Direct naar hoofdmenu / zoekveld
Home / Raadsstukken 2010 en ouder / Notulen / 2001 / Raadsnotulen 18-06-2001

Raadsnotulen 18-06-2001

NOTULEN


datum 18 juni 2001


Nr. 6


NOTULEN van de openbare vergadering van de gemeenteraad, gehouden op 18 juni 2001 om 14.15 uur in het Slot Zeist.


aanwezig de leden: mw. M.J. van Baal-de Waal, D. van Ballegooijen, mw. W.M. Barten, R. van Benthem, G. van Brenk (wethouder), A.J.M. van Buël, H.C.J. Claasen, G.B. van Delft, C.A. Doelwijt, drs. J.J. van Gemeren, mw. J. de Jong, K.J.G. Kats (vanaf ag.punt 7), A. van Kuijk, J.J.N.C. de Ligt, mw. ir. E.N. van Maren, mw. N. de Niet-Verwoerd, P.A. Otten, L.J.J. Prikken, mw. E.G. Schenk-Klein Kranenbarg, J.C. Schneider, E.S. Spaargaren, mw. C.M. Spruijt, Th. Swart (wethouder), drs. W.A. Timmerman, F. Veenendaal, P. Vermeulen (wethouder) en mw. drs. M.C. van der Waard.

afwezig de leden: dr. F.W.J. Huijgen, L. Westbroek, de heer R.G. Boekhoven

(burgemeester) en de heer J.A.S. Boomgaardt (secretaris),

Voorzitter: W.J.M. den Heijer (wethouder)

Loco-secretaris: E. Smit


AGENDA:


  1. Vaststellen van de notulen van 2 april 2001 (nr. 4)


  1. Mededeling van ingekomen stukken

  2. Voorjaarsnota (rv 2001-67)

  3. Aanbieding exploitatie Het Rond, herziening 2001, kredietaanvraag (rv 2001-53) #

  4. Verzoek om vergoeding schade ex artikel 49 WRO Tolhuislaan/ Paltzerweg (rv 2001-54) #

  5. Voorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan Bergweg/Borneolaan (rv 2001-55)

  6. 1e en 2e Begrotingswijziging 2001 Milieudienst Zuidoost-Utrecht (rv 2001-56)

  7. Vaststellen Begrotingswijzigingen (rv 2001-57) #

  8. Het vervangen van een aantal versleten verkeersregelinstallaties (rv 2001-58) #

  9. Verzoek om vergoeding van schade ex artikel 49 WRO Stationslaan 2 (rv 2001-59)

  10. Subsidieverordening uitstroom Abw, loaw, loaz en Wiw (rv 2001-60) #

  11. Efficiency-onderzoek Milieudienst / verlenging milieubijstandscontract (rv 2001-61)

  12. Machtiging tot het aantrekken van vaste geldleningen (rv 2001-62)

  13. Beleidsnotitie De Brede School in Zeist (rv 2001-63 ) #

  14. Gemeentelijke Kadernota Zorgbeleid (rv 2001-64)

  15. BRU-begroting 2002 en Jaarrekening 2000 (rv 2001-65)

  16. Werkartaal (rv 2001-66)

  17. Aantekenen beroep tegen USZO-besluit m.b.t. opleggen van een boete (rv 2001-68)


  1. Machtiging Commit Arbo om namens gemeente procedures te voeren m.b.t. art 71A WAO en art 38A ZW (rv 2001-69)


  1. Vaststelling jaarrekening 2000 (rv 2001-70)

  2. Bezwaarschrift tegen het voorbereidingsbesluit Het Rond (rv 2001-80)



De vergadering wordt geopend.


De voorzitter:

Ik denk dat we een redelijke marathonzitting voor de boeg hebben. Ik stel u in kennis van het feit voor zover u daar nog geen kennis van draagt dat de burgemeester afwezig is wegens ministerieel bezoek. Hij zal vandaag naar het zich laat aanzien niet verschijnen.

De gemeentesecretaris is geveld door ziekte. Hetzelfde geldt voor de heer Huijgen. De heer Westbroek is vandaag niet aanwezig, maar morgen wel weer.



1. Vaststellen van de notulen van 2 april 2001 (nr. 4)

Dit punt wordt z.h.st. vastgesteld.



2. Mededeling van ingekomen stukken


A - VOOR KENNISGEVING:


A.1 DATUM 3 mei 2001 (ingekomen 04-05-01)

REG.NR. 8931

AFZENDER De Verkeersgroep Zeist

ONDERWERP Openbaar Vervoer


A.2 DATUM 3 mei 2001 (ingekomen 08-05-01)

REG.NR. 9114

AFZENDER Verkeerscommissie Hoge Dennen

ONDERWERP GVVP


A.3 DATUM 6 mei 2001 (ingekomen 10-05-01)

REG.NR. 9363

AFZENDER M. Bos te Zeist

ONDERWERP Wonen en Zorg


A.4 DATUM 23 april 2001 (ingekomen 10-05-01)

REG.NR. 9322

AFZENDER Gemeente Nederweert

ONDERWERP Motie inzake afbouw/ sanering nertsenhouderij


A.5 DATUM 19 mei 2001 (ingekomen 21-05-01)

REG.NR. 10024

AFZENDER Werkgroep Natuurlijk Zeist-West

ONDERWERP reactie op de 5eNota RO


A.6 DATUM 18 mei 2001 (ingekomen 22-05-01)

REG.NR.

AFZENDER Instituut voor BCO

ONDERWERP Publieksenquêtes: meer mogelijkheden dan verwacht?


A.7 DATUM 30 mei 2001 (ingekomen 31-05-01)

REG.NR. 10745

AFZENDER Stichting Bont voor Dieren

ONDERWERP Reactie op motie gemeente Nederweert inzake nertsenfokverbod


A.8 DATUM mei 2001

REG.NR.

AFZENDER Ministerie van SZW

ONDERWERP SZW-Gids, nr. 5: mei 2001



Ab- VOOR KENNISGEVING: COLLEGEBESLUIT O.G.V. DELEGATIEBESLUIT:


Ab.1 DATUM 24-04-01

REG.NR. 8153 + 8154

AFZENDER B&W dezer gemeente

ONDERWERP Ontwerp-jaarrekening 2000 en ontwerp-begroting 2002 Regionale
Brandweer Utrecht


Ab.2 DATUM 25-04-01

REG.NR. 8432

AFZENDER B&W dezer gemeente

ONDERWERP Rapportage stand van zaken exploitatie Zeist-Centrum en
Rehabilitatiegebied, herziening 2001


Ab.3 DATUM 25-04-01

REG.NR. 8433

AFZENDER B&W dezer gemeente

ONDERWERP Rapportage stand van zaken exploitatie Staatsliedenkwartier,
herziening 2001


Ab.4 DATUM 25-04-01

REG.NR. 8526

AFZENDER B&W dezer gemeente

ONDERWERP Terugkoop van een perceel grond, gelegen achter de woning Taveernelaan
41 te Bosch en Duin, van de Stichting Het Utrechts Landschap en
vervolgens verkoop van hetzelfde perceel grond aan dhr. A. van Usen


Ab.5 DATUM 22-05-01

REG.NR.

AFZENDER B&W dezer gemeente

ONDERWERP Ontwerpbegroting 2002 van het Recreatieschap

Ab.6 DATUM 22-05-01

REG.NR. 11115

AFZENDER B&W dezer gemeente

ONDERWERP Rekening 2000, begroting 2002 en meerjarenbegroting 2003-2005 PUWC

Ab.7 DATUM 29-05-01

REG.NR. 10548

AFZENDER B&W dezer gemeente

ONDERWERP Verkoop en juridische levering van het pand Noordweg 79 te Zeist



B- V.K.A. IN AFWACHTING VAN ADVIES COMMISSIE BEZWAAR- EN BEROEPSCHRIFTEN:


B.1 DATUM 11 mei 2001 (ingekomen 15-05-01)

REG.NR. 9617

AFZENDER TPG

ONDERWERP Bezwaarschrift voorbereidingsbesluit ‘Het Rond’


B.2 DATUM 14 mei 2001 (ingekomen 15-05-01)

REG.NR. 9615

AFZENDER TPG

ONDERWERP Herontwikkeling postkantoor Het Rond



C - OM ADVIES IN HANDEN VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS:


C.1 DATUM 3 mei 2001 (ingekomen 04-05-01)

REG.NR. 2930

AFZENDER Milieudienst Zuidoost-Utrecht

ONDERWERP Jaarverslag en jaarrekening 2000 en begroting 2002



E - BETREKKEN BIJ RAADSVOORSTEL:


2001-64 (Gemeentelijke Kadernota Zorgbeleid)


E.1 DATUM 21 mei 2001 (ingekomen 28-05-01)

REG.NR. 10392

AFZENDER Gehandicapten en Patiënten Platform Zeist

ONDERWERP reactie op concept ‘Gemeentelijke kadernota zorgbeleid’




2001-65 (BRU-begroting 2002 en Jaarrekening 2000)


E.2 DATUM 22 mei 2001 (ingekomen 28-05-01)

REG.NR. 10384

AFZENDER BRU

ONDERWERP Accountantsverklaring ontwerp-jaarrekening 2000


2001-67 (Voorjaarsnota)


E.3 DATUM 5 11042 2001 (ingekomen 06-06-01)

REG.NR. 10384

AFZENDER Zeister Openbare Bibliotheek

ONDERWERP Klimaatbeheersing De Klinker


1eVERVOLGLIJST INGEKOMEN STUKKEN



A - VOOR KENNISGEVING:



A.9 DATUM mei 2001

REG.NR.

AFZENDER Zeister Openbare Bibliotheek

ONDERWERP Jaarverslag 2000


A.10 DATUM 7 juni 2001 (ingekomen 11-06-01)

REG.NR. 11348

AFZENDER Kamer van Koophandel

ONDERWERP Bestuur in stedelijke gebieden


A.11 DATUM 15 juni 2001

REG.NR. 11127

AFZENDER B&W der Gemeente Zeist

ONDERWERP Beantwoording vragen PvdA-fractie over RIO




Aa- VOOR KENNISGEVING: AFDOENING GEDELEGEERD AAN B&W:


Aa.1 DATUM 12 juni 2001 (ingekomen 15-06-01)

REG.NR. 11749

AFZENDER GZO

ONDERWERP Jaarverslag 2000 (incl. jaarrekening)









De heer Van Kuijk: (PvdA)

Mijn fractie wil haar dank uitspreken voor de beantwoording van de vragen die over het RIO zijn gesteld. Wij hebben verder geen andere vragen.


De voorzitter:

Wij nemen daar kennis van. Dank u zeer!

Alle punten zullen conform worden afgehandeld.


De voorzitter:

Ik zou met u even stil willen staan bij een bijzonder feit. Vandaag exact 25 jaar en 18 dagen geleden deed de nestor van deze raad de heer Van Delft voor het eerst zijn intrede en werd als raadslid beëdigd. Ik denk terugblikkend over die periode vast te mogen stellen dat de heer Van Delft in die ruim 25 jaar een buitengewone betrokkenheid bij het wel en wee van Zeist heeft getoond. Hij valt op door zijn serieuze taakopvatting van het raadswerk. Hij was of is als fractievoorzitter lid van deze raad, lid van raadscommissies voor de begroting en middelen, lid van de commissie voor de bezwaar- en beroepsschriften, lid van de commissie rekenkamer en lid van de commissie onderzoek van de gemeenterekening. Hij zelf weet nog beter dan ik of ik daarmee redelijk compleet ben.

Dames en heren, ik meen vast te mogen stellen dat uit deze opsomming blijkt dat hij bij zijn raadswerk de financiële invalshoek zeer sterk benadrukt. Dat zal naar mijn opvatting ongetwijfeld te maken hebben onder andere met zijn beroepsmatige achtergrond en interesse. Ik denk ook dat dit zeker een van de redenen is dat zijn inbreng bij financiële vraagstukken altijd als uitermate waardevol wordt ervaren. Ook zijn taak als controleur van het bestuur neemt de heer Van Delft buitengewoon serieus. Door zijn accuratesse heeft hij de gemeente meerdere malen voor missers weten te behoeden. Ook dat mag nog wel eens gestipuleerd worden. In zijn hoedanigheid als controleur van het bestuur is de heer Van Delft eigenlijk een voorbeeldig dualist avant la lettre. In het duale bestuursmodel waarmee we binnen enkele maanden te maken krijgen is de controle immers een van de hoofdtaken van de raad. Ik meen te mogen spreken mijnheer Van Delft namens alle Zeistenaren en namens een voltallige gemeenteraad met u hartelijk dank te zeggen voor uw jaren lange inzet, uw betrokkenheid en inzet bij het bestuur van de gemeente Zeist en uw collegialiteit. Wellicht kunnen de gemeente Zeist, de raad en het gemeentebestuur daarvan nog lange tijd profiteren.

Ik feliciteer u van harte met dit jubileum,. In formele zin al weer 18 dagen om. Ik wil mijnfelicitaties graag vergezeld doen gaan van een bloemetje en een klein stoffelijk blijk van waardering.


De heer Van Delft: (CDA)

Hartelijk dank voor uw zeer vriendelijke woorden! Ik denk als ik het zo zie dat de bloemen het grootste deel zijn. U kunt zich voorstellen dat degene die het meest te lijden heeft gehad in de afgelopen 25 jaar ik morgen met die bloemen zal verblijden. Het is zo langzamerhand een zeldzame gelegenheid zo’n 25 jaar. Het is geen verdienste, want volgens de regels had ik al lang weg gemoeten. Ik denk dat collega Timmerman als hij zich herkiesbaar stelt voor de volgende periode ook zover kan komen. We hebben dan binnen de huidige raad de mogelijkheden verbruikt om dit te halen. Eigenlijk is het best wel een nadeel. Als ik een hele periode terug kijk, maar dat doe ik niet zoveel of het zou wel moeten zijn datgene wat je in het verleden geleerd hebt. Je kan al uit het verleden leren wat goed is voor de toekomst. Dat is me altijd voorgehouden door mijn leermeester. De laatste die 25 jaar mocht volmaken was de heer Van Amerongen. Er is niets aan verdienste, want ik zelf ken mijn tekortkomingen maar al te goed. Die werden in het verleden altijd voortreffelijk uitgesproken bij de aanvang van de raadsvergaderingen. Voor onze tekortkomingen in de voorbede aan Jezus Christus Gods zoon. Ik denk dan ook dat mijn dank uit moet gaan naar de Here die mij de kracht gegeven heeft om hier te zijn. Ook in periodes van ziekten ben ik er weer bovenop kunnen komen. Daar ligt in wezen de grootste dank. Voor de rest proberen wij datgene te doen wat we moeten doen met onze tekortkomingen vanuit datgene wat wij gekregen hebben, namelijk onze talenten. Daarmee moeten we woekeren en niet begraven. Dat heb ik hier geprobeerd en daarmee hoop ik nog een poosje door te gaan.


De voorzitter: Dank u wel mijnheer Van Delft voor deze woorden!


Het voorstemnummer is nr. 13 van de presentielijst, te weten dat van de heer Prikken.


3. Voorjaarsnota (rv 2001-67)


De voorzitter:

Alvorens we tot de behandeling overgaan zou ik nog eventjes kort willen samenvatten de afspraken die we hierover gemaakt hebben in het seniorenconvent. Per fractie is er een totaal van maximaal 40 minuten spreektijd voor alle onderwerpen die in deze raadsvergadering aan de orde komen. U hoeft zich niet aan die 40 minuten te houden. Het mag minder. De 40 minuten is geïnterpreteerd als inclusief interrupties die u pleegt. Als u interrupties pleegt, gaan ze van uw tijd af.

Ik stel voorts vast dat er is afgesproken dat we spreken in de volgorde van grootte. Dat betekent dat de grootste fractie eerst het woord zal voeren, te weten de VVD. Vervolgens de PvdA, het CDA, GroenLinks, SGP-Christenunie, D66, de SP, BIZ. Dan de GZB, maar dat wordt wat lastig nu de heer Huijgen er niet is. De heer Prikken zal een oprechte poging doen mede te spreken namens de heer Huijgen heb ik begrepen. Ten slotte hebben we nog de heer Van Buël. U wordt allen geklokt. Dus we zullen ons stipt aan de afspraken houden.

Verder is het de bedoeling om zodra uw bijdragen in eerste termijn zijn geweest de overige agendapunten aan de orde te stellen tot uiterlijk zes uur. Om zes uur gaan we richting gemeentehuis waarin het bedrijfsrestaurant een maaltijd zal worden opgediend om vervolgens om half acht hier weer terug te zijn. Dan zal het college beantwoorden in eerste termijn. Alswe daarna nog tijd overhouden, hetgeen ik zeker verwacht, zullen we de overige agendapunten afhandelen. Dan hebt u in ieder geval nog gelegenheid voor morgen uw tweede termijn voor te bereiden.

Ik zou u willen verzoeken om zodra u uw bijdrage heeft geleverd voor zover die op papier staat dit bij het secretariaat in te leveren ter vermenigvuldiging. Dan kan het een en ander ten behoeve van de andere fracties verspreid worden. Als we ons met elkaar aan die afspraken kunnen houden, ben ik er van overtuigd dat we een uitermate vruchtbare vergadering tegemoet gaan.


De heer Otten: (VVD)

De toonzetting van de voorjaarsnota geeft een belangrijk verschil te zien met die van vorig jaar. Wij vinden dat een beetje jammer en we vragen ons af hoe dat komt. Vorig jaar was er al sprake van beleidsvoornemens die tot doel hadden om te verstevigen, te investeren of te verbeteren. Er zat schwung in en er sprak een gezonde ambitie uit. U weet dat wij van de VVD daarvan houden. Thans is er aan ambitie nog steeds geen gebrek, In tegendeel. Toch lijkt het er op dat de schwung er bij het college een beetje uit is. U zult het toch met mij eens willen zijn dat creativiteit, inspiratie en begeestering er nou niet direct uitspringen in de door u gepresenteerde nota. Wat u wel presenteert is realistisch, maar geeft wel een zouteloos beeld van de financiële situatie van de gemeente Zeist. Uiteraard zijn er terecht veel cijfertjes, maar verder weinig woorden en beschouwingen waarmee door u richting aan de gemeente Zeist wordt gegeven en hoe we dat met zijn allen gaan betalen in de toekomst. Wat dat betreft mag van onze fractie de vluchtleidersrol die de burgemeester en secretaris samen vervullen nog meer tot uitdrukking komen. De actie van vorige week namens een aantal middelgrote gemeenten in de richting van de Tweede Kamer is daar een goed voorbeeld van. Ook de werkzaamheden die op dit moment door de burgemeester worden gedaan met mevrouw Netelenbos zijn een voorbeeld van invulling geven van die vluchtleidersrol.

Laten we wel beginnen met vast te stellen dat uw college inmiddels veel tot stand heeft gebracht. Slechts een blik op het beleidsprogramma is voldoende om dat te constateren. Ook dient gezegd dat de noodzakelijke bijstelling van uw ambitie mede in samenhang moet worden gezien met uw voorstellen tot intensivering van maatregelen op het gebied van deopenbare orde en veiligheid en handhaving. Dat zijn nou verstandige en kuiste keuzes. Immers waar wij als gemeente zouden nalaten om handhaving niet serieus nemen, zal vanaf datzelfde moment naar ons idee de normvervaging zijn intrede doen. De voorbeelden daarvan liggen voor het oprapen, ook in Zeist.

Terug naar onze ambities. Nog steeds is het zo dat de plannen van de raad en het college meer geld vragen dan beschikbaar is. Ook nadat het bouwfonds en de GZO-gelden ons van dienst zijn geweest, heeft de fractie van de VVD opnieuw de stellige indruk dat we in onze beleidsdrift de realiteit van de centjes uit het oog hebben verloren. We hebben hier reeds meer malen aandacht voor gevraagd, bijvoorbeeld in het kader van het GVVP. Dat zich tussen droom en daad financiële obstakels bevinden is algemeen bekend. Wanneer de afstand tussen die droom en daad toeneemt als een uitdijend zonnestelsel, dient te worden ingegrepen. De VVD neemt graag het voortouw om hier meer discipline in aan te brengen. Dat gaan we niet doen door in deze voorjaarsnota op onderdelen in de marge wat te gaan schuiven, een paar ton hier en een paar ton daar. Dat schiet niet op. Dat heeft geen zin. Wat dat betreft heeft u onze instemming met raadsvoorstel 67. Nu spreken we over de hoofdlijnen en de kaders. We hebben de introductie van een nieuw soort discipline voor de financiën van de gemeente Zeist. Dit doet denken aan een vergelijking met de nationale Zalmnorm met de daarbij behorende geselende werking van de gelijknamige penningmeester van ons koninkrijk.

In Zeist doen we het nu drie jaar met de Swartnorm. Hierbij hoort een vriendelijk woord van een aardige rentmeester. Dat moet gezegd. Het levert wel een verschil van dag en nacht. Geendekking, geen probleem. Zoek maar uit en we zien wel waar het schip strandt. Hup, we nemen het mee naar de voorjaarsnota. Deze werkwijze heeft niets te maken met begrotingsdiscipline. In dat opzicht wordt door onze fractie met enig optimisme uit gezien naar de effecten van de bestuurlijke vernieuwing voor onze gemeente, met name waar het gaat om de invulling van de kaderstelling en de controle. Vroeger noemde men de kaderstelling het zetten van de tering naar de nering. Volgens ons is het nog steeds zo simpel. We hebben hier al meer malen aandacht voor gevraagd, bijvoorbeeld bij de laatste begrotingsbehandeling. Nu doen we het opnieuw. Vanuit het oogpunt van werkdruk en het voorkomen van een veel te groot stuwmeer aan werkvoorraad gaat het in de opvatting van de fractie van de VVD niet aan dat er nu in raadsvoorstel 67 voor f 52.000.000,- aan plannen wordt opgenomen waar een dekking tegenover staat van een kleine zestien miljoen gulden. Het college kan wel stellen dat een meerjarenbegroting structureel sluitend dient te zijn en blijven en natuurlijk onderschrijven wij dat. Het is ondertussen wel het college zelf en wellicht ook de burgers foppen door toch zo’n f 36.000.000,- aan ongedekte plannetjes in de binnenzak te hebben. Een dergelijke wijze van plannenmakerij herbergt bovendien het gevaar dat er valse verwachtingen worden gewekt bij de burgerij. Hierdoor ontstaat een verkeerd beeld over het uitvoeringstempo van belangrijke zaken. Dit is bijvoorbeeld op het gebied van het verkeer, onderwijs criminaliteit of ieder portefeuille-onderdeel wat dat betreft. Een verkeerde beeldvorming is politiek gezien ook niet gewenst. Het college geeft in het oorspronkelijke raadsvoorstel het volgende aan: ‘Samen met de raad te willen verkennen of en in hoeverre een hoger ambitieniveau wenselijk is en hoe wij dit in onderlinge samenhang kunnen brengen. Een realisatie dient afgewogen te worden tegen een verhoging van de gemeentelijke belastingen, dan wel door ombuigingen waarover afspraken worden gemaakt in het nieuwe beleidsprogramma.’

Namens de VVD-fractie wordt in dit kader meegegeven dat er wat ons betreft niets wordt verkend, verhoogd, afgewogen of omgebogen alvorens dit college en deze raad financieel gezien weer met beide benen op de grond staan. Anders gezegd, alvorens voor het jaar 2002 en de jaren daarna over de financiering van zowel het inmiddels vastgestelde beleid als de financiering van nieuw beleid te spreken waarvoor nu geen dekking bestaat, dient naar onze mening het wensenlijstje naar beneden te worden bijgesteld al dan niet in combinatie met het inruimen van oud beleid voor nieuw beleid. Het inruilen van oud voor nieuw zal naar onzemening als continue proces een plaats moeten krijgen in de cyclus van de begrotingssystematiek. Zo zou bij alle gemeentelijke taken moeten worden nagegaan of deze dienen te worden voortgezet, in welke omvang en of het efficiënter kan. Een evaluatie van het beleid zou dan minstens een maal in de vijf jaar moeten plaatsvinden. Zijn de gestelde doelen bereikt en vooral is het dankzij of ondanks het gemeentelijk beleid. Een dergelijk evaluatie-instrument kan naar onze mening prima worden ingezet bij de kaderstelling als onderdeel van bestuurlijke vernieuwing. We zijn benieuwd of uw college onze opvattingen wat dat betreft deelt.

Als het gaat om het bijstellen van het wensenlijstje doen wij u nog een suggestie. De suggestie om een norm van een op een te hanteren. Dat wil zeggen in de orde van grootte van dit raadsvoorstel f 16.000.000,- gedekt en f 16.000.000,- op voorraad in plaats van de huidige f 36.000.000,-. We nodigen uw college uit om in het wensenlijstje eerst maar eens voor f20.000.000,- te heroverwegen en de hierbij behorende plannen tijdelijk te verwijzen naar de wachtkamer tot dat er middelen beschikbaar komen voor uitvoering. We dienen hierover een motie in. Bij het voorbereiden van die motie hebben wij ons natuurlijk wel gerealiseerd dat het niet eenvoudig is om zomaar plannen voor f 20.000.000,- naar de wachtkamer te verwijzen, zeker niet als het kader ontbreekt om een goede afweging te maken. Wij willen u hiermee graag helpen en u vriendelijk maar vooral nog eens dringend te herinneren aan een reeds eerder door u gedane toezegging. Dat was op verzoek van onze fractie bij het begrotingsdebat van vorig jaar tot het doen organiseren van wat wij noemde eenbeleidsinhoudelijke studieconferentie. Zo’n conferentie dient een aantal voor Zeist belangrijke ontwikkelingen te integreren en in samenhang te brengen met elkaar. Als kernwoorden mag ik hier gebruiken Zeist simultaan, het strategisch gebiedsperspectief en bovenlokale en regionale samenwerking. In termen van de burgers gaat het dan om werkgelegenheid, bereikbaarheid, de regiofuncties, een betere dienstverlening, minder bureaucratie maar eerst en vooral een gewoon veilige en schone omgeving. Als gewenste uitkomst van die beleidsconferentie zouden we moeten beschikken over een zo groot mogelijk draagvlak in deze raad voor een bij Zeist passend voorzieningenniveau en de financiering daarvan. Met in achtneming van de prognose dat Zeist in 2010 volgens de provincie naar verwachting nog een kleine 57000 inwoners telt, zullen we de handen hier nog aan vol hebben. Vooral aan de financiering van het voorzieningenniveau. Zoals gezegd past bij zo’n speciale conferentie ook het verkennen van nieuwe wegen op het gebied van bovenlokale en regionale samenwerking. Naast het bekende onderwerp als economische zaken, verkeer en vervoer en ruimte worden hier nieuwe mogelijkheden gezien op het gebied van bijvoorbeeld het milieu, reiniging, sociale zaken, zorg, welzijn en onderwijs. Het is dan natuurlijk wel de vraag binnen wat voor structuur hieraan vorm en inhoud gegeven moet worden. Wat de VVD betreft is en blijft dat duidelijk. Zeist dient op gecontroleerde en democratisch gelegitimeerde wijze samen te werken met andere gemeenten en met de provincie waar dat wederzijds nuttig en nodig is. Dat kan overigens steeds in een steeds wisselende samenstelling gebeuren. In het verlengde hiervan betekent dit dat wij voorstander zijn en blijven van het opheffen van het BRU per 2003. In plaats daarvan staat ons de uitwerking voor ogen van een op nieuwe leest te schoeien dynamische samenwerking tussen de gemeenten en de provincie nieuwe stijl. De spelregels voor die samenwerking dienen te worden bepaald door de gemeenten en de provincie tezamen waarbij de provincie in onze visie vanuit de regie gezien een beperkende toetsende rol heeft.

Wij dienen vandaag een motie in van deze strekking, waar het gaat om die bovenlokale regionale samenwerking. We doen dat omdat de Tweede Kamer zich naar verwachting nog voor het zomerreces over deze materie zal buigen. Wij hechten er in ieder geval aan dat in die discussie ook het geluid van de raad van Zeist wordt betrokken.

Tot zover onze beschouwing over de voorjaarsnota in eerste termijn.

Samenvattend, we zijn akkoord met het raadsvoorstel. We dienen een motie in die verzoekt om introductie van een nieuw soort begrotingsdiscipline. We hebben dat maar de wachtkamer genoemd. We hebben een verzoek aan uw college om de voorraad nieuw beleid terug te brengen van f 36.000.000,- naar f 16.000.000,- aan de hand van het instellen van de zogenaamde een-op-een-norm. We hebben een verzoek aan u en dat is een herhaald verzoek om een eerder toegezegde beleidsconferentie te organiseren. Wij hebben ten slotte een motie met betrekking tot bovenlokale en regionale samenwerking. Uw beantwoording zien we graag tegemoet.


Motie 1,


De gemeenteraad van Zeist bijeen op 18 en 19 juni 2001, ter zake van agendapunt 3, raadsvoorstel 2001-67: voorjaarsnota


Overwegende dat:


  • in het voorliggende raadsvoorstel voor ruim 52 miljoen gulden aan plannen is opgenomen, waar tegenover een dekking staat van minder dan 16 miljoen;

  • het een staand beleidsuitgangspunt is dat de begroting en meerjarenbegroting structureel sluitend dienen te zijn;

  • de wijzigingsruimte in deze voorjaarsnota voor de raad, na de bescheiden aanzet in januari dit jaar (de wensen inventarisatie te komen), dusdanig gering is, dat zonder afbreuk te doen aan andere gewenste projecten, onvoldoende dekkingsmiddelen en werkcapaciteit resteren;

  • plannen en realisering ver uiteen kunnen liggen als gevolg van gebrek aan middelen;

  • de gelimiteerde werkcapaciteit onnodig wordt belast met werkzaamheden die niet aansluitend kunnen worden uitgevoerd;


Spreekt uit dat:

  • bij de uitwerking van de bestuurlijke vernieuwing (kaderstelling) het College van Burgemeester en Wethouders voorwaarden zal ontwikkelen waarop projecten naar rato van een vast te stellen urgentie, financieringsmogelijkheden en beschikbare werkcapaciteit worden beoordeeld, alvorens de projecten tot ontwikkeling worden gebracht en uitgevoerd;

  • het reeds aanwezige stuwmeer aan plannen en voornemens, genoemd onder het hoofdstuk “voor te bereiden en lopende projecten vanuit de raadsperiode 1998-2002” in de voorjaarsnota 2001 dien ten gevolge eveneens wordt voorzien van een prioriteitstelling, gebaseerd op urgentie, beschikbare interne en externe financiële middelen;

  • vervolgens de plannen en voornemens worden ondergebracht in een wachtkamersysteem dat periodiek wordt geëvalueerd en bijgesteld;

  • in dat systeem rekening wordt gehouden met externe subsidiestromen waaraan een onherroepelijk tijdscriterium is verbonden;


En gaat over tot de orde van de dag.


De motie is ondertekent door en de heren Otten, De Ligt en Veenendaal



Motie 2,


De gemeenteraad van Zeist bijeen op 18 en 19 juni 2001, bij de behandeling van agendapunt 3, raadsvoorstel 2001-67: voorjaarsnota


Overwegende dat:

  • de drie bestuurslagen van Rijk, Provincie en Gemeente, het zogenaamde huis van Thorbecke, uitgangspunt dient te zijn voor de verdere bestuurlijke inrichting van ons land;

  • de democratische legitimatie middels Staten en Gemeenteraden in volledigheid tot zijn recht dient te komen;

  • de discussie oer de bestuurlijke organisatie en de post-Kaderwet periode primair een discussie is van en tussen gemeenten, provincie en Rijk en niet van bestaande tussenstructuren als bijvoorbeeld het BRU;

  • het gebied van het BRU en de provincie Utrecht voor een aanzienlijk deel dezelfde gemeenten omvat;

  • de provincie Utrecht weliswaar de ambitie heeft uitgesproken te groeien richting een provincie nieuwe stijl (meer gericht op het leveren van een echte meerwaarde tussen de bestuurslagen Rijk en gemeente), maar daarin nog onvoldoende is geslaagd;

  • het BRU inmiddels een behoorlijk aantal taken tot de hare heeft gemaakt (inclusief een volwaardig ambtelijk apparaat), maar nog steeds slechts in indirecte zin democratisch is gelegitimeerd;

  • er in de Tweede Kamer binnenkort wordt gediscussieerd over de post-Kaderwet periode en daarmee over de toekomst van het BRU;


Spreekt uit dat:

  • de provincie een actievere regierol dient te voeren met respect voor de autonomie van gemeente;

  • met respect voor de rijks-onmiddelijkheid van steden Utrecht en Amersfoort de provincie als rijks-onmiddellijk orgaan namens gemeenten die bevoegdheid en middelen naar samenwerkende gemeenten zal doordecentraliseren, onder door provincie en gemeenten tezamen bepaalde spelregels, waarbij de provincie de toetsende rol heeft. Indien samenwerkende gemeente er voorts niet in slagen tot besluitvorming te komen, dient de provincie haar verantwoordelijkheid te nemen;

  • in de samenwerkingsverbanden van de gemeenten het de gemeenteraden dienen te zijn, als democratische gekozen lichamen, die de besluitvormingsbevoegdheid hebben;

  • de huidige provincie en het BRU bij voorkeur beiden worden opgeheven, waarbij uit beide lichamen de provincie nieuwe stijl zou moeten voortkomen,


Verzoekt het college om:

  • het initiatief te nemen, eventueel samen met enkele ander gemeenten, om binnen afzienbare termijn een bijeenkomst te organiseren waar de Utrechtse gemeenten, aan de hand van een aantal voor te leggen varianten, zich kunnen uitspreken over de door hen gewenste bestuurlijke indeling van de provincie Utrecht,



En gaat over tot de orde van de dag.


De motie is ondertekent door en de heren Otten, De Ligt en Van Benthem




De heer Van Kuijk: (PvdA)

Onder de titel de sociale conditie van Zeist heb ik een verhaal waarin de metafoor van het weer is verwerkt. Misschien wat afgezaagd, maar gisteren tijdens de dag der kunsten heb ik de invloed van het weer weer mogen meemaken en trouwens een flink deel van het college ook op zaterdagmiddag bij de opening van de expositie van het gilde. Zo schijnt er een heerlijk voorjaarszonnetje en zo dreigt er een voorjaarsstorm. Zo heeft de PvdA de voorjaarsnota ook een beetje ervaren. Dat baart ons zorgen. Niet zo zeer het slechte weer zelf, maar de wijze waarop met deze weersverwachting wordt omgegaan. We maken ons zorgen over de gevolgen voor de burger en voor de sociale conditie van Zeist. Zet de luiken open, was de titel van het verhaal dat de PvdA heeft gehouden bij de behandeling van de begroting 2001. Uit de titel die u heeft gegeven aan het jaarverslag over 2000 Zeist zet de luiken open, moet ik begrijpen datde luiken in 2000 al open waren. Worden ze dan nu weer gesloten? We kunnen ons afvragen of de lucht strak blauw was en onbewolkt voordat deze voorjaarsnota verscheen. Wij denken van niet. Het voorzieningenniveau is sinds het aantreden van deze raad niet verslechterd, stelde uw college in de laatste commissievergadering met enige zij het ingehouden tevredenheid. Het beleidsprogramma 1998-2002 is gericht op verbetering van het voorzieningenniveau, vooral in kwalitatieve zin. Dit hebben de opstellers van het beleidsprogramma niet zelf bedacht, maar is een optelsom van de vele wensen die via de politieke partijen zijn ingebracht. Al die politieke partijen hier in deze raadszaal aanwezig hebben al wordt wel eens wat anders beweerd voldoende contacten met de burgers om te mogen zeggen dat die wensen door een groot deel van de inwoners van Zeist worden gedragen. Mogen we dan tevreden zijn? De PvdA is het in elk geval niet. Handhaven is stilstaan en dat is een situatie die niet te lang mag duren en waar we zeker niet tevreden over mogen zijn. Sterker nog, het is een situatie waar we ons ernstig zorgen over maken. College, raad en ambtelijke organisatie zijn samen in deze raadsperiode zeer voortvarend te werk gegaan. Dit college, deze raad en de herboren ambtelijke organisatie hebben er alles aan gedaan om de voornemens uit het beleidsprogramma om te zetten in een breed gedragen beleid. Vrijwel altijd is gebruik gemaakt van de kennis en ervaringen van burgers via inspraak en meer actieve vormen van inspraak. Daar is mijn fractie tevreden over. Een bestuur moet vooruit kijken en ambitieus durven zijn. Dit wel op een wijze die het mogelijk maakt om de essentie van het beleid tot uitvoering te brengen. Dat is de uitdaging waarvoor we staan. De huidige situatie is frustrerend voor iedereen die heeft bijgedragen aan de vorming van het beleid. College, raad en ambtenaren, gesubsidieerde instellingen en organisaties en individuele burgers, allen hebben hun steentje bijgedragen.

Ook een reeks van vaak dure onderzoeken van externe bureaus hebben daaraan bijgedragen. Waarom dan nu als de eerste wolken verschijnen de vastgestelde plannen laten varen en of naar de toekomst verwijzen? Juist in de wetenschap dat het beleid steunt op een groot draagvlak in en buiten deze raad geeft ons de plicht en mijn fractie ook de energie om naar oplossingen te zoeken. Oplossingen die het college niet heeft kunnen vinden. Oplossingen die de raad zo is de verwachting tijdens de behandeling van deze voorjaarsnota ook niet zal aandragen.

Hoe gaat het college met de verslechterde weersomstandigheden om? In de laatste commissievergadering hebben wij al opgemerkt dat het triest is dat ondanks de verbetering van het financiële beleid en de planning en control de problematiek niet eerder in zijn volle omvang is onderkend. Immers in december werd nog gedacht dat de GZO-gelden beschikbaar waren voor het derde spoor. Het spoor voor de toekomst. Voor dat spoor is nu nul euro beschikbaar. Het is een feit dat tussen vorig jaar en nu dringende redenen zijn om extra geld uit te trekken voor onder andere toezicht en handhaving. Dit is een rechtstreeks belang van alle Zeistenaren. Dit feit alleen kan de krappe financiële situatie onvoldoende verklaren. Een andere verklaring is dat ons ambitieniveau te hoog zou zijn. Willen wij teveel? Toch zijn er bij de voorjaarsnota nog enkele miljoenen te verdelen. Deze worden door het college naar ons inzicht vrijwel geheel toegekend aan knelpunten. Veel van deze knelpunten betreffen interne zaken. Knelpunten die het bestuur en de ambtelijke organisatie betreffen. De PvdA heeft zich altijd ingezet voor een goed bestuur en voor een op haar omvangrijke taak berekende ambtelijke organisatie. Dat zijn de kurken waarop de ontwikkeling en de uitvoering van het beleid moeten drijven. Buiten de bestuurlijke en ambtelijke organisatie zijn er ook heel veel mensen bezig met het in stand houden en het verbeteren van ons voorzieningenniveau. Omnium, de scholen, de muziekschool, culturele en maatschappelijke instellingen, vrijwilligersorganisaties enz. enz.. Dit werk is van groot belang voor de sociale conditie van de Zeister gemeenschap. Deze organisaties zijn geheel of gedeeltelijk afhankelijk van de financiële en de morele steun van het gemeentebestuur. Mijn fractie vraagt zich af of het van wijs bestuur getuigt om het weinige geld dat beschikbaar is zo overduidelijk toe te wijzen aanhet eigen bestuur en de ambtelijke organisatie. Dit kan gemakkelijk het beeld oproepen van een bewoner – en dan kom ik weer bij mijn metafoor terecht – die bij dreigende storm de luiken sluit. We hebben net vastgesteld dat ze open stonden. Hij gaat naar binnen, terwijl elders in de straat juist extrahulp nodig is bij de buren. Door andere prioriteiten te stellen had het college deze beeldvorming kunnen vermijden. Het zou zeker bijgedragen hebben aan een versterking van het vertrouwen dat de burger in dit gemeentebestuur heeft. Het zou mijn fractie hebben geholpen om eenvoudiger tot een positief oordeel te komen.

Het college krijgt van ons een nieuwe kans. Een kans bij het opstellen van de begroting. Wij zouden kunnen besluiten om eventuele meevallers deze keer wel te betrekken bij het vaststellen van de begroting. Tenslotte zitten we in een zeer moeilijke positie. Vasthouden aan eerder gemaakte afspraken kan soms gewenst zijn. In de huidige situatie is het wijs om er minder stringent aan vast te houden. Het college vindt de situatie ernstig genoeg om de GZO-gelden tegen de eerder gemaakte afspraken in nu al in te zetten. Wij hebben daar geen bezwaar tegen. Wij kunnen het niet maken om straks eventueel meevallers voor het derde spoor te reserveren als dat betekent dat zelfs een klein bedrag van de 2.700,- voor cultuurstimulering niet uitgegeven kan worden. We hebben daarom een motie die ik straks aan het eind zal voorlezen en waarin wordt gevraagd extra gelden bij uitzondering wel bij de begroting te betrekken. Een deel van dat eventuele extra geld zal misschien geoormerkt zijn, bijvoorbeeld geld dat geoormerkt is voor handhaving en toezicht. Wij stellen dan voor als dat zo is om de nu wel gehonoreerde projecten op dat beleidsterrein het geoormerkte geld daarvoor te gebruiken. Op die wijze valt er eigen geld vrij dat we op een andere manier kunnen inzetten. In de motie vragen we het college een voorstel bij de begrotingsbehandeling te doen. Wij hopen dat u in deze raadsvergadering voldoende inspiratie opdoet om daar een invulling aan te geven.

Het weer kunnen we niet veranderen. Wel pleiten we voor een andere reactie op deze weersverwachting.

In de commissie heeft de PvdA hardop nagedacht over mogelijke dekkingen van de beleidsvoornemens. Hoe kunnen we dat realiseren. Ombuigingen, lastenverhogingen en een gefaseerde uitvoering van grote projecten of meer geld van het rijk. Met dat laatste is hetcollege druk doende. Daarvoor alle lof. Het blijft afwachten of het iets oplevert. Overigens in dat kader is goed op te merken dat in de kerngegevens van de provincie over 2000 staat dat Zeist wel degelijk meer dan 60000 inwoners heeft. 60020 om precies te zijn.

Wat betreft de mogelijke extra verhoging van de OZB hebben wij aangegeven dit te onderzoeken. In de uitleg van het beleidsprogramma of dit wel mag blijven we van mening verschillen met de andere coalitiepartijen. Wij willen niet voor Don Quichote spelen. Wij realiseren ons dat er al een aanzienlijke lastendruk is. Wij weten ook dat de inwoners meereisen stellen aan het gemeentebestuur. Meer dan vroeger. Meer en betere voorzieningen. Meer en betere zorg. Meer en beter onderhoud. Beter onderwijs en een adequate dienstverlening. De burger weet ook dat dit geld kost. Kort gezegd, we zitten voor een geweldig dilemma. Let wel, het is niet de PvdA die een extra lastendruk wil. Wij willen wel staan voor een goede sociale conditie van Zeist, ook voor hen die dat extra nodig hebben.

Overigens in deze zin sluiten wij aan bij de suggestie van het college zelf over de lastendruk. Realisatie van deze beleidsvoornemens dient naar onze mening afgewogen te worden tegen een verhoging van de gemeentelijke belastingen dan wel ombuigingen. Daarover kunnen in het nieuwe beleidsprogramma afspraken gemaakt worden. Wij realiseren ons dat de problematiek te omvangrijk is om de discussie in het kader van de behandeling van deze voorjaarsnota met succes te kunnen voeren. Mijn fractie wil de discussie niet uitstellen tot het moment waarop het nieuwe beleidsprogramma voor de volgende raadsperiode wordt vastgesteld. Op pagina 3 van het raadsvoorstel stelt uw college, des ondanks achten wij ditthema van dermate belang dat wij daarvoor samen met u in de loop van dit jaar de grondslagen willen leggen. Bedoeld wordt de wenselijkheid van een hoger ambitieniveau. De PvdA vindt deze discussie zo wenselijk – en ik heb begrepen van mijn voorganger de VVD ook – dat het expliciet in het resuméin het besluit op pagina 9 ons inziens had moeten worden opgenomen. Wij zijn van mening dat de raad vandaag een uitspraak zou moeten doen over de wenselijkheid en de volle draagwijdte van deze discussie.Ik heb dat verder niet uitgewerkt, maar de heer Otten heeft dit in concept al wel gedaan.

Wij dienen nu een amendement in en geen motie omdat wij denken dat uw voorstel om in de loop vanhet jaar over de grondslagen te gaan praten aanleiding is dit te amenderen. Ik zal voorlezen wat ik daarover wil zeggen. In de commissie heb ik aangegeven dat de PvdA-fractie vooralsnog geen redenen ziet anders dan financiele al zijn die niet onbelangrijk om het ambitieniveau nu al te gaan verlagen. Het vastgestelde beleid is evenwichtig. Het is met zorg door ons vastgesteld en zeker niet overdreven. Het zijn beleidsvoornemens die ons inziens nodig zijn om de sociale structuur van Zeist op peil te houden en te verbeteren. Zorg, onderwijs, een brede schoolstructuur, onderhoud, dienstverlening enz.. Ik hoef ze niet te herhalen. U kent ze en ook u is bezorgd. Daarvan zijn we ons bewust.

Het ontwikkelen van nog meer nieuw beleid of misschien ook het uitvoeren van het bestaande beleid dient te worden afgeremd. Dat zal consequenties hebben voor enkele voor te bereiden en nog lopende projecten uit bijlage 5 van de voorjaarsnota. Het heeft ons inziens weinig zin om op volle kracht nog meer nieuw beleid te gaan ontwikkelen als het reeds vastgestelde beleid niet kan worden uitgevoerd. Op de door ons voorgestelde wijze zal de werkdruk voor het college, de raad en de ambtelijke organisatie tot een redelijk peil worden teruggebracht. Dan ontstaat er ruimte om de dringend gewenste discussie of noem het misschien bezinning te voeren. De PvdA-fractie heeft op voorhand geen behoefte aan het inschakelen van adviesbureaus. Dit moeten wij zelf kunnen opknappen.

Samengevat, donkere wolken aan de hemel mag niet betekenen dat het gemeentebestuur – en ik zeg met nadruk gemeentebestuur – dus raad en college ter stond al haar vastgestelde plannen moet laten varen of naar de toekomst moeten verschuiven. Even schuilen mag. Gebruik die tijd voor overleg zodat we weer snel samen verder kunnen gaan.

Tot slot het fenomeen voorjaarsnota heeft zich wat de PvdA betreft nog eens extra bewezen. Door nu reeds in het voorjaar de weliswaar trieste waarheid onder ogen te kunnen zien krijgen we de ruimte om ons tijdig te bezinnen op de toekomst. Een toekomst waarover we ons zorgen moeten maken. Een toekomst waarin de sociale conditie van Zeist niet verbetert. De PvdA heeft zich mensenheugenis er voor ingezet om die conditie op een hoger peil te brengen en zal dat in volle overtuiging ook in de toekomst blijven doen. Wij hopen dat het gemeentebestuur zichzelf een herkansing geeft met de behandeling van de begroting. Strak vasthouden aan afspraken die in betere tijden zijn gemaakt, achten wij niet verstandig.


Motie 3, Inzet financiële middelen


De Raad op 18 juni 2001 bijeen voor de behandeling van de voorjaarsnota 2001


Overwegende dat:

  • er onvoldoende financiële middelen zijn om het nieuwe vastgestelde beleid uit te voeren;

  • het gewenst is reeds in 2002 een start te maken met, althans een deel van, het nieuwe vastgestelde beleid;

  • is afgesproken om geld dat beschikbaar komt na behandeling van de voorjaarsnota 2001 niet te betrekken bij de begroting 2002 en de meerjarenbegroting;


Besluit:

  • geld dat beschikbaar komt na de vaststelling van de voorjaarsnota 2001 – bij wijze van uitzondering – wel te betrekken bij de behandeling van de begroting 2002 en meerjarenbegroting;

  • het college te verzoeken een voorstel te maken dat is afgestemd op de omvang van de eventuele nieuwe middelen en de prioriteiten die door de raad bij de behandeling van de voorjaarsnot 2001 kenbaar zijn gemaakt.


En gaat over tot de orde van de dag.


De motie is ondertekent door de heren Van Kuijk en Spaargaren



Amendement 1, Ambitieniveau


De Raad op 18 juni 2001 bijeen voor de behandeling van de voorjaarsnota 2001


Overwegende dat:

  • er onvoldoende financiële middelen zijn om het nieuwe vastgestelde beleid uit te voeren;

  • het college van mening is dat realisatie van de beleidsvoornemens dienen te worden afgewogen tegen verhoging van gemeentelijke belastingen dan wel ombuigingen;

  • het college voorstelt in de loop van het jaar een verkenning uit te voeren over de hoogte van het ambitieniveau;

  • er sprake is van een forse werkvoorraad en de werkdruk bestuurlijk en ambtelijk daarom hoog;

  • dat het niet verstandig is om nog meer nieuw beleid te ontwikkelen als er geen zich is op financiële middelen om het op korte termijn te kunnen uitvoeren;

  • het gewenst is reeds in 2002 een start te maken met, althans een deel van, het nieuwe vastgestelde beleid;


Besluit:

  • direct na de behandeling van de voorjaarsnota – en niet pas in de loop van het jaar – een brede discussie te voeren over – de hoogte van het ambitieniveau – dus niet alleen de grondslagen – en de mogelijkheden om voldoende financiële middelen te verwerven of vrij te maken voor de uitvoering ervan;

  • het college te verzoeken om bestuurlijke en ambtelijke tijd vrij te maken door het ontwikkelen van nieuw beleid (zie bijlage 5) voor enige tijd te temporiseren.


Het amendement is ondertekent door de heren Van Kuijk en Spaargaren



Mevrouw De Niet: (CDA)

Keuzes maken, daar draait alles om in het leven. Keuzes maken we voortdurend, leuke en minder leuke. Dit gebeurt in ons persoonlijk leven en zakelijk en ook in de politiek. Het college heeft moeilijke keuzes moeten maken bij het opstellen van deze voorjaarsnota, want tal van knelpunten deden zich voor. De keuzes die dan gemaakt worden moeten ook nog helder en duidelijk uit te leggen zijn. Dat kun je alleen maar als je die keuzes hebt onderworpen aan bepaalde kriteria. Is dit knelpunt of deze aanvraag nog uit te stellen zonder daarmee de kwaliteit, de leefbaarheid of de veiligheid geweld aan te doen of in gevaar te brengen? Het college heeft in de nu voorliggende voorjaarsnota zijn keuze bepaald. Het is nu aan de raad om hierover een oordeel te geven. Dit is de derde en laatste voorjaarsnota van dit college. Een nieuw instrument dat zijn nut heeft bewezen en duidelijk gegroeid is in deze jaren. De raad is in een vroeger stadium meer betrokken geraakt bij de voorbereiding van de begroting en het vaststellen van het beleid. Ook de financiele mogelijkheden of onmogelijkheden zijn al vroeg in het jaar in grote lijnen bekend. In dat verband willen wij u complimenteren met het feit dat de jaarrekening dit keer keurig op tijd gereed was en een goed niveau vertoonde, zodat de uitkomst hiervan betrokken kon worden bij de opstelling van deze voorjaarsnota. Dat werkt allemaal mee om op het juiste moment de juiste beslissingen te kunnen nemen.

Op zich verkeert onze gemeente in een redelijk goede financiele positie. We kennen de extra gelden uit de verkoop van de aandelen van het bouwfonds Nederlandse Gemeenten, de gelden uit de verkoop van het GZO, een overschot op de lopende en de meerjarenbegroting en dan denk je dat er dus geen problemen zijn. Dan pakt het in de praktijk toch anders uit. Door een gebeurtenis in ons land in Volendam en Enschedee werden we keihard met de neus op de feiten gedrukt. Toezicht, controle en handhaving werden nr. 1, want niets gaat toch boven de veiligheid van onze inwoners van Zeist. We zullen als gemeente onze verantwoordelijkheden duidelijker moeten nemen om zo doende het vertrouwen van de burger in de overheid niet te beschamen. Daarnaast wil de CDA-fractie echter benadrukken dat de burgers ook zelf verantwoordelijkheid hebben voor hun eigen veiligheid. Dit geldt ook voor de ondernemers, de instellingen en wie dan ook. Men behoort zijn eigen verantwoordelijkheid te nemen en te dragen. De gemeente kan en mag niet voor alles verantwoordelijk worden gesteld. Als alle vergunningen verstrekt zijn en de controles goed uitgevoerd worden, ligt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering bij anderen. Het niet nakomen van deze verplichting zal wat onze fractie betreft in ieder geval resulteren in een harde aanpak. Bij het raadsvoorstel kaderstelling voorjaarsnota 2001 dat wij in maart hebben behandeld, hebben wij gekozen voor een driesporenbeleid. Spoor 1, de voorjaarsnota ligt nu voor ons. Bij spoor 2 is de inventarisatie van de beleidsvoornemens voor de komende raadsperiode aan de orde. Spoor 3 beoogt een samenhangende strategische visie op de toekomst van Zeist te ontwikkelen. Wat ik van de twee voorgaande sprekers van de VVD en de PvdA heb gehoord, denk ik dat dit driesporenbeleid wel uitgevoerd gaat worden. Dus ik begrijp niet zo goed waarom u allemaal problemen ziet. Naar mijn gevoel hebben we dit allemaal in gang gezet en gaat het gewoon zo gebeuren. Daar gaan wij althans van uit. Voor spoor 3 is de inzet van de GZO-gelden bedoeld, alsmede het overschot op de lopende en de meerjarenbegroting. U heeft echter op grond van de vele knelpunten bij het komende beleid moeten besluiten de GZO-gelden nu al in te zetten. De CDA-fractie kan dat begrijpen. Het is niet uit te leggen aan de Zeister burger dat knelpunten nu niet worden opgelost en dat het extra geld op de plank blijft liggen tot dat een nadere toekomstvisie is ontwikkeld. Extra niet geraamde middelen uit de opbrengst van de GZO wil de CDA-fractie echter wel inzetten voor de uitvoering van spoor 3.

De doelstelling van het huidige collegeprogram is om in deze raadsperiode na het realiseren van de ambtelijke reorganisatie en het bezuinigingstraject het voorzieningenniveau ten minste op het peil van 1998 te handhaven. Daarin zijn we geslaagd. Daarnaast is er in de afgelopen jaren veel nieuw beleid in gang gezet en nieuwe visies ontwikkeld. Het college heeft bepaald niet stilgezeten. In de plannen die nu op tafel liggen zoals het isv, het GVVP, het IBOR, de zorgnota, jeugdbeleid, het versterken van de brandweer enz. enz. is nadrukkelijk een kwaliteitsverbetering van het lopend en van het nieuw beleid. Aan plannen geen gebrek. Het komt er nu op aan om de plannen te verwezenlijken op een goed kwalitatief niveau. Wat dat betreft kan ik me wel aansluiten bij de PvdA-fractie als zij zegt dat we voorlopig wel genoeg plannen hebben. Ik denk dat dit ook zo is. Het komt er nu op aan om ze goed uit te voeren. De wijze waarop dit gaat plaatsvinden wordt in belangrijke mate bepaald door de nieuwe raad. De bouwstenen liggen er. Dit is toe te schrijven aan de werkdrift van dit college en de inzet van het ambtelijk apparaat. Daar mogen we best een beetje trots op zijn.

In het raadsvoorstel stelt uw college dat realisatie van de beleidsvoornemens afgewogen moet worden tegen een verhoging van de gemeentelijke belastingen of wel ombuigingen in het bestaande beleid. De CDA-fractie is er vooralsnog niet van overtuigd dat een verhoging van de OZB de enige optie is. Als in de toekomst blijkt dat het in stand houden van ons voorzieningenniveau mede gelet de wensen van onze burgers toch meer financiele middelen vraagt, zullen daartoe eerst alle mogelijkheden onderzocht moeten worden. Daarbij kan dan overigens niet als eerste reddmiddel een verhoging van de OZB betrokken worden. Het heeft echter voor de CDA-fractie nu geen prioriteit.

Het lijkt op het eerste gezicht dat nogal wat posten die als knelpunten zijn opgevoerd en gehonoreerd gericht zijn op de interne organisatie. Terecht is in de commissie door het college de opmerking gemaakt dat het intern goed op orde moet zijn wil je extern goed werk kunnen leveren. Een goede dienstverlening is waar de burger behoefte aan heeft. Er moeten formatieplaatsen bij komen grotendeels door extra taken die het rijk aan de gemeente overhevelt. Traditiegetrouw denkt het huidige kabinet nog steeds dat gemeenten die taken er bij kunnen doen zonder voldoende middelen er bij te leveren. Een voorbeeld daarvan is het huisvestingsbeleid voor de scholen. Daar komen we in de komende jaren miljoenen op te kort. Dat komt niet omdat wij juweeltjes van onze scholen willen maken, maar door het weinige geld dat we van het rijk krijgen. Wij roepen u op bij het verantwoordelijke ministerie hard aan de bel te trekken. Samenwerking met andere middelgrote gemeenten kan daarbij een goed middel zijn. Een bundeling van krachten vesterkt de lobby.

In dit verband wil ik nog even een klein uitstapje maken naar het raadsvoorstel dat nog wordt behandeld over de brede school. In de dekking die daarvoor wordt aangegeven wordt vooruit gegrepen op het voorstel huisvesting scholen. Wij begrijpen dat niet erg, maar daar komen we bij het raadsvoorstel nog wel op terug.

In de commissie heeft mijn fractie ook aandacht gevraagd voor een thema dat niet in de voorjaarsnota is opgenomen, maar dat ons inziens wel van groot belang is voor onze burgers. Daarmee doelen wij op het vaststellen en het handhaven van regels die de belangen van onze burges garanderen. Te denken valt aan het tijdig beantwoorden van brieven en een zorgvuldige beantwoording van klachten en bezwaren. De CDA-fractie is daar niet gerust op. Wij merken nog te vaak dat termijnen worden overschreden. In het onlangs vastgestelde burgerhandvest staan termijnen genoemd die gehanteerd dienen te worden. Wij verzoeken u dringend hier de grootst mogelijke aandacht aan te besteden. Het belang van de burger dient centraal te staan in uw en ons denken en handelen. Bestuurlijke vernieuwing laat ons ook niet meer los. We gaan in het najaar experimenteren met een aantal projecten. Er zal nogal wat veranderen. Wethouders hoeven geen lid meer van de raad te zijn en de fractie. Het college als dagelijks bestuur van de gemeente. De raad als controlerend en kaderstellend orgaan. Raadsleden als voorzitter van een commissie. Meer delegeren van zaken aan het college enz.. Dit alles met het hoofddoel omm eer tijd vrij te maken voor raadsleden om in overleg te treden met burgers, organisaties en instellingen en deze meer te betrekken bij het maken van nieuw beleid en het uitvoeren van bestaand beleid. Een goed voorbeeld daarvan is het initiatief van de burgerraadpleging zoals dat vorige week voor het eerst gehouden is. Het is nog wat onwennig voor iedereen, maar het is toch een stap in de goede richting. Dit zal zeker op korte termijn worden voortgezet.

Tot slot moet de CDA-fractie constateren dat veel van de niet gehonoreerde projecten tot onze spijt ook geen doorgang konden vinden. Wij denken dan bijvoorbeeld aan die projecten die het aanzien van Zeist bevorderen, zoals het IBOR. Met veel enthousiasme is dit plan behandeld en vastgesteld, maar helaas na korte tijd hebben we moeten constateren dat er op dit moment geen geld is voor een gewenste intensivering van dit beleid. Dat doet pijn, maar dat geldt ook voor vele andere projecten. Extra investeringen in het fonds sociale woningbouw. Meer geld voor de brandweer. Handhavingstaken in het algemeen. Meer zorgtaken. Sport en onderwijs en zo kan ik nog wel even doorgaan. Wij vertrouwen er op dat het niet kunnen honoreren van deze wensen niet betekent dat er geen aandacht is voor die specifieke onderwerpen. Alleen is er op dit moment geen financiele ruimte. Dat moeten we helaas accepteren. De financiele situatie dwingt ons er toe.

Wij wachten uw antwoorden met belangstelling af.


De heer Claasen: (GroenLinks)

Ik heb iets merkwaardigs gemeend te moeten waarnemen, namelijk geen burgemeester en geen koek. Wellicht tekent dit onze financiele positie.

Het is weer het gebruikelijke oude liedje. Of het nu om een begroting of om een voorjaarsnota gaat, de financiele strategie is altijd dezelfde. Het kenmerk van het conservatieve Zeister begrotingsbeleid is voortdurend een drieslagstelsel. Privatiseren, bezuinigen en sparen. Diensten die per se moeten maar die geld kosten, besteden we uit. Noodzakelijke uitgaven brengen we terug tot een minimum wat we heroverwegen noemen. Het geld dat we daarmee overhouden stoppen we in een oude sok die we bijvoorbeeld saldireserve noemen of onze vermogenspositie. Jaren lang heeft u op deze wijze het mijn fractie makkelijk gemaakt. Makkelijk gemaakt om een bijdrage voor de behandeling van de begroting of voorjaarsnota te leveren. We hoefden bij wijze van spreken uw voorstel niet eens echt te lezen om een bijdrage te kunnen schrijven. Ook dit jaar dachten wij ons er weer net zo makkelijk van af te kunnen maken. Het gasbedrijf was verkocht en dit heeft vele miljoenen opgeleverd. Het zag er tot enkele weken geleden naar uit dat de winst uit de verkoop van het GZO zoals gewoonlijk opgespaard zou worden. Daarmee was onze bijdrage aan het debat over de voorjaarsnota al meteen voor een belangrijk deel geschreven. Het was dan ook verrassend om op pagina 1 van de voorjaarsnota te lezen dat voorgesteld werd om de resterende GZO-gelden met deze voorjaarsnota daadwerkelijk te gaan gebruiken. U moet u zelf ook verrast hebben, want het was zo bijzonder dat u de betreffende passage extra vet liet afdrukken. Na zo’n formulering sta je als oppositie ineens met je mond vol tanden, want hier lijkt nogal een omslag gemaakt te zijn. Geld dat de gemeente als extra inkomsten binnen krijgt wordt direct voor knelpunten ingezet. Ik zou hierbij een niet voor mij kenmerkende tevredenheid moeten uitstralen. Dat u van deze tevredenheid niets ziet, ligt niet aan uw waarnemingsvermogen. Die tevredenheid is er ook niet. Weliswaar zet u met deze voorjaarsnota de GZO-gelden in, maar in wezen is er aan de financiele systematiek niets veranderd. Als we kijken hoeveel van de beschikbare middelen nu echt worden ingezet, is dat echt niet tevreden stellend veel. Nog nooit is de gemeente Zeist zo rijk geweest als op dit ogenblik. Mevrouw De Niet had het over een redelijk goede financiele positie. Als een vertegenwoordiger van het CDA dit zegt mag je rustig van een understatement spreken. Die rijkdom is weliswaar gespreid over verschillende posten, maar die rijkdom bestaat wel degelijk.


De heer Van Delft: (CDA)

We hebben het over rijkdom, maar ik denk dat je het beter over bezit kan hebben. Het is natuurlijk wel zo dat je in de komende jaren dat bezit moet aanwenden. Het is sedert een behoorlijk aantal jaren gebruikelijk dat het eigen kapitaal in 25 jaar wordt aangewend + de rente daarvoor. Als het ineens weg is kan je het ook niet voor de resterende 24 jaar aanwenden. Dat moet spreker zich toch realiseren.


De heer Claasen: (GroenLinks)

Dat realiseer ik mij heel goed. Vandaar dat ik het ook heb gehad dat de systematiek niet verandert. We weten allemaal of zouden we wellicht moeten weten dat een groot deel van ons vermogen jaarlijks verbruikt wordt. Dat is ongeveer 4%. Vervolgens wordt dat op de een of andere manier aangevuld en dan gebruiken we weer 4% van ons vermogen en zo rolt dat door.


De heer Van Delft: (CDA)

Het is niet alleen 4% maar ook de rente over het totale vermogen in jaarmootjes. De rente over het totaal vermogen is ook nog een keer de omslagrente van 6%.


De heer Claasen: (Groen Links)

Dat is waar, maar ik had het er over dat het vermogen in 25 jaar in stukjes wordt geknipt en ieder jaar gebruiken we 1/25. We schuiven het steeds weer vooruit, maar het verhoudt zich tot ongeveer een percentage van vier procent.

De heer Otten heeft het in zijn bijdrage gehad over de tering naar de nering zetten. Ik neem dat hij hiermee ook bedoelt dat als je vermogen toeneemt je ook meer zou kunnen besteden.

Overigens in die bijdrage leverde de heer Otten nogal stevige kritiek op de door u gehanteerde systematiek. Kritiek op de zoals hij het verwoorde de Swartnorm. Voorgerekend werd dat er zo’n f 36.000.000,- aan niet gedekte projecten is opgenomen. Ik ben heel erg benieuwd hoe dit standpunt zich verhoudt tot de instemming die de heer Otten heeft gegeven met dit voorliggende raadsvoorstel.

Ik zei dat nog nooit de gemeente Zeist zo rijk is geweest als op dit moment. Op pagina 3 van de voorjaarsnota wordt een beschrijving gegeven van onze vermogenspositie, ons bezit in geld. Dan gaat het over allerlei potjes. Allerlei potjes die wij weliswaar een andere naam geven, maar als je de hoogte van de bedragen uit die potjes bij elkaar optelt – en ik heb het dan over reserves, voorzieninngen – kom je op een bedrag van bijna f 130.000.000,-. Hier zitten de GZO-gelden nog niet eens in. We gaan hier niet voorstellen om dit bedrag maar in zijn geheel te gebruiken, maar het zou erg goed zijn als we een keer een discussie zouden voeren over de noodzakelijke hoogte van onze vermogenspositie als geheel. Immers er is sprake van eenf orse toename van die vermogenspositie terwijl daar tegenover een forse lijst van dit jaar gehonoreerde projecten aan ons is voorgelegd. Het vaststellen van een plafond aan onze vermogenspositie lijkt mijn fractie uitermate wenselijk. Om te voorkomen dat deze visie voor kennisgeving wordt aangenomen, stel ik hierbij de vraag of u deze visie in uw eerste termijn van commentaar zou willen voorzien.

Doordat wij structureel niet in staat leken te zijn om tal van projecten uit te voeren waarvoor wel middelen gereserveerd waren, blijft er eigenlijk even structureel geld over. Deze buffer zou ook kunnen worden ingezet om nu niet gehonoreerde projecten alsnog mogelijk te maken. Als we bijvoorbeeld het minimum bedrag dat we de laatste vijf jaar hebben overgehouden inzetten levert dat een aardige mogelijkheid op.

Een van de projecten waar nogal wat geld voor uitgetrokken wordt is de ontwikkeling van het Rond. Dit is met name het postkantoorquadrant. Niet heel erg duidelijk uit de ter beschikking gestelde informatie blijkt waar dit geld nou precies voor bestemd is. Kosten voor een versnelde ontwikkeling van het bestemmingsplan en of misschien moet ik zeggen of de aankoop van een deel van het gebied. Onduidelijk is het voor ons ook hoe de nu gevraagde investering verwerkt wordt in de totale exploitatie. Staan tegenover de nu voorgelegde uitgaven te zijner tijd ook inkomsten? Als dat zo is – en dat is niet onaannemelijk – moeten die inkomsten toch ook in de gehele exploitatie zichtbaar worden. Voorlopig staat er alleen nog maar een half miljoen aan uitgaven structureel geboekt. Met die uitgaven heeft mijn fractie de grootste moeite. Hoe staat het met de verantwoording van deze uitgaven in relatie tot andere noodzakelijke maar niet gehonoreerde uitgaven? We kunnen ons best voorstellen dat aan de ontwikkeling vanhet Rond iets gedaan wordt en dat dit geld zal moeten kosten. Er zijn nog meer projecten die ook zouden moeten en die ook geld kosten. Wij vragen u om aan te geven wat de maatschappelijke noodzaak is om dit project te honoreren. Immers zoals het nu voorgelegd wordt, lijkt er op voor ons niet inzichtelijke gronden een afweging gemaakt te worden. Afhankelijk van uw reactie zal mijn fractie in tweede termijn met een amendement komen.

Een van de punten die in deze voorjaarsnota opvalt is de positie van het gebouw waarin wij nu vergaderen. Het Slot brengt al vele jaren een terugkerende kostenpost met zich mee. Je kunt je afvragen of dit wel helemaal juist is. Wat mijn fractie betreft mag het Slot aan de gemeente best wat kosten. Als het Slot maar een voor Zeist essentiele maatschappelijke functie heeft. Voor ons zijn er nogal wat vraagtekens te plaatsen bij de functie die het Slot voor de Zeister gemeenschap vervult. Zou u aannemelijk kunnen maken dat de middelen die wij structureel voor het Slot beschikbaar stellen in een redelijke verhouding staan tot de functie die het Slot voor de Zeister gemeenschap heeft?

Bij de niet gehonoreerde projecten viel ons op dat de algemeen regisseur voor het wijkgericht werken geschrapt is. Dat verbaast ons. Wijkgericht werken is nog steeds een speerpunt van uw beleid. Dat is nadrukkelijk als zodanig in het collegeprogramma vastgelegd. Nu wordt voorgesteld om binnen de bestaande budgetten de kosten voor de algemeen regisseur op te vangen. Dit lijkt een hele creatieve gedachte, maar de bestaande budgetten waren al ergens voor bestemd. Wat gebeurt er door de hier feitelijk voorgestelde verschuiving nu niet?

Een beperkt bedrag kan nodig zijn om te kijken of er alternatieve financieringsbronnen zijn voor sociale woningbouw, zeker nu de dws-subsidie is weggevallen. Het voor dit onderzoek noodzakelijke bedrag heeft u geschrapt. Wat zijn de consequenties van dit schrappen voor de mogelijke voeding vanhet fonds sociale woningbouw?

Bij de gesubsidieerde instellingen als Omnium heeft u geconstateerd dat er sprake is van problemen die met financiele middelen opgelost moeten worden. Een terechte constatering! Voor de door Omnium aangedragen problematiek stelt u voor om 5% van het beschikbare bedrag beschikbaar te stellen. Kunt u aangeven welk gedeelte van de problematiek nu niet kan worden aangepakt?

Ik kom afsluitend bij een tweetal punten op het gebied van het onderwijs. Bij het onderwijsachterstandenbeleid zien we dat u het gel dvoor de uitvoering van wettelijk verplichte taken niet beschikbaar stelt. Het gaat om zoals u zelf in de voorjaarsnota zegt om wettelijk verplichte taken. Kan dat dan?

Een van de onderwijsprojecten dat aantoonbaar veel rendement oplevert is voor- en vroegschoolse educatie. Projecten bedoeld om problemen in een zo vroeg mogelijk stadium op te sporen en aan te pakken. Op dit gebied is er sprake van voortdurende al enkele jaren in gang gezette projecten die nu noodzakelijk een vervolg moeten krijgen. Tot onze verbazing is dit project niet gehonoreerd. Wij vragen met klem of het voorstel om hiervoor geen geld uit te geven te heroverwegen. Dit is een van de onderwerpen die wat ons betreft vatbaar zijn om door mij geamendeerd te worden.

Tot slot: Ogenschijnlijk lijkt u in de inleiding van de voorjaarsnota een royaal gebaar te maken. Tegen de achtergrond van onze totale voorzieningen en tegen de achtergrond van de hoeveelheid aan te pakken problemen stelt dit gebaar te weinig voor. De omvang en de vrijwel structurele groei vermogenspositie maakt het voor de aanpak van knelpunten in deze voorjaarsnota mogelijk dat meer geld ingezet wordt dan u nu voorstelt.


De heer Van Ballegooijen: (SGP/ChristenUnie)

Vanmdaag is de laatste voorjaarsnota van deze raadsperiode aan de orde. Dit is een goed moment om nog eens stil te staan bij de financiele positie van de gemeente voor de komende begroting en de jaren daarna. Op dit moment kunnen wij constateren dat er met betrekking tot de opzet van de voorjaarsnota we gegroeid zijn naar een volwaardig product. In de voorjaarsnota kunnen we al dadelijk de opbouw zien waarin alles is verwerkt zoals het er nu voorstaat. De financiele resultaten, de jaarrekening 2000 komen nog aan de orde in deze vergadering. We hebben de financiele effecten voortvloeiende uit de gemeentecirculaires. We hebben een weergave van onze vermogenspositie en risico-analyses. Afgezien van het bovenstaande is mijn fractie niet zo gelukkig met de inhoud van de voorjaarsnota. Wij en voorgangers hebben het al gememoreerd dat we graag andere cijfers en minder knelpunten hadden gezien. Het heeft ook een oorzaak. Toen we vorig jaar meevallende cijfers vernamen uit de meicirculaire en de komst van de GZO-gelden was dat verwachtingspatroon gerechtvaardigd. Echter de praktijk is weerbarstig. Hadden we na de magere jaren van 1994-98 en een stabilisatie van de voorzieningen en lastendruk aan het eind van deze raadsperiode eigenlijk niet wat meer financiele lucht verwacht? In ieder geval mijn fractie wel. Ik zei het al, de praktijk is weerbarstig. Opnieuw zijn er exogene gebeurtenissen en omstandigheden die er voor zorgen dat we ingrijpende keuzes moeten maken ten koste van een aantal knelpunten. Die exogene omstandigheden zijn ons allen bekend. Extra investeringen op het gebied van de handhaving van de openbare orde en veiligheid. Gebeurtenissen in ons land die ons weer met de neus op de feiten hebben gedrukt. Daar kunnen we niet omheen. Het moet een hoge prioriteit krijgen inhet belang van onze burgers. Ik pleit daar niet voor het eerst voor. Met name bij de algemene beschouwingen hebben wij daar aandacht voor gevraagd.

De keerzijde van de medaille is wel dat een aantal knelpunten en veel nieuw beleid op de plank moet blijven liggen. We moeten opnieuw keuzes maken. Aan het handhavingsbeleid en de openbare orde kleeft een fors prijskaartje. De VVD en ook de PvdA en misschien ook anderen hebben gepleit met name voor het uiteenlopen van het verwachtingspatroon en het realiseringsvermogen. De miljoenen zijn al over de tafel gegaan. De heer Otten noemde al f 52.000.000,-. De heer Claasen f 130.000.000,-. Ik denk dat er toch een kern van waarheid in zit. Om alles maar door te schuiven naar de voorjaarsnota om dan in de finale te laten zien dat er bijna toch eigenlijk niets mogelijk is, is frustrerend. Dit is niet alleen voor de burgers voor wie een verwachtingspatroon geldt, mar eigenlijk ook voor ons. Is het niet ons zelf bij de neus nemen om die dingen in het vooruitzicht te plannen om dan te moeten constateren dat we nu en mogelijk ook in de toekomst er geen geld voor hebben?

Die gewijzigde exogene omstandigheden hebben er voor gezorgd dat er een forse impact is op de zo schaarse middelen. Andere fracties hebben het ook al gezegd. Ook wij hadden graag meer geld gezien voor het fonds sociale woningbouw, voor het wijkgericht werken, het vrijwilligerswerk, zeg maar het cement van de samenleving. De feiten omstandigheden zijn nu anders. De realiteit van vandaag is dat we daar niet aan kunnen voldoen. Mijn fractie vindt meer aandacht voor handhaving en openbare orde en veiligheid prima. Toch geef ik u wel als waarschuwing mee, we moeten wel oppassen dat het uitgavenpatroon geen overdadig karakter gaat krijgen als u begrijpt wat ik bedoel. Exogene omstandigheden kunnen ernstig zijn. Ik denk dat ook in dit geval gevoel en verstand samen moeten gaan, zeker als we moeten zien wat er op de plank moet blijven liggen. Alles overziende geldt in onze visie dat wat het zwaarst is het zwaarst moet wegen. Dan kiest mijn fractie voor die veiligheid en handhaving. Dan zullen de niet gehonoreerde projecten helaas nog op de plank moeten blijven liggen.

Onlangs heb ik in de commissie bestuur de handhaving en alles wat daarmee mis is al aan de orde gesteld. Toch blijkt telkens weer dat geweldexplosies aan de Tweede dorpsstraat maar doorgaan. Hoever staat het eigenlijk met de uitvoering van de beveiligingscameras? We spreken van een op drie maar we zien bij de gemeenten van boven de 50000 inwoners al een of twee.

De meicirculaire van vorig jaar viel mee. We kregen meer dan we gedacht hadden. Op dit moment wordt het een en ander doorgerekend wat de meicirculaire van dit jaar opbrengt. Kan daar al iets van gezegd worden? Als deze opnieuw meevalt, moeten we toch oppassen voor een grote hoerahstemming. Meevallers in de meicirculaire zijn gekoppeld aan het economisch gunstig klimaat in ons land. Om projecten structureel te financieren met meevallers uit de meicirculaire is naar mijn overtuiging riscant omdat de vraag levensgroot boven de markt hangt of de economische vooruitgang die wij nu kennen wel op dit niveau gehandhaafd blijft.

De tarieven: De vraag die bij ons en ook bij andere fracties om de hoek komt kijken en ook al is geuit vanmiddag is of een verhoging van de tarieven een bijdrage kan leveren aan de lijst van niet gehonoreerde knelpunten. Als ik de stijging van onder andere de OZB voor het volgend jaar bekijk, wordt die misschien wel met 12% verhoogd als de zaak tegenvalt. Dan denk ik dat we onze burgers niet echt blij maken met nog meer verhogingen in het vooruitzicht. Mijn fractie vindt dan ook dat aan het einde van een raadsperiode niet meer naar deze mogelijkheden gegrepen dient te worden. Dit lijkt mij een onderwerp voor het volgende collegeprogramma in verband met het dan vast te stellen ambitieniveau.

Wat mijn fractie van harte ondersteunt is het initiatief dat genomen is om de financiele positie van middelgrote gemeenten als Zeist, Assen en Den Helder wat sterker op de politieke agenda in Den Haag te plaatsen. De financiele scheefgroei ten opzichte van de grote gemeenten gaat wel erg grote vormen aannemen. Het lijkt er op dat alleende grote gemeenten geconfronteerd worden met problemen op het gebied vanhet onderwijs, openbare orde en veiligheid, allochtonenbeleid enz.. Het lijkt er op dat de middelgrote gemeenten steeds meer het financiele haasje zijn. Telkens kunnen we constateren dat de overheid enerzijds veel aandacht en geld besteedt aan grote steden en anderzijds aan het platteland. Kennelijk denkt men dat de middelgrote gemeenten geen problemen hebben. Via een gezamenlijke belangenbehartiging zullen we aan de provinciale en aan de landelijke politiek duidelijk moeten blijven maken waarmee wij als middelgrote gemeenten te kampen hebben. Het lijkt mij niet onlogisch in het kader van de Europese eenwording om ook eens in Brussel rond te kijken of daar voor onze gemeente nog wat euro’s te halen zijn.

Per 1 december 2000 heeft de bestuurscommissie voor het openbaar primair onderwijs in Zeist haar taken teruggegeven aan de gemeente. De gemeente is dus weer het bestuur van het openbaar onderwijs. Mijn vraag is dan ook hoe het nu loopt. Is na deze verantwoordelijkheidswisseling alles weer onder controle?

Mijn fractie is blij dat het college tot het inzicht is gekomen dat we zo langzamerhand grote risico’s gingen en gaan lopen met de ontwikkeling en voorbereiding van allerlei projecten die in gang zijn gezet en nog lange tijd kunnen duren. Wij waren dan ook verheugd toen we in de voorjaarsnota konden lezen dat het systeem wordt omgebogen naar een voorziening. Met de vervroegde inzet van de GZO-gelden die eerder voor spoor 2 waren bestemd, moeten nu gebruikt worden als dekking voor knelpunten. Mijn fractie kan hiermee leven. Volgend jaar zullen we dan moeten bezien welke gevolgen dat heeft voor spoor 2 en 3. Om de dekking rond te krijgen voor gehonoreerde knelpunten is ongeveer een miljoen uit de saldireserve gehaald. Graag hadden we gezien dat dit miljoen weer gebruikt had kunnen worden voor andere projecten. Ik heb begrepen dat de afspraak is gemaakt dat wanneer er meevallers zijn die moeten terugvloeien.

Tot slot, ik heb al eerder gememoreerd dat de voorjaarsnota aangeeft hoe we er voorstaan en wat de mogelijkheden en onmogelijkheden zijn. U begrijpt dat wij bij veranderende omstandigheden vrij zijn om bij de begroting en meerjarenbegroting andere standpunten kunnen innemen. Voor mij is een aantal sprekers geweest dat een aantal moties heeft ingediend. Ik heb ze even doorgelezen, maar heb er op dit moment nog geen standpunt over. Ik wil graag de reactie van het college horen. Dan komen wij er in tweede termijn nog wel op terug.


De heer Van Gemeren: (D66)

Meerdere sprekers hebben vanmiddag gememoreerd dat het de derde keer is dat wij in deze raad een voorjaarsnota bespreken sinds het aantreden van dit college. Meerdere sprekers hebben ook aangehaald de toon van het college in dit voorstel. Het financieel perspectief wordt steeds somberder door de veelheid van ontstane knelpunten. Die liggen op het terrein van de openbare orde en veiligheid, de bedrijfsvoering, achterstallig onderhoud, meer dan trendmatige budgetontwikkelingen – lees marktontwikkelingen – en knelpunten op het gebied van de ruimtelijke ordening. Hoe zou het zijn als Zeist geen aandelen bank nederlands Gemeenten had verkocht of gedeeld had in de GZO-opbrengsten? Die vraag hebben meerdere sprekers voor mij ook hardop gesteld. U noemt als kernthemas van het collegeprograma de stabilisatie van de door ombuigingen bereikte lagere voorzieningenniveau en de ontwikkeling van nieuwe visies, plannen en beheersprogramma’s. Aan plannen, visies en beheersprogramma’s geen gebrek. Ik zal ze niet alle noemen. Ze zijn vanmiddag al in deze raad genoemd. U zegt dat alle genoemde nota’s als centraal thema dragen dat ze een versterking van het ambitieniveau betekenen. Nu wilt u met de raad verkennen of en in hoeverre een dergelijk ambitieniveau wenselijk is en hoe wij dat in onderlinge samenhang kunnen brengen. D66 vraagt zich af nu pas? Wat verstaat het college eigenlijk onder het versterken van de ambitie? De ambitie wordt toch uitgedrukt in minder of meer, hoger of lager? Bij de voorjaarsnota 2000 heeft D66 al haar zorgen geuit over de kwaliteit van het voorzieningenniveau in deze gemeente. Een voorzieningenniveau dat nog niet op het peil is zoals het college dat wenst. Dit bleek uit de veelheid van de gemeentelijke plannen. Er is achterstand niet alleen op het gebied van de brandweer, maar voorop op het gebied van het onderwijs, de jeugd, ouderen, gehandicapten, het milieu, verkeer en vervoer en het functioneren van het bestuur. Broodnodige voorzieningen waarvan naar de mening van D66 grote groepen burgers door de financiele handboeien vanhet college in hun functioneren worden bedreigd. Die financiele handboeien van het college waar we het vorig jaar al over spraken zijn alleen maar knellender geworden. Zo knellend dat het college niet anders kon dan ook het restant van de GZO-middelen nu al in te zetten. De spanning tussen enerzijds dringende knelpunten en anderzijds de beschikbare middelen zou anders onaanvaardbaar groot geworden zijn. Bijna zou ik denken dat de raad te vroeg het GZO-deel heeft verdeeld als ik nu de bergen knelpunten van het college zie. Steekt de f 100.000,- voor de imagoverbetering bij de entrees van Zeist niet schril af tegen de nood van de gesubsidieerde instellingen? Zou het geld voor de startersregeling toch niet beter besteed zijn aan het verbeteren van het onderwijsachterstandsbeleid? Het amendement van D66 werd toen met een hele grote meerderheid verworpen. Over startershypotheken gesproken, deelt het college de mening van de in het Utrechts Nieuwsblad van 19 mei 2000 van een medewerker van het Sociaal-Cultureel Planbureau gedane uitlatingen dat het CDA-voorstel ondoordacht is? Het rammelt aan alle kanten. Het is een duistere regeling en het zet geen zoden aan de dijk. Zo ja, zou u dan niet iets anders met die f 135.000,- kunnen en willen doen?

Gezien het bovenstaande is het toch met wat schroom dat D66 alsnog met een ander amendement komt.

Zoals gezegd mocht de raad een deel van de GZO-gelden ten bedrage van f 7.000.000,- verdelen of structureel f 550.000,- los van het driesporenbeleid. Dat gebeurt uiteindelijk in de vergadering van 14 mei. Op het voorstel van D66 om een lokatieset voor Slotstad radio ter beschikking te stellen werd medegedeeld dat er nog overleg gaande was met Slotstad radio en tv. Echter dit bleek te gaan over de tv-faciliteiten in de raadszaal, terwijl wij spraken over radiofaciliteiten. Vervolgens sprak op de dag der bestuurlijke vernieuwing Gertjan Kats mij aan. Hij vertelde mij dat hij voor het slapen gaan op maandagavond had bedacht dat er nog geld was blijven liggen van het bedrag van f 550.000,- te weten f 2.000,-. Hij had bedacht dat dit restant overeenkomt met een eenmalige investering van f 25.000,-. Dat was precies voldoende voor de aanschaf van een nieuwe complete lokatieset voor Slotstad radio en televisie. Ik heb hem bijna omhelsd voor dit grandioze idee en ik heb hem gezegd hierop terug te komen bij de behandeling van de voorjaarsnota 2001. Dat is vandaag. Het verheugt mij dan ook dat mijn fractie vanmiddag mede namens de fractie van SGP/ChristenUnie een amendement mag indienen waarin voorgesteld wordt een complete nieuwe radioset aan de vrijwilligers van de afdeling radio van Slotstad ter beschikking te kunnen stellen. Daarmee kan men rechtstreeks verslag doen van wat er gaande is in Zeist. Dit is een besteding waar veel burgers in Zeist profijt van kunnen hebben en waardoor de communicatie met de Zeister burger verbeterd kan worden. Dat de hele raad deze mening is toegedaan blijkt wel uit het feit dat alle fracties het amendement mede ondertekend hebben. Laat dit als een geschenk van de Zeister raad opgevat worden ter gelegenheid van het binnen kort in gebruik nemen van de nieuwe studio van Slotstad radio en televisie in Couwenhoven en het in gebruik nemen van de gerenoveerde raadszaal van het gemeentehuis. Ik overhandig u hierbij het amendement.


Amendement 2, Slotstad RTV


De Raad van Zeist in vergadering bijeen op 18 en 19 juni 2001


Behandelende het voorstel van het college van burgemeester en wethouders met als onderwerp “Voorjaarsnota 2001” (raadsvoorstel 2001-67);


Gelezen de wens van Slotstad RTV een complete nieuwe locatieset aan te schaffen bedoel voor haar radiotak waarmee rechtstreeks erslag kan worden gedaan van wat er ook maar gaande is in Zeist;


Overwegende dat dit een eenmalige uitgave is die de begroting van Slotstad RTV overstijgt;


Van mening dat hiermee veel burgers van Zeist luisterprofijt van kunnen hebben en waardoor ook de communicatie met de Zeister burger verbeterd kan worden;


Mede overwegende:

  • dat binnenkort Slotstad RTV haar nieuwe studio in Couwenhoven betrekt en de raad haar verbouwde raadszaal;

  • dat van het budget, genaamd spoor 4, nog een ƒ 2.000,-- structureel, overeenkomende met ƒ 25.000,-- incidenteel, niet is aangewend;


Besluit:

ƒ 25.000,-- voor de aanschaf van een nieuwe complete locatieset voor Slotstad RTV ter beschikking te stellen en de dekkin g te halen uit het restand deel van de GZO-gelden dat de raad ter verdeling ter beschikking stond voor Spoor 4.


En gaat over tot de orde van de dag.


Het amendement is ondertekent door de heren Van Gemeren, Kats, Otten, Van Buël, Prikken, Van Kuijk en de dames De Niet, Spruijt en De Jong.



Terug naar de berg van knelpunten! D66 vraagt zich af of het college al deze ellende niet over zichzelf heeft afgeroepen. De ene adviseur na de andere is binnen de gemeentehuismuren gehaald om zijn of haar adviezen op duur papier neer te schrijven. Schetsen en plannen genoeg, maar de rekening is te hoog om alles te realiseren. Het college doet D66 denken aan de keizer die steeds weer nieuwe kleren wilde hebben. Een zwakte die bekend werd onder twee bedriegers. Die wilden de keizer wel even helpen aan het nieuwste van het nieuwste. Zijn raadslieden wilden niet zeggen wat zij werkelijk zagen uit angst om als dom versleten te worden. Een kind moest in zijn oprechtheid de grote mensen de ogen openen. De keizer loopt in zijn blootje. In maart 2002 zal naar de mening van D66 hopelijk de kiezer dit college de ogen openen. Dit college dat steunt op de VVD, PVDa, CDA en SGP/ChristenUnie wilde van alles, maar had niet de politieke moed om keuzes te maken en het geld neer te leggen voor wat het allemaal wilde. Zeggen is kennelijk een ding en doen iets anders. De PvdA krijgt al spijt en probeert voorzichtig een discussie te beginnen om de OZB-tarieven een beetje omhoog te gooien. De niet gehonoreerde knelpunten alleen al zou een tariefsverhoging van 35% nodig maken hoorden wij in de commissie.


De heer Van Kuijk: (PvdA)

Die opmerking over de OZB heb ik vanmiddag niet gemaakt.


De heer Van Gemeren: (D66)

Nee, ik doelde even op de raadscommissie. Dat konden de burgers in de Zeister krant ook lezen.


De heer Van Kuijk: (PvdA)

Houd u zich aan de woorden die ik vanmiddag heb gesproken. Dat lijkt mij wel zo safe.


De heer Van Gemeren: (D66)

Het is voor ons in ieder geval wel een conclusie dat wij iets hebben gehoord in de commissie. Wij hebben ook gehoord dat aan het eind van die vergadering die suggestie schielings weer werd teruggetrokken omdat de PvdA naar onze mening…


De heer Van Kuijk: (PvdA)

Ik heb in de commissie duidelijk gezegd datgene wat het college zelf heeft gezegd over een lastenverhoging. We kunnen dat best onderzoeken omdat we een probleem hebben. Ook heb ik nog vier of vijf andere mogelijkheden genoemd. Ik heb ze vandaag herhaald omdat we ze in totaliteit in de door ons voorgestelde discussie willen bekijken. Ook anderen hebben dat gezegd. Dat is de helderheid en niet wat u nu suggereert.


De heer Van Gemeren: (D66)

Dat klopt mijnheer Van Kuijk! U heeft meerdere mogelijkheden genoemd, waaronder de mogelijkheid van een discussie over de hoogte van het OZB-tarief. Wij hebben vorig jaar geprobeerd een aanzet te geven tot die discussie omdat wij dachten dat het college daar ook om vroeg. Wij hebben dat toen misbegrepen. Wij doen dit jaar daar niet meer aan mee. Het is op dit moment een gelopen race. Het is alleen de vraag waar de knelpunten zijn gebleven waar we het over hadden. In de commissie hebben we er naar gevraagd. Daar vonden wij een brief van het college aan de raad, waarin uitvoerig de achtergrond van de knelpunten van de voorjaarsnota 2000 worden geschetst in relatie tot die van 2001. Onze dank aan het college voor die voortreffelijke uiteenzetting. Alleen mis ik nog een knelpunt dat we wel meer in deze raad hebben besproken en dat is de f 600.000,- om het milieu in Zeist op een aanvaardbaar niveau te brengen. Dit voorstel kom ik nergens meer tegen. En dan ook niet de stuivers vergeten waarvan wethouder Van Brenk vorig jaar de raad nog verzekerde dat die er nog bij moesten voor de uitvoering van het GVVP boven de f 250.000,- die de raad toen ter beschikking had gesteld bij de voorjaarsnota. Nu blijkt in antwoord op vragen van D66 zelfs dat er 215000 stuivers minder nodig zijn om het hoge ambitieniveau van het GVVP te kunnen realiseren. Dit terwijl een vertaling in financiele zin van het GVVP ondanks ons aandringen nog niet voorhanden is. U kunt zich nog herinneren dat we niet wilden instemmen met een dergelijke blanco cheque. Nu komen ook andere partijen. Ze worden wakker en zien wat er gebeurt. De Swartnorm wordt veranderd in de een-op-een-norm van de VVD of terwijl de Ottennorm. De heer Van Kuijk komt zelfs met een Kuijknorm om te kijken of we al kunnen kijken of we de meevallers toch niet een beetje kunnen aanwenden bij de begroting. Wij zijn nieuwsgierig naar de antwoorden van het college op de in deze raad gestelde vragen.

Ik heb al eerder gezegd dat als je het ambitieniveau van genoemde beleidsnota’s bij elkaar optelt in financiele zin je op meer dan een verdubbeling van het OZB-tarief komt. Als ik de bijdrage van de heer Otten hoor en zijn berekening van f 36.000.000,-, kom je tot nog hogere bedragen.

Wij hebben vanmiddag gemeend niet nogmals een bijdrage te leveren aan de OZB-discussie, maar wij hebben gekeken naar wat het college heeft aangemeld als knelpunten en of dit nou ook echte knelpunten zijn waarmee we uit de voeten kunnen. Kan het misschien ook anders, kan het beter. Kan het misschien een ietsje minder hier zodat ergens anders ietsje meer kan. D66 kiest daarbij dezelfde indeling als het college in zijn voorstel aan de raad, maar zal daaraan nog een categorie toevoegen, namelijk knelpunten bij de gesubsidieerde instellingen.

Dan hebben we het eerste punt van de openbare orde en veiligheid. D66 betreurt het dat rampen als in Volendam en Enschedee gemeenten moeten dwingen om een einde te maken aan de handlichting van allerlei regels en de noodzaak van adequate handhaving. Wij wisten dat de opkomst van de Zeister brandweer qua opkomsttijden onder de maat is en ook in pesonele zin behoeft men dringend versterking. Misschien dat we daarmee in de toekomst kunnen voorkomen dat een monument als het Slot in brandpreventieve zin onder de maat is. Als we het handhavingsplan beoordelen, kunnen wij ons niet aan de conclusie onttrekken dat kennelijk al jaren het handhavingsniveau sterk onder de maat is. Dat bleek ook al uit onze vragen naar aanleiding van illegale sloopactiviteiten bij de bunzing. Wat deze punten betreft heeft u D66 aan uw zijde.

Wat de bedrijfsvoering betreft zegt het college dat door ontwikkelingen intern en extern de formatie op enkele plaatsen onder druk is komen te staan. U noemt een aantal van die punten. Wij kijken naar een zestal punten. In de eerste plaats de uitbreiding met een halve formatieplaats op de afdeling assurantien. In de commissie heeft een aantal partijen daar naar gevraagd. U heeft gezegd dat zelf doen beter is dan uitbesteden. D66 vraagt zich af hoeveel schadeclaims door een halve formatieplaats in een jaar behandeld worden. Bij de rekening over 2000 bleek bij dit onderdeel er een voordeel te zijn van f 22.000,-. Hoe rijmt u dit? D66 vindt ook hier dat voorkomen beter is dan genezen. Wie de jeugd heeft, heeft minder vandalisme. Wij stellen daarom voor Een deel van de geraamde middelen ad f 63.000,- in te zetten voor het poppodium de Peppel. Graag willen wij een reactie van het college op dit voorstel.

Wat betreft de uitbreiding van de capaciteit wijkbeheer zegt u dat door de uitgifte van meer vergunningen er meer toezicht moet zijn op de uitvoering. Wij vragen ons af of dit niet al staat in het handhavingsbeleidsplan. Kunnen de aangestelde toezichthouders daar niet in voorzien? Wij schatten in dat de op de groene pagina’s bedoelde handhavers ten dele kunnen worden ingezet voor die handhavingstaken. U schat het inverdieneffect met de huidige krachten al op f 160.000,-. Is het college het met ons eens dat dit inverdieneffect nu al bestaat en dat dit als zodanig kan worden aangewend? Zo ja, kan met dit geld zonodig dit project worden gedekt en het nettodeel van de f 25.000,- voor het implementatietraject handhavingsplan worden gebruikt. D66 stelt voor met dit geld voor f 55.000,- een ander knelpunt op te lossen, te weten een investering in de klimaatverbetering in de Klinker. De heer Spaargaren en ik waren toevallig afgelopen zaterdag in de Klinker. Ik weet niet of hij het zelf heeft ervaren, maar de klimaatbeheersing vond ik daar op de open dag ver onder de maat. Graag ook een reactie van het college op dit wijzigingsvoorstel.

In de derdep laats de uitbreiding met twee en een halve plaats bij sociale zaken. Ook bij dit voorstel heeft D66 de nodige vragen. Wij constateren dat in vier jaar tijd het klientenbestand gedaald is met zo’n 20%. Dit zijn 300 cliëntenminder. In voorafgaande jaren heeft de formatie al een uitbreiding ondergaan als inhaalslag. U bent dacht ik nu op orde. Over welke nieuwe wettelijke taken heeft u het? Is het niet zo dat met de nieuwe wettelijke taken er ook aanvullend geld moet komen? Ik dacht dat een motie van het CDA van vorig jaar het college daarom vroeg. U gaat er van uit dat u vanaf 2004 f 175.000,- terug krijgt van het rijk en u noemt dat dan een inverdieneffect. D66 stelt voor voor de jaren 2002 en 2003 niet verder te gaan dan f 115.000,- en het resterende deel van f 175.000,- voor 2002 en 2003 aan te wenden voor het oplossen van een ander knelpunt, te weten de voorschollse en vroegschoolse educatie. Dit is project s51. Ter toelichting het volgende: Op 3 juli 2000 is een raadsvoorstel behandeld inzake het gemeentelijk achterstandsbeleid. Zo’n 21,5 schoolgaande kinderen verkeert in een achterstandssituatie. U heeft de middelen genoemd die nodig zijn. Alleen wij zien de bedragen terug op de groene pagina’s. Ze zijn niet op de gele pagina’s gezet en dat betekent dat ze niet gehonoreerd kunnen worden. Daarom ook dit wijzigingsvoorstel van D66.

Als ander knelpunt noemt u de werving en selectie. U heeft zo’n f 60.000,- extra nodig. Met andere fracties in de commissie vraagt D66 zich af of dit zo nodig moet. Misschien kan het college deze uitgave dekken door in de gemeenterekening 2000 gesignaleerde nadelen van het tijdschrijven te voorkomen door een dekkend en sluitend tijdregistratiesysteem. Een andere suggestie van D66 is om de nadelen van bovenmatig ziekteverzuim te voorkomen. In dit verband hebben wij het volgende concrete wijzigingsvoorstel: College gebruik dit geld voor een preventief ziekteverzuim en bied de medewerkers van de gemeente Zeist de mogelijkheid om zich tijdens het werk te laten masseren. Stoelmassage als middel ter voorkoming van klachten als r.s.i.. De burgemeester van Cappelle aan de IJssel schreef in het p.e.g.-magazine van 8 juni hierover een inspirerend verhaal. Graag de reactie van het college op dit wijzigingsvoorstel.

Dan kom ik aan het punt van hogere kosten voor telecommunicatie. Het college stelt dat de kosten van telefoon structureel f 120.000,- hoger zijn dan geraamd. Dit blijkt niet uit de gemeenterekening over 2000. Daarin wordt zelfs een voordeel geboekt van f 35.000,-. College, kunt u dit verschil verklaren? Kan dit geld niet beter besteed worden aan de brede school? Graag de reactie van het college op dit wijzigingsvoorstel.

Het laatste knelpunt is de functie van het Slot. U stelt terecht dat de raad besloten heeft om voor f 100.000,- de salesfunctie van het Slot te versterken. Nu stelt u voor te komen tot een structurele uitbreiding en dan bedragen de meerkosten plotseling f 80.000,-. Voor 2001 en 2002 behoeve we geen meeropbrengst te verwachten, onder meer door een aantal verbouwingen in het Slot. D66 is niet tegen een zekere benutting vanhet Slot voor andere activiteiten, maar naar onze mening staat de f 50.000,- meeropbrengst uit commerciele verhuur niet in verhouding tot de noodzakelijke meerkosten van de structurele uitbreiding van de salesfunctie. Wij stellen voor om de vrijvallende middelen te gebruiken om een ander knelpunt op te lossen, te weten punt s23 Omnium. In die zin hebben we gehoord in de raadsvergadering van 12 februari dat we niet praten over de vermeulennorm maar over een zorgvuldigheidsnorm. Wij vragen het college om nu te kiezen voor zorgvuldigheid ten aanzien van Omnium. Graag een reactie op dit wijzigingsvoorstel van D66.

Tenslotte het punt van de ruimtelijke ordening. De heer Claasen van GroenLinks heeft het daar ook over gehad. Voor de ontwikkeling vanhet Rond is een investering van f 5.800.000,- nodig. In de commissie ruimte hebben wij schriftelijk gevraagd om een onderbouwing van de kosten voor de herziening van het bestemmingsplan het Rond. U verwees naar het verslag. Alleen uit het verslag werd ik niet veel wijzer. Uit een telefonisch contact met het hoofd van de productgroep ruimte dit weekend is mij de financiele onderbouwing duidelijk geworden. Alleen blijft D66 toch met de politiek prangende vraag zitten hoe gezien het grote beslag op de algemene middelen op een begroting van f 500.000,- per jaar voor een klein bestemmingsplan hoe dat zich verhoudt op het kleinere beslag dat het GVVP met zich meebrengt. Hoe moeten we dat in de komende jaren met elkaar rijmen? Zijn er financieeltechnisch gezien geen andere oplossingen te bedenken om een deel van deze investering af te dekken? Meer wil ik in eerste termijn er niet over zeggen. Ik denk dat het college aan een half woord genoeg heeft. Rest ons te zeggen dat D66 met meer dan grote nieuwsgierigheid het antwoord op de bijdrage van ons afwacht. Wij hebben gemeend dit jaar onze wijzigingsvoorstellen niet apart in een amendement te moeten gieten. Het college krijgt straks de tekst van ons en allemaal krijgt men de tekst van ons met de wijzigingsvoorstellen. In de wandelgangen kunnen wij van u horen of er in deze voorjaarsnota wijzigingen mogelijk zijn op grond van de vooronderstellingen die wij hier hebben gepresenteerd. Wij vinden nu handelen beter dan te wachten tot volgend jaar of tot de begroting.


De heer Van Ballegooijen: (SGP/ChristenUnie)

Voordat de heer Van Gemeren wegloopt heb ik nog een verzoek aan hem. Hij heeft mijn fractiegenoot de heer Kats gecomplimenteerd voor de suggestie die hij heeft gedaan met betrekking tot het amendement. Alleen dat is zo goed gevallen bij de heer Van Gemeren dat hij zelfs geneigd is mijn fractiegenoot te gaan omhelzen. Dit geeft voor ons toch weer een pas op de plaats om voortaan met dit soort argumenten te komen richting de heer Van Gemeren. Ik zou zeggen, richt u zich tot uw eigen fractiegenoten.


De heer Van Gemeren: (D66)

Ik vroeg me al af of het strafbaar was. Misschien is het ook goed om op deze wijze als raadsleden met elkaar om te gaan.


Mevrouw De Jong: (SP)

De titel van deze voorjaarsnota is wat de SP betreft een genante vertoning. Minister Zalm kan nog heel wat leren van Zeist. Zeist berekent de inkomsten nog zuiniger dan minister Zalm in zijn Zalmnorm. Door uitermate krap te begroten lijkt het dat er te weinig geld is, maar GroenLinks zei het al, Zeist was nog nooit zo rijk. U weet nog niet hoeveel geld er van het rijk richting gemeente Zeist komt, dus begroot u maar niet meer dan 50% van wat u verwacht. De miljoenen die gepaard gaan met de uitverkoop van het gasbedrijf worden niet geheel opgevoerd. Sinds ik in de raad zit werd er bij elke begrotingsbehandeling gezegd dat er geen geld was om de knelpunten op te lossen. Wat bleek aan het eind van de periode? Er waren oveschotten. Die oveschoten waren wel weer nodig om de voorziene knelpunten voor het volgend jaar op te lossen. Overschotten worden op deze manier door creatief boekhoudenw eer tekorten. Dat vindt de SP een genante vertoning. Zoals ik tijdens de begrotingsbehandeling 2001 aangaf begroot u wel erg raar. Wel de verwachte tegenvallers meenemen, maar niet de verwachte meevallers. De Zeister Swartnorm is nog knellender dan de Zalmnorm waar menige partijt egen te hoop loopt. In oktober jl was ik een beetje blij met een paar goede stapjes. Speelvoorzieningen, jeugd- en jongerenwerk, doeplein, wijkinitiatieven, onderwijsachterstandenbeleid, een fonds voor sociale woningbouw. Nu moet ik lezen dat al deze projecten toch niet gehonoreerd worden. Dus het weinige dat afgelopen oktober afgesproken is voor sociaal beleid is niets meer over. Dat vindt de SP een nog grotere genante vertoning. Dat terwijl de SP steeds heeft gewezen op de grote knelpunten in de welzijnsorganisaties in Zeist. U neemt weer geen geld op voor Omnium en voor de sociale raadslieden. Ook de Peppel komt er weer met 0,0 van af. Dat vindt de SP de meest genante vertoning. Wanneer pakt u deze knelpunten bij de welzijnsorganisaties nou eens echt aan? De knelpunten zijn niet afgenomen maar toegenomen. Kijk maar eens naar de lokatiemanagers voor de Montesoryscholen in Zeist. Ook de stichting Werkartaal, de urgente verkeersproblematiek zoals bijvoorbeeld bij de oversteek Woudenbergseweg richting Austerlitz, Huis ter Heide etc., dan de knelpunten die de Zeister organisaties aangeven te zullen tegenkomen. In plaats van investeren in de knelpunten bij de welzijnsorganisaties en onderwijs investeert u liever in de interne organisatie. Er moet meer personeel bij, maar niet naar de welzijnsorganisaties en het onderwijs. Ik herinner mij nog de woorden van Groen Links. Een kist met appels komt er naar de gemeente Zeist voor de interne organisatie. Dat was vorig jaar. Moet dat nu al weer? Wat is er gebeurt met de aanbevelingen van de SP om het rijk aansprakelijk te stellen voor extra personele lasten bij de sociale dienst van wege de belastingherziening? Deze aanbeveling was zelfs omgezet in een motie van het CDA. Ook wilt u meer geld voor mensen met een functiebeperking wederom weghalen bij de subsidie die daarvoor de bedoeld is (de WVG). Maar lieft zeven ton wilt u de komende jaren daar uit halen. Ik heb u al gevraagd om wat we overhouden aan die subsidie in te zetten voor dat doel. Het zorgconsumentenplatform weet nog wel een paar knelpunten in Zeist waar dat geld naartoe kan. Kunt u mij zeggen waarom u dit geld weer voor andere doeleinden wilt besteden dan waarvoor het bedoeld is? Kunt u garanderen dat als er meer nodig is terwijl het economisch misschien wat slechter gaat u toch over de brug komt met datgene wat ook daadwerkelijk nodig zal zijn?


Mevrouw De Niet: (CDA)

Mevrouw De Jong vraagt weer naar de bekende weg zou ik bijna zeggen. Ik heb al enige keren persoonlijk uitgelegd hoe het nu echt zit met de WVG. Mevrouw De Jong wenst kennelijk niet te horen hoe het zit. Zij vraagt steeds weer naar de bekende weg. Ik begrijp echt niet waar u mee bezig bent. U zet alleen maar de gemeenschap waar het om gaat op het verkeerde been en dat neem ik u kwalijk.


De heer Otten: (VVD)

Ik ben het van harte eens met de opmerking van mevrouw De Niet. Ik vind met name naar de burger genant wat u doet.


Mevrouw De Jong: (SP)

Tot voor kort is het altijd geoormerkt geld geweest. Zeist heeft een open einderegeling. Dat betekent ook dat datgene wat aangevraagd wordt gehonoreerd zal moeten worden. In de afgelopen jaren is er ontzettend veel bezuinigd op de WVG.


Mevrouw De Niet: (CDA)

Ik begrijp echt niet waar u over spreekt. Ik word daar echt boos over.


Mevrouw De Jong: (SP)

Mevrouw De Niet, u moet uw huiswerk eens maken. Een aantal gemeenten hebben ook een open eindregeling en stoppen daarnaast datgene wat ze overhouden apart op een kapitaal kredietrekening om nog eens extra geld voor de WVG achter de hand te houden.


De heer Kats: (SGP/ChristenUnie)

Dus u wil nog meer sparen dan de gemeente al doet.


Mevrouw De Jong: (SP)

Ik wil gewoon het geld dat daarvoor bestemd is aan dat doel besteden. Het moet niet naar de algemene middelen gaan. Dat is mijn principiele keuze.Als u het daar niet mee eens bent, zij dat zo, maar ik mag het iedere keer weer in de raad naar voren brengen. Ik ben daarvoor gekozen.

Een aantal knelpunten vindt de SP terecht opgenomen. Ik noem de knelpunten bij de brandweer en de handhaving. Ook daarmee zijn de problemen nog niet van de baan. Veel meer geld is nodig om de brandweer op tijd daar te krijgen waar men nodig is. Een aantal zaken gaat de SP echt veel te ver. De notebooks voor raadsleden, de fractievergoeding voor assistenten, de wervingskosten voor personeel in de komende jaren, de kosten voor al weer een rapportage herhuisvesting van de gemeentewerf van f  70.000,-. Daar zit de Zeister samenleving niet op te wachten. Wat te denken van alle mooie nota’s vaak met extern dure deskundigen gemaakt. Ik noem er een paar. De nota milieubeleid, sportbeleid, speeltuinen, de kadernota zorg, IBOR, multicultureel beleid, cultuurbeleid, het GVVP. Dat zijn zo een paar voorbeelden. Voor de uitvoering van deze nota’s dat heel wat geld kost is geen bgeld. Wanneer er wel geld is, is de situatie vaak zo achterhaald en kan het hele cirkus opnieuw beginnen. Is dat niet zonde vanhet geld? Kunt u de kosten van extern ingehuurde bureaux nu eens op een rijtje zetten die in deze raadsperiode aan de orde zijn geweest voor de komende raadscommissie? GroenLinks en de SP hebben daar al regelmatig om gevraagd. Dan kunnen we inzicht krijgen in hoeveel geld er besteed wordt aan externe adviezen.

Dan wil ik u nog vragen naar een andere vorm van geldverspilling. Wat kost het jaarverslag Zeist “Zet de luiken open” als glossy magazine in totaal? Waarom wordt magazine vestuurd naar de leden van de Eerste Kamer? Verzendt u dit magazine ook naar de leden van de Tweede Kamer en de leden van provinciale staten? Dan moet het tegen de 300 glossy magazines gaan lopen. Naar verluidt is Zeist de enige gemeente die dit jaar haar jaarverslag zo rondstrooit. Wat kost dat en noemt u dat geen geldverspilling?


De heer Van Ballegooijen: (SGP/ChristenUnie)

Zijn dit eigenlijk geen vragen die in de commissie thuishoren in plaats van hier?


Mevrouw De Jong: (SP)

Hier ga ik niet eens meer op in.

Voorts constateer ik dat u de lokale lasten behoorlijk wilt verhogen.Ik noem even de OZB, afvalstoffenheffing, rioolheffing, begrafeniskosten, de hondenbelasting en de trouwerijen op het Slot. Deze belastingen en heffingen gaan naast de inflatiecorrectie met 4% omhoog terwijl er miljoenen in de kast liggen.


Mevrouw De Niet: (CDA)

Waar heeft u dat gelezen? U leest waarschijnlijk een ander voorstel dan wij gelezen hebben.


Mevrouw De Jong: (SP)

Ze gaan echt extra omhoog. Dan moet u het gele gedeelte maar eens pakken en daar staat het precies in.


Mevrouw De Niet: (CDA)

Bij een zaak als hondenbelasting hebben we een systeem van een kostendekkend tarief en dat hanteren we al jaar en dag.


Mevrouw De Jong: (SP)

Ik constateer dat daarmee de tarieven omhoog gaan extra boven de 4%.

U stelt zelf geconfronteerd te zijn met knelpunten die inhoudelijk en financieel zo zwaar wegen en die ook geen uitstel kunnen leiden dat het college zich genoodzaakt heeft gezien het restant van de GZO-gelden alsnog in te zetten bij deze voorjaarsnota. Wilt u de SP dan eens uitleggen waarom dit niet kan als de welzijnsorganisaties geconfronteerd worden met dergelijke knelpunten? Dit voorstel waarbij de ambtelijke organisatie als maar groeit terwijl de welzijnsorganisaties op een houtje moeten blijven bijten, vindt de SP onevenwichtig. De SP vindt dit geen investeren in de Zeister samenleving. Daarom vragen wij u ook om meer te besteden aan onze samenleving, de welzijnsorganisaties en het onderwijs. Daarom verzoeken wij u f 5.000.000,- extra in te zetten voor een echte kwaliteitsimpuls voor de Zeister samenleving. Dan kunt u deze genante en schaamteloze vertoning omzetten in een glansrijke overwinning voor de hele Zeister samenleving. Daarom hebben wij een drietal moties waarin wij vragen in ieder geval de ernstigste knelpunten op te lossen en meer geld voor Omnium, de sociale raadslieden en de Peppel in te zetten.


Motie 4, De Peppel


De gemeenteraad van Zeist in vergadering bijeen op 18 en 19 juni 2001, ter behandeling van raadsvoorstel 2001-67 inzake voorjaarsnota 2001


Overwegende dat:

  • De Peppel een uitermate belangrijke functie vervult voor de Zeister jeugd m.b.t. pop en cultuur;

  • De Peppel al jaren vraagt om extra subsidie om haar taak volledig uit te voeren;

  • Het subsidie voor de Peppel eigenlijs wel was begroot als nieuw beleid maar onder de niet gehonoreerde projecten is geplaatst;


besluit:

  • het benodigde bedrag van 48.000,-- voor De Peppel structureel vast te stellen;


En gaat over tot de orde van de dag.


De motie is ondertekent door mevrouw De Jong en de heren Claasen en Van Gemeren



Motie 5, Omnium


De gemeenteraad van Zeist in vergadering bijeen op 18 en 19 juni 2001, ter behandeling van raadsvoorstel 2001-67 inzake voorjaarsnota 2001


Overwegende dat:

  • Omnium taken en/of diensten moet afstoten of stil leggen als er geen financiële impuls komt;

  • de zorg en het welzijnswerk voor ouderen, gehandicapten en chronisch zieken in de knel komt;

  • Omnium uiteraard een goede kwaliteit wil bieden aan haar klanten;

  • de kadernota Zorg extra (personele) inspanning van Omnium heeft gevraagd;

  • de werknemers en vrijwilligers van Stichting Omnium niet weten waar zij aan toe zijn voor het jaar 2001;


stelt vast dat:

  • Omnium een voor de Zeister samenleving en met name voor ouderen en gehandicapten een uiterst belangrijke functie vervult

  • alle werknemers en vrijwilligers recht hebben op duidelijkheid van het gemeentebestuur;


besluit:

  • het benodigde bedrag van 260.000,-- voor Omnium voor het lopendejaar 2001 en een bedrag van 200.000,-- voor het jaar 2002 vast te stellen; in totaal 460.000,--;


En gaat over tot de orde van de dag.


De motie is ondertekent door mevrouw De Jong en de heren Claasen en Van Gemeren



Motie 6, Sociale Raadslieden


De gemeenteraad van Zeist in vergadering bijeen op 18 en 19 juni 2001, ter behandeling van raadsvoorstel 2001-67 inzake voorjaarsnota 2001


Overwegende dat:

  • De Sociale Raadslieden niet goed kunnen (blijven) functioneren met het voorgenomen budget;


stelt vast dat:

  • De Sociale Raadslieden haar bestaansrecht heeft bewezen met meer dan 4000 cliënten per jaar;


spreekt uit:

  • extra middelen in te zetten voor het goed kunnen (blijven) functioneren;

  • daarvoor een bedrag van ƒ 85.000,-- te besteden.


En gaat over tot de orde van de dag.


De motie is ondertekent door mevrouw De Jong en de heren Claasen en Van Gemeren




De heer Prikken: (BIZ)

Enigszins gehandicapt door het plotseling wegvallen van mijn fractiegenoot probeer ik zijn bijdrage in die van mij te verwerken. Ik wens hem overigens vanaf deze plaats beterschap. Hij heeft plotseling een vrij ernstige mededeling gehad over zijn gezondheid.

De voorjaarsnota is bij uitstek het medium om een overzicht te geven over de wijzigingen in de ramingen van uitgaven en ontvangsten ten opzichte van de begroting 2001. Laat ik beginnen met een positieve ontwikkeling. De gemeente Zeist en andere middelgrote gemeenten hebben de leden van de Tweede Kamer op 12 juni 2001 een petitie aangeboden waarin zij nadrukkelijk om meer geld vragen voor het aanpakken van problemen als verpaupering en werkloosheid. Ik ben blij dat u die actie heeft ondernomen. De fracties van GZB en BIZ hebben al vanaf 1994 daarop aangedrongen.

Negatief is het afblazen van de HSL-Oost door het kabinet op 15 juni jl. Een bittere pil voor regiobestuurders in Utrecht en Gelderland. Er is veel geld in allerlei overleg, rapporten enz. gaan zitten. De vraag is wie de rekening betaalt. Aan de andere kant zou je kunnen zeggen dat er in de begroting ook een post van structureel f 100.000,- vrijvalt.

Ik kom terug bij de voorjaarsnota. Die nota sluit met een incidenteel tekort van f 1.000.000,-. De wijze waarop u dit tekort bijna wegwerkt stuit ons tegen de borst. Nog f 78.000,- blijft over als tekort. Het lijkt eigenlijk wel op creatief boekhouden. Deze voorjaarsnota geeft een ombestemd beeld voor wat betreft de financiële afweging van diverse beleidsvoorstellen. U heeft in een hoog tempo veel beleidsnota’s ter goedkeuring aan de raad voorgelegd zonder daarbij een financiële onderbouwing te geven. Is dat degelijk financieel beleid, vragen wij ons af. De financiële onderbouwing zou worden betrokken bij de voorjaarsnota 2001. Wat blijkt, door onuitstelbare knelpunten komt van de genoemde afwegingen niets terecht. Het college heeft bij de inwoners van Zeist verwachtingen gewekt die niet waargemaakt kunnen worden. Is dat goed bestuur?


De heer Van Kuijk: (PvdA)

Ik herinner me dat veel van de beleidsvoorstellen ongetwijfeld ook door de BIZ zijn gesteund. Het is niet fair om alleen het college hierop aan te spreken.


De heer Prikken: (BIZ)

Ook dat is juist. Ik trek me die conclusie wel degelijk aan. U heeft daarin gelijk. Dat neemt niet weg dat wij een kleine fractie zijn en daarin soms posities moeten kiezen die aan een afweging op volledig niveau geen recht kan doen. Misschien is dat volgend jaar anders. We blijven moed houden.

In deze raadsperiode is het al de derde keer op rij dat alle beschikbare gelden nagenoeg geheel worden gebruikt voor de knelpunten. Ik had een suggestie. Een suggestie om te stoppen met het produceren van beleidsnota’s zonder financiële ruimte. Dan kan de vrijkomende ambtelijke capaciteit effectiever worden ingezet. Het lijkt ons voor de ambtenaren die dat aangaat niet echt stimulerend om met rapporten bezig te zijn die uiteindelijk ergensblijven liggen zonder tot uitvoering te komen. Wat ook niet stimulerend werkt binnen het huidige beleidsproces van 100% oud voor nieuw is de systematiek dat binnen een werksoort of portefeuille gerealiseerde besparing alleen via de algemene middelen en na een integrale afweging weer ter beschikking komen, terwijl er binnen de eigen werksoort nog knelpunten of beleidsvoornemens voorhanden zijn. De PvdA refereerde hier in haar bijdrage ook aan.

Ik kom op de zelfregulerende projecten. De problematiek rond de zelfregulerende projecten is eveneens naar onze visie weinig verheffend. In 1999 is gekozen voor projectontwikkeling met een interactieve aanpak. Gezien de beperkte financiële mogelijkheden van Zeist destijds is gekozen voor een aanpak van de zogenaamde zelfregulerende projecten. Bij de aanpak en uitwerking zijn strategische allianties en samenwerkingsverbanden onontbeerlijk. In deze projecten kiest de gemeente primair voor een sterke regierol ondersteund door de afdeling strategisch beleid. Nu constateren wij dat het systeem van zelfregulerende projecten wordt omgezet in een te treffen voorziening te vormen uit het eigen kapitaal. Waarom is dit zo laat bekend geworden en hoe komt dat? Is het zo dat onvoldoende netwerken hebben bijgedragen aan deze wijziging? Was een ontwikkelingsfonds niet beter op zijn plaats geweest waardoor er tussentijds alert had kunnen worden ingespeeld op nieuwe beleidsontwikkelingen dan wel nieuwe initiatieven?

Ik kom bij het OZB-tarief. Door een grote afwijking van de geprognosticeerde stijging en de werkelijke stijging van woningen in onze gemeente constateert het college een structureel tekort van ongeveer f 1.700.000,- op jaarbasis. Dit jaar wordt dat tekort ten laste gebracht van de risicoreserve. Vanaf 2002 moet dit structurele tekort gedekt worden door de inwoners van Zeist. Dat door een verhoging van het OZB-tarief inclusief inflatie van ongeveer 12%. Per 2002 wordt door het rijk gesteld een tarief van f 11,21 per waarde van f 5.000,-. Mijn conclusie is dat het college zich heeft verslikt in het ambitieniveau en de hoeveelheid knelpunten die bij deze voorjaarsnota zijn opgevoerd. Als geheugensteun wil ik het college graag deelgenoot maken van de limitatieve bedragen die per 2001 worden uitgetrokken voor het oplossen van knelpunten. Het cumulatieve bedrag aan knelpunten vanaf de voorjaarsnota 1999 bedraagt in 2001 f 7.300.000,- in 2002 f 7.5000.000,-, in 2003 f 6.065.000,- en in 2004 f 6.039.000,-.U kunt zelf uw conclusie trekken voor de komende begroting en voorjaarsnota. Daarenboven is het zo dat de raad ons inziens recht heeft op een beter inzicht in het verband tussen doelstellingen van het beleid en de inspanningen die gepleegd worden om de gestelde doelen te bereiken. Dit inzicht moet dan voor het ambtelijk apparaat en de politieke leiding gemakkelijk te beantwoorden zijn. Helaas zijn de denkkaders en informatiestromen op productgroepniveau daar nog niet op gericht. Dat is na alle reorganisatieperikelen treurig.

Ik kom op de transparantie van het beleid. Sprekend namens de lokale partijen BIZ en GZB en met een schuin oog kijkend naar de beginselen van ons samenwerkingsverband leefbaar Zeist in oprichting ligt onze invalshoek bij de beoordeling van het voorliggende raadsvoorstel en de bij behorende voorjaarsnota vooral bij transparantie. Onder transparantie verstaan wij vooral de helderheid en evenwichtigheid in het beleid en de ambities. De beoogde doelstellingen daarbij en de projectafstemming en de bijbehorende middelen zowel financieel als qua mankracht. Kort om, om Zeist met stip te citeren, doen we consequent wat we zeggen enz Zeggen we goed wat we doen. De voorjaarsnota behoort op weg naar de begroting in het najaar een beeld te geven van de stand van zaken van de voornemens. De burgers van Zeist behoren te kunnen begrijpen op welke koers dit college ligt. Transparantie van het beleid wil ook zeggen dat burgers en de lokale politiek namens hen inzicht verkrijgen om invloed uit te oefenen om de bakens bij achterblijvende resultaten tussentijds te kunnen verzetten. Als we tegen de achtergrond van de gewenste transparantie naar de voorstelen en beelden uit de voorjaarsnota kijken, valt er een hoop uit te leggen. Er komen GZO-opbrengsten en opbrengsten uit de verkoop van het bouwfondsaandelenpakket. De saldireserve wordt fors aangevuld. Kortom miljoenen opbrengsten en vervolgens blijkt uit de voorstellen dat ons inziens een wel erg lange lijst van voor de Zeister samenleving wezenlijke projecten door het ontbreken van voldoende financiële middelen niet kunnen worden uitgevoerd. Onder de invloed van financiële verwachtingen blijkt de raad door het college te zijn meegesleept in de reeks van onvermijdbare en met prioriteit op te lossen en vooral intern organisatorische knelpunten. Ze hebben een torenhoge ambitie. Een ambitie die niet kan worden waargemaakt wegens het ontbreken van de juiste afstemming tussen de benodigde middelen en de beschikbare deskundige menskracht. Op zichzelf verwachtingsvolle projecten moeten hun start afwachten in de ladekast. Dit geeft frustratie voor de ambtelijke energie en teleurstelling bij de doelgroepen en dat is jammer. Er zijn verwachtingen gewekt bij burgers, vooral bij degenen die hun inbreng en belangen bij de voorbereiding van de projecten hebben geleverd. Een deuk in wat het oogstjaar van dit college zou moeten zijn. Het vergroot ook de afstand tussen burger en bestuur en het komt de geloofwaardigheid van de bestuurlijke vernieuwing niet ten goede. Enkele voorbeelden. Wat te denken van het door de raad goedgekeurde voorstel om imagoversterkende maatregelen te treffen bij binnenkomst van de bebouwde kom van Zeist, terwijl de middelen om binnen de bebouwde kom het integraal onderhoud en onderhoud van de openbare ruimte en om daaraan een impuls aan de basiskwaliteit te geven, de zogenaamde IBOR-aanpak er niet blijkt te zijn. Bezoekers van Zeist zijn blijkbaar slechts welkom aan de voordeur.

Wat ook te denken van de werving en selectie ter uitbreiding van de ambtelijke organisatie. Vorig jaar bij de voorjaarsnota 2000 is een budget voor de periode 2001 tot 2006 goedgekeurd ter grootte van f 50.000,-. Dit jaar is een hernieuwd voorstel met een extra meerjarenbudget voor de periode van 2002 tot en met 2007 gedaan tergrote van f 460.000,-. Het bedrijfsplan met het overzicht van de consequenties van de niet vervulde ambtelijke capaciteit ontbreekt. In de ambtelijke organisatie zijn inmiddels 55,95 vacatures op een totale bezetting van 460. De vierde macht wordt groter en groter. De invloed van het bestuur hierop kleiner en kleiner. Dat te meer omdat de bestuurlijke vernieuwing een krachtdadige versterking in inhoudelijk en bestuurlijke zin vraagt.

De werving van fractieassistentie, maar ook vooral het functioneren daarvan met het oog op de bestuurlijke vernieuwing zal juist worden bemoeilijkt door het niet beschikbaar stellen van dezelfde communicatiefaciliteiten als voor raadsleden. Het notebook lijkt langs de fractieassistent heen te gaan. Communicatie tussen raadsleden en ambtenaren en fractieassistenten past kennelijk niet meer in de kaders van bestuurlijke vernieuwing. Hoe valt dit met elkaar te rijmen? Kunt u het uitleggen? Wij niet. Daarom dienen wij een amendement in en ik zal dat straks overhandigen.

Kan het college bij de hiervoor aangegeven exemplarische voorbeelden en de consistentie van de gemaakte keuzes de transparantie aangeven die nodig is voor ons en de inwoners van Zeist? Zo dit mogelijk is, hoe kan de raad controleren of de benodigde middelen en menskracht effectief zijn besteed? De rekenkamer is daartoe een geëigend middel. Die beschikt over een geringe slagkracht en onafhankelijkheid om voor burgers de effectiviteit van de beleidsuitvoering objectief zichtbaar te maken. De in Zeist gebruikelijke compromiscultuur tussen de grote collegepartijen draagt hier ook toe bij.

Samenvattend constateren wij bij deze voorjaarsnota dat er veel ambitie is, weinig bewegingsvrijheid, weinig manoeuvreerruimte. In de totale afweging staan veel posten op de reservelijst die de fracties van BIZ en GZB graag zagen ingevuld. In het vervolg van mijn betoog zal ik hierop nader ingaan. De bundeling van lokale krachten zoals ik daaraan invulling geef in combinatie met de bijdrage van de heer Huigen moet ook daartoe aanleiding zijn. Het leidt in ieder geval tot een doelmatiger besteding van de spreektijd.

Om de door ons zo noodzakelijk geachte transparantie van het beleid recht te doen hebben wij een amendement voor de facilitering voor de fractieassistenten met een notebook voorgelegd. Dit amendement beoogt evenwicht te brengen tussen de werving en selectie voor de ambtelijke en bestuurlijke organisatie en de facilitering daarvan. Daarnaast vinden wij ook dat er evenwicht nodig is voor de interne en externe deskundigheid bij de rekenkamer voor een geloofwaardige evaluatie van het gevoerde beleid in financiële zin. De objectieve slagkracht van de rekenkamer moet naar onze mening worden versterkt. Het op het oog arrogant doormodderen terwijl uit de accountantsverklaring bij de rekening over 2000 zowel in 1999 als in 2000 geen inzicht in de financiële situatie van het openbaar onderwijs beschikbaar was en is geeft eens te meer aan dat de financiële controle op sommige punten verbetering behoeft. Wij wachten uw voorstellen op dit punt node af. Wij dienen ter versterking van de controle op de beleidsuitvoering door de rekenkamer een motie in.

Tot slot: Deze voorjaarsnota biedt een goed overzicht van uw ambities maar laat ons inziens te weinig heel van de transparantie van die ambities naar de beleidsuitvoering. Dat vinden wij jammer voor ons en voor de inwoners van Zeist. Uw leefbaar Zeist laat wat ons betreft te lang op zich wachten. Wij wachten de beantwoording van het college van de door ons gestelde vragen af.


Amendement 3, notebook facilitering fractieassistenten


De gemeenteraad van Zeist in vergadering bijeen op 18 en 19 juni 2001 ter behandeling van de voorjaarsnota 2001


Overwegende dat:

  • fractieassistenten een belangrijke taak kunnen vervullen om de in gang gezette bestuurlijke vernieuwing vanuit deelname aan de raadscommissies invulling te geven;

  • raadsleden voor de onderlinge communicatie en de communicatie met het College en de eventuele ambtelijke communicatie zullen beschikken voer communicatie-faciliteiten waaronder notebooks (conform voorstel M9 a/b);

  • goede communicatie tussen raadsleden, eventuele ambtelijke ondersteuning en fractieassistenten onontbeerlijk is voor een optimale oordeelsvorming in de fractie en de betrokken raadscommissie;

  • succesvolle bestuurlijke vernieuwing mede gebaseerd is op een drempelloze communicatie-infrastructuur;

  • werving en selectie van (deskundige) fractiebassisten meer kans van slagen bied, als naast de onkostenvergoeding communicatie-faciliteiten, zoals het in bruikleen beschikbaar stellen van een notebook tot de emolumenten kan behoren;

  • het extra wervingsbudget (conform voorstel M21) ter vervulling van vacatures ruimte biedt om ook de eventueel gewenste notebook behoefte van fractieassistenen ad max. ƒ 10.000,-- per jaar te bekostigen;


Verzoekt het College van Burgemeester en Wethouders:

  • fractiebassisten, waar nodig en gewenst, evenals raadsleden te faciliteren met een in bruikleen te verstrekken notebook;

  • financiering te organiseren door het benodigde budget ad ƒ 10.000,-- per jaar ten laste te brengen van het project M21 uit de Voorjaarsnota 2001, omvattende het extra budget voor werving en selectie ten behoeve van vacatures.;


Het amendement is ondertekent door de heren Prikken, Claasen en Schneider



Motie 7,


De raad van Zeist in vergadering bijeen op 18 en 19 juni 2001, ter behandeling van de voorjaarsnota 2001


Overwegende dat:

  • de Rekenkamer in verband met de beleidstransparantie en mede met het oog op de bestuurlijke vernieuwing een meer onafhankelijke en deskundige evaluatie van het gevoerde financiële beleid dient te kunnen voeren;

  • de Rekenkamer met het oog op de toegesneden oordeelsvorming naast deskundige raadsleden ook een eigen onafhankelijk financieel deskundigen in haar gelederen zou dienen te hebben.


Verzoekt het College van Burgemeester en Wethouders:

  • te onderzoeken op welke wijze, met welke mandaten en tegen welke kosten, een meer onafhankelijke Rekenkamer met ingecorporeerde externe onafhankelijke financiële deskundigheid invulling kan geven aan de controle en evaluatie van de beleidsuitvoering in financiële zin, en de resultaten van het onderzoek te betrekken bij de bestuurlijke vernieuwing


En gaat over tot de orde van de dag.


De motie is ondertekent door de heren Prikken, Claasen en Schneider



De heer Van Buël: (BIZ)

Ik wou op mijn persoonlijke manier een kleine bijdrage leveren aan deze voorjaarsnota. Dan wil ik een beetje terugblikken en een beetje vooruit kijken. Dit is nu de derde voorjaarsnota en tevens de laatste in de periode 1998-2002. Tevens sluiten wij dit jaar af met een definitieve nota. We zijn gestart met de fractie BIZ en we halen nu de eindstreep als eenmansfractie. Met andere woorden ik zit op persoonlijke titel de rit uit. Ik had dit nooit voorzien.

De doelstelling van de voorjaarsnota is voor mij een tussentijdse controle en uitvoering van het beleidsprogramma 1998-2002. Zoals het college het zelf in de algemene beschouwingen aangeeft een invulling met inachtneming van de financiële mogelijkheden en onmogelijkheden, alsmede de financiële kaders.

Als ik terugkijk naar de vorige periode moesten we de broekriem aanhalen. Dit had te maken met opgelegde bezuinigingen. Als ik het resultaat van deze periode gade sla, ben ik van mening dat dit college het nog niet eens zo slecht gedaan heeft. Het streven was en is dat voor de burger in onze gemeente wij een bestendig beleid zouden voeren. De leges en tarieven zouden alleen maar worden verhoogd met het inflatiepercentage en als uitzondering met de gemaakte kosten bij dekkende heffingen. Wij hebben nu voor ons een raadsvoorstel dat goed in elkaar zit. Er is gekozen voor een sluitende meerjarenbegroting. Een negatief punt is wel dat nu reeds extra gelden van de GZO aangesproken moeten worden. Het is en blijft moeilijk om een ieder tevreden te stellen, want we moeten nu eenmaal keuzes maken. Reeds eerder heb ik opgemerkt dat vele onderwerpen doorverwezen werden naar de voorjaarsnota betreffende de financiële dekking. Deze worden nu onderverdeeld in gehonoreerde projecten en ongehonoreerde projecten. In percentages zijn dat 55% aangenomen en 455 afgewezen projecten. Worden de 455 afgewezen projecten eventueel nog meegenomen in dit jaar als zich meevallers mochten voordoen of worden ze doorgeschoven naar 2003? Welke prioriteiten stelt u vast indien zich dit jaar nog een mogelijkheid voordoet?

U stelt voor de hondenbelasting met 4% te verhogen. Dit houdt verband met inflatie, maar ook met het oog op het beleid dat er op gericht is overlast door huisdieren te voorkomen. Tevens heeft u het voornemen om jaarlijks tienstuks …..dogs aan te schaffen. Ik vraag u nogmaals om tot invoeren van een hondenpenning over te gaan. Dat is een middel om de registratie van huisdieren te controleren. Ik ben van mening dat zo’n penning zich terugverdient.

De verhoging van de OZB zal formeel pas bij de begrotingsbehandeling in oktober plaatsvinden. Dit in verband met de hertaxatie en de voorgestelde inflatiepercentage.

Ik kom nog even terug op de gelden ter bekostiging van raadsinitiatieven. Hierover is een besluit genomen op 14 mei jl. Ik vraag met klem nogmaals geld beschikbaar te stellen ten behoeve van de vestiging van de Van der Polstichting. Misschien is dit ook mogelijk met de GZO-gelden. De huisvesting van een museum komt ten goede aan de Zeister cultuur. Van het collegeprogramma kregen we de indruk dat het een schip was volgeladen met containers. Je weet hoeveel je er aan boord hebt, maar de inhoud van de containers is niet altijd duidelijk. Is het schip stabiel? Hoe staat het met de bemanning. Kan het uitvaren? De koers is gericht op maart 2002.



Hierna wordt de vergadering tot kwart voor vijf geschorst.



De vergadering wordt heropend.


De voorzitter:

Ik geef voor uw eigen gemak even een tussenstand wat betreft de tijd die de fracties hebben verbruikt. De fractie van de VVD heeft verbruikt 14 minuten. De PvdA 18,5 minuten, het CDA 11,5 minuten, GroenLinks 14, SGP/ChristenUnie 11,5, D66 21, SP 11, BIZ-GZB 16 en de heer Van Buël sluit de rij met 5 minuten.


Ik zou het vervolg van de agenda even met u door willen lopen. Na overleg in het seniorenconvent is het mijn interpretatie dat er niet gesproken wordt bij de agendapunten 5, 6, 8, 10, 13, 18, 19 en 21.


De heer Van Delft: (CDA)

Als we vandaag een besluit nemen over punt 11 en ik ga er van uit dat dit vanavond gebeurt


De voorzitter:

Misschien dat ik u nu daar opheldering over kan geven. Het is van 11 mei. De brief van 14 mei is slechts een aanvulling op die van 11 mei. De omschrijving in het besluit is juist.


De heer Van Delft: (CDA)

Dan heeft de commissie voor de beroepschriften het stuk van 11 mei niet ontvangen en dat zet mij dan op het verkeerde been.


De voorzitter:

Er wordt wel gesproken bij agendapunt 4, 7, 9, 11,12, 14, 15, 16, 17 en 20.

De niet te bespreken punten worden bij hamerslag vastgesteld.





4. Aanbieding exploitatie Het Rond, herziening 2001, kredietaanraag (rv 2001-53)


Mevrouw De Jong: (SP)

Ik wil even een stemverklaring bij dit punt afleggen. Wij zijn altijd tegen de exploitatie van het Rond geweest en dat willen we zo houden. Ik stem hier dus tegen.


Hierna wordt dit voorstel z.h.st. aangenomen waarbij de fractie van de SP geacht wordt te hebben tegen gestemd.



5. Verzoek om vergoeding schade ex artikel 49 WRO Tolhuislaan/ Paltzerweg (rv 2001-54) #

Dit voorstel wordt z.h.st. aangenomen



6. Voorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan Bergweg/Borneolaan (rv 2001-55)

Dit voorstel wordt z.h.st. aangenomen



7. 1een 2eBegrotingswijziging 2001 Milieudienst Zuidoost-Utrecht (rv 2001-56)

De heer Van Delft: (CDA)

In de commissie is gebleken dat er wat onzorgvuldig met afschrijvingstermijnen is omgegaan. Verder is er een investering gedaan van f 35.000,- die in een jaar afgeschreven wordt in plaats van die uit te smeren over de huurperiode. Uiteraard zijn dit verhoudingsgewijs geringe bedragen, maar aangezien zoals eerder vanmiddag nadrukkelijk is gebleken dat we het geld goed kunnen gebruiken verdient het aanbeveling dat ook in dit soort samenwerkingsverbanden – en we hebben daarvan nogal wat – zuinig met het geld om te gaan. Met andere woorden, de juiste termijnen moeten toegepast worden. Zo’n investering van f 35.000,- zou gedurende de huurperiode afgeschreven moeten worden. Vandaar dat mijn fractie nadrukkelijk mee zou willen geven aan de portefeuillehouder milieu om dit op te nemen met de milieudienst zodat in de toekomst daar een wat zuiniger financieel beheer gevoerd kan worden.


Wethouder Van Brenk: (SGP/ChristenUnie)

Dat neem ik graag ter harte en ik zal dat een en andermaal nogmaals uitdragen. Wat bij de milieudienst gedaan wordt geldt kennelijk als systematiek bij andere gemeenten. Ik was tegen maar de andere vier waren voor.


De heer Van Delft: (CDA)

Moeten we daaruit afleiden dat er gemeenten zijn die kennelijk wat ruimer in hun middelen zitten en die niet een dergelijk zuinig beleid voorstaan? Als dat zo is denk ik dat zij zichzelf nog wel een keer tegen zullen komen. Dus blijft het goed als onze portefeuillehouder dat blijft uitdragen.


Wethouder Van Brenk: (SGP/ChristenUnie)

Daar kunt u van op aan.


Hierna wordt het voorstel z.h.st. aangenomen.



8. Vaststellen Begrotingswijzigingen (rv 2001-57) #

Het voorstel wordt z.h.st. aangenomen



9. Het vervangen van een aantal versleten verkeersregelinstallaties (rv 2001-58) #

De heer Van Gemeren: (D66)

Wij zijn benieuwd naar de onderbouwing waarom er bij de Panweg en Dreef geen rotonde aangelegd kan worden. Ik dacht dat we die wel zouden krijgen.

Waarom kan voor een provinciale weg die twee rijbanen heeft en richting Soesterberg loopt wel een rotonde worden aangelegd met een enkel baansvak en moeten we in Zeist dreigen dat we zo’n zware rotonde krijgen met twee rijstroken?


De heer Van Delft: (CDA)

Het spijt mij dat ik moet herhalen datgene wat reeds in de commissie naar voren is gebracht omdat er een gewijzigd voorstel is geweest. Alleen op dit punt is het voorstel niet gewijzigd. Er wordt voorgesteld om de Kroostweg en Kromme Rijnlaan te dekken uit posten uit 1999 en 2000. Dat zijn jaren waarvan de rekening geruime tijd is afgesloten, respectievelijk vandaag of morgen een besluit tot afsluiting genomen wordt. Dan kan daaruit niet meer gedekt worden. Er is slechts dekking mogelijk uit de reserve nieuw beleid. Niet op de wijze die in dit voorstel ten onrechte nog steeds wordt voorgesteld.


Wethouder Van Brenk: (SGP/ChristenUnie)

De heer Van Delft heeft daarin volkomen gelijk. Het had in die zin gewijzigd moeten worden. Ik stel dan ook voor dat we dat als zodanig lezen en besluiten.

Dan de rotonde voor de Panweg en Dreef. Voor de verkeersintensiteit daar is een rotonde voor twee banen onvoldoende. Uit oogpunt van verkeersveiligheid hebben wij daar moeten afwijken van hetgeen beleid is binnen de gemeente Zeist.


De heer Claasen: (GroenLinks)

De wethouder heeft dit antwoord ook in de commissie gegeven. Op grond van dat gegeven antwoord is door de commissie gevraagd en door de wethouder toegezegd dat er een schriftelijke aanvulling op het voorstel zou komen waarin de cijfermatige onderbouwing van het geheel zal plaatsvinden. Ondanks die toezegging heeft de commissie die cijfermatige onderbouwing niet toegestuurd gekregen. Dat maakt het wat moeilijk om dan dit voorstel te behandelen.


Wethouder Van Brenk: (SGP/ChristenUnie)

Ik heb het verslag niet bij de hand, maar dit staat niet in het verslag. Ik heb wel een notitie gezien met aantallen. U kunt hem wat mij betreft nog krijgen. Die kan ik u toezeggen. Gelet op de aantallen die daar gemeten zijn is het uit oogpunt van verkeersveiligheid het advies daar geen rotonde aan te leggen. Er is te weinig ruimtebeslag.


De heer Claasen: (Groen Links)

Zou het niet mogelijk zijn om de besluitvorming zorgvuldig te laten plaatsvinden door dit voorstel te agenderen voor de volgende raadsvergadering en de tussentijd te gebruiken om ons adequaat volgens de toezegging te informeren?


De voorzitter:

Ik heb ook wat moeite met, u gelieve te lezen dat. Ik zou me kunnen voorstellen dat de tekst wordt aangepast en dat dit morgen nog even terugkomt.


De heer Claasen: (Groen Links)

Er is heel duidelijk een toezegging gedaan in de commissie waarin verwezen wordt naar een cijfermatige onderbouwing. Die onderbouwing moet nog even bestudeerd worden. Die kun je zomaar niet eventjes afdoen. Die hebben we niet gehad. Ik vraag aan uw college om na te gaan in hoeverre er problemen optreden om dit voorstel te agenderen voor de volgende vergadering.


De voorzitter:

Dat hoort u morgen.


Over dit punt wordt derhalve nog geen besluit genomen.



10. Verzoek om vergoeding van schade ex artikel 49 WRO Stationslaan 2 (rv 2001-59)

Het voorstel wordt z.h.st. aangenomen



11. Subsidieverordening uitstroom Abw, loaw, loaz en Wiw (rv 2001-60) #

Mevrouw De Jong: (SP)

Ik wil hierbij vragen of de gemeente zich hard wil inspannen om de gesubsidieerde arbeid die binnen haar gelederen is zo snel mogelijk om te zetten in gewone banen of eventueel gewone banen buiten de gemeente.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Dat is een punt van afweging en een punt van zorg, want we hebben nogal wat van die gesubsidieerde banen. Dit is iets wat is voorbehouden aan het gemeentebestuur om te kijken of dergelijke banen in ons reguliere beleid ingepast kunnen worden. Dat zal dus een afweging moeten zijn bij elk beleidsonderdeel dat we aan de orde hebben. Onze inzet is inderdaad daar waar dat mogelijk is mensen die uit de gesubsidieerde arbeid kunnen komen in te zetten in reguliere banen.


Mevrouw De Jong: (SP)

Ik wil er toch nog even op wijzen dat het landelijk beleid is om gesubsidieerde arbeid zo nodig om te zetten in gewone arbeid om de mensen zo gauw mogelijk uit een beknellende situatie te halen. Ik hoop toch dat het niet alleen maar de intentie is wanneer het kan, maar dat u uw uiterste best doet om gesubsidieerde arbeid in Zeist om te zetten binnen de gemeente. Daar is inderdaad geld voor nodig. Als mensen de ervaring hebben kunnen ze misschien aan een baan op de gewone arbeidsmarkt worden geholpen.ik hoop dat u daar toch heel sterk op gaat inzetten. Dit vraagt het landelijk beleid ook van ons.


Mevrouw De Niet: (CDA)

Het landelijk beleid vraagt nu van ons kennelijk dat wij arbeidsplaatsen met plaatselijk geld moeten omzetten in reguliere arbeid. Ik dacht dat het standpunt van deze raad en het college steeds is geweest dat dit niet onze taak is. Of het een gemeentelijke taak is dat wij moeten proberen die mensen te plaatsen in het bedrijfsleven betwijfel ik ten zeerste.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Dit is correct mevrouw De Niet! Zo ligt het. We moeten ons wel beseffen dat waar mogelijk wij bij bepaalde taken gesubsidieerde arbeidsplaatsen kunnen gebruiken. Het is deels een rijkstaak en deels een gemeentelijkeverantwoordelijkheid en niet een taak. Overigens is het bestaand beleid dat mensen die in gesubsidieerde arbeid zitten begeleid worden. Zij kunnen aanspraak maken op scholingsbudgetten Ik ben geneigd te zeggen dat wij wat dat betreft al behoorlijk wat uit de kast halen om deze mensen te helpen en te stimuleren. Ik hecht er aan aan te geven dat ik toch heel veel mensen spreek die in een gesubsidieerde arbeidssituatie verkeren en die dat aller minst als een beknellende situatie ervaren. Dat neemt niet weg dat er ook mensen zullen zijn die dit wel zo ervaren. Het is te kort door de bocht om dat zo te stellen.


Mevrouw De Jong: (SP)

Met beknellend bedoel ik het financiële gedeelte omdat deze mensen even veel rechten hebben als alle anderen.


Hierna wordt het voorstel z.h.st. aangenomen.




12. Efficiency-onderzoek Milieudienst / verlenging milieubijstandscontract (rv 2001-61)

Mevrouw De Niet: (CDA)

Een paar korte opmerkingen. We hebben het in de commissie uitvoerig over gehad. Het ging om de wenselijkheid om het efficiencyonderzoek in eigen beheer te doen. In uw antwoordengeeft u aan dat dit niet echt een prioriteit heeft. Wanneer de volgende keer weer geëvalueerd wordt, vragen wij u dit niet door de milieudienst zelf te laten doen. Dat lijkt mij geen goed plan.

Wij hebben destijds geen meetmomenten meegegeven bij de oprichting van de milieudienst. U zegt dat dit nu wel gaat gebeuren bij de verlenging van het contract. Wij willen daar graag een nadrukkelijke bevestiging van.


Wethouder Van Brenk: (SGP/ChristenUnie)

Ik heb in de commissie gezegd waar dat in eigen beheer doen mee te maken had. Wij waren een van de vijf die er op stonden het onderzoek te laten gebeuren, zij het met de beperkingen die zijn aangebracht.U heeft in de aanvulling kunnen zien dat het onderzoek getoetst is door DHV. Die heeft het geheel onderschreven. Eerst bij de uitgangspunten bij de evaluatie en daarna. Het tussenliggende traject is door de milieudienst uitgevoerd maar niet geheel naar eigen inzicht.

We zouden wel een ezel zijn om na vijf jaar nog geen meetpunten te hebben voor de volgende evaluatie. De monitoring is een belangrijk onderdeel van het beleid van de beheerscommissie.


Hierna wordt dit voorstel z.h.st. aangenomen.



13. Machtiging tot het aantrekken van vaste geldleningen (rv 2001-62)


Het voorstel wordt z.h.st. aangenomen


14. Beleidsnotitie De Brede School in Zeist (rv 2001-63 ) #

Mevrouw Van Baal: (CDA)

Ik wil eigenlijk een voorstel van orde doen. Het concept van de brede school is ons heel erg dierbaar. Wij vinden dat op dit moment met de dekking erg onzorgvuldig wordt omgegaan. Wij willen het concept absoluut niet kwijt. Gelet op de discussie in de commissie en gelet op de discussie vanmiddag en gelet op de dekking die voor het volgend jaar is opgenomen willen wij voorstellen om dit voorstel aan te houden om dan eerst nog eens naar de dekking te kunnen kijken. We kunnen beter in de commissie er nog een keer over discussiëren.


De heer Van Benthem: (VVD)

In de commissie is over de financiering gesproken. De wethouder is gevraagd te zorgen voor een financiering voor 2002. Hij is daarmee gekomen. Alleen de vraag is of die dekking wel zo gelukkig is ook gezien de brief die we vandaag hebben gehad van de werkgroep in oprichting voor Zeist-West. Wij kunnen akkoord gaan met het ordevoorstel van het CDA. Wij willen vragen of het voorstel voor volgende week maandag in de commissie geagendeerd kan worden. Dan kunnen we er volgende week maandag over spreken. Dan behoeft de afhandeling van dit voorstel niet al te grote vertraging op te lopen. Dan hebben we in ieder geval nog de gelegenheid om van gedachten met elkaar te wisselen.


De heer Spaargaren: (PvdA)

Het zal u niet verbazen dat wij de brede school een warm hart toedragen. Bij de dekking hadden wij ook een vraagteken. Ik sluit mij aan bij de vorige twee sprekers om in ieder geval dit goede initiatief niet te laten sneuvelen door een dekking die voor een van de projecten voor de helft niet helemaal plausibel is. Ik sluit mij aan om het te verdagen, maar uitstel mag niet tot afstel leiden.


De voorzitter: Dat is ook niet de intentie van het ordevoorstel.


De heer Kats: (SGP/ChristenUnie)

Ik sluit mij ook aan bij het ordevoorstel. Eigenlijk klopt de hele dekking voor 2002 niet. Uit de reserve huisvesting kun je niet een brede school dekken. Dat is niet zorgvuldig zeker gezien de nood bij de huisvesting van scholen.

De wethouder moet nog eens goed kijken naar de toezegging die in de vorige commissievergadering is gedaan met betreking tot de aanpassing van het voorstel. Er zijn twee opmerkingen door mijn fractie gemaakt die ik niet terug heb gezien in het voorstel.


Mevrouw De Bruin: (D66)

Wij kunnen met het ordevoorstel instemmen. Wij willen u meegeven datgene wat wij bij de financiering bij de voorjaarstnota hebben gezegd over de alternatieve voorstellen.


Mevrouw De Jong: (SP) Wij stemmen in met het ordevoorstel.


De heer Schneider: (GroenLinks)

Mijn fractie stemt hier ook mee in en dit geldt ook voor de heer Van Buël.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Het college houdt vast aan de inzet van de raad dat dit een belangrijk voorstel is. Het is belangrijk met elkaar te discussieren over een goede dekking. Wij gaan er van uit dat de dekking valiede is, maar daar wil ik graag nog een keer met u over debatteren. Tenzij mevrouw Speelman u haar vinger gaat opsteken, ga ik er van uit dat een verdaging van een maand geen probleem hoeft op te leveren al wil iedereen heel graag aan de slag. Dat weet u ook. Er zijn wat dat betreft wel verwachtingen gewekt. Mevrouw Speelman steekt haar vinger niet op. Ik zeg u toe met u die discussie aan te gaan. Dat zou mogelijk al aanstaande maandag kunnen.


Daarmede is dit onderwerp nu van de agenda afgevoerd.



15. Gemeentelijke Kadernota Zorgbeleid (rv 2001-64)


De voorzitter:

Ik hoor zo juist dat er een notitie van de provincie onder weg is. Misschien dat de portefeuillehouder daar iets over kan zeggen.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Ik kan me niet herinneren dat een lid van het college ooit een voorstel van orde heeft gedaan, maar ik zou willen voorstellen om dit punt morgenavond te behandelen.

Er is een inspraakreactie van de provincie gekomen. Daar zou het stuk bescheiden op moeten worden aangepast. Wij zouden het erg op prijs stellen als u die aanvulling voor morgen zou kunnen lezen. Als u daarmee akkoord kan gaan, kunnen we het voorstel morgen behandelen. Wij zorgen in ieder geval dat u de aanvulling vandaag nog meekrijgt.

De raad stemt hiermee in zodat het voorstel tot morgenavond wordt verdaagd.



16. BRU-begroting 2002 en Jaarrekening 2000 (rv 2001-65)


De heer Veenendaal: (VVD)

Een paar korte opmerkingen. Wij hebbend oor het BRU alleen maar kunnen kennisnemen van uw ambtelijke ondersteuning om in te stemmen met deze jaarrekening. Dat beleid zou ik zeker blijven willen ondersteunen. Echter door de gebrekkige planning hebben wij geen kennis kunnen nemen van de reacties van andere gemeenten, laat staan dat we kennis hebben kunnen nemen van de commissie jaarrekening die bij elkaar is geweest. Daar stonden naar mijn mening toch goede suggesties in. Er zijn reserves gevormd waarvan het bestaansrecht duister is.Het zal u duidelijk zijn dat Zeist daar een bijdrage aan moet leveren per inwoner. Er liggen denk ik nog mogelijkheden. Verder heeft u vandaag gehoord in de algemene beschouwingen dat de kaderwet eindig is. Er is een risicoparagraaf. Langlopende verplichtingen zijn onvoldoende in beeld gebracht. Er liggen suggesties waarbij ik u adviseer om u ambtelijk bij te laten staan. De mensen die namens Zeist het BRU vertegenwoordigen kunnen mogelijk die suggesties hier en ander ondersteunen en zij kunnen daar verslag van doen in de commissie b.e.r. wat men er mee heeft gedaan.

Het moge duidelijk zijn dat ik kan instemmen met de rekening.


Mevrouw De Jong: (SP)

Voor wat de begroting van het BRU betreft, daar zijn wij tegen omdat wij tegen een extra laag tussen de provincie en de gemeenten zijn. Dat zijn we altijd geweest en dus nu ook.


Hierna wordt het voorstel z.h.st. aangenomen waarbij de fractie van de SP geacht wordt tegen te hebben gestemd.



17. Werkartaal (rv 2001-66)


De heer Van Benthem: (VVD)

Het voorstel heeft om te beginnen onze instemming. Werkartaal heeft in onze ogen een belangrijke functie in Zeist. Wij kijken met belangstelling uit naar het bedrijfsplan. Een aantal items zou wat ons betreft prioriteit moeten krijgen in het beleidsplan. Dit is de diversificatie van activiteiten. Om een voorbeeld te noemen. We hebben kennis genomen van een heel mooi project in Hilversum waar een organisatie vergelijkbaar met Werkartaal nauw samenwerkt met de kringloopwinkels. Dat is een heel succesvol project gebleken. Werkartaal in Hilversum knapt goederen op voor de kringloopwinkels. In de winkels zijn onder andere WAO-ers werkzaam. Dat is een heel mooi voorbeeld van hoe we zorgen dat mensen met een uitkering toch weer een kans krijgen in de samenleving. Wat ons betreft zou Werkartaal moeten streven om financieel minder afhankelijk te zijn van het ESF. We hebben goede notitie genomen van de opmerkingen hierover in het rapport. Wij hechten aan een versterking van de regiofunctie vooral als je kijkt naar het terrein van sociale reactivering maar ook met een nauwere samenwerking tussen het RWI. en de sociale werkvoorziening. Je ziet soms een goede activering van fase 4 klanten elders in het land. We hebben in Zeist daar niet zo’n hele grote prioriteit aan gegeven omdat het een moeilijk bemiddelbare groep is. Als we naar mooie resultaten elders in het land kijken, kunnen we wellicht in Zeist er nog een schepje boven op doen. We moeten proberen die groep te reactiveren niet zo zeer rechtstreeks naar de arbeidsmarkt. Ik denk dat in het vrijwilligerswerk nog een hele mooie wereld te winnen is voor de mensen die nu nog in fase 4 zitten. Wij kijken dus met belangstelling uit naar het bedrijfsplan.


De heer Spaargaren: (PvdA)

Over het externe knelpunt Werkartaal is al heel wat gezegd. In de raadsvergadering van 12 maart hebben de diverse fracties waaronder de PvdA zich positief uitgelaten over het verstrekken van een overbruggingskrediet aan Werkartaal. We zijn nu drie maanden verder en er is gelukkig heel wat gebeurd. Nogmaals onze complimenten aan het college voor de inspanningen om Werkartaal bij te staan in deze moeilijke periode. U vraagt nu instemming met een aantal vervolgstappen die ons inziens inmiddels al in gang zijn gezet. Hierbij dan graag toch onze instemming voorzover dat bij de commissiebehandeling al niet duidelijk was.

Nog enkele opmerkingen. Wij zijn niet vergeten dat het probleem bij Werkartaal niet het geld is, maar het moment van uitbetaling van de Brusselse gelden. Dat probleem is veroorzaakt door moeilijkheden, mogelijk fraude elders in het land. In het verleden heeft Werkartaal die gelden zonder problemen ontvangen. Dat neemt niet weg dat het goed is om in zo’n situatie goed na te denken over onder andere de financiële toekomst van de organisatie.

De gemeente Zeist heeft het goede voorbeeld gegeven om zo’n 70 mensen uit de bijstandsbakken te halen om ze kennis te laten maken met het aanbod van Werkartaal. Inmiddels is een groot aantal van deze mensen bij Werkartaal aan de slag. Wellicht kunnen anderen dit goede voorbeeld van Zeist volgen.

Werkartaal is gevraagd om op eigen kracht op korte termijn een bedrijfsplan op te stellen met een best case en een worst case. Wij hebben vernomen dat dit bedrijfsplan donderdagavond gepresenteerd wordt. Alle pluswerkgemeenten zijn daarvoor uitgenodigd. Wij zijn benieuwd

Op 11 juni jl. hebben collega Schenk en ik een dag gewerkt bij Werkartaal. We hebben met eigen ogen gezien hoe mensen die jaren aan de kant gestaan hebben geholpen worden om weer terug te komen in de Zeister samenleving. We hebben het dan over wat in het jargon heet de zogenaamde doelgroep. Wellicht voor alle collega’s een aanradertje om in de komende rustige zomermaanden eens even de stukken te vergeten en met eigen ogen te gaan kijken. Laten we dan het debat over Werkartaal in het najaar hervatten.


Mevrouw De Jong: (SP)

De SP is al bij Werkartaal geweest. Ik denk dat er wel meerderen zijn geweest dan de PvdA.

Wat betreft de inhoudelijke opmerkingen kan de SP aansluiten bij de heer Spaargaren van de PvdA. Wij hopen dat het onderzoek in de Tweede Kamer toch wel heel snel afgerond zal zijn naar de ESF-gelden. Er is nogal wat gerommel. De kamer denkt zelf aan een eigen onderzoek naar die ESF-gelden als de commissie niet snel komt met allerlei prognoses. Het is jammer dat wij daar nu op moeten gaan zitten wachten. Aan de andere kant kan de gemeente Zeist en Werkartaal niet afhankelijk blijven van Europese subsidies. Het is nog maar de vraag hoe het volgend jaar gaat lopen. Tot nu toe is het ieder jaar ellende geweest. Tot nu toe is er een noodfonds geweest, maar die is er dit jaar nog niet. De verwachting is dat de commissie heel snel met de gegevens komt. Wij kunnen instemmen met het voorstel. Ik hoop op een hele goede discussie in het najaar over de toekomst van Werkartaal.


Mevrouw Van Baal: (CDA)

Nog een kleine aanvulling.Ik kan mij heel erg vinden in de woorden die de heer van Benthem heeft gesproken. Daar ben ik het volledig mee eens.

Tot de heer Spaargaren. Ook wij zijn verschillende keren bij Werkartaal geweest. Wie niet zou ik haast zeggen. Wat ons daar opviel was de unieke voortvarende en initiatiefvolle wijze waarop Werkartaal hoopt gehandhaafd te kunnen blijven.

Ook wij kunnen instemmen met het voorstel.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Dank voor deze inspirerende woorden. De heer Van Benthem had het over het beleidsplan dat op 21 juni wordt gepresenteerd. U corrigeerde het terecht. Het is geen beleidsplan, maar een bedrijfsplan. Niet een onbelangrijk detail, want in dat bedrijfsplan zal duidelijk moeten worden gemaakt in hoeverre Werkartaal een financieel draagvlak heeft weten te verwerven. In hoeverre is zij in staat om de organisatie handen en voeten te geven en wat los te komen van de molensteen die om haar nek hangt met betrekking tot het ESF. Dat wacht ik ook met spanning af. Uw inbreng is wat dat betreft totaal in lijn met onze inzet. U spreekt ook dezelfde zorg uit.

Rest mij nog te zeggen dat het college zeer verheugd is dat niet alleen de heer Spaargaren sociaal geëngageerd is, maar nog vele anderen in deze raad.


Hierna wordt het voorstel z.h.st. aangenomen.



18. Aantekenen beroep tegen USZO-besluit m.b.t. opleggen van een boete (rv 2001-68)


Het voorstel wordt z.h.st. aangenomen



19. Machtiging Commit Arbo om namens gemeente procedures te voeren m.b.t. art 71A WAO en

art 38A ZW (rv 2001-69)


Het voorstel wordt z.h.st. aangenomen



20. Vaststelling jaarrekening 2000 (rv 2001-70)

De heer Veenendaal: (VVD)

Ook hier kan ik heel kort zijn. Het was dit jaar een bijzondere vergadering. In een uur waren we door de materie heen. Er is heel constructief vergaderd. Het is ook wel leuk hier te vermelden hoeveel lovende woorden er zijn uitgesproken over de opgaande lijn die in de afgelopen jaren toch in gang is gezet.Nu zijn we tot dit resultaat gekomen. De commissie heeft dan ook positief kunnen adviseren. Wij gaan er van uit dat de positieve lijn die in gang is gezet wordt voortgezet.


De heer Van Gemeren: (D66)

Laat ik beginnen met een gedicht uit Zeist poëtische gemeente. Alleen heel soms als ik alleen mijn nachtvoeten de leegte raakten, leken de luiken van het raadhuis plotseling genaakbaar. Dit gedicht van Marcel Koopman deed me denken aan de titel van het jaarverslag de luiken open.

D66 heeft geen vragen gesteld omdat we meer malen hebben gezegd dat de rekening en het jaarverslag een geheel zijn. Wij kregen de rekening drie dagen voor de vergadering van de commissie onderzoek gemeenterekening al in een gedrukte versie. Het was geen concept meer. Wijzigingen konden niet meer aangebracht worden. Wat wij missen is een terugkoppeling van wat het college in de begroting 2000 heeft gezegd te doen met de aantallen. Daarvan vinden we geen verantwoording terug. Wij hebben nog wat constateringen gedaan ten aanzien van knelpunten in de voorjaarsnota in relatie met de gemeenterekening. Dat antwoord krijgen we straks van uw college. Tenslotte bij de begrotingsbehandeling hebben we uren en uren gesproken over allerlei zaken die we wilden. Twee zaken wil ik er nog even uitlichten. Dat is amendement 3 van D66 om f 70.000,- uit te trekken voor een actieplan verkeersveiligheid in Zeist. Dat wilden we dekken uit het ruime onderhoudsbudget van het zwembad Dijnselburg. Wat schetst nu onze verbazing dat uit de gemeenterekening 2000 blijkt dat er een voordeel is van f 80.000,-.

Ook ten aanzien van de rotonde Woudenbergseweg lezen we dat er een investeringsvoordeel is van f 35.000,-. We hadden graag daarmee de monumentale eik die toen moest sneuvelen bij de aanleg van de rotonde behouden willen zien met dat geld.


Wethouder Swart: (CDA)

De voorzitter heeft vanuit de commissie verslag gedaan. Ik denk dat datgene wat naar voren is gebracht het college met tevredenheid kan aanhoren. Die tevredenheid hoort niet enkel en in de eerste plaats bij het college thuis, maar ook bij de velen die in het afgelopen jaar gewerkt hebben aan een verbetering van de jaarrekening.We hebben een plan voor planning en control opgezet. Dat is integraal door de organisatie opgepakt. Ik ben bijzonder tevreden dat in de verslaglegging nu al zichtbaar is dat het goede vruchten gaat afwerpen. In de commissie is ook aan de orde geweest dat we nog verder willen en verder moeten. Ik hoop die lijn voort te kunnen zetten. Natuurlijk kunnen er altijd enkele opmerkingen blijven. Ze zijn ook in de commissie gemaakt en daar doen we ons voordeel mee.

Zo maakte ook de heer Van Gemeren enige opmerkingen. Ik denk dat het goed is ze nu te noteren en voor het verslag vast te leggen. Het is wel jammer dat ze niet in de commissie zijn gemaakt. We kunnen kijken in hoeverreze kunnen bijdragen aan een verbetering in de toekomst van datgene wat we graag willen.


Hierna wordt het voorstel z.h.st. aangenomen.


Vervolgens wordt de vergadering geschorst tot half acht.


De vergadering wordt heropend.


Wethouder Swart: (CDA)

In de reacties op de voorjaarsnota van de verschillende fracties vielen verschillende geluiden te horen. Voor de een was het te conservatief. Teveel op de centen. Andere reacties gaven een beeld dat het allemaal wat te royaal is. Is het geld er wel en wordt er niet veel teveel aan nieuw beleid geïnventariseerd en worden er maar delen aan uitgegeven Dan gaat het over ambities. Wat is een mens zonder ambities en zo geldt het in feite ook voor de politiek. Je mag ambities hebben. Ambities betekenen ook altijd dat er een spanning is tussen datgene wat je wil en datgene wat je financieel kan. Die spanning hebben we in deze voorjaarsnota laten zien. Je mag dat de creativiteit noemen die er in de organisatie is om een aantal dingen te doen. Tegelijkertijd het realisme dat je weet dat je beperkt bent door de financiën en de middelen die je hebt. Daar kun je niet altijd creatief mee omgaan. Daar mag je niet altijd creatief mee omgaan. We hebben een aantal wetten regels wat we wel en wat we niet mogen doen. We hebben een comptabiliteitswet. We hebben een aantal andere regels waarbinnen je je zaken moet doen. In die zin is het college toch wel creatief geweest. Ik heb dit ook uit een paar bijdragen gehoord. Om tot een sluitende begroting te komen hebben we zoveel mogelijk middelen ingezet. Tegelijkertijd zijn we ook zo realistisch dat je weet dat een aantal dingen niet kan. Dat heeft naar het idee van het college te maken met een zorgvuldig beleid en een goed financieel beleid. Niet met andere kwalificaties die door bepaalde fracties gegeven zijn. Wat er ligt is degelijk. Wat er ligt is deugdelijk. U hoeft die lijn niet te delen. Als men zegt dat het genant is, kan men dat niet hard maken. Dat kunt u niet waarmaken.

De VVD heeft gezegd dat er f 52.000.000,- is en dat er maar f 16.000.000,- wordt ingezet. Wij bedoelen juist te zeggen dat we naar het volgend jaar moeten kijken, spoor 1, 2 en 3. Op deze manier doorgaan is niet altijd even productief. Je zou eigenlijk naar het begin van de volgende periode moeten kijken naar spoor 2. We moeten inventariseren wat er ligt en wat we willen doen. In spoor 3 leggen we het strategisch beleid voor de komende vier jaar vast om dit soort zaken te voorkomen. We hebben de raad misschien teveel moeten teleurstellen in datgene wat we allemaal willen en wat we uiteindelijk niet uit hebben kunnen voeren. Dat is voor het college achteraf ook makkelijker te constateren dan vooraf. Er zijn natuurlijk bepaalde dingen gebeurd in de zin van exogene factoren die een belangrijke rol hebben gespeeld in de voorjaarsnota zoals die nu voorligt. Bepaalde zaken waar u en ik vorig jaar nog geen weet van hadden of ze zouden gebeuren en welke financiële consequenties daaraan vast zouden zitten. Ze zijn gebeurd. We hebben daar bepaalde beleidsvoornemens aan gekoppeld en dat ziet u in deze voorjaarsnota terug. Voor velen teleurstellend, maar toch onontkoombaar.

Je kunt spreken over allerlei normen bij de financiën maar wij zijn verplicht om ook in de toekomst een sluitende meerjarenbegroting te hebben. Normen die niet van ons zijn maar van het rijk. Over het algemeen pleeg ik daar weinig van te zeggen. Tot de VVD zou ik willen zeggen dat acht jaar Zalmnorm het rijk rijker heeft gemaakt. De gemeenten zijn er eerder financieel minder goed mee uit de voeten gekomen. De norm die voor de één heel goed werkt hoeft voor de ander niet goed te zijn. In spoor 1, 2 en 3 proberen we bepaalde strategische beleidsvisies neer te leggen. Je moet weten wat het ongeveer gaat kosten. Daartoe moeten aan het begin van de periode afspraken worden gemaakt. In die zin zijn alle gedachten altijd meegenomen om tot zoiets te komen. Nota’s zijn er altijd geweest, maar daarvan hebben we altijd gezegd dat voor wat de financiële dekking betreft op de voorjaarsnota gewacht diende te worden. We hebben de verwachting gewekt dat die dan aan de orde zou komen, maar we hebben verder geen toezegging gedaan. Dat zoiets een ander leven kan gaan leiden, ben ik het eens. Daarom deel ik de mening dat je daar voorzichtig mee moet zijn. Daarom vragen zowel de VVD als de PvdA-fractie om een beleidsconferentie over dit onderwerp. Dat staat ook in het stuk. We hebben dat er in gezet omdat wij met u van mening zijn dat dit helder- en duidelijkheid biedt. Er is altijd weer een marge van onzekerheden, maar het is wel heel goed om daar samen over te praten. De raad en het college moeten samen die discussie aangaan. Welk ambitieniveau hebben we, welke middelen hebben we. Elk jaar hebben we meer of minder middelen en er kunnen bijstellingen plaatsvinden.

Straks aan het eind van mijn betoog hoop ik op de moties en amendementen voor zover ze op mijn portefeuille betrekking hebben in te gaan. Dan hoop ik u daarover ook duidelijkheid te geven.

Een wisselwerking met de raad in de zin van bijvoorbeeld een beleidsconferentie lijkt me heel goed. Wel hebben wij iets meer geld ingezet voor de interne organisatie. Dat is om een goede dienstverlening naar de burger toe te kunnen bewerkstelligen en te kunnen verzekeren. Bij veel punten die wel gehonoreerd zijn heeft u kunnen zien dat het vaak om dienstverlening gaat. Er zijn knelpunten opgelost, maar voor een groot gedeelte is het geld in de richting van de dienstverlening aan de burger gegaan. Wij hebben de afspraak gemaakt dat meevallers de volgende keer weer bij de begroting aan de orde zullen komen. Dat willen we graag zo houden om daarmee een goed en degelijk financieel beleid te hebben. Daarmee kunnen we een ander uitgangspunt bewerkstelligen en wel dat een keer per jaar een integrale afweging plaatsvindt. Vorig jaar zijn wij daar een maal van afgeweken op nadrukkelijk verzoek van de raad. Het vraagt nogal wat van de ambtelijke organisatie om twee keer een hele begrotingsprocedure te moeten afwerken.

Over de lastendruk heeft de PVDA een aantal dingen gezegd. U weet wat het voorstel is van de voorjaarsnota. U en ook anderen hebben een opmerking gemaakt over de passage op bladzijde 5 waarin we een doorkijkje geven naar de toekomst. Het college heeft daarbij een bepaalde kanttekening geplaatst. Zo zullen we het graag willen houden. Dit jaar werken we nog binnen de afspraken die gemaakt zijn bij het beleidsplan en het collegeprogramma. Volgend jaar wachten we af wat de partijen dan willen. We hebben het spanningsveld tussen het een en het ander aangegeven.

Er zijn een hele hoop dingen niet gehonoreerd. Enkele fracties hebben nog aandacht voor bepaalde onderwerpen gevraagd die deze keer niet gehonoreerd zijn. Ik denk dat het goed is ook met het oog op de komende raadsperiode als we die zaken noteren. Dan kunnen ze zo nodig in het driesporenbeleid meegaan. Die zaken die buiten de eigen inventarisatie vallen kunnen dan nog eens bekeken worden. Ook daarvoor verwijs ik naar een brede raadsconferentie waar enkele fracties al naar gevraagd hebben en dat ik al eerder heb toegezegd.

Een aantal opmerkingen over de vermogenspositie van de gemeente zijn gemaakt door de fracties van D66 en Groen Links. Ik zou daar heel kort over willen zijn. Vorig jaar hebben we een brede discussie gehad inzake het vermogen. U weet dat we al het geld dat we hebben inzetten. Je kan steeds weer de discussie voeren over hoe rijk we nu zijn of hoe arm. Ik zou er twee dingen over willen zeggen. We hebben er vorig jaar uitvoerig over gediscussieerd. Wij zetten alle gelden in. In het najaar zal u in het kader van spoor 2 de kans krijgen om op deze materie in te gaan. Wij hebben een begrotingsscan gehouden. Die is uitgevoerd door de minister van binnenlandse zaken in samenwerking met de provincie Utrecht. Een dergelijke begrotingsscan wordt op deze wijze meer in Nederland gedaan. De resultaten kennen we nog niet. Die komen in november. Dan kunnen we zien hoe rijk of arm we in het kader van die scan zijn. Stel dat we rijk zijn, we zetten wel alle gelden in bij de begroting. We sparen het niet op en we zetten het niet aan de kant. Met hetzelfde geld kunt u ook zeggen dat we arm zijn. We zetten alle gelden in en komen toch nog te kort.

Groen Links heeft nog een specifieke vraag gesteld over het Slot. We hebben vorig jaar een discussie gehad over de vier functies van het Slot. Het ging met name om de publieksfunctie en de culturele functie. In de aanpak van het Slot zullen die functies op z’n minst gehandhaafd moeten blijven zo niet versterkt worden. Een versterking van die functies ligt in de lijn der verwachtingen. Daar hebben we aan gewerkt en de stand van zaken is nu niet anders. Na de vakantie hopen we bij de deelplannen daar nader op terug te komen.

Groen Links en D66 hebben vragen gesteld over het wijkgericht werken. Vorig jaar hadden we een knelpunt en gevraagd is hoe het kan dat toch met wijkgericht werken wordt doorgegaan. Wij hebben een hele slag gemaakt. Daar is ook in de commissie eerder aandacht voor gevraagd. Wij hebben een keer een presentatie aan de raad gegeven hoe we het wijkgericht werk willen invullen. Toen dachten we nog dat het een wijze van organiseren was. Hoe doe je het een en hoe doe je het ander. Hoe sluit dit op elkaar aan en hoe laat je het functioneren. We hebben gezegd dat het doelmatiger is en meer ingebed in onze organisatie als we het een wijze van werken noemen. Het is zaak integraal binnen de functies die je hebt als ruimte, samenleving enz. vorm en inhoud aan het wijkgericht werken te geven. Op die wijze kunnen we aan de slag gaan. Was er vorig jaar nog sprake van wijkmanagers, nu hebben we enkele regisseurs. Vervolgens hebben we in de organisatie nog wat piketpaaltjes gezet om dit verder inhoud en vorm te kunnen geven. Op die manier kunnen we slagvaardig met het wijkgericht werken binnen de gemeente aan de gang. Vandaar dat u bij deze voorjaarsnota voor het wijkgericht werken financieel een ander plaatje ziet. In de praktijk zult u ook iets anders zien dan vorig jaar en dat is dat er ietsje meer wordt gedaan. Het gaat er om meer te doen met minder geld.

Er zijn vragen gesteld over de meicirculaire. Hij is er. Hij is nog niet doorgerekend. Eventuele plussen in de voorjaarsnota worden verwerkt voor 2002. Die nota gaat dan over het jaar 2003. Dat is de systematiek die we afgesproken hebben. Wij hebben tegelijkertijd een aantal risico’s in de voorjaarsnota zelf. Wij anticiperen op een accres in de toekomst maar waar we niet geheel zeker over kunnen zijn. Wij verwachten een volledige vergoeding van het rijk in verband met gestegen lonen en prijzen, maar ook dat is niet zeker. Ook daarin moet je een bepaalde balans zoeken. Met deze twee voorbeelden wil ik aangeven dat we niet enkel en alleen conservatief met de begroting omgaan maar we nemen ook bepaalde risico’s voor de toekomst, zij het dat dit op een verantwoorde wijze plaatsvindt. De meicirculaire is nog niet doorgerekend. Als die is doorgerekend zal dit geen rol spelen bij de begrotingsbehandeling in oktober.

We halen wat geld uit de saldireserve, maar die zal altijd aangevuld moeten worden tot die f 10.000.000,- zoals ook eerder met u is afgesproken.

D66 vraagt nog hoe het nu zonder GZO en zonder het bouwfonds moet. Als die zaken zich niet hadden voorgedaan hadden we minder geld te besteden gehad. Gelukkig hadden we wel het bouwfonds en het GZO. Helaas zijn er een hele hoop dingen die we daarmee hebben moeten invullen. Op basis van een en ander zijn we tot deze voorjaarsnota gekomen.

Er is gesproken over de kleren van de keizer. Waar niets is verliest ook de keizer zijn rechten. Dat is even waar als het verhaal over de keizer die u ten tonele voert. Wij kunnen en mogen niet meer uitgeven dan dat we langdurig kunnen dekken. We hebben niet meer geld dan we hebben. Voor wat betreft de aanpassing van de tarieven hebben we gekozen voor een verhoging van de OZB met 4% zoals in het collegeprogramma is afgesproken. Voor een aantal andere zaken hebben wij gekozen voor kostendekkende tarieven zoals we dat ook eerder hebben afgesproken. Dit zit in de systematiek. De raad noch het college zitten met financiële handboeien om. We hebben een begroting die in evenwicht is. Je zou van reddingsboeien kunnen spreken. We hebben al het geld ingezet dat er is. In die zin hebben we ook deze keer weer ontzettend veel kunnen doen voor onze samenleving.

Over de openbare orde, de handhaving enz. heeft D66 een opmerking gemaakt. Het ging onder andere om surveillanten en bepaalde inverdieneffecten. We hebben voor handhaving nu f 250.000,- ingezet. Wat we nu inzetten geeft weinig aan inverdieneffecten. Als we in de breedte meer hadden kunnen inzetten, zouden er wel inverdieneffecten opgetreden zijn. Omdat we deze keuze gemaakt hebben doet zich dat feit niet voor.

We hebben de salesfunctie van het Slot. We verbouwen maar houden tegelijkertijd de winkel open. Het kost niet alleen het een en ander aan exploitatie, maar het kost ook ontzettend veel uren aan inzet van mensen. Met kunst en vliegwerk moet de zaak draaiende worden gehouden als je het gebouw niet voor de volle 100% kan exploiteren. Dat kost inzet ook van de salesmanager. Die inspanning in deze tijd levert niet de extra verdienste op ten opzichte van de meerkosten. In de toekomst zal dat wel het geval zijn. Het is nu nodig deze functie te vervullen voor f 80.000,-. Daarvoor moet die extra inspanning gedaan worden. In de toekomst zal dit zich ongetwijfeld terugverdienen. Na de vakantie komen we op de deelplannen voor het Slot Zeist terug. Dan kunnen we nog eens verder discussiëren Het niet doorzetten van deze salesfunctie of het geld ergens anders voor inzetten zou niet goed zijn voor het Slot met al haar functies. Die functies willen we zo goed mogelijk gaan uitvoeren.


De heer Van Gemeren: (D66)

Welk inverdieneffect verwacht het college met het Slot nog meer te bereiken als je praat over een structurele uitbreiding van de salesfunctie? Dan praat ik over meer dan de door het college aangegeven f 50.000,-. Wordt het vanaf 2005 of 6 meer en hoeveel meer?


Wethouder Swart: (CDA)

Het wordt veel meer. Hoeveel meer kan ik uit mijn hoofd niet zeggen. Het is vorig jaar in de discussie over het Slot opgenomen. U ziet dat we eerst investeren in het onderhoud om aan een aantal eisen te kunnen voldoen. Vervolgens gaan we dat terug verdienen Ik wil daar best op terugkomen in de volgende commissievergadering. Het is inderdaad veel meer. Op de langere termijn hebben we een evenwicht gevonden tussen de investeringen die nodig zijn om het Slot Zeist op een goede wijze te kunnen handhaven en de exploitatie die er tegenover staat. Die twee dingen moeten we op een verantwoorde wijze doen.

Bij het opzetten van de begroting zoals het college dat doet kunnen je twee kwalificaties voor de voeten worden geworpen waar ik de argumenten voor heb om daar ja of nee op te zeggen. Dat is te royaal zijn of te zuinig zijn. Ik heb moeite met woorden die ik eerder gehoord heb als creatief boekhouden. Dat begrip kennen we niet. Dat begrip zouden we ook nooit willen gebruiken. Ik neem aan dat de toon waarin het gezegd niet bedoeld is. Ik kan er als wethouder van financiën slecht tegen, want het heeft toch een negatieve associatie Wij hebben hier een begroting voorgelegd die volledig transparant is. U kunt precies zien wat er gedaan wordt en wat er niet gedaan kan worden. U kunt op allerlei wijzen uw argumenten voor of tegen neerzetten. Er zijn altijd tegenvallers en die moet je financieel adequaat weer rechtzetten. Er zijn ook altijd weer meevallers en die nemen we weer mee in onze begroting. In die zin raakt er nooit geld zoek. Wij zetten alles in wat er is. Over de keuzes die gemaakt worden kun je wel verschillend denken. Daarom leggen wij ook keuzes voor met argumenten vanuit dit college die u kunt delen of niet en daarover vindt duidelijk een discussie plaats.

Nog een opmerking over het jaarverslag. We hebben een keurig jaarverslag uitgebracht dit jaar. Niet glossy maar gewoon functioneel. Naast de cijfers kunt u de verantwoording zien. Daar kunt u een verschillende visie over hebben. Wij vinden ook dat de gemeente Zeist zo’n stuk rustig kan toesturen naar Eerste en Tweede Kamerleden die in de provincie Utrecht woonachtig zijn. Dat heeft niets te maken met geldverspilling. Dat heeft iets te maken met je laten zien. Je laat zien wat je doet in een jaar. Je brengt de knelpunten in beeld en je geeft de zaken aan waar je nog een keer een discussie over wilt hebben. Wij gaan regelmatig in discussie met provinciale staten en met leden van de Eerste en Tweede Kamer om de belangen van Zeist zo goed mogelijk te behartigen.


Mevrouw De Jong: (SP)

Denkt u nu werkelijk dat de Eerste Kamerleden al die jaarverslagen gaan lezen?


Wethouder Swart: (CDA)

Wij hopen natuurlijk van wel. Als ze er bepaalde delen uit halen, zijn we ook al tevreden, als het de goede delen maar zijn.

Nog een opmerking over zelfregulerende projecten. Daar is nu een voorziening voor opgenomen. Bepaalde projecten duren in de aanloop wat langer dan we verwacht hadden. Financieel gezien moet dit door deze voorziening afgedekt worden. Het is de bedoeling dat je in de voorfase al redelijk snel tot de aanpak van een project kan komen. In een bepaalde situatie is dat niet gelukt. Daar zijn wij niet alleen verantwoordelijk voor, maar het is altijd in samenspel met derden. We hebben het wenselijk geacht juist uit oogpunt van een goed financieel beleid om het op deze wijze te doen.

Over het eerste en tweede orde-effect bij de belastingen heb ik het al gehad. Dat is iets wat buiten ons omgaat en dat kunnen we ook niet beïnvloeden Bij de OZB is er een relatie tussen wat we hier taxeren en een landelijk gemiddelde en de wijze waarop het rijk dit vereffent uit het gemeentefonds.

Dan de moties. Het college kan met de strekking van motie 1 instemmen. Het is goed om dit soort zaken in een discussie over bestuurlijke vernieuwing dit najaar te gaan bespreken. Ik heb al eerder u gezegd wat het karakter is van spoor 1, 2 en 3 om dit soort dingen te voorkomen. Wanneer zaken in de voorjaarsnota niet worden gehonoreerd betekent dit niet dat die zaken dan maar in de ijskast worden gezet. De intentie kunnen we onderschrijven. We moeten er nog eens verder over discussiëren Die integrale afweging zullen we ook in de toekomst moeten blijven houden. We kunnen prioriteiten aangeven. Als er iets wegvalt is het niet zo dat er dan automatisch iets anders voor in de plaats komt. Je moet rekening houden met de ontwikkelingen in het beleid en dat moet je op meerdere momenten ijken. Een keer per jaar maken we die integrale afweging. Ik heb van de VVD-fractie begrepen dat men niet wil dat er steeds meer beleid komt dat maar moeilijk of niet uitgevoerd kan worden. Voor die discussie verwijs ik naar spoor 2 en 3. Het is ook onze intentie van tevoren een strategisch beleid aan te geven wat we in de komende jaren willen doen. Daar moeten we voldoende geld voor hebben en daar moeten we zo goed mogelijk op sturen.


Mevrouw De Jong: (SP)

Er is mij iets niet duidelijk. Ik had begrepen dat motie 2 ging over de voorjaarsnota. Motie 1 ging over het BRU.

Het blijkt precies anders om te zijn.


Wethouder Swart: (CDA)

Ik hoop dat we het in die zin samen dit zo in kunnen vullen zodat we niet nodeloos verwachtingen wekken naar de burgers toe.

Op motie 2 komt een van mijn collega’s terug.

M3 van de PVDA wijst het college af omdat we graag die integrale afweging willen houden. De extra gelden die er tussen nu en de begrotingsbehandeling komen willen we gebruiken voor de begroting. Die gaan door naar volgend jaar en kunnen bij spoor 3 betrokken worden. Dat heeft onze sterke voorkeur. U kent spoor 2 en 3. Daar vinden de inventarisatie en de strategische beleidskeuzes voor de komende periode plaats.


De heer Otten: (VVD)

De motie van de PVDA vraagt een tweetal besluiten te nemen. Het ene heeft u net toegelicht. U wilt niet de middelen bij de begroting betrekken. Dat begrijpen we. Er wordt een tweede besluit gevraagd. In de beleving van onze fractie is wat in het tweede deel van de motie gevraagd wordt een kwestie van een op een met onze eerste motie waarvan u de intentie heeft onderschreven. Moet ik dat ook zo begrijpen? U heeft alleen iets gezegd over het eerste stukje van het besluit. Collega Van Kuijk en ik waren het eens dat we zo ongeveer hetzelfde vroegen aan het college. Het gaan om het tweede deel.


Wethouder Swart: (CDA)

Het college wijst het tweede deel van de motie af. Ik heb al eerder verwezen naar een beleidsdiscussie in de raad. Dit zijn zaken die in een verdere discussie aan de orde kunnen komen.


De heer Van Kuijk: (PvdA)

Ik denk dat we de afspraak die we hebben met de heer Otten ons goed voor ogen moeten houden. Ik denk dat het tweede deel van onze motie heel sterk gekoppeld is aan het wel inzetten van die middelen. Ik denk dat in een gesprek het wel duidelijk te maken is dat dit wel losgekoppeld kan worden. Gehoord het antwoord van het college stel ik voor dat we tussen nu en morgen daar nog over van gedachten wisselen.


De heer Otten: (VVD)

Dit lijkt me heel aardig. Dat gaan we zeker doen.


Wethouder Swart: (CDA)

Dan ga ik naar motie 7 van BIZ/GZB over de rekenkamer. Die wijzen we af. We willen niet vooruitlopen op de wetgeving in het kader van het duale stelsel. Daar komt de rekenkamer ook aan bod. Na 6 maart 2002 hebben we een discussie over de rekenkamer, over de onafhankelijkheid van de rekenkamer en de aankleding daarvan. Het lijkt me nu te voorbarig om daar nu op in te gaan. Dat komt terug in de discussie over het duale systeem.

Van amendement 2 en 3 mag ik niets zeggen want daar komen andere collega’s op terug.

Hoewel de tijd kort is geweest hoop ik voldoende te zijn ingegaan op de sprekers in eerste termijn. Daar waar het niet helemaal mogelijk was de vragen in extenso te beantwoorden mijn excuus. Ik hoop dat mijn beantwoording toch voldoende helder en duidelijk is geweest.


De heer Claasen: (GroenLinks)

Nu de wethouder zijn beantwoording zo duidelijk wil beëindigen wil ik hem nog herinneren aan een vraag die ik in eerste termijn gesteld heb. Ik heb in eerste termijn nadrukkelijk gevraagd of uw college wilde reageren op onze visie dat het gezien de maatschappelijke knelpunten eens een keer noodzakelijk was om te praten over de hoogte van onze vermogenspositie als totaal. De wethouder had het over een conferentie die er aan zit te komen. Misschien dacht hij hiermede een antwoord gegeven te hebben, maar ik vind dit niet afdoende. Wellicht kunt u er nog iets over zeggen.


Wethouder Swart: (CDA)

Ik dacht dat de heer Claasen wel een antwoord had op deze vraag. Je kunt altijd discussiëren over hoe rijk we zijn of hoe arm. Wel is het helder en duidelijk dat we al het geld dat we hebben inzetten. In die zin zijn ook de GZO- en de bouwfondsgelden ingezet voor de begroting. Daar hebben we nu de discussie over. Daar hebben we vorig jaar ook een discussie over gehad. Ook alle andere gelden zetten we in. We hebben voorzieningen. We hebben reserves. We hebben vorig jaar een uitputtende discussie gehad of het teveel is of te weinig. De raad heeft gezegd dat het zo moet.

Vervolgens heb ik gezegd dat we op dit ogenblik een begrotingsscan aan het doorvoeren zijn. Binnenlandse zaken en de provincie doen dat. Ook daar komen vragen aan de orde hoe rijk of hoe arm de gemeente is. De resultaten hiervan heb ik u voor na de vakantie toegezegd. Dat lijkt mij het nieuwe moment om daarover te kunnen discussiëren Het college zet het geld in bij deze begroting. Vorig jaar hebben we de discussie gehad om eventueel iets voor spoor 3 te reserveren. Daar heb ik vanmiddag ook een aantal opmerkingen over gehad. Jammer dat het niet kan. Jammer dat het allemaal ingezet is. Meer geld hebben we niet. Door een andere fractie is opgemerkt dat u bij de begroting altijd te weinig geld heeft, maar bij de jaarrekening is er dan weer geld over. Ook dat geld wordt opnieuw ingezet voor een volgende periode. Ook daar blijft niets achter. Er kunnen zich ook bij de jaarrekening tekorten voordoen. Hoogstens schuift het dan een jaar op. Als we overhouden hadden we achteraf gezien iets meer kunnen inzetten. Het is altijd gemakkelijk die dingen achteraf te zien. Soms hebben we ook tekorten op de jaarrekening. Dan moeten we dat ten laste van het komende jaar gaan vereffenen. Bij ons is de beurs altijd leeg omdat het geld altijd naar de samenleving gaat.


De heer Van Kuijk: (PvdA)

Over ons amendement heeft de heer Swart in algemene zin wel een opmerking gemaakt. Ik heb begrepen dat het werd gekoppeld aan de motie van de VVD. Er werd gesproken over het overnemen van de intentie. Ik weet niet of het bij een amendement wel zo handig is om de intentie over te nemen. Wat wij eigenlijk in dit amendement geven is een aanscherping van datgene wat u zelf in het raadsvoorstel voorstelt. U wilt in de loop van het jaar gaan praten over de loop van de grondslagen. U heeft nu een paar keer de bestuursconferentie genoemd en toegezegd. Ik begrijp dat daarmee dat punt uit ons amendement heel duidelijk is overgenomen en dat dit over niet al te lange termijn plaatsvindt.

Het tweede punt hadden we aangegeven om het u gemakkelijker te maken. U spreekt in uw raadsvoorstel terecht van een grote werkdruk zowel bij de ambtelijke organisatie als bij het college. Wij stellen u voor om de werkdruk niet verder te laten oplopen om in de ontwikkeling van het komende beleid te kijken of er niet wat getemporiseerd kan worden. U mag dit zelf invullen. Daar heb ik eigenlijk niet duidelijk een antwoord op gekregen. Vindt u dat er voldoende tijd is om dit goed met elkaar te doen?


Wethouder Swart: (CDA)

Ik vind het lastig om daar een helder antwoord op te geven. Uw conclusie is juist.


De voorzitter:

Ik kom bij de portefeuille ruimtelijke ordening. Ik kan daar kort over zijn. Er zijn vragen gesteld en opmerkingen gemaakt met name door de fracties van Groen Links en D66 over het Rond en de ontwikkelingen daar. De heer Van Buël heeft iets gezegd over het museum van de Van der Polstichting.

De heer Claasen vraagt namens zijn fractie nadrukkelijk naar een kostenverdeling als het gaat om de ontwikkeling van het Rond en hoe dat dan verwerkt is in de exploitatie. Wat is de maatschappelijke noodzaak. Ik zou hier geen cijfers willen noemen over de kostenverdeling omdat we ons nog in een onderhandelingstraject bevinden over de aankoop van het postkantoor zoals u bekend is. Ik wil u wel toezeggen om de stand van zaken met betrekking tot dat punt gelardeerd met cijfers en met een kostenverdeling e.d. vertrouwelijk in de eerstvolgende vergadering van de commissie ruimte kunst en cultuur aan de orde te stellen. Als u vervolgens vraagt hoe dat verwerkt is in de exploitatie, is dat nog niet het geval. Het komt in de eerstvolgende aanbieding van de exploitatie als herziening van het Rond. Dat zal niet eerder zijn dan na de vakantieperiode. De heer Claasen vraagt naar de maatschappelijke noodzaak van de ontwikkelingen zoals we die voor het Rond bepleiten. Dat is eigenlijk integraal opgesloten in het voorbereidingsbesluit dat we op 14 mei jl. genomen hebben. Uitgangspunt is geweest om de monumentaliteit in het gebied te handhaven voor ons nageslacht. We hebben hier een unieke kans om een kwaliteitsslag te maken. Het Nassauhuis kunnen we handhaven. We hebben ontwikkelingen aan de Lageweg. We hebben een bestemmingsplan voor het Slot dat in procedure is. Er zijn wel wat andere inzichten over de kwaliteit van dat gebied dan ten tijde van de vaststelling door uw raad in 1994. Vanuit die optiek hebben we sterk gepleit voor een voorbereidingsbesluit dat u ook genomen heeft met daarbij de onderbouwing die ik zo juist heb geformuleerd.

De heer Van Gemeren heeft gevraagd of er geen andere oplossingen mogelijk zijn voor de dekking. Als het college het goede halve oor open heeft gehad, bedoelt de heer Van Gemeren waarschijnlijk op bijvoorbeeld een risicovoorziening. Ik zie hem instemmend knikken. Als je dat doet wijs ik er op dat er dan sprake is van geblokkeerd geld. Het college denkt dat het uitermate logisch is het juist hier onder te brengen omdat de totale herziening van het bestemmingsplan aan de orde is. Vanuit die optiek zou ik er zeker niet voor willen pleiten om het in een risicovoorziening te stoppen.


De heer Claasen: (GroenLinks)

Nu we in een onderhandelingstraject verkeren kunt u uiteraard niet alle cijfers op tafel leggen. Daar kan ik mij een hele boel bij voorstellen. U zou wel enig inzicht kunnen verstrekken in de kosten die het maken van een bestemmingsplan met zich meebrengt. Daarvoor is het onderhandelingstraject van veel minder belang.


De voorzitter:

Dat laat wat minder moeilijk te raden waar de overige bedragen aan gekoppeld zijn. Ik zou er nogmaals nadrukkelijk voor willen pleiten om dit vertrouwelijk in de eerst volgende commissie RKC aan de orde te stellen.


De heer Claasen: (GroenLinks)

Dan begrijp ik dat we over het totale bedrag praten. Ik begrijp dat de kostenverdeling er aan komt. U heeft het woord afweging gebruikt. U zegt dit project zo vreselijk belangrijk te vinden. Met het nemen van een voorbereidingsbesluit heeft de raad bepaald dat we het geld hiervoor kwijt zijn. In een integrale afweging kun je dit project plaatsen tegenover een aantal andere maatschappelijk belangrijke projecten. Die afweging is hier nooit expliciet gemaakt. Nooit is er verteld dat het zoveel gaat kosten en dat houdt in dat u een x-aantal andere dingen niet kunt doen. Die finale afweging wordt eigenlijk vanavond gemaakt. Om die afweging te kunnen maken moet u meer informatie geven dan u nu verstrekt heeft.


De voorzitter:

Ik herinner mij dat we op 14 mei jl. bij de vaststelling van het voorbereidingsbesluit zeer nadrukkelijk in de vertrouwelijke sfeer een aantal cijfers aan de orde hebben gehad en mogelijke claims die ons staan te wachten. Ik zou hier in de openbaarheid die getallen zeker niet willen noemen. Ik ga er toch van uit dat we met het voorbereidingsbesluit en met de informatie die wij u hebben gegeven de raad zich bewust is geweest van de consequenties. Ik denk dat je dan zeker in dat traject niet kan spreken van impliciete besluitvorming.


De heer Van Gemeren: (D66)

Ik had in de commissie ruimte al het college gevraagd met een onderbouwing te komen. Nu kan het zijn dat het vertrouwelijk is, maar dan kan het college altijd nog tussen de vergadering van de commissie en de raadsvergadering de raadsleden vertrouwelijk informatie verstrekken ten aanzien van de onderbouwing. Ik heb u gezegd dat ik die in het weekend mondeling heb gekregen. Op grond daarvan heb ik gevraagd of er niet een mogelijkheid is om een aantal zaken financieel-technisch af te dekken. U heeft het over schadeclaims. U wil niet ingaan op de hoogte. Het is niet zeker of er een schadeclaim komt. De tijd waarop iets geclaimd zou kunnen worden is niet zeker. Dat zijn twee redenen om financieel-technisch als college te kunnen overwegen om een groot deel van de f 560.000,- dat nu een beslag legt op de middelen op een andere wijze af te dekken. Daar hebben we om gevraagd. Misschien dat u tussen nu en morgenochtend dat vertrouwelijk op papier kan zetten. Dan hoeven we er nu niet tot in details op in te gaan. Ook in relatie tot bijvoorbeeld het GVVP waarvoor we twee ton hebben. Dit bestemmingsplan legt zo’n groot beslag op de schaarse middelen die we hebben.


De voorzitter:

Ik denk nogmaals dat het voldoende uitvoerig aan de orde is geweest op 14 mei jl. U kunt daarover van mening verschillen met mij. Ik geef op dit moment de mijne weer. Ik wijs u er op dat het gevolg van het genomen voorbereidingsbesluit is dat we binnen een jaar een nieuw bestemmingsplan moeten hebben. Zodra er een nieuw bestemmingsplan is vastgelegd, hebben belanghebbenden het recht om schadeclaims in te dienen. Dat speelt al op een afzienbare termijn. Ik zou willen persisteren bij datgene wat ik in eerste instantie heb gezegd. Ik zal u slechts een week verwijderd van nu cijfermatig informeren met inachtneming van het besluit dat we naar de mening van het college zeker niet impliciet hebben genomen op 14 mei jl.


Mevrouw Spruijt: (GroenLinks)

Is het in voorgaande gevallen waarin we een voorbereidingsbesluit hebben genomen ook zoveel geld gereserveerd?


De voorzitter:

Op 14 mei zijn uitdrukkelijk de consequenties vermeld.


De heer Van Gemeren: (D66)

We zitten nog met een verschil van mening. We praten vandaag en morgen over het beslag op de algemene middelen in verband met een aantal knelpunten. Wij met een aantal andere fracties constateren dat dit een aardig beslag is. Wij vragen of het niet op een andere manier kan. U zegt met informatie te komen in de eerst volgende commissievergadering. Dan is de voorjaarsnota al vastgesteld met de kaders voor de begroting. Als er een bepaalde meevaller is kunnen we weer wachten tot de volgende voorjaarsnota om dan een bestemming te kunnen geven aan de middelen die begrotingstechnisch zouden vrijvallen. Vandaar ons verzoek of u alsnog die onderbouwing kan geven met de notulen van de besloten raadsvergadering. Daarin zijn niet de cijfers gepresenteerd die ik als zodanig gehoord heb. Financieel-technisch gezien zou het netjes op een andere manier afgedekt kunnen worden.


De voorzitter:

Er zijn geen meevallers in dat traject te verwachten. U geeft aan dat u kennelijk het totaal bedrag dat door ons is aangegeven niet vertrouwt. Die onderbouwing krijgt u wel, alleen niet nu.


De heer Van Delft: (CDA)

U spreekt een en ander maal over een voorbereidingsbesluit van 14 mei. Dat is echter onjuist. Er is een raadsvergadering van 2 april geweest waarin we dat voorbereidingsbesluit genomen hebben.


De voorzitter:

U heeft volstrekt gelijk mijnheer Van Delft! Het was inderdaad op 2 april.


Ik kom bij de heer Van Buël die nog eens een pleidooi houdt voor een museum van de Van der Polstichting. Bij de verdeling van de f 7.000.000,- door de raad is dat voorstel ook al gedaan. U heeft mij letterlijk horen zeggen dat mij dit uitermate sympathiek is. Aan de orde is geweest het pand aan de Dorpsstraat van de voormalige apotheek. We nemen daar volgend jaar een nader besluit over. Het zou kunnen zijn dat het commercieel verhuurd wordt. Het zou kunnen zijn dat we dat een museale bestemming geven. Ik zou ook aan andere locaties willen denken. Ik zou dat standpunt van het college willen handhaven. U mag er voor blijven pleiten, maar dan verzoek ik u vriendelijk de nodige dekking daarvoor aan te geven. U heeft de voorstellen gezien en daarin is nu het museum in ieder geval niet meegenomen.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Er is een woord in het betoog van de heer Otten dat mij 'trickert' en dat is Engels. Het woord schwung en dat is Duits. Gelukkig zei de heer Otten dat het er op lijkt dat de schwung er uit is. Ik kan u verzekeren dat bij het college en bij deze wethouder er de schwung niet uit is. Bij de bespreking van de voorjaarsnotitie is het soms wat jammer dat je daar ook niet de begroting bij de orde hebt. Het lijkt er wel eens op dat bedragen die in de voorjaarsnota worden genoemd alles is wat er is en niets is minder waar. Voor wie de begroting nog een beetje helder voor ogen heeft, staan er geweldig veel bedragen in die ook benut kunnen worden en ook benut worden. Dat is veel meer dan men denkt. Onze fles is bij lange na niet half leeg. Hij is nog ruim gevuld. Dat is een andere benadering dan de benadering die niet alleen de heer Otten heeft gegeven maar ook andere sprekers. In die zin is het spijtig voor mijn portefeuille en voor de mensen die bij mijn portefeuille betrokken zijn dat er niet meer geld uitgetrokken wordt. Er is voldoende gezegd over de achtergronden daarvan om u duidelijk te maken dat wij graag het anders hadden gewild en u ook. We hebben niet voor niets beleid op de plank liggen. Wij hebben de grenzen in beeld.

De heer Van Kuijk gaf aan het ambitieniveau te hoog te vinden. Het antwoord luidt ongeveer hetzelfde. Onze ambitie is inderdaad hoog en dat willen we ook waarmaken al zullen we wellicht het tempo moeten bepalen afhankelijk van de bedragen die we beschikbaar hebben. In de commissie is dat heel duidelijk gecommuniceerd dat wat u noemt als intern investeren – ik zou die term niet voor mijn rekening willen nemen – dit bedoeld is om de vele miljoenen die we in de budgetten hebben op een goede manier neer te zetten. We moeten voorkomen dat die budgetten onzorgvuldig worden uitgezet en aangewend. Op sommige posten lopen wij risico’s van strafkortingen. Dit willen wij voorkomen zoals u weet. Als je de posten langs loopt bij die interne investering, kun je bij elke post aangeven hoe noodzakelijk dit is en in hoeverre deze posten passen in de begrotingssystematiek dat het college heeft uitgeschreven.

Mevrouw De Niet had het over genoeg plannen. Daar heb ik voldoende over gezegd. Wij hebben veel plannen. We hebben ons uiterste best gedaan om de plannen die in het collegeprogram lagen te ontwikkelen. Het is volkomen logisch dat we nu op dit punt aanbeland zijn, zij het dat er ook een aantal externe zaken aan de hand zijn die dat wat kritisch en lastig maken. Ook mevrouw De Niet had het over die interne organisatie en daar heb ik al wat over gezegd.

U had het ook over het huisvestingsbeleid voor de scholen. Het is zaak wat wij met het rijksbeleid kunnen doen en met de budgetten die aan de gemeenten worden overgedragen. Wij laten niet na in onze contacten met het rijk, maar ook met de VNG en met andere middelgrote gemeenten dit soort onderwerpen aan de orde te stellen. Het zijn bij uitstek onderwerpen voor middelgrote gemeenten. Wij hebben het gevoel dat dit het uiterste is wat we er aan kunnen doen.

De heer Claasen had het over Omnium. Daarover zou ik het volgende willen zeggen. Eigenlijk kan ik daar kort over zijn. Wij kunnen ons houden aan de toezeggingen die enkele maanden geleden gedaan zijn. Morgen zullen we de kadernota aan de orde hebben. We zullen de kaders vaststellen waarop we Omnium kunnen beoordelen op haar input en output. Er wordt op dit moment gesproken met het bestuur en de directie over de nadere invulling daarvan. Dit is conform de toezeggingen die wij u hebben gedaan. Afhankelijk van de gesprekken zal blijken in hoeverre wij en het bestuur van Omnium daar in zich kunnen vinden. Daar kan ik uiteraard niet op voor uit lopen. Planmatig is het onze bedoeling om na het accorderen van de kadernota voor het flankerend gemeentelijk zorgbeleid zo snel mogelijk aan de orde te hebben de uitkomsten van de gesprekken die op dit moment met Omnium lopen. Wij hopen dat we daar uit komen. Dan kunnen we daar snel mee door en dan kan ook Omnium snel door. U hoort mij zeggen, we hebben dat niet geheel in eigen hand.

Niet alleen de heer Claasen had het daarover, maar ook mevrouw De Niet.

Waar het bij het onderwijs gaat om wettelijke verplichtingen, voeren wij die uiteraard uit. Er is volstrekt geen sprake van het niet uitvoeren van wettelijke taken. Wij doen het uiterste er aan om die taken uit te voeren. Ik noem de vroegschoolse educatie en de klassenverkleining. Kortom alle wettelijke taken die er liggen voeren wij uiteraard uit. Daarop wordt niet bezuinigd.

De heer Claasen: (GroenLinks)

Wellicht kan ik op dit punt wat meer duidelijkheid krijgen. In het groene katern onder s50 gaat het om niet gehonoreerde projecten. Daarin wordt melding gemaakt van het uitvoeren van wettelijk verplicht onderwijsachterstandenbeleid. Dit is opgenomen in de lijst van niet gehonoreerde projecten. Hoe verhoudt nou zich het een met het ander?


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Dat is heel simpel. Conform aan wat ik zo juist voeren wij datgene uit wat wij uit hebben te voeren. Wat daar staat hadden wij de intentie om daar eigen gemeentelijke middelen aan toe te voegen om het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid nog effectiever te maken. Net zoals ander nieuw beleid een lastige zaak is, is ook dit nieuw beleid niet te betalen. Het betreft dus niet het reguliere rijksgeld. Het betreft het gemeentelijk geld dat wij daar tegenover hadden willen zetten voor dit komende jaar. Het is niet eens voor het lopende jaar.


Mevrouw De Bruin: (D66)

Het GOA-beleid is naar mijn beleving een aanjaagpremie van het rijk. Een aanjaagpremie impliceert volgens mij dat dit voor de gemeente ook bepaalde verplichtingen met zich meebrengt.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Nee mevrouw De Bruin, dat is in dit geval niet waar. Het aanjaaggeld is bedoeld om de scholen te helpen. Het is zaak om de budgetten die de scholen hebben te laten passen in het rijkskader voor gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid en ons gemeentelijk achterstandenplan. Daar zijn die middelen voor bedoeld. Wij hadden de hoop daar een extra toevoeging aan te doen en daar hebben we het nu over. Het heeft niet alleen betrekking op die aanjaaggelden.

Dan iets over de vroegschoolse educatie. Het rijksgeld dat we daarvoor hebben + wat eigen geld zetten we voor het komend jaar in. Daarmee kunnen we de doelstellingen bereiken om op z’n minst op een locatie een vroegschools project te starten. We moeten het wel hebben van enige medewerking van de scholen. In dit geval het katholiek onderwijs. Wij hebben zelfs de verwachting dat we een tweede locatie kunnen doen. We kunnen onze doelstellingen realiseren, zij het dat we moeten kijken hoe we moeten roeien met de riemen die we hebben.

Dan stelt de heer Van Ballegooijen een gewetensvraag over het bestuur van het openbaar onderwijs. U vroeg op de mens af of alles op orde is. Om in de beeldspraak van het weer e.d. te blijven, misschien moet je het begrijpen als een klein schip op de woelige baren in een hevige storm met een stampende zee. Alles is onder controle, maar je moet wel je handen aan het roer houden. Dat is heel kort beschreven de situatie waarin we zitten. Het is alle hands aan dek.


De heer Schneider: (GroenLinks)

Is het verantwoord om kinderen mee te nemen op zo’n schip?


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

In de beeldspraak van het schip doelen we op de bestuurders. Ik zou onder deze omstandigheden de kinderen niet meenemen. Die zitten keurig in de schoolbanken en daar moeten ze het liefst maar blijven.

Mevrouw De Jong had het over het locatieleiderschap van de Montessorischool Dit is uitgebreid in het nieuws gekomen. Daarover komen wij nog te spreken in de commissie. U heeft vandaag een setje uitgedeeld gekregen over de structuur daarvan. Dat heeft betrekking op een apart begrotingsonderdeel. Het invullen van formaties op de scholen gebeurt via het rijksbudget en daar moeten we binnen blijven. We zullen het zo inpassen dat dit kan. Wij kunnen er wel extra geld instoppen, maar dan vervalt dat extra’s in de doorbetaling. Voor elke extra gulden die je er instopt ben je het vijfvoudige kwijt. Dat is een systematiek die in onze omstandigheden iet aan te raden is.


Mevrouw De Jong: (SP)

U zegt dat het uit de rijksmiddelen moet komen, maar we zitten hier met een knelpunt. Het knelpunt is namelijk dat die locatiemanagers aangezocht moeten worden. Nou snap ik wel dat dit uit oogpunt van de financieringssystematiek lastig is. Het is nog lastiger die mensen te krijgen. Het is nog lastiger ze op tijd te krijgen, namelijk in augustus. Dan is het het afwegen waard om toch voorlopig gemeentelijke gelden vrij te maken zodat we nu al kunnen starten met de werving. Dit is een echt knelpunt. U wilt in de gemeentelijke organisatie knelpunten oplossen. Ik stel dat er nog wel meer knelpunten zijn die werkelijk opgelost moeten worden. Dus ik vraag u toch nog even dit te overwegen.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Het is goed om naar aanleiding van deze opmerking aan te geven dat de knelpunten die er sinds maart lagen in ieder geval opgelost zijn. Dat wordt in de pers nog wel eens vergeten. We hebben dat voorlopig opgelost. Er wordt nu op basis van een adviestraject gewerkt aan een stabiele situatie in augustus. Mochten zich situaties voordoen die ons nopen om noodmaatregelen te treffen wat ik niet hoop en verwacht, zullen we daarover spreken. Op dit moment is er een tijdelijke stabiele situatie gecreëerd met locatieleiderschap op alle locaties. Zo houden we het in ieder geval tot augustus. Mocht zich dan iets nieuws voordoen, zullen we opnieuw gaan kijken hoe we het dan moeten invullen.


Mevrouw De Jong: (SP)

Ik kom hier verder terug in tweede termijn, want ik ben het niet eens met dit antwoord.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Een laatste opmerking van mevrouw De Jong ging over de WVG. Ik heb de overtuiging gekregen dat mevrouw De Jong begrijpt hoe de systematiek werkt maar zij is het er niet mee eens. Wij hebben het grootste potje schat ik in op de Heuvelrug voor de WVG, namelijk de saldireserve. We hebben een open einderegeling. We hebben een kwaliteitstoets op basis van het verstrekkingenboek. Mochten we tekort komen, spreken we elkaar daarover en dan moeten we uit de saldireserve putten of uit andere reserves die we hebben. Ik denk dat wij en de gehandicapten daar blij mee kunnen zijn. Mochten wij met elkaar van mening verschillen over de kwaliteit van verstrekkingen, kunnen we daar jaarlijks over spreken bij de herziening van het verstrekkingenboek. Ik wijs u ten overvloede op dat er binnen kort een gemeentelijke evaluatie van het WVG-beleid aan komt. Ook komt er een landelijke evaluatie aan met betrekking tot het WVG-beleid.


Mevrouw De Jong: (SP)
Ik had er over dat de knelpunten bij de welzijnsorganisaties opgelost moeten worden. Dat is bijvoorbeeld niet alleen bij Omnium maar dat zijn ook de sociale raadslieden. In de nota staat dat een aantal organisaties als de bibliotheek knelpunten verwachten te zien. Ik heb u gevraagd wanneer u die denkt op te lossen. Dat vind ik toch wel een principiële vraag die ik beantwoord zou willen zien.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Wij werkend aar dagelijks aan. Er doen zich dagelijks weer nieuwe problemen voor. Wij werken gewoon stug voort om de problematiek die in het welzijnsveld speelt goed aan te pakken en dat doen we met de middelen die we hebben en met de mogelijkheden die we hebben. Overigens hebben we over de meeste onderwerpen waarover u repte in de afgelopen maanden al gesproken. Daar heeft de raad een en ander maal stelling in genomen. Daar zou ik eigenlijk niet van willen afwijken.


De heer Van Delft: (CDA)

Over dat stelling nemen tegen de sociale raadslieden is iets waar je wel over kan twisten. Dat is hooguit indirect gebeurd. Laatstelijk misschien in een commissievergadering die onlangs gehouden is.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Ik zit even te piekeren mijnheer Van Delft of ik u nu moet aanspreken als voorzitter van de commissie voor de bezwaar en beroepschriften.


De heer Van Delft: (CDA)

In ieder geval als raadslid. U heeft mij al eerder over dat onderwerp als raadslid bejegend.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Dan weet u net zo goed als ik dat de raad hier niet zo lang geleden over gesproken heeft. Dat was in commissieverband.


De heer Van Delft: (CDA)

De commissie beslist niet. Dat doet de raad.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Exact! Daar hebben we kort geleden nog over gesproken. Dat hebben we nog eens een keer vastgesteld.


De heer Van Delft: (CDA)

Daar had ik op gedoeld. Dat was dan ook de enige keer.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Er zijn drie moties ingediend door de SP en D66 en Groen Links. Die moties zijn sympathiek want die instellingen verdienen veel meer dan ze nu krijgen. Alleen er wordt geen dekking aangedragen. Bovendien hebben wij heel nadrukkelijk aangegeven hoe we met deze instellingen verder willen binnen de financiële context die we nu hebben. Om die reden moeten we m4, 5 en 6 afwijzen.


Mevrouw De Jong: (SP)

Bij een motie is het niet nodig om de dekking aan te geven. Bij een amendement wel.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Daar heeft mevrouw De Jong wel gelijk in. Het is wel verdraaid makkelijk als je ook een dekking hebt. Het is ook verdraaid gemakkelijk als je geen dekking aangeeft, want dan moet het college het maar uitzoeken. Mede om die reden wijst het college de moties af.


Mevrouw De Bruin: (D66)

Wij hadden een vraag gesteld over de twee en een halve f.t.e. voor de sociale dienst in het kader van het uitvoeren van wettelijke taken. Graag daarop nog een antwoord.



Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Ik heb daarop wel enigszins een antwoord gegeven, maar ik kan me voorstellen dat mevrouw De Bruin het nog iets explicieter wil. Overigens hebben we er in de commissie al over gesproken. Met respect, maar ik denk dat we een stukje commissie overdoen. Sociale zaken heeft een hele boel taken naar zich toe gekregen. Ik noem de invoering van de euro, van een nieuw belastingstelsel, de invoering van nieuwe regelgeving. Daarnaast is het cliëntenbestand van sociale zaken veranderd. De bewerkelijkheid voor de cliënten is toegenomen. Mevrouw Van Manen heeft mij wel eens de situatie bij Schiphol voorgehouden. Daar vinden veel meer vliegbewegingen plaats, maar waarbij er steeds minder vliegtuigen op de grond staan. Zo zou je sociale zaken ook kunnen beschouwen. Het is een instelling waar veel meer in en uit gevlogen wordt, maar waarbij de bewerkelijkheid groter wordt en de noodzaak om vluchten snel door te laten gaan. Er stonden een aantal taken voor sociale zaken voor 2001 en 2002. Die realiseert de dienst ook. Als je dit aftrekt van de investering die nu gedaan wordt, is de intensivering maar een half f.t.e.. Een en ander is gebeurd op uitdrukkelijke instigatie van een scan die is uitgevoerd. Als we dat niet doen, lopen we grote risico’s onder andere met het doorlopen van strafkortingen en het niet halen van ons verbetertraject. Over schwung gesproken, ik zou het toch uitermate betreuren als om deze reden het verbetertraject een schwung ten verkeerde zou krijgen. Ik zou ook daar de schwung er in willen houden. De kwetsbaarheid is nog steeds aanwezig. Dat zeg ik er ook eerlijk bij. De wil is nadrukkelijk aanwezig om het werk goed te blijven doen.


Wethouder Van Brenk: (SGP/ChristenUnie)

Ik heb onder de bijdragen van mijn collega’s iets opgepikt van iedere fractie. Ik wil dat toch graag kwijt, los van de vragen die zijn gesteld. Ik begin bij de VVD die vraagt om creativiteit, inspiratie en financiële discipline. Ik acht dat een meerwaarde als de bijdragen over en weer elkaar uitnodigen en voldoende prikkelen, leidt dit tot creativiteit, inspiratie en discipline. Daar kunnen we elkaar toe aanzetten. Daar hebben we elkaar voor nodig.

Ik heb waardering voor de heer Van Buël die nu een eenmansfractie vormt. Op persoonlijke titel wil hij de rit uitzitten. Hij geeft een compliment aan het college dat het nog niet zo slecht heeft gedaan. Ik heb dat gekoesterd.

Groen Links acht een beperkt bedrag beschikbaar voor sociale woningbouw. De BBS-subsidies zouden opdrogen. De bijdrage van Groen Links op dit terrein inspireert het college en mij in het bijzonder om een bijdrage te leveren aan de sociale woningbouw. De onderhandelingen over dit punt zijn nog niet afgerond. Uw inbreng met deskundigheid gegeven wordt door dit college zeer op prijs gesteld.

De fractie van de SGP/ChristenUnie had wat interessanter willen investeren. Zij heeft in haar afweging ook geworsteld met bijvoorbeeld de sociale woningbouw. Zij vraagt zich af wanneer de onderhandelingen zullen zijn afgerond. Wij hopen in september de prestatie-afspraken met de woningbouwcorporaties u te kunnen presenteren. Dan kunnen die 1 oktober gestalte krijgen.

D66 heeft vorig jaar geprobeerd het college de helpende hand te willen reiken om zich van financiële handboeien te bevrijden. Men gaf een aanzetje tot een aantal discussies. Ik heb bij de behandeling van deze voorjaarsnota van deze partij overgehouden dat mij meer handboeien zijn aangedaan dan dat ik er van bevrijd ben.


De heer Van Gemeren: (D66)

Kan de heer Van Brenk even toelichten wat wij hem hebben aangedaan? Anders kan ik niet rustig gaan slapen.


Wethouder Van Brenk: (SGP/ChristenUnie)

Dat wil ik niet op mijn geweten hebben. De wijze waarop u telkens over dit soort zaken spreekt zijn voor mij de handboeien. Dus niet de inhoud, maar de wijze waarop. Ik hoop dat u nu wat rustiger kan gaan slapen en dat u er nog een ogenblik over wil nadenken.


De heer Van Gemeren: (D66)

We verwachten in ieder geval vanavond voordat we naar huis gaan nog een antwoord op de boeien van de zes ton milieu en de mindere grijpstuivers die deze wethouder heeft voor het GVVP. Ik wacht zijn antwoorden nog even af.


Wethouder Van Brenk: (SGP/ChristenUnie)

Mevrouw De Niet van het CDA heeft het door ons vastgestelde burgerhandvest genoemd als zijnde een heel belangrijk document. Zij verzoekt het college dringend om hier de grootst mogelijke aandacht aan te besteden. Ik denk dat we elkaar de hand kunnen geven. Het belang van de burger dient centraal te staan in ons denken. Dat is de reden waarom het handvest is ontwikkeld. Wij proberen daaraan handen en voeten te geven.


Mevrouw De Jong: (SP)

Is dit het begin van een omhelzing zo’n handreiking of hoe moet ik dat zien?


Wethouder Van Brenk: (SGP/ChristenUnie)

Ik ben eerlijk gezegd niet zo’n plakkerig type. De heer Prikken spreekt over de vierde macht. Ik ben zo ontstellend benieuwd wie de eerste drie zijn. Mevrouw De Jong vraagt er aandacht voor dat er niet teveel nota’s worden geschreven en zeker niet het inhuren van dure externe deskundigen. Ik kan u geruststellen dat met name de nota milieu geschreven is door eigen mensen van de milieudienst binnen het bestaande contract dat wij hebben met de milieudienst. Ik ben het met u eens dat er ook andere alternatieven zijn en dat wil ik graag genoemd hebben.


Mevrouw De Jong: (SP)

Mij gaat het niet om de nota’s op zich, maar om eens een keertje op een rijtje te krijgen hoeveel geld dat allemaal gaat kosten. Ook Groen Links heeft daar naar gevraagd. Hoeveel geld is er in deze raadsperiode naar externe adviseurs gegaan? Waar ik mij zorgen over maak is dat we allerlei mooie nota’s hebben liggen terwijl er voor de uitvoering geen geld is. Dat vindt de SP zonde.


Wethouder Van Brenk: (SGP/ChristenUnie)

Dat zal blijken. Uiteindelijk komen hier voorstellen vandaan en we maken met elkaar uit wat er in de komende periode gaat gebeuren.


Mevrouw De Jong: (SP)

Ik wil graag zien wat we in deze periode aan externe bureaus hebben uitgegeven.


De voorzitter:

Daar wordt in voorzien.


Wethouder Van Brenk: (SGP/ChristenUnie)

Dat lijstje heeft u al een keer eerder gekregen.

Ik wil graag afsluiten met de PvdA. Dan wil ik punctueel proberen nog een aantal vragen te beantwoorden. De PVDA heeft zich altijd ingezet voor een goed bestuur en een op haar omvangrijke taak berekenend ambtelijk apparaat. Ik ben de PvdA-fractie dankbaar dat zij erkend heeft dat dit de kurken zijn waarop de ontwikkeling en de uitvoering van het beleid drijven. Wij hebben elkaar nodig. Buiten de bestuurlijke organisatie zegt de heer Van Kuijk dat er nog zoveel andere organisaties zijn die een bijdrage kunnen leveren. Dat ligt ook zo binnen het college. Als ik persoonlijk mag zijn, zou ik het niet voor onmogelijk hebben gehouden dat ik drie jaar geleden voorstander van een cultuurhuis geweest zou zijn. We moeten tot een totaal afweging komen waarbij milieuhinderlijke bedrijven en een cultuurhuis hand in hand samen kunnen gaan. Ik heb aan de achterban waarschijnlijk nog wel wat uit te leggen, maar ik ga daarvoor.

Dan nog een paar antwoorden. De meerkosten van werving en selectie. Het zal niemand in deze zaal ontgaan zijn dat werving en selectie van medewerkers erg veel tijd en energie kost. Het is op het ogenblik op de arbeidsmarkt niet eenvoudig. Mensen kunnen op het ogenblik te kust en te keur terecht. Dat noopt tot langdurige wervingsacties. Wat dat betreft hebben wij een extra budget nodig. We proberen doorgaans wel te wachten tot dat we een aantal vacatures hebben die we tegelijk proberen op te lossen. Alle mogelijke media worden ingezet en dan nog hebben we 50 vacatures. Ik ben wel heel gelukkig dat er binnen kort een voor verkeer en vervoer wordt vervuld na bijna twee jaar.


De heer Van Gemeren: (D66)

Wij hebben geen handboeien willen geven aan de wethouder maar wat meer mogelijkheden. Wij hebben gesproken over de nadelen van een niet sluitend tijdregistratiesysteem en de mogelijkheden om ziekteverzuim te voorkomen. Voor wat het laatste hebben we onder andere het voorstel tot stoelmassage gedaan. Wij hebben concreet een wijzigingsvoorstel ingediend. We hebben dat niet in een amendement neergelegd, maar we hechten er toch wel aan dat alle wijzigingsvoorstellen van ons door het college als amendementen worden beschouwd. Bij elk wijzigingsvoorstel hebben we aangegeven wat we minder zouden willen en wat we daarvoor in de plaats meer zouden willen doen.


Wethouder Van Brenk: (SGP/ChristenUnie)

Dan kan ik de heer Van Gemeren mededelen dat wij daarin niet met u meegaan. Massage op de werkplek is voor mij iets waar ik nog heel sterk aan moet wennen. Ik ben trouwens in mijn leven nog nooit gemasseerd, dus weet ik ook niet wat het voorstelt.


De heer Van Gemeren: (D66)

Ik zal u zo het artikel van de burgemeester van Cappelle a/d IJssel uit het VNG-magazine geven. Voor het slapen gaan kan u het nog even lezen. Let dan met name op de positieve effecten voor de medewerkers. Ik denk dan aan het terugdringen van klachten als r.s.i. en het voorkomt ziekteverzuim.


Wethouder Van Brenk: (SGP/ChristenUnie)

Ik denk dat je niet creatief genoeg kan zijn om medewerkers aan je te binden. Als het gaat over r.s.i. heeft er in het afgelopen VNG-magazine nog een interessant artikel gestaan en wel dat een hele boel van dit soort therapieën helemaal geen nut hebben. Ik hoop dat u dit ook heeft gelezen. Maar daar stond massage niet bij.

Meerkosten telecommunicatie: De bereikbaarheid is een belangrijk element voor de ambtelijke organisatie. Wij hadden een abonnement bij een bepaald bedrijf maar het bleek dat medewerkers op bepaalde plaatsen erg slecht of niet bereikbaar waren. Dus hebben wij het contract moeten herzien. Daar wij meenden voordelig uit te zijn, kwamen we duurder uit. Dat brengt ons structureel op het bedrag dat nu gevraagd wordt. U moet zich ook realiseren dat het hele automatiseringsgebeuren een extra aanslag geeft. Wij hebben gemeend dat te moeten honoreren.

Bij de meerkosten van assurantie gaat het vooral om de administratieve ondersteuning die vanuit de gemeente Zeist zelf wordt geboden. Laten we de toename van het aantal claims niet onderschatten die op de gemeente afkomen. Wij leven in een mondig tijdperk van onze burgers. Dat stellen we met elkaar op prijs, want we maken er ook graag gebruik van. Aan de andere kant heeft dit ook een andere zijde, laten we het zo zeggen.

Mevrouw De Niet heeft nog gezegd dat intern de zaak eerst goed op orde moet zijn wil je extern goed werk kunnen leveren. Dat is mij uit het hart gegrepen. Ik denk dat ik daar graag een dikke streep onder zet.

Groen Links en D66 hebben nog gesproken over de sociale woningbouw en D66 met name over de startershypotheken. Ik zal de bewoordingen die D66 gebruikt heeft voor dit product u verder besparen.


De heer Van Gemeren: (D66)

Ik was begonnen met een citaat uit het Utrechts Nieuwsblad van 19 mei en heb aangegeven waar ik geëindigd ben. In die zin wil ik niet een aantal aantijgingen in mijn schoenen geschoven krijgen die niet de mijne zijn. Ik heb hooguit geciteerd en dat heb ik letterlijk aangegeven.


Wethouder Van Brenk: (SGP/ChristenUnie)

Ja, maar die werp ik verre van mij. Het heeft de medewerkers van de ambtelijke organisatie en mij als lid van het college op een bijzondere wijze geïnspireerd dat wij dit voorstel hebben overgenomen. Hoe wij daar vorm en inhoud aan geven zullen wij in september en uiterlijk in oktober een voorstel over doen. Dat hebben wij u toegezegd. Wij zijn daar met veel genoegen voor aan het werk.

Als wij alle plannen die in de milieunota staan willen uitvoeren, hebben we inderdaad nog een bedrag van zes a zeven ton nodig. Ook hierin zijn afwegingen gemaakt net zo goed als voor vele andere zaken. Met pijn maar wel gebaseerd op collegiaal bestuur. Daarin zijn wij met elkaar tot dit besluit gekomen. Verder wachten wij initiatieven van u af als dat onvoldoende is of als u andere keuzen wilt maken.

Datzelfde geldt voor de verkeersknelpunten op de Woudenbergseweg en Krakelingenweg en Huis ter heide. Zo zijn er nog wel een aantal te noemen. Wij hebben ons gebaseerd op reële veiligheidspunten. Dan is de Woudenbergseweg-Krakelingerweg de black spot binnen de gemeente. Zodra de functie van de Krakelingerweg bekend is zullen we met voorrang dat kruispunt gaan aanpakken. Vervolgens weet u hoe het gaat met Huis ter heide.


De heer Van Gemeren: (D66)

Ik heb de wethouder gevraagd om een verklaring te geven hoe het kan dat datgene waarvoor hij zich sterk wil maken om zes ton te investeren om de milieusituatie op een aanvaardbaar peil te brengen dit in alle lijsten van het college niet meer terug te vinden is. Hij zou er zich sterk voor maken. Waar blijkt dat dan uit?


Wethouder Van Brenk: (SGP/ChristenUnie)

De sterkte zit hem er in dat wij met elkaar de schaarse middelen hebben verdeeld. Wij hebben geprobeerd een zo reëel mogelijke verdeling van de middelen te maken voor die dingen die momenteel onze aandacht vragen. Dan betreft het niet alleen het milieu, maar het fonds sociale woningbouw en er zijn er nog wel een paar te noemen. Wij hebben een afweging gemaakt. De neerslag daarvan ligt thans voor u en daar wordt uw oordeel over gevraagd.

Dan heb ik nog een amendement te behandelen. De facilitering van fractieassistenten met een notebook. De dekking achten wij niet acceptabel. Ik heb straks uitgelegd dat het bedrag dat we nodig hebben voor werving en selectie een must is. In eerste aanleg willen we starten met de raadsleden en het college om die van notebooks te voorzien. Dan kunnen wij daar ervaring mee opdoen. Afhankelijk van deze ervaring willen we heel graag naar een verbreding op basis van een evaluatie. Er is binnen alle geledingen over gesproken en ik heb begrepen dat dit op instemming kon rekenen.


De voorzitter:

Dan de laatste portefeuille, die van de burgemeester. Ik constateer dat een aantal fracties gesproken heeft over veiligheidsaspecten. Mevrouw De Niet benadrukte nog eens dat de verantwoordelijkheid voor veiligheid niet alleen bij de overheid ligt, maar ook bij particulieren, bedrijven en instellingen. Dit statement onderschrijft het college graag.

De heer Van Ballegooijen heeft concreet gevraagd hoe het staat met de beveiligingscamera’s in de Dorpsstraat. Ik kan u mededelen dat op 22 mei jl. wij daarvoor het bestuurlijk startschot hebben gegeven. Het onderwerp staat overigens ook geagendeerd voor de eerst komende vergadering van de commissie bestuur, economische zaken en regio op 28 juni aanstaande. Concreet houdt dat in dat het sein is gegeven om een proefmeting te laten plaatsvinden en dat is inmiddels al gebeurd op 7 juni. Aan de hand van de uitkomsten van die proefmeting wordt een voorstel voorbereid waarin aan de commissie en raad enkele keuzemodellen worden gepresenteerd. Daarbij wordt dan ook aangegeven op welke wijze naast cameratoezicht andere veiligheidsbevorderende maatregelen worden genomen. Uitgaande van de huidige planning kan ik u in ieder geval melden als er geen bijzondere dingen gebeuren de camera’s er eind van dit jaar of begin 2002 zijn geplaatst.

Veel fracties hebben hun waardering uitgesproken voor het initiatief dat het college heeft genomen voor het bundelen van krachten middels het middelgrote gemeentenoverleg. Met name de heer Van Ballegooijen heeft daarbij nog eens nadrukkelijk gevraagd om ook in Brussel te kijken om wat meer gelden los te krijgen. Wij zijn in gesprek met de minister voor het grote stedenbeleid. Wanneer daartoe aanleiding is en als we wat verder in de fases zijn ook naar Brussel te gaan.

De heer Van Gemeren spreekt zijn treurnis uit over het feit dat Volendam en Enschede hebben moeten dwingen voor ons tot het nemen van nadere maatregelen. Ik denk dat die opmerking niet helemaal terecht is. Al geruime tijd wordt er gewerkt aan een professionalisering van de brandweer in Zeist. Dat is geen nieuw element. Het probleem is wel dat door de rijksoverheid de eisen wel worden aangescherpt, maar dat daarvoor geen extra geld voor de handhaving tegenover staat. Het valt niet te ontkennen dat door de rampen waaraan de heer Van Gemeren refereert de handhaving een veel hogere prioriteit heeft gekregen. Ik denk dat de gemeenten daar vooral de lering moeten uittrekken dat in ieder geval van de burgers zo snel en concreet mogelijk moet worden verbeterd.

De fractie van BIZ heeft nog wat opmerkingen gemaakt en vragen gesteld over de HSL en de a12. Anders dan gesuggereerd door de heer Prikken is het kabinetsstandpunt in onze beleving bepaald niet negatief voor de gemeente Driebergen en Zeist. Het ontwikkelde initiatief voorziet zoals bekend is in de handhaving van zowel het spoor als de weg over de huidige tracés Het kabinet gaat ook uit van de benutting van de bestaande tracés en heeft aangegeven dat er op een aantal plaatsen – en daarbij is het station Driebergen-Zeist expliciet genoemd – sprake zal zijn van ongelijkvloerse kruisingen. Daarbij is aangegeven dat het perron al in 2003 verlengd zal moeten worden. Het lokaal initiatief gaat ook van die ongelijk vloersheid uit van spoor en weg, waarbij de gemeenten de voorkeur geven aan een volledig verhoogde of verdiepte oplossing en van een splitsing van de aansluiting a12 op het onderliggende wegennet. De hoofdstraat Driebergseweg. In een intensief overleg met Rijkswaterstaat wordt op dit moment bezien of partijen tot overeenstemming kunnen komen. De minister van verkeer en waterstaat heeft overigens in een vandaag ontvangen brief waarvan u een kopie zal worden overhandigd aangegeven dat het door u gewenste nadere onderzoek naar een gesplitste aansluiting inclusief parallelweg door uw gemeenten en door rijkswaterstaat reeds constructief is opgepakt. Zoals eerder is aangegeven heeft de minister onder meer het stationsgebied bezocht. Tijdens dat bezoek heeft de burgemeester samen met zijn collega van Driebergen-Rijssenburg de gelegenheid gekregen om het lokale initiatief nog eens nader toe te lichten. Zodra mogelijk zullen wij u ter zake informeren. Het onderwerp staat in ieder geval geagendeerd voor de commissie BER van 28 juni aanstaande. Duidelijk is in ieder geval dat dit project in de komende jaren veel van de bestuurlijke en ambtelijke capaciteit zal vergen.

Ik kom ter afsluiting bij de tweede door de VVD ingediende motie betrekking hebbend op het BRU en een pleidooi voor de provincie nieuwe stijl. Op korte termijn zal met betrekking tot dit onderwerp een voorstel door het college worden voorgelegd. In dit voorstel zal onder andere naar aanleiding hiervan door zowel de provincie als het BRU opgestelde beleidsnotities het standpunt van het college worden aangegeven. Het college heeft zich rekenschap gegeven van de door de fractie van de VVD uitgesproken overwegingen en zal die bij de afweging ten behoeve van de standpuntbepaling uitdrukkelijk meenemen. Tegen die achtergrond zou ik de fractie van de VVD willen vragen de motie thans niet te handhaven maar nadere voorstellen van het college af te wachten. Eventueel kunt u de motie dan andermaal indienen. Het zou overigens de voorkeur hebben onzerzijds om het voorstel nog voor deze zomer te presenteren. Ik meld u reeds nu dat in verband met capaciteitsproblemen praktisch gezien de behandeling niet meer voor de zomer aan de orde kan komen in verband met de gebruikelijke tien dagentermijn. Wel is voor de vergadering van de commissie BER van 28 juni aanstaande een mondelinge toelichting geagendeerd. Mede aan de hand van de discussie in de commissie kan een definitief voorstel in de septembervergadering van de commissie en de raadsvergadering van 17 september aan de orde komen. Het BRU heeft gevraagd een reactie uiterlijk voor 15 september te geven. We zijn op dit moment aan het pogen om contacten met het BRU te leggen om te bezien of deze termijn met twee dagen verlengd kan worden.


De heer Otten: (VVD)

Hartelijk dank voor de manier waarop u de motie over het BRU tegemoet treedt. Wij begrijpen ook dat het een problematiek is dat nu niet in de commissie gebracht kan worden. De motie is vooral bedoeld om de raad een uitspraak te laten doen die meegenomen kan worden in de discussie die voor zover onze informatie strekt nog voor de zomer plaatsvindt in de Tweede Kamer. In die zin heb ik er wat moeite mee om uw suggestie over te nemen om de motie aan te houden. Dan pas kunnen we er in september over spreken. Ik zit een beetje met een dilemma wat dat betreft. Als dit de uitkomst is, denk ik dat we moeite hebben om de motie aan te houden. Ik denk dat we hem dan toch in stemming laten brengen.


De voorzitter:

U heeft de reactie van het college in eerste termijn vernomen. Het staat uw fractie vrij zich te beraden om dan in tweede termijn met een standpunt te komen.

De portefeuillehouder RKC heeft mij verzocht om een omissie goed te maken. Dit heeft betrekking op het amendement van alle fracties inzake Slotstad radio en tv. Hoewel het hier gaat om peanuts zou het college het toch niet op prijs stellen indien het enige principeloosheid verweten zou worden. Bij de verdeling van de f 550.000,- op 14 mei is door de raad een verdeling voorgesteld van projecten ten bedrage van f 548.000,-. We hielden f 2.000,- over. De penningmeester heeft dit bedrag onmiddellijk na de raadsvergadering overgeheveld naar de algemene middelen en zo hoort het ook. Het geld is er eenvoudig niet meer. Wij vernemen graag in tweede termijn uw reactie hierop. Ik wijs u er nadrukkelijk op dat reeds in het jaar 2000 door het college in verband met de verhuizing van Slotstad toen al f 15.000,- beschikbaar is gesteld. Wij hebben nog bemiddeld in een situatie die conflictueus dreigde te worden tussen Casema en Slotstad. Wij hebben daarvan iets meer vernomen. Wij gaan er van uit dat dit heeft geresulteerd in een situatie waarbij voor Slotstad radio en tv geld kon worden bespaard.


Ik sluit de eerste termijn van het college af.

Een blik op de klok leert mij dat het tien voor halftien is. Wat mij betreft zouden we nu nog verder kunnen gaan.


De heer Van Delft: (CDA)

Ik wilde nog een vraag stellen over het onderwerp waarover u het zo net gehad heeft. Waar is de f 2.000,- naartoe geboekt? Middels welke overboeking en naar welke post?


De heer Van Gemeren: (D66)

In de toelichting op staat a heeft het college zelf gezegd na aftrek van de GZO-gelden ad f 550.000,- spoor 4. Als het f 548.000,- is had het hier moeten staan en f 2.000,- op een ander spoor. Graag een antwoord voordat we het spoor bijster raken.


De heer Van Delft: (CDA)

Ik ben er wel uit. Als u zegt dat het naar de algemene middelen is geboekt, geef ik de collega’s in overweging om de algemene middelen als dekkingsmiddel te gebruiken. Dan is het zo dat de ene post wegvalt tegenover de andere en er per saldo geen voor of nadeel ontstaat.


De voorzitter:

Ik denk dat u over voldoende creativiteit beschikt om daar in tweede termijn op terug te komen.


De heer Van Kuijk: (PvdA)

We zijn al vijf uur met elkaar bezig. Als we niet van de systematiek willen afwijken, moeten we dat nu ook niet doen. De tweede termijn staat voor morgen geboekt. We gaan ons daar rustig op voorbereiden en ik wilde het daar gewoon bij houden.


De voorzitter:

Ik had al in het college gemeld dat wanneer er ook maar een partij zou zijn die vindt dat we vanavond niet meer verder moeten vergaderen we ons daarbij neer moeten leggen. Dat betekent dat ik de vergadering schors. Ik moet u er uitdrukkelijk op wijzen dat we morgenavond niet om acht uur maar om halfacht aanvangen. Ik zie u graag morgenavond terug.






18 juni 2001

267



Uitgelicht

Gemeente Zeist


Zoeken