepaald profiel voldoen worden in een bepaald hokje geplaatst. Zo hebben we hokje 1, 2, 3 en 4 en daartussenin nog drie en een half. Al naargelang het hokje wordt met het betrokken individu een plan opgemaakt en een traject uitgezet. Om een en ander goed te laten verlopen gaan we naar de concurrerende markt. We huren bedrijven of instellingen in die het beste weten hoe je vanuit een bepaald hokjesperspectief moet denken. Met deze bedrijven worden keiharde afspraken gemaakt over de te bereiken resultaten. Die keiharde mensen worden evengoed met de mensen in de verschillende hokjes gemaakt en die zijn niet mis. De regels zijn hard en veelvuldig en moeten worden nageleefd. Op haar beurt wordt de gemeente ook weer gecontroleerd en zij is ook aan talrijke regels gebonden. Dit alles wordt vastgelegd bij wet. Die wet dient niet naar de geest te worden gehandhaafd, maar moet naar de letter worden uitgevoerd. De achterliggende gedachte is dat de samenleving een uurwerk zou zijn waarbij de overheid de klokkenmaker is die er voor zorgt dat alle radertjes goed functioneren. het individu is dan zo’n radertje. Die radertjes kun je dan analoog aan de hokjes in laatjes opbergen. In de echte samenleving is dat niet aan de orde. Het is een deterministisch mechanistisch wereldbeeld dat eigenlijk niet werkt. Je kan ook zien dat het niet werkt als je kijkt naar wat er is gebeurd in de zorg en in het onderwijs. Dan kun je je ook voorstellen wat er met de bijstandsgerechtigden gebeurt. Het is allemaal een beetje te strak. De overheid kan altijd nog een verouderd model loslaten op de zwakkeren in de samenleving. We zijn op dit moment al een tijdje bezig met een verbetertraject voor sociale zaken. We hebben er al aardig wat geld in gestoken. Toch lopen de achterstanden weer op. We zijn steeds weer niet in staat om de wet tot op de letter en komma te volgen. U kunt dit lezen in de vierde kwartaalrapportage van sociale zaken. Als je vraagt of het allemaal wel mogelijk is om zo’n plan voor werk en inkomen uit te voeren, krijg je geen politiek antwoord, maar dan wordt er door het sectorhoofd geantwoord dat we niet meer doen dan we aan kunnen. Ik zou toch graag van de wethouder willen weten wat we dan eigenlijk aan kunnen. Zou het misschien mogelijk zijn om de menselijke maat een beetje in de gaten te houden? Die menselijke maat is niet in een hokje te vangen en die laat zich ook niet in een laatje stoppen. Ik zou willen beginnen met de mensen serieus te nemen. Probeer cliëntparticipatie werkelijk van de grond te krijgen. Probeer daarmee vertrouwen en zelfbewustzijn te kweken. Hou op met betutteling. Stop eens met het zalig verklaren van de commercie en de marktwerking en pak het eigen initiatief op binnen de beperkte ruimte die de overheid in deze nog krijgt. Noem bijvoorbeeld de casemamager persoonlijke coach. Daar is niets op tegen. Benoem een echte cliëntenraad in plaats van een platform en geef de mensen hun geld terug in plaats van een Zeistpas.

De heer Prikken: (BIZ)

Het is een goede nota. Wij onderschrijven uw visie met betrekking tot het voorliggende plan. Tot onze teleurstelling wordt evenwel geen oplossing geboden voor schrijnende gevallen. Wij missen bijvoorbeeld de verplichting om een betalingsregeling te treffen als grote bedragen moeten worden teruggevorderd. In de praktijk komen gevallen voor waar de algemene regeling ook niet door een hardheidsclausule in voorziet. Het toepassen van de regels bij uitzondering is voor schrijnende gevallen wellicht teveel gevraagd. Het toepassen van regels die in een dergelijk geval de uitzondering bevestigen, moet toch mogelijk zijn. Het zou wat ons betreft aanbeveling verdienen te onderzoeken of het aanbieden van een collectieve ziekteverzekering voor bijstandsgerechtigden financiële voordelen oplevert en of dit als pakketmaatregel kan worden aangeleverd door de gemeentelijke hulpverlening. Schrijnende gevallen ontstaan ook op het moment waarop de wasmachine stuk gaat dat zich niet laat plannen. Met verbazing hebben we overigens kennis genomen van het bestaan van een regeling voor bijstand aan ventende woonwagenbewoners in de winter. Uw voornemen om die regeling per 1 oktober 2002 af te schaffen verdient alle hulde. De regeling had wat ons betreft nooit mogen bestaan. Wij gaan er van uit dat gelet op uw toezeggingen in de commissie in de toekomst nooit meer dergelijke regelingen zullen komen.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Ik wil ingaan op een vraag die de heer Schneider heeft gesteld. Dat is een belangrijke vraag die wij ons uiteraard ook stellen. Wat kunnen we aan, zegt u. In eerste instantie is het aan de afdeling, c.q. het productgroephoofd. Zij heeft het zicht op de afdeling en haar medewerkers wat er kan. Die kan ook aangeven of hetgeen politiek-bestuurlijk aan de orde is en voorligt ook uit te voeren is. Uiteraard wordt het productgroephoofd door het college, c.q. de portefeuillehouder voor personeelszaken daarover bevraagd. Als zij ambtelijk aangeeft dat het haalbaar is, mag u van het college aannemen dat het plan dus uitvoerbaar is. Dat neemt niet weg dat het best een ambitieus plan is. Ik weet hoe u daarover denkt. Wij hebben ons terdege gerealiseerd of het niet te ambitieus is. Wij achten het echter haalbaar. Dat neemt niet weg dat zich in de loop van het jaar zaken kunnen voordoen die de inzet kunnen aantasten. Ik heb u in de commissie daar een aantal voorbeelden van genoemd. Ik wil niet verhelen dat er soms dingen gebeuren die de spankracht van de medewerkers teboven gaan. Dit kunnen bezwaarschriften zijn e.d.. Wij doen er alles aan om in overleg met de medewerkers de zaak goed te dragen. Wat dat betreft kunt u er van overtuigd zijn dat dit plan uitvoerbaar is.

Wat betreft uw opmerking over de geldterugregeling, dat doen we. We hebben de Zeistpas. Dat is uitgelegd in de commissie. We hebben een geldterugregeling ingebouwd die we dit jaar nog hebben opgehoogd. In feite is daarmee de oude regeling weer terug, zij het in een nieuwe vorm. Het is een vorm die wij waarderen en die ook de klanten weten te waarderen. Het staat u als raad in de toekomst vrij om dat geldterugdeel in de Zeistpas naar uw wensen uit te breiden en aan te passen.

Uw opmerkingen over het hokjesdenken werp ik namens het college verre van mij. Er wordt door ons en zeker ook niet door de medewerkers in termen van hokjes gedacht. Het faseringssysteem is een landelijk ontworpen systeem. Dit moet ons en de cliënten helpen om zich zo goed mogelijk in de samenleving op te stellen en zich te manifesteren. Ik heb destijds als raadslid er voor gepleit dat het ingedeeld zijn landelijk vanuit het CWI nooit zou mogen betekenen dat daarmee een cliënt zou worden belemmerd in zijn mogelijkheid of zich belemmerd zou kunnen voelen. Het is een hulpmiddel om mensen te helpen en niet anders.

Dan de heer Prikken. Die heeft het over de schuldhulpverlening. Hij vraagt zich af of het mogelijk is om die schuldhulpverlening te verplichten aan mensen, als ik het goed heb begrepen. Dat doen wij niet. De mensen die hulp van ons krijgen moeten zelf aangeven dat zij bereid zijn en gemotiveerd zijn aan zo’n schuldbemiddelingstraject mee te doen. In toenemende mate worden dit soort trajecten van belang als het gaat om mensen te activeren in velerlei opzicht. Verplichten is een erg moeilijke zaak, zo niet onmogelijk.

Uw opmerking over een collectieve ziekteverzekering is door ons uitgezocht. Dat hebben we met de commissie gecommuniceerd. Dat blijkt niet echt haalbaar, c.q. wenselijk te zijn. Dat hebben we met de commissie afgekaart. We hebben besloten dit niet te doen. Het geld dat daarmee vrijviel hebben we ingezet ten behoeve van wel haalbaar beleid.

Wat betreft uw opmerking over de bijzondere bijstand, daar is het net even iets anders geregeld dan ik in uw betoog bespeurde. Wij hebben een regeling getroffen, voor zover we hem nog handhaven, dat mensen vooraf per jaar een flink bedrag krijgen ten behoeve van het aanschaffen van duurzame gebruiksgoederen. Komen zijn door omstandigheden toch in een situatie dat zij tijdelijk extra geld nodig hebben, stellen we ze ook nog in staat om een lening af te sluiten, want het geld hebben ze in feite al gehad. Die lening moeten ze terug betalen op gunstige voorwaarden. Ze hoeven dan nooit in de problemen te komen.


De heer Prikken: (BIZ)

Heb ik het goed begrepen dat er voor die regeling een wachttijd is van drie jaar?


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Nee, dat is mij niet bekend. Daar heb ik nooit van gehoord. Mensen die voor die regeling in aanmerking komen, moeten drie jaar in een minimumsituatie zitten. Dat is geen wachttijd. We hebben onze regeling in samenspraak met de raad zo ingericht dat het voor alle meerjarige minima geldt.


De heer Schneider: (GroenLinks)

Als je dingen ver van je werpt, moet je wel uitkijken waar je het werpt, anders zou je wel eens onschuldige mensen kunnen treffen.

Voor wat betreft de uitvoering ben ik bang dat het één wordt verwaarloosd en het ander wordt over done. Zo bent u onlangs bestraft door het rijk omdat u bij het geven van boetes en het treffen van andere maatregelen niet rekening heeft gehouden met de zwaarte van de overtreding. Misschien staat u daar nog iets van bij. Als je een maatregel oplegt, moet je kijken of het verwijtbaar is en hoe zwaar de overtreding is. U bent daarin door het rijk op de vingers getikt. Ik ben bang dat we nog meer afglijden en dan hebben we een probleem. Daar kunnen de mensen weer de dupe van worden.

Voor de rest bent u niet ingegaan op mijn opmerkingen over de cliëntenraad. Ik heb u gevraagd de mensen serieus te nemen.


De heer Kats: (SGP/ChristenUnie)

Ik wil interrumperen in het betoog van de heer Schneider over het al dan niet serieus nemen van mensen. We hebben nog niet zo heel lang geleden een uitgebreide discussie gevoerd zowel in de commissie als in de raad over het al dan niet participeren van de cliënten. Dan vind ik een opmerking die de heer Schneider maakt buiten alle proporties.


De heer Schneider: (GroenLinks)

Ik probeer u te behoeden zolang dat kan om weer een boete van het rijk aan de broek te krijgen.


De heer Kats: (SGP/ChristenUnie)

Wij hebben destijds conform alle regelingen die beslissing genomen.


De heer Schneider: (GroenLinks)

Dat is uw eigen interpretatie van wat een cliëntenraad is.


De heer Kats: (SGP/ChristenUnie)

Dat is niet waar! Misschien kan de heer Vermeulen het beter zeggen.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Er zijn afspraken gemaakt over een cliëntenraad, c.q. cliëntenparticipatie. Die staan ook in het stuk. Wij zijn aan het opstomen om dat te regelen. Dat is met u in de commissie besproken en dat zullen we dus ook uitvoeren. Cliënten nemen wij altijd serieus. Laat dat volstrekt duidelijk zijn. Ik heb ook niet in de commissie vernomen dat daar ook maar enige twijfel over is. Ook niet bij de heer Schneider overigens. Daar hou ik me maar aan vast.

U bent ook op de hoogte van de gang van zaken met betrekking tot de boete. U weet dat het rijk ons regelmatig controleert. Dat gebeurt met alle gemeenten. In het kader van zo’n controle heeft de inspectie een aantal zaken aangetroffen die nog niet volledig op orde waren. Dit zijn zaken van al weer enkele jaren geleden. Men heeft een heel bescheiden korting toegepast. Op basis daarvan hebben we uiteraard in het verbeterplan ons zelf als het ware bij de hand genomen en gezegd dat het beter moet. Daar zijn we nu mee bezig. In de commissie is ook duidelijk gemaakt hoe wij omgaan met enerzijds de invoering van alle nieuwe zaken zoals de euro, het nieuwe belastingsysteem etc.. We hebben gepland een aantal zaken iets laten oplopen om die nu weer weg te werken. U bent daarvan op de hoogte. Dat hebben we in de commissie besproken.


Hierna wordt het voorstel z.h.st. aangenomen.



  1. Ontwerp-jaarrekening 2000, 1e begrotingswijziging 2001 en ontwerp-begroting 2002 van de

gemeenschappelijke regeling Vuilnisstort Maarsbergen (rv 2001-138)
Dit voorstel wordt z.h.st. aangenomen.



13. Aanbieding exploitatie en kredietaanvraag Cornelis Vlotlaan (rv 2001-139) #

Mevrouw Spruijt: (GroenLinks)

Tijdens de commissiebehandeling over dit onderwerp werd van de kant van het college gesuggereerd dat er nog voldoende tijd zou zijn om tot een nadere splitsing van dit voorstel te komen. Het gaat hier om zowel het bouwrijp maken als het woonrijp maken voor drie verschillende doeleinden. Het gaat om het bouwen van een moskee, het bouwen van woningen en het bouwen van een kinderdagverblijf. Het voorstel wordt nu ons al aangeboden. Mijn vraag is waarom dit voorstel er nu ligt en waarom in deze vorm.


De heer Van Gemeren: (D66)

Dat is ook de kern van de vraag van D66. Het punt van het woonrijp maken is nog niet duidelijk. Het college constateert zelf al dat de mogelijkheden voor woningbouw op dit terrein enigszins onzeker zijn dit in verband met gerezen twijfels ten aanzien van de luchtkwaliteit ter plaatse vanwege de ligging nabij de A28. We hebben er in de raad al meer uitvoerig over gesproken, mede naar aanleiding van de interpellatie van D66en Groen Links over dit onderwerp. Welke consequenties heeft het niet doorgaan van de woningbouw voor de exploitatieopzet?

Voor de duidelijkheid, D66is voor de realisering van een moskee ook op deze plek. D66is ook voor woningbouw en ook voor het realiseren van een kinderdagverblijf. Alleen laat het duidelijk zijn, niet op deze plekken. In de commissie heeft wethouder Van Brenk nogmaals bevestigd dat er vanuit milieu negatief is geadviseerd. Niettemin houdt het college vast aan medewerking aan de realisering van een kinderdagverblijf op deze naar onze ogen gevaarlijke plek.


De heer Van Ballegooijen: (SGP/ChristenUnie)

Er wordt f 425.000,- gevraagd voor de exploitatie van dat gebied aan de Cornelis Vlotlaan. Er is al eerder gesuggereerd en opgemerkt dat het eigenlijk uit drie gedeelten bestaat. De realisering van een kinderdagverblijf. We hebben overal gekeken en gezocht omdat er een nijpend tekort aan kinderopvang is. Dit is gemeentegrond. We kunnen het hier realiseren en dan moeten we het ook doen. Of er een moskee gerealiseerd wordt, moeten we nog afwachten. Het initiatief ligt bij degenen die dit willen realiseren. Het derde is de woningbouw dat daar eventueel gerealiseerd kan worden. Dit is met name sociale woningbouw waar we grote behoefte aan hebben. Dan kom je voor het dilemma te zitten of je een gedeelte bouwrijp moet laten maken of twee derde. We hebben dat nog eens afgewogen in de fractie. Wij vinden dat het totale gebied bouwrijp en woningrijp gemaakt moet worden. Als het wordt afgewezen in verband met vervuiling als gevolg van de A28 waarop de heer Van Gemeren doelde zal dit een precedentwerking kunnen hebben. Ik wijs op meer locaties als de Tweede Dorpsstraat, de Slotlaan, de Steinlaan enzo zijn er nog wel een aantal wegen. Als we daar wel laten bouwen, vind ik dat er een precedentwerking gaat ontstaan. Op grond daarvan denken wij dat woningbouw gerealiseerd kan worden.

De heer Van Gemeren: (D66)

Mag ik de heer Van Ballegooijen vragen of hij het onderscheid weet tussen rijkswegen met veel zwaar verkeer onder andere dieselmotoren en straten als de Dorpsstraat?


Wethouder Swart: (CDA)

In de commissie is meerdere keren gediscussieerd over de dilemma’s waarvoor we staan. Als je nog niet precies weet wat er gerealiseerd kan worden, moet je dan meteen het hele krediet vragen? Kun je bepaalde dingen niet splitsen? Ik denk dat in de commissie daar een helder antwoord op is gegeven. Wij stellen om praktische redenen voor in een keer het krediet te vragen voor het bouwrijp en woonrijp maken van het gebied. Dit is ook de wens geweest van de raad toen het punt al eerder aan de orde was geweest. Daar borduren wij dus op voort. Dat is consistent beleid in deze. In het raadsvoorstel ziet u dit ook. Ik ga dat niet herhalen. Het staat in de inleiding. Het is even stopgezet en vervolgens is het voortgegaan. Onder voor het college moverende redenen moeten nu bepaalde zaken wel aangepakt worden. Dan denken we aan de dringende noodzaak van een kinderdagverblijf. In de tweede plaats de Turkse moskeevereniging die een aantal zaken veel verder heeft ontwikkeld dan toentertijd. Het andere punt is het milieuaspect en of je daar woningbouw kan plegen. Dat is de vorige keer ook uitvoerig aan de orde geweest. Als je dat criterium neemt, zou je op meerdere plaatsen in de gemeente Zeist niet kunnen bouwen. Er is recentelijk en in een verder verleden echter wel gebouwd. Dit zijn overwegingen geweest, waarbij wij de zaak niet gemakkelijk hebben willen afdoen. Volgens mij heeft collega Van Brenk het een en ander over de A28 gezegd. Wat kan de gemeente Zeist doen, wat de gezamenlijke gemeenten die aan de A28 liggen richting het rijk. Ook hebben wij de visie op langere termijn van het rijk vernomen. Milieutechnisch zijn er problemen. Alles overwegende is eerder door de raad vastgesteld dat we deze planvoorbereiding toch door moesten zetten. De reden waarom we het nu doen is omdat het om een gebied gaat waarvoor we in een keer een krediet vragen. In welke fase bepaalde zaken aangepakt worden, is een vraag van praktische uitvoering en uitwerking. De vraag of het op dit gebied gerealiseerd kan worden, is al eerder besproken. De zaak is afgewogen en er is een oordeel over gevormd. Die lijn volgt het college met dit voorstel aan de raad.


Mevrouw Spruijt: (GroenLinks)

De Cornelis Vlotlaan ligt vlak aan de A28 en we weten allemaal dat de A28 voor veel uitstoot zorgt dat schadelijk is als je er lang verblijft. Tijdens het interpellatiedebat van vorig jaar is aangevraagd door D66en Groen Links heeft het college gezegd dat juist bij het beleid op het gebied van de ruimtelijke ordening rekening gehouden zou kunnen worden met de vervuiling door de A28. Het was een van de weinige mogelijkheden die Zeist had om zelfstandig maatregelen te treffen. Ik constateer dat op dit moment nog geen enkel uitzicht is dat op korte termijn een verandering optreedt in de situatie rond de A28. We hebben niet zo lang geleden allerlei voorstellen ontvangen en besproken en veelal een termijn hadden van tien jaar. Dat is dan ook de reden dat wij zeggen dat er op dit moment geen uitzicht bestaat om tot een verbetering van de situatie te komen. Dan is het ook onverantwoord om op dat gebied woningen en een kinderdagverblijf te bouwen. Wij hebben geen bezwaar tegen een moskee. Mensen verblijven niet langdurig in de moskee. Dat is de reden. U biedt een totale exploitatie aan voor dit gebied en daarom zullen wij tegen het gehele voorstel stemmen.


De heer Van Gemeren: (D66)

Omdat mevrouw De Jong weg moest, vroeg zij namens haar een stemverklaring af te leggen. Haar fractie heeft dezelfde opvatting als D66. Beide fracties kunnen niet de verantwoordelijkheid op zich nemen voor de gezondheidsaspecten door in te stemmen met dit voorstel. We hebben verder hier niets aan af te doen of toe te voegen.


Hierna wordt het voorstel z.h.st. aangenomen met de stemmen van Groen Links en D66tegen. De SP is niet aanwezig en namens haar kan niet gesproken worden. Mevrouw De Jong moest de vergadering om haar moverende redenen vroegtijdig verlaten. Zij heeft niet deelgenomen aan de bespreking van de punten 11 en 13.

  1. Verdaging besluitvormingstermijn bezwaarschrift voorbereidingsbesluit Harlanterrein en

delegeren voorbereidende handelingen beslissingen op bezwaar en beroep (rv 2001-140)
Dit voorstel wordt z.h.st. aangenomen.



  1. Aanwending stelposten budget voorlichting en communicatie (rv 2001-141) #

Dit voorstel wordt z.h.st. aangenomen



  1. Vergaderschema raad en commissies 2002 (rv 2001-142)

Dit voorstel wordt z.h.st. aangenomen



  1. Beschikbaar stellen krediet t.b.v. bestemmingsplan Het Rond (rv 2001-143)

Dit voorstel wordt z.h.st. aangenomen met dien verstande dat de fractie van de SP middels stemverklaring heeft aangegeven tegen het voorstel te zijn.



De voorzitter:

Dan heb ik nog enkele puntjes.

Ik hoop dat het vriend Huijgen goed is bevallen

We hebben woensdag nog een congresje voor u ingelast. We moeten constateren dat op dit moment elf leden van uw raad zich hebben aangemeld, maar we hebben al weer twee mogelijke berichten van verhindering. Dan zijn we met negen. We vinden echter dat wat we zijn begonnen we ook af moeten sluiten. Dit is nog een uiterste appel in uw richting. Mocht u kunnen, kom dan!

Verder heb ik vernomen dat we vandaag onze medewerkers wat in het zonnetje hebben gezet. We hebben ze niet over de kling willen jagen.

Ik wens u vervolgens bijzonder prettige feestdagen toe in de komende weken. Een goed oudjaar en een goed nieuwjaar! Denk er om, we krijgen euro’s in de zak. Wij zien u bijzonder graag terug op onze nieuwjaarsbijeenkomst in de eerste week van januari.

Dat was het voor vanavond. Ik dank u zeer voor uw bijdragen.


Hiermee wordt de vergadering gesloten


Aldus vastgesteld in de openbare

vergadering van 11 maart 2002


De raad voornoemd,

De secretaris, de voorzitter,



17 december 2001

36



Uitgelicht

Gemeente Zeist


Zoeken