Direct naar hoofdmenu / zoekveld
Home / Raadsstukken 2010 en ouder / Notulen / 2001 / Raadsnotulen 26-11-2001

Raadsnotulen 26-11-2001

NOTULEN


datum 26 november 2001


Nr. 11


NOTULEN van de openbare vergadering van de gemeenteraad, gehouden op 26 november 2001 om 19.30 uur in het gemeentehuis van Zeist.


aanwezig de leden: mw. M.J. van Baal-de Waal, D. van Ballegooijen, mw. W.M. Barten, G. van Brenk (wethouder), mw. M. de Bruijn, A.J.M. van Buël, H.C.J. Claasen, G.B. van Delft, C.A. Doelwijt, drs. J.J. van Gemeren, W.J.M. den Heijer (wethouder), mw. J. de Jong, K.J.G. Kats, A. van Kuijk, J.J.N.C. de Ligt, mw. N. de Niet-Verwoerd, P.A. Otten, L.J.J. Prikken, mw. E.G. Schenk-Klein Kranenbarg, J.C. Schneider, E.S. Spaargaren, mw. C.M. Spruijt, Th. Swart (wethouder), F. Veenendaal, P. Vermeulen (wethouder), J.W. van de Vijver, mw. drs. M.C. van der Waard en L. Westbroek.

afwezig de leden: R. van Benthem, dr. F.W.J. Huijgen, drs. W.A. Timmerman

Voorzitter: R.G. Boekhoven, burgemeester.

Secretaris: J.A.S. Boomgaardt, secretaris.


AGENDA:



A. Agendapunten ter bespreking:


1. Mededeling van ingekomen stukken


1a. Mondelinge vragen SP inzake weg laten slepen van een aangepaste auto i.h.k.v. de WVG


5. Vergoeding fractieassistenten (rv 2001-118)


11. Beschikbaar stellen budget voor het begrotingsjaar 2002 t.b.v. inzet externe ondersteuning
openbaar primair onderwijs (rv 2001-124) #


15. Storting gemeentelijk aandeel in het BOR-fonds (rv 2001-129)


16. Planschade artikel 49 WRO (Bezwaarschrift, C.H. Gerritsen/Gerritsen Bouwgroep B.V.)
(rv 2001-130)


B. Agendapunten waarover, n.a.v. de cie.vergadering, geen discussie plaats hoeft te vinden:



2. Zevende wijziging van de gemeentelijke Bouwverordening (rv 2001-114)


3. Vaststellen begrotingswijzigingen (rv 2001-116) #


4. Uniforme voorrang langzaam verkeer op rotondes (rv 2001-117) #


6. Vaststellen van verordeningen die (mede) het formele kader vormen waarop de opzet van de
administratieve organisatie van de financiële administratie is gebaseerd (rv 2001-119)


7. Aanpassen verordeningen aan euro (rv 2001-120)


8. Gemeenschappelijke regeling GHOR / CPA regio Utrecht (rv 2001-121)


9. Vaststelling laag- en basistariefzone betaald parkeren (rv 2001-122)


12. Kredietvotering t.b.v. project verbeteren doorstroming OV Heuvelrug (rv 2001-125) #


13. 5ebegrotingswijziging 2001 en 1ebegrotingswijziging 2002 BRU(rv 2001-126)


14. Voorbereidingsbesluit (rv 2001-128)




--------------


10. Onkostenvergoeding voorzitter Rekenkamer (rv 2001-123)

Is na commissiebehandeling van de raadsagenda afgevoerd.





De voorzitteropent de vergadering en heet allen welkom.

De heer Huijgen overweegt of de laatste raadsvergadering van dit jaar weer bij te wonen, of de eerste in het volgende jaar.


Dan heb ik de droeve mededeling te doen van het overlijden van de heer Hendrik Johan Zeedijk, overleden op dinsdag 20 november. Hij mocht de leeftijd van 82 jaar bereiken. Vanmiddag heeft voorafgaande aan de begrafenis een rouwdienst plaatsgevonden in de Christelijk-Gereformeerde kerk aan de Bergweg. Hij heeft daar diepe sporen getrokken. Gedurende 48 jaar heeft hij het ambt van diaken en ouderling mogen vervullen.

Als raadslid van deze gemeente heeft de heer Zeedijk een tweetal jaren in de raad van onze gemeente mogen dienen en wel van 29 augustus 1980 tot 6 september 1982. Hij heeft de heer Zeldenrijk opgevolgd die toen tussentijds aftrad. Met de heer Van Voorden, toenmalig raadslid van de SGP heeft hij een fractie gevormd en heeft aan allerlei commissies deelgenomen. U kunt zich dat voorstellen hoe dat is om lid van een kleine fractie te zijn. Heel veel tijd is daar ook in besteed.

Van professie was hij kleermaker. Ik noem dat even omdat jaren lang de kostuums van onze bodes maar ook die van de medewerkers van de begraafplaats door hem werden vervaardigd. Je zou je kunnen afvragen of daar in deze tijd geen discussie over zou kunnen komen.

In 1982 heeft de SGP-fractie een initiatiefvoorstel ingediend, mede mogelijk gemaakt door het lid van D-66 om de verbouw van het gemeentehuis dat oorspronkelijk geraamd was op f 10.000.000,- naar f 15.000.000,- te verhogen. Door dit initiatiefvoorstel is de verbouwing toen mogelijk gemaakt. Degenen die daaraan bestuurlijk hebben gewerkt kunnen hem daar nog bijzonder dankbaar voor zijn. Overigens lees ik uit de analen dat de discussie over de nieuwbouw van het gemeentehuis wel 20 jaar heeft gevergd. Wat dat betreft duren dit soort projecten heel erg lang.

De heer Zeedijk heeft vanuit zijn christelijke levensvisie twee jaar bijgedragen aan de beleidsvorming van deze gemeente. Ik verzoek u staande een ogenblik stilte in acht te nemen ter nagedachtenis van de heer Zeedijk.


De aanwezigen geven gevolg aan dit verzoek.


De voorzitter:

Ik dank u zeer.



Het voorstemnummer is nr. 2 van de presentielijst, te weten dat van de heer Kats.



Ter bespreking voor vanavond zijn opgegeven de punten 1, 1a, 5, 11, 15, en mogelijkerwijs ook 16. Op de B-agenda de punten 2, 3, 4, 6, 7, 8, 9, 12, 13 en 14.

Er wordt geen discussie ter zake gewenst, zodat conform besloten kan worden.



1. Mededeling van ingekomen stukken



A - VOOR KENNISGEVING:


A.1 DATUM 17 oktober 2001 (ingekomen 19-10-01)

REG.NR. 20890

AFZENDER Raad van State

ONDERWERP Bestemmingsplan De Kroost


A.2 DATUM 30 oktober 2001 (ingekomen 02-11-01)

REG.NR. 22271

AFZENDER Stichting “Steun voor Gekorte Boeren”

ONDERWERP gevolgen MKZ-epidemie


A.3 DATUM november 2001 (ingekomen 03-11-01)

REG.NR. 22844

AFZENDER ROV Utrecht

ONDERWERP Verkeersveiligheidsrapport Utrecht 1998-2000





Aa- VOOR KENNISGEVING: AFDOENING GEDELEGEERD AAN B&W:



Aa.1 DATUM 24 oktober 2001 (ingekomen 26-10-01)

REG.NR. 21616

AFZENDER drs. L.W. Verhoef te Wijk bij Duurstede

ONDERWERP Jaarrekening 2000 en begroting 2002


Aa.2 DATUM 29 oktober 2001 (ingekomen 30-10-01)

REG.NR. 21906

AFZENDER Fam. Druten, Oude Arnhemseweg 313 te Zeist

ONDERWERP Aanvullende verkeersmaatregelen




Ab- VOOR KENNISGEVING: COLLEGEBESLUIT O.G.V. DELEGATIEBESLUIT:


Ab.1 DATUM 9 oktober 2001

REG.NR. 19878

AFZENDER B&W dezer gemeente

ONDERWERP Verzoek om aankoop perceel gemeentegrond nabij de woning Tolhuislaan 54

te Den Dolder




Ab.2 DATUM 18 oktober 2001

REG.NR. 20719

AFZENDER B&W dezer gemeente

ONDERWERP Verkoop van perceel gemeentegrond, gelegen naast het winkelcentrum

Vollenhove te Zeist




B - VOOR KENNISGEVING IN AFWACHTING VAN HET ADVIES VAN DE COMMISSIE VOOR
BEZWAAR EN BEROEPSCHRIFTEN:


B.1 DATUM 02 november 2001 (ingekomen 07-11-01)

REG.NR. 22338

AFZENDER Het Groene Schild Milieu-adviesbureau namens Stichting Dierenbos

ONDERWERP Bezwaar tegen voorbereiding bestemmingsplan voor perceel

Woudenbergseweg 51, 53 en 55.



1eVERVOLGLIJST INGEKOMEN STUKKEN


Aa- VOOR KENNISGEVING: AFDOENING GEDELEGEERD AAN B&W:



Aa.3 DATUM 20 november 2001 (ingekomen 22-10-01)

REG.NR. 23996

AFZENDER “Maarten van den Berg”

ONDERWERP Melding discriminatie op grond van huidskleur



Ab- VOOR KENNISGEVING: COLLEGEBESLUIT O.G.V. DELEGATIEBESLUIT:


Ab.3 DATUM 17 oktober 2001

REG.NR. 20725

AFZENDER B&W dezer gemeente

ONDERWERP Verkoop perceel bedrijfsterrein nabij Dijnselburgerlaan 7-9

Ab.4 DATUM 8 november 2001

REG.NR. 22779

AFZENDER B&W dezer gemeente

ONDERWERP Verzoek om aankoop perceel gemeentegrond, gelegen naast het perceel

Van Reenenweg 98 te Zeist






Mevrouw Spruijt: (GroenLinks)

Ik wil vragen of het stuk onder A.a.3, de brief betreffende discriminatie op grond van huidskleur voor de commissie bestuur geagendeerd kan worden.


De voorzitter:

Dit zal gebeuren.


De heer Prikken: (BIZ):

Wij verzoeken het stuk vermeld onder A.a.1 te agenderen voor de eerstvolgende vergadering van de commissie middelen, althans de daarop volgende vergadering van 14 januari. Dit stuk vormt de basis voor de onderbouwing van onze algemene beschouwingen. Ik verzoek daarbij de deskundige die de brief heeft geschreven ook de toelichting te laten verzorgen.


De voorzitter:

Aan dit verzoek zal worden voldaan.


De overige stukken worden conform afgedaan.



1a. Mondelinge vragen SP inzake weg laten slepen van een aangepaste auto i.h.k.v. de WVG


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

De SP heeft een zestal vragen gesteld.

De eerste vraag luidt of het juist is dat opdracht is gegeven om de aangepaste auto in het kader van de WVG een Fort Siesta met als kenteken RX PN 12 weg te slepen voor de woning van betrokkene zonder betrokkene eerst in te lichten.

Het antwoord op die vraag luidt: Het is juist dat de aangepaste auto in opdracht van de gemeente, afdeling sociale zaken is weggehaald. Betrokkene is door de gemeente diverse malen schriftelijk op de hoogte gesteld dat de auto ingeleverd diende te worden. Dit is zowel via de post als per aangetekende brieven gebeurd. Die werden niet opgehaald. Er is ook een telefonisch contact geweest met betrokkene over de inlevering van de auto. De eerste aanschrijving daartoe dateert van 16 mei 2001 en de laatste brief is van 28 oktober 2001. Daarin wordt betrokkene gevraagd de auto definitief in te leveren. Tevens wordt medegedeeld dat bij het niet inleveren van de auto ingevorderd zal worden.

2. Met welk recht heeft u tot bovenstaande besloten, terwijl de rechtbank al eens in een bestuurlijk kortgeding d.d. 16 november 2000 betrokkene in het gelijk heeft gesteld? Terecht is een aangepaste auto in het kader van de WVG beschikbaar gesteld. De gemeente werd in het ongelijk gesteld in de procedure tot terugvordering.

Het antwoord op die vraag luidt: De uitspraak van de rechtbank van 16 november 2000 was gebaseerd op het feit dat de gemeente het besluit tot intrekking had genomen op grond van een verkeerd artikel uit de verordening. Dit is een procedureprobleem. In 1995 is de verordening van 1994 aangepast. Bij deze aanpassing was verzuimd het bewuste artikel waarop de intrekking gebaseerd is op te nemen. De verordening is opnieuw aangepast in december 2000.

3. Vindt u naast eventuele juridische argumenten uw handelwijze conform de vastgestelde nota kaderzorg waarin de cliënt centraal staat?

Het besluit is een uitvloeisel van het feit dat volgens de WVG er geen recht meer bestond op een vervoersvoorziening omdat betrokkene en echtgenoot beiden een inkomen boven het normbedrag hebben. De handelwijze van sociale zaken staat daarbij los van de kadernota gemeentelijk zorgbeleid die u waarschijnlijk bedoelt.

4. Bent u alsnog bereid uw handelwijze te wijzigen in een cliëntgerichte benadering?

Het uitgangspunt is en blijft dat er sprake zal zijn van een cliëntgerichte benadering. In deze situatie is dat niet anders geweest. De gemeente heeft betrokkene ruim van tevoren laten weten dat zij niet langer recht had op deze voorziening.

5. Bent u bereid voor aangepast vervoer voor betrokkene te zorgen, in ieder geval tot de uitspraak in kortgeding op 15 november 2001 aanstaande of zolang dat nodig is?

Dat is niet meer aan de orde nu de gemeente Zeist door de rechter volledig in het gelijk is gesteld.

6. Bent u bereid om de eventueel gemaakte kosten door betrokkene in het kader van aangepast vervoer te vergoeden?

De rechter heeft tijdens de zitting gesteld dat kliente en haar raadsman al lange tijd hadden kunnen weten dat de auto zou worden ingenomen. Ondanks het feit dat de gemeente Zeist na 1 september extra leasekosten heeft moeten maken, heeft de gemeente Zeist gelet op de toch wel voor betrokkene ingrijpende situatie besloten af te zien van invordering van deze kosten.


Mevrouw De Jong: (SP)

Mevrouw en haar advocaat hebben de beschikking van mei 2001 nooit ingezien tot de zitting bij de rechtbank. Was het hier dan niet mogelijk een hardheidsclausule van toepassing te laten zijn? Immers het ging over een ernstige zaak. Beiden zijn nooit op de hoogte gebracht van de beschikking als zodanig. U kunt wel zeggen dat het verstuurd is. U geeft zelf aan dat het niet opgehaald is. Het stuk is dus niet gelezen. Ik vraag u om een stuk coulance voor deze toch al zwakke groep.

Dan heeft de president van de rechtbank tijdens de afgelopen zitting verwezen naar de bestuursrechter en wel met betrekking tot de inhoudelijke beslissing. Daarover zou een uitspraak gedaan moeten worden. Dat heeft deze rechter niet gedaan. Dit is geen bestuursrechter geweest.

De president van de rechtbank zegt over het wegslepen van de auto dat er sprake is geweest van een ongeoorloofde vorm van eigen richting. Met andere woorden, u mocht dit niet doen. Heeft u zich dan ook schuldig gemaakt aan een onrechtmatige daad in deze?

U zegt dat beiden een inkomen hebben boven het normbedrag, maar dat klopt niet. Dat is tezamen het geval. Ook hierin vraag ik u coulance te betrachten. Is er geen overgangsregeling? In de kadernota zorg zeggen wij dat de cliënt centraal staat. Moet het dan zo zijn dat er een auto wordt weggesleept bij mensen die eenzijdig verlamd zijn waardoor zij beknot worden in het deelnemen aan het maatschappelijk verkeer? Is dat nou werkelijk wat wij als raad hier hebben bedoeld met het vaststellen van die kadernota zorg? U zegt dat die hier niet van toepassing is, maar ik vraag mij dat toch zeer af. Ik heb het wel als zodanig gelezen. Ik hoop te horen dat we de nota ook in deze setting hebben bedoeld.

Dan vraag ik me af wat de sociale recherche deed bij mevrouw. Wordt zij van fraude verdacht? Was het advies van de sociale recherche niet om met het invorderen van de auto te wachten op de uitspraak van de rechter.

Dan is er een eigen WVG-onderzoek van september. U was blij dat het onderzoek zo goed was uitgevoerd. Ruim 60% zegt niet te weten hoe men een bezwaarschrift moet indienen of een klacht moet indienen. Als u dat zelf in uw eigen onderzoek constateert, kunnen we dan niet een actiever beleid voeren bij veranderingen in bijvoorbeeld het verstrekkingenboek van de WVg? Dan is iedereen van te voren goed geïnformeerd Dan weet men wat men moet doen als men een bezwaarschrift wil indienen of een klacht deponeren. Als u zelf zegt dat ruim 60% dat niet weet, vraag ik mij af of u op deze manier kunt handelen met deze groep. Daarom stel ik voor een overgangsregeling voor deze specifieke zaak en een verlenging van de termijn voor de bezwaarschriften.


De heer Schneider: (GroenLinks)

Ik ben door een opmerking van mevrouw De Jong een beetje geshockeerd. Is het waar dat die auto wederrechtelijk is weggesleept? Houden wij ons met zulke praktijken bezig? Daar zou ik graag een duidelijk antwoord op willen hebben.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Het lijkt mij nu niet het moment en evenmin hier de plaats om een debat te openen. Dat is kort geleden al in de commissie en in de raad gebeurd over hoe om te gaan met het verstrekken van voorzieningen ingevolge de WVG.

Ik wil kort ingaan op de aanvullende vragen die gesteld zijn.

Om te beginnen met de laatste aanvullende vraag van de heer Schneider en ook de vraag van mevrouw De Jong. De rechter heeft ons volledig in het gelijk gesteld. Daarmee blijkt dat de handelwijze van de gemeente niet wederrechtelijk is geweest. Let wel, ik citeer uit de eerste opmerkingen van de rechtbank. Ik heb zelf tot op heden nog niet de definitieve omschrijving van de rechter ontvangen. Dus ik heb daar niet uit kunnen putten.


Mevrouw De Jong: (SP)

Ik heb de uitspraak voor me. Die wil ik wel voorlezen. De wethouder zegt dat de gemeente volledig in het gelijk is gesteld. Dat is niet waar. Ik heb hier de uitspraak van de rechter voor mij liggen. De gemeente is niet volledig in het gelijk gesteld. Het is een onrechtmatige daad.


De voorzitter:

De wethouder rondt nu zijn beantwoording af. Dit is ingevolge artikel 38a van het reglement van orde. Er is de mogelijkheid tot het stellen van mondelinge vragen. U krijgt daar een antwoord op. Daarna nemen we het stuk voor kennisgeving aan. Indien u niet tevreden bent, zullen we op een andere wijze het debat kunnen openen, maar niet vanavond.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Ik kan u ook geen antwoord geven op verwijzingen naar de bestuursrechter of uitspraken die de president heeft gedaan. Ik kan alleen zeggen zoals ik in eerste termijn heb gedaan dat de handelwijze die we hebben gehanteerd op zich los staat van datgene wat in de gemeentelijke kadernota zorg staat. Hier is sprake van een zo goed mogelijke handhaving en hantering van de regels die in onze eigen verordening op de WVG staan en die in de wet WVG staan. Die worden getoetst door de rechter.


Mevrouw De Jong: (SP)

Dan wil ik graag dat de kadernota zorg opnieuw op de agenda van de commissie komt. Ik heb hem zodanig niet gelezen. Er staan hele duidelijke dingen in als een cliëntgerichte benadering. De WVG wordt daarbij betrokken. Dan wil ik graag de kadernota zorg op nieuw in de commissie ter discussie stellen.


De voorzitter:

Een van uw collega’s is voorzitter van de commissie. Die bepaalt ook de orde van de vergadering en de agenda. Wij doen slechts datgene wat van ons gevraagd wordt. Daarover geen verdere discussie op dit moment.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Ik kan u ook geen antwoord geven op de vraag met betrekking tot de sociale recherche. Daar beschik ik niet over. Daar is ook niets van bekend. Dus ik weet daar geen antwoord op.

Wat betreft uw vragen over het indienen van bezwaar hanteren wij de regel dat bij beschikkingen en toezeggingen van gemeentewege er in principe altijd verwezen wordt naar de mogelijkheid om bezwaar of beroep aan te tekenen. Zonder dat ik dit getoetst heb, ga ik er van uit dat dit ook hier is gebeurd.


De heer Claasen:(GroenLinks)

De wethouder heeft aangegeven dat hij nog niet beschikt over de definitieve tekst van de uitspraak van de rechter. Mijn vraag is of u de beantwoording van deze vragen schriftelijk zou willen afdoen nadat u kennis heeft genomen van de definitieve tekst. Die beantwoording dan graag agenderen voor de commissie samenleving.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Ik denk dat er geen bezwaar tegen bestaat. Voor zover ik weet beschikten we vandaag nog niet over de definitieve tekst zoals ons was tgoegezegd. Anderen beschikken daar kennelijk wel over. Als daar dingen in staan die relevant zijn, kunnen die aan de orde komen en de commissie samenleving is daar mogelijk de plek voor.


Hierna wordt de zaak voor kennisgeving aangenomen.



2. Zevende wijziging van de gemeentelijke Bouwverordening (rv 2001-114)

Dit voorstel wordt z.h.st. aangenomen.



3. Vaststellen begrotingswijzigingen (rv 2001-116) #

Dit voorstel wordt z.h.st. aangenomen.


4. Uniforme voorrang langzaam verkeer op rotondes (rv 2001-117) #

Dit voorstel wordt z.h.st. aangenomen.



5. Vergoeding fractieassistenten (rv 2001-118)


De heer Prikken: (BIZ):

Ik wil graag een stemverklaring afleggen. Bij motie van de BIZ en GZB en door een meerderheid binnen de raad gesteund in oktober 2000, aangehouden tot en vervolgens vastgesteld bij de voorjaarsnota van 2001 zijn wij tevreden te kunnen vaststellen dat de fractieassistenten naar hun inbreng zullen worden gehonoreerd. Teleurstelling is er omdat conform artikel 1b het instrument van het maximum van de fiscale vergoedingsregeling voor vrijwilligers zou worden toegepast. Het belang van de vervanging van raadsleden, zeker in een duale situatie, overstijgt ons inziens het werk van vrijwilligers. Hoewel wij het werk door vrijwilligers zeker in dit speciale jaar voor de vrijwilligers niet willen bagatelliseren, vinden wij die typologie van het werk van fractieassistenten onterecht. Dat neemt niet weg dat wij de waardering in inhoudelijke zin dat uit het raadsvoorstel spreekt en dat in lijn is met onze oorspronkelijke motie van harte ondersteunen. Daarom steunen wij ook dit voorstel.


De heer Van Buël:

Hedenavond staat op de agenda de vergoeding van de fractieassistenten. Het is precies drie jaar geleden dat er een voorstel werd gedaan tot uitbreiding van een naar twee assistenten en wel door een kleine fractie, geheten BIZ met motie nr. 17 en ondertekend door de leden Stap, mevrouw Spruijt en ondergetekende. De motie was om precies te zijn van 26 oktober 1998. Bij het in stemming brengen van deze motie werd deze verworpen met 16 tegen 13 stemmen voor. Toch is het de aanzet geweest van wat nu geagendeerd staat als raadsvoorstel 118 of beter gezegd als uitvloeisel daarvan.

Ik wil u allen even meenemen in de procedure voor het tot stand komen van dit raadsvoorstel. Na 26 oktober 1998 is op 8 december 1998 een aanpassingsregeling voor de fractieassistenten in raadsvoorstel 129 aangenomen. Op 1 maart 1999 kwam er een tweede fractieassistent voor BIZ (raadsvoorstel 30). Op 7 februari 2000 ging het om de aanwijzing van een onbezoldigd fractieassistent voor de VVD. Dit betrof de heer De vijver. Er was een reactie vanuit de BIZ op de vergoedingsregeling voor deze groep. Op 30 oktober 2000 werd de beleidsbegroting 2001 behandeld. Dit was een belangrijke dag, want motie 5 kwam aan de orde die ook betrekking had op de fractieassistenten. De motie werd echter vervangen door de indiening van m13. Het was toch nog even wachten. Op 28 juni 2001 hadden we de voorjaarsnota aan de orde. Bij amendement 3 ging het wederom om de fractieassistent in combinatie met de middelen die men nodig heeft zoals een laptop. Dit amendement wordt ingetrokken na positief advies van de wethouder. Tevens was er meer informatie tijdens het seniorenconvent gegeven. Nu hebben we raadsvoorstel 118, vergoeding van de fractieassistent. Van mijn kant kan ik hierop positief reageren. Ik heb toch wel enig commentaar voor wat betreft de fractie die aan de wieg heeft gestaan van de uitbreiding van assistenten en het nu behaalde resultaat. Men mag geen profijt halen uit deze uitslag omdat er nog steeds een verschil is met het met de mond beleiden van het beleid en de uitvoering van de praktijk.

Ik ga nog even terug naar 30 oktober 2000.


De heer Prikken: (BIZ):

Mijnheer Van Buël, zou u uw uitspraak voor wat betreft dat laatste eens toe kunnen lichten?


De heer Van Buël:

Ik citeer uit het verslag ten aanzien van bestuurlijke vernieuwing dat zij enorm hechten aan het instituut van de fractieassistenten en uit eigen ervaring weten wat de waardevolheid van een dergelijk instituut kan zijn. Ik kan de heer Prikken aanraden dat verslag nog eens te lezen. Ik vraag mij nog steeds af waarom zijn partij nog steeds niet de naam van een nieuwe kandidaat heeft ingevuld nadat de laatste er het bijltje bij neer had gegooid. Heeft dat allemaal te maken gehad met de bestuurswisseling zowel in de vereniging als in de raad. De leiding van deze nieuwe partij was tegen aanstelling in verband met een te laag niveau en of te lage uitstraling van de persoon of personen. Indien dit het gevolg zou zijn, wil ik deze nieuwe partij adviseren om in hun partijprogramma op te nemen dat alleen mensen met hoger onderwijs welkom zijn in hun partij. Ook al ben je democratisch gekozen, er is geen plaats voor je. Vandaar dat ik de fractie van BIZ geen pluim wens te geven met het vanavond behaalde resultaat.


De heer Prikken: (BIZ):

Mijnheer Van Buël, dank u wel! Dit zegt veel meer over u zelf dan over de partij die u heeft verlaten.


De heer Van Buël: (BIZ)

Mijnheer Prikken, daar kan ik wel een antwoord op geven, maar ik vind dat een kat- en muisspel. Ik hoop dat u uw voorstel wil nalezen en vooral het stuk waarop ik heb gewezen. Dat zijn uw woorden geweest.


Mevrouw De Jong: (SP)

U weet dat de SP het raadswerk ziet als vrijwilligerswerk. Dus net zo belangrijk als het besturen van een welzijnsorganisatie of iets dergelijks. Daarom staan SP-ers die vertegenwoordigd zijn in organen hun vergoeding af. Al verschillende keren heeft de SP gepleit voor een vermindering van de ruime vergoeding met 20%. Om nu ook nog de fractieassistenten een vergoeding te geven, gaat de SP echt veel te ver. Uitgaande van de negen partijen in Zeist die recht hebben op twee fractieassistenten per partij kom je op 18 keer een vergoeding van f 1.470,-. In totaal is dit een bedrag van f 26.460,- per jaar. Het verplaatsen van de bushalte bij de begraafplaats kost f 20.000,-. Maar ja, daar vinden de collegepartijen geen geld voor. Het moge duidelijk zijn, de SP wil deze vergoeding niet. Zij ziet veel liever de f 26.000,- besteed worden aan de samenleving als geheel. Daarom is de SP tegen dit voorstel.


De voorzitter:

We hadden in feite dus drie stemverklaringen. Van de kant van het college behoeft geen beantwoording plaats te vinden, schat ik in.


Hierna wordt het voorstel z.h.st. aangenomen met de fractie van de SP tegen.



6. Vaststellen van verordeningen die (mede) het formele kader vormen waarop de opzet van de
administratieve organisatie van de financiële administratie is gebaseerd (rv 2001-119)

Dit voorstel wordt z.h.st. aangenomen.


7. Aanpassen verordeningen aan euro (rv 2001-120)

Dit voorstel wordt z.h.st. aangenomen.


8. Gemeenschappelijke regeling GHOR / CPA regio Utrecht (rv 2001-121)

Dit voorstel wordt z.h.st. aangenomen.


9. Vaststelling laag- en basistariefzone betaald parkeren (rv 2001-122)

Dit voorstel wordt z.h.st. aangenomen.



11. Beschikbaar stellen budget voor het begrotingsjaar 2002 t.b.v. inzet externe ondersteuning
openbaar primair onderwijs (rv 2001-124) #


Mevrouw Van Baal: (CDA)

Het voorliggende raadsvoorstel is in de CDA-fractie met gemengde gevoelens ontvangen. Met de dekking uit de saldireserve zijn wij niet gelukkig, maar een andere mogelijkheid schijnt er op dit moment niet te zijn. Ernstiger vinden wij het feit dat het collegebesluit dat aan dit raadsvoorstel ten grondslag ligt ten tijde van de begrotingsbehandeling heeft plaatsgevonden. Al was dit te laat om de begroting op dat moment te beïnvloeden had het naar onze mening politiek correct geweest als het college er op dat moment wel melding van had gemaakt. Graag hierop uw antwoord!

Ook de onderliggende voortgangsrapportage voor het openbaar primair onderwijs baart de CDA-fractie zorgen. Op bijna alle punten is er sprake van een achterstand ten aanzien van de in het plan van aanpak gemaakte planning. Naar onze mening wordt hier nog te vaak gesproken van naar verwachting zal dit enz., zal in de toekomst aangesloten worden bij enz., binnenkort. Voor ons gevoel lopen we nog te vaak achter de feiten aan. We hebben te weinig gebruik gemaakt van de know how op bestuursgebied van bijvoorbeeld de VNG of het bijzonder onderwijs waar toch ook met vrijwilligers wordt gewerkt. Ook het stellen van hardere deadlines kan naar onze mening stimulerend en efficiënter werken. Wij horen graag hierover uw mening.

Het is absoluut niet zo dat de CDA-fractie alleen maar kritiek heeft op dit voorstel. Wij onderkennen wel degelijk de grote problemen waarin het gehele onderwijs en het openbaar in het bijzonder mee te kampen heeft. Wij hopen ook dat het nieuwe directiestatuut snel in werking kan gaan treden zodat er ook richting de scholen duidelijkheid komt en men zich met meer elementaire zaken kan gaan bezighouden. Dat is bijvoorbeeld het geven van onderwijs.

Wij wensen alle betrokkenen veel succes en wijsheid met deze moeilijke klus toe.


Mevrouw De Jong: (SP)

Ik wil mij trouwens inhoudelijk aansluiten bij het CDA. Waar de SP vooral over valt is het belachelijke salaris dat u voorstelt voor een projectmedewerker. Ik wil u even vertellen waarom. De minister verdiende in 2000 f 240.000,-. Een staatssecretaris f 225.000,-. U wil nu een projectmedewerker voor ruim f 230.000,- per jaar omgerekend naar fulltime. Het volgend jaar wordt dit ruim f 240.000,- per jaar. Een leerkracht basisonderwijs verdient hooguit 75 tot f 80.000,- per jaar bij hard fulltime werken. Voor het bedrag dat u uittrekt voor deze projectmedewerker kunt u zelfs staatssecretaris Adelmund naar Zeist halen. Is dat ook uw bedoeling? Ik zou u toch willen voorstellen om dat niet te doen en de bedragen nog eens heel goed onder de loep te nemen. Dit is natuurlijk ongelooflijk idioot. Als we op deze manier omgaan met een ambtelijke ondersteuning voor het onderwijs zal iedereen die in het onderwijs werkt zich afvragen waarom dit zo moet. Die mensen verdienen immers maar een fractie. Hoe kunt u het in uw hoofd halen, terwijl we toch echt heel duidelijk hebben aangegeven dat we op de salarissen voor extern binnen te halen krachten moeten letten. Hoe kunt u het dan in uw hoofd halen om dit bedrag voor te stellen?

Wij willen natuurlijk wel een goede medewerker voor het onderwijs, maar niet tegen deze belachelijke kosten. Graag uw reactie!


De heer Schneider: (GroenLinks)

Wij zijn blij dat er relatieve rust heerst op het onderwijsfront. Dat is het belangrijkste op dit moment. Wij moeten dat faciliteren. Wanneer het puin een beetje geruimd wordt mag het van ons best wel wat kosten. Ik wil u vragen of dit wel voldoende is? Is de afdeling straks wel in staat om wanneer er een nieuwe externe onderwijscommissie wordt benoemd de brieven wel op tijd te beantwoorden en om daar adequaat mee om te gaan e.d.? We hebben nu relatieve rust. Kunt u die in de toekomst waarin dit nog belangrijker wordt dan nu ook handhaven?


De heer Doelwijt: (PvdA)

De fractie van de PvdA heeft in de commissievergadering van 12 november jl aangegeven dat zij instemt met het voorliggende raadsvoorstel 124, het beschikbaar stellen van extra steun voor het openbaar primair onderwijs. Staat u mij nog toe enkele opmerkingen te maken. De PvdA is altijd zeer betrokken geweest bij de ontwikkelingen binnen het onderwijs. Dat geldt in het bijzonder voor het openbaar primair onderwijs. Nog vers staat ons geheugen gegrift de problemen die er in het afgelopen jaar zijn geweest met betrekking tot het primair openbaar onderwijs. Het terugtreden van het bestuur van dat onderwijs met alle gevolgen die dit heeft meegebracht. Wij betreuren dit aftreden nog steeds om daarmee het op afstand zetten van het bestuur niet is geslaagd. Wij zullen het nieuwe college voorstellen om het bestuur in de komende periode op afstand te zetten. Wij zouden dat toejuichen. Wij zullen de voorstellen kritisch beoordelen. De opgedane ervaringen zullen daarbij uitdrukkelijk worden betrokken. We zullen een gunstige uitgangspositie voor een eventueel nieuw in te stellen bestuur moeten creëren Raadsvoorstel 124 draagt daar in elk geval een steentje toe bij.

Zowel het onderwijzend personeel als de ouders hebben van zich laten horen. Mijn fractie is verheugd dat de inspanningen die ondernomen zijn om een oplossing te brengen voor de problemen op het gebied van de locatie het toekennen van de COA-gelden, huisvesting, onderhoud, schoonmaak van schoolgebouwen voor een groot deel is gelukt. Uw college is er in geslaagd om voor een deel deze problemen op te lossen. Mijn fractie is daarom positief gestemd over de toekomst. Tegelijkertijd wil ik u er op wijzen dat we er nog niet zijn. U heeft in de media kunnen lezen dat een op de tien basisscholen node een schoolleider missen. Er is nog steeds een tekort aan onderwijzend personeel. Dan is er ziekteverzuim. Er zijn ontwikkelingen rondom de managementstructuur. De fractie van de PVDA gaat er van uit – en wij zullen het nieuwe college daarin kritisch volgen – dat u ook in 2002 en de daarop volgende jaren uw uiterste best zal blijven doen om het openbaar primair openbaar onderwijs zo in te richten dat het onderwijzend personeel zich met vee plezier aan zijn lesgevende taak kan wijden. De kinderen kunnen dan die zij onder hun hoede hebben in een veilige en prettige omgeving gedijen

Tot slot: Er wordt iemand aangetrokken voor een fors bedrag. Dit mag niet langer dan nodig duren. De dekking uit de saldireserve in plaats van uit onvoorzien is praktisch maar niet in overeenstemming met de afspraken. We gaan wel akkoord, maar stellen voor de afspraken in de onderhandelingen in maart nog eens tegen het licht te houden. Als het nakomen van formele regels geld kost maar niet bijdraagt aan efficiënt en goed besturen, moeten we de regels durven aanpassen.


Mevrouw De Bruin: (D66)

Mijn fractie heeft nog een aantal opmerkingen te maken over dit raadsvoorstel. In de eerste plaats zou ik mij willen aansluiten bij de opmerkingen van het CDA over de saldireserve en over de planning voor 2002 wat het gaat worden. We wachten uw reactie graag af.

Dan wordt er in de commissie gesproken over een bedrijfsvoeringsvraagstuk wat betreft de bijstelling van de begroting. Wij vragen ons af of er misschien sprake is van een bedrijfsongelukje. Graag uw reactie hierop!

Wij willen graag weten wie er nou uiteindelijk verantwoordelijk is voor die f 575.000,- dat uitgegeven is aan de overdracht van het bestuur van het openbaar onderwijs.

Ik heb het de PvdA-fractie net horen zeggen, maar ook wij willen graag weten wanneer u de verzelfstandiging van het openbaar primair onderwijs daadwerkelijk wil laten ingaan. U heeft zelf in dit stuk gesteld dat dit binnen een termijn van een tot drie jaar moet gebeuren. Dus graag uw reactie daarop!


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Toen de bestuurscommissie haar taak neerlegde en die weer teruggaf aan de gemeente Zeist, hebben wij ons onmiddellijk gerealiseerd dat dit misschien wel een van de omvangrijkste en een van de zwaardere taken zo zijn die in deze periode op ons bordje terecht kwam. Een omvangrijk probleem waarvan we kunnen vaststellen dat het niet van de ene op de andere dag is ontstaan, maar het is een probleem dat al jaren voort hobbelt. In een klap kwam dit nu weer terug in de schoot van de gemeente. Wij hebben moeten constateren dat wat dat betreft het op afstand plaatsen van het bestuur helaas nog niet volledig en wellicht helemaal nog niet gelukt was. Wat dat betreft zijn we met inzet van alle middelen voortvarend van start gegaan om het beeld in kaart te brengen. Daarvan ligt nu een rapportage op tafel. Er ligt nu ook een doorkijkje naar de komende maanden en komende jaren. Wat dat betreft is het denk ik duidelijk dat we de problemen die er liggen grotendeels in beeld hebben gebracht. De heer Doelwijt wees daar al op. We hebben daar al oplossingen voor gevonden, c.q. aangedragen, c.q. in gang gezet. Dat kost inzet. Dat kost menskracht en dat kost ook geld. Wat dat betreft is het duidelijk dat we hier ook vragen om extra middelen. De greep uit de saldireserve is door verschillenden praktisch genoemd, maar niet conform de regels. Wat dat betreft heeft u wellicht gelijk. Strikt genomen zou het logischer zijn geweest om hier uit onvoorzien te putten, al hadden we dan ook een voorstel moeten doen om die post onmiddellijk weer aan te vullen omdat die dan onmiddellijk leeg zou raken. De nu voorgestelde procedure achtte het college toch een simpelere procedure. In die zin zetten we de regels een klein beetje naar onze hand.


De heer Kats: (SGP/ChristenUnie)

Ik vind de opmerkingen van de wethouder bijzonder interessant, want ik heb in de commissie begrepen van de heer Swart dat de regels niet naar de hand zijn gezet, maar dat de regels zijn nageleefd. Nu begrijp ik dat de regels toch naar de hand zijn gezet. Ik zou daar graag duidelijkheid over willen.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Ik weet niet in welke bewoordingen mijn collega zich heeft uitgedrukt, maar ik sluit mij daar op zich bij aan. Wie is hier de wethouder van begrotingszaken? Ik niet. Ik ben er ook niet bij geweest.


De heer Kats: (SGP/ChristenUnie)

Misschien kan ik u een handreiking doen. Misschien zou de heer Swart uw woorden kunnen toelichten als hij zich daarachter kan scharen.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Als ik mij buiten de grenzen begeef, zal hij dat zeker doen. Dan is dat ook verstandig. Strikt genomen hadden we ook kunnen kiezen voor onvoorzien, maar in dit geval was het gewoon praktischer om de saldireserve aan te spreken.


De heer Kats: (SGP/ChristenUnie)

Nee, u had dit niet kunnen doen. Het moest gebeuren. U zegt dat het een onvoorziene post is. Dan moet u het ten laste brengen aan onvoorzien. Hoe we later de post onvoorzien aanzuiveren is een andere zaak. Die discussie hebben we in de commissie gevoerd en die hoeve we hier niet over te doen. Als u zegt dat we de regels naar onze hand hebben gezet ben ik erg benieuwd wat u aan de regels heeft aangepast.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Wellicht was het een wat ongelukkige uitdrukking, maar collega Swart zal ongetwijfeld teruggrijpen naar die discussie waar ik niet bij was. Hij kan het misschien gelijk doen.


Wethouder Swart: (CDA)

Laten we er voorlopig van uitgaan dat de lezing die u in de commissie onder voorzitterschap van de heer Van Kuijk hebt gehad de juiste is. Het maakt overigens niet veel verschil. Het gaat om de nuance die collega Vermeulen hier neerlegt. Hij probeert hetzelfde, maar kiest iets andere woorden. Als u de eerste uitleg aanhoudt, zitten we wat dat betreft op een lijn. Dan kan het geen misverstanden meer veroorzaken.


De heer Kats: (SGP/ChristenUnie)

Ik houd u wel aan uw toezegging in de commissie dat dit eenmalig is en dat het op deze manier niet een tweede keer meer zal voorkomen.


Wethouder Swart: (CDA)

Wij hebben gezegd dat dit geen regel is. Bij hoge uitzondering kun je dat doen. Wij hebben andere spelregels en wij zijn voornemens die spelregels te handhaven.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Het zal u niet verbazen wanneer ik mij daar volledig bij aansluit.


De heer Van Gemeren: (D66)

Misschien nog een vraag die bij D-66 leeft. Is het nu werkelijk onvoorzien geweest? Wij hebben een plan van aanpak vastgesteld in 2001. Nu zegt het college dat vele werkzaamheden die uit dit plan van aanpak zouden voortvloeien in oktober al bekend waren tijdens en voor de begrotingsbehandeling. Hoe kunt u het nu rijmen als u zegt dat het een bedrijfsvoeringsvraagstuk is? Daar breekt onze klomp. Misschien dat de wethouder daar nog op in kan gaan.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Dat is inderdaad een discussie. Ik neem aan dat daar het een en ander over gezegd is in de commissie begrotingszaken. Wat er in die weken een maanden aan de hand was, was dat er een planning was vastgesteld die er onder andere in voorzag dat de nieuwe managementstructuur en de nieuwe directiestructuur en daarmede de hele organisatiestructuur zich eerder zouden hebben voltooid. Daarmee hadden we eerder een wat definitievere structuur kunnen hebben. We hadden dan ook eerder terug kunnen grijpen naar de reguliere middelen die in het onderwijs beschikbaar zijn en ook de reguliere menskracht die daar beschikbaar was. In die zin hadden we een planning die daarop toegerust was. Toen duidelijk werd dat er meer tijd nodig was - en u heeft zelf in het debat daarin een rol gespeeld - om daarmee rond te komen, is het duidelijk geworden dat daarmee andere zaken tijdelijk zouden moeten worden verlengd. In die zin was het in die weken niet voorzien dat wij die extra kosten zouden moeten maken. Dat blijft natuurlijk toch een discussie. We hebben ons op dat moment echt gerealiseerd dat er een moment zou kunnen komen dat we terug zouden moeten vallen naar de reguliere inzet van middelen.

Mevrouw Van Baal had het nog over het gebruik maken van de know how die aanwezig is bij de WVG. Ik kan even niet uit de herinnering putten wat dit dossier betreft. Als wij met vraagstukken bezig zijn is in het algemeen het eerste wat we doen kijken wat er bij de VNG beschikbaar is. In het openbaar onderwijs en zeker in Zeist is er niet die honderdjarige traditie van schoolbesturen en een school leiden dat in andere schoolvormen wel aanwezig is. Wat je er van vindt, vind je. Onze bestuurscommissie was overigens geen eigen bestuur, maar had een aparte status. Men heeft een experiment aangegaan dat helaas niet gelukt is. We moeten constateren dat die bestuurskracht op dat moment nog niet voldoende aanwezig was. Eerlijkheidshalve waren de omstandigheden ook niet optimaal om dit scholencomglomeraat op een adequate wijze aan te sturen. Onze doelstelling is nog steeds dat bestuur op afstand plaatsen. Dat is nog niet veranderd. We hebben ons wel voorgenomen dat dit moment nog niet aan de orde is. We moeten er voor zorgen dat die omstandigheden wel goed zijn. Bij twijfel zou ik u niet durven voorstellen om anders in te gaan halen om het zo maar uit te drukken. Die omstandigheden zullen in meerdere zin optimaal moeten zijn, willen wij die gang naar een verzelfstandiging van het openbaar onderwijs mogelijk maken. Dat is nog steeds onze wens. Wij zullen elke informatie die daarbij beschikbaar zal zijn uiteraard benutten. Uw suggestie dat je gebruik kan maken van kennis die bij andere scholen aanwezig is vind ik een zeer waardevolle. Daar zouden we zeer graag gebruik van willen maken.


De heer Kats: (SGP/ChristenUnie)

Ik zou in herinnering willen roepen dat we deze opmerkingen al jaren geleden gemaakt hebben. Ik weet nog dat we het bestuur op afstand gingen plaatsen. Ik kan me de datum niet exact meer voor de geest halen, maar het zal 98 of 99 geweest zijn. Onze fractie en andere fracties hebben toen al gezegd dat ook eens naar andere scholen gekeken moet worden. Daar zit heel veel kennis. Wat voor scholen dit zijn maakt niet uit. Ze hebben gewoon ervaring met bestuur. Waarom zegt u nu dat u het een waardevolle opmerking vindt, terwijl er in het verleden nooit iets mee is gedaan?


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

U citeert mij niet goed mijnheer Kats! Ik zeg niet dat het nu een waardevolle opmerking is. Het blijft een waardevolle opmerking. Ik heb hem ook al eerder gehoord, maar hoe stelt u zich dat praktisch voor?


De heer Kats: (SGP/ChristenUnie)

Maakt u eens een afspraak met de voorzitter van een schoolbestuur.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Hoe stelt u zich dat op dit moment praktisch voor? Ik spreek als voorzitter van het bolis regelmatig alle schoolbesturen van Zeist. Neemt u van mij aan dat ik in die vergaderingen en daarbuiten regelmatig met de schoolbesturen over die dingen communiceer. Als zich de gelegenmheid voordoet dat we iets aan elkaar hebben, zal ik dat zeker doen. Daar zou ik op dit moment een voorbeeld van kunnen noemen. Het is niet een ding dat nu voor het eerst genoemd wordt. Om dat praktisch te realiseren, zou je met de besturen in de materie moeten duiken. Dat is nog wat anders dan te zeggen dat het een goede oplossing is.


De heer Kats: (SGP/ChristenUnie)

Met alle respect voor de wethouder. Ik geloof dat hij hele goede dingen doet. Ik neem aan dat ik de wethouder toch niet behoef uit te leggen hoe hij met een bestuur in overleg moet treden en te kijken hoe het allemaal georganiseerd is. Ik zou me kunnen voorstellen dat u eens een willekeurige school belt en zegt dat u een afspraak wil maken met een vertegenwoordiger van het bestuur om te kijken hoe die school bestuurd wordt.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Als u in het stuk duikt en kijkt wat er over die materie geschreven wordt, leest u daar dat een aantal van de problemen en vraagstukken die zich daar voordoen zich afspelen op het vlak van het interbestuurlijk overleg. We praten over verschillende scholen bijvoorbeeld over fusering en samenwerking. Op dat vlak is op dit moment een intensief overleg met besturen gaande. Ik heb u niet aangegeven dat we dat niet doen. Als de personeelsadministratie of de financiele administratie aan de orde is en als we de vraag stellen hoe we dat goed kunnen oplossen, neemt u van mij aan dat we onmiddellijk aan deze suggestie zullen denken, waarmee ik niet op voorhand zeg dat dit de beste is. Dat zal dan uitgezocht moeten worden.


De voorzitter:

Misschien kunnen we naar de beantwoording van de vragen gaan.


Mevrouw De Bruin: (D66)

Ik kan het niet eens zijn met wat de heer Cats zei. Ik heb in augustus al een keer gezegd dat de vereniging voor het openbaar onderwijs op dit punt ontzettend veel informatie heeft. Ik verwijs daar nogmaals naar.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Wij maken gebruik van de informatie die er is. De afdeling maakt daar gebruik van. Als dat aan de orde is, zullen we dat ook benutten.

Mevrouw De Jong had het over de projectmedewerker die we zoeken. Ik kan daar tamelijk simpel over zijn. Wij betalen voor externe expertise marktconforme prijzen. Neemt u van ons aan dat we daar secuur op zijn en dat we kijken of het niet wat goedkoper kan. Dat is op voorhand niet altijd de beste oplossing. Het bedrag dat hier genoemd staat hebben we in ieder geval nodig om er uit te kunnen komen met onze externe partners. Als we het niet helemaal op hoeven maken, zullen we dat ook zeker niet doen. Wij betalen marktconforme prijzen en absoluut niet meer dan dat.

Mijnheer Schneider stelde een naar mijn oordeel scherpe vraag in de zin van wat hier staat voldoende is. Het roept bij hem wel vertrouwen op bespeur ik, maar vraagt toch of het voldoende is. Dat is een vraag die wij in twee instanties moeten beantwoorden. Op dit moment is wat wij vragen voldoende om de zaak voort te zetten. Daar kunt u van overtuigd zijn. Wij weten nog niet hoe wij over enkele maanden het totale speelveld zullen moeten besturen. Daarover zijn we nu aan het nadenken. We hebben onze afdeling onderwijs in het verleden ontmanteld en voor een deel overgeplaatst. Daar plukken we nu ook de zure vruchten van in zekere zin. Daar moeten we ook eerlijk over zijn. We zijn op dit moment aan het nadenken over de totale formatie die wij in de toekomst nodig zullen hebben om de taak te vervullen die we dan moeten uitoefenen. We weten nog niet precies hoe groot die is. We hebben nog geen bestuur of een bestuurscommissie of iets dergelijks. Die vraag zal beantwoord moeten worden. Het zou mij niet verbazen als daar een resultaat uit komt dat we in de integrale afweging bij de begroting zichtbaar moeten maken. We hebben ons voorgenomen dat de omstandigheden wat dat betreft positief zullen moeten zijn. Een ieder zal zijn rol moeten kunnen spelen en dus ook de gemeentelijke afdeling onderwijs.


De heer Schneider: (GroenLinks)

Om straks niet een kleine termijn nodig te hebben wil ik graag vertellen waarom ik die vraag gesteld heb. De vorige keer is het voor een gedeelte misgegaan door de communicatie van de gemeente met het bestuur. De bestuurders klaagden continu dat ze onvoldoende geïnformeerd werden en dat ze geen antwoord kregen op hun vragen enz.. Ik heb maandag na de commissievergadering de proef op de som genomen om te kijken hoe de afdeling er nu voor staat. Ik heb een simpel briefje met wat vragen gestuurd naar het e-mailadres dat daarvoor bestemd was. Ik heb tot op heden geen antwoord gehad. Dat zegt wel iets denk ik.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Ik kan niet beoordelen of dat wat zegt mijnheer Schneider. Ik heb uw vragen ook gezien. Het was een alternatief voor het afwezig zijn in de commissie heb ik begrepen. Als het goed is krijgt u daar een antwoord op. Overigens is onze afdeling onderwijs op dit moment een paar formatieplaatsen groot. Zij houdt zich bezig met algemene onderwijszaken. Dat zijn dus zaken die alle scholen van Zeist betreffen. We hebben een aantal externe mensen die voor ons de bestuursklus met betrekking tot het openbaar onderwijs vervullen. De mensen van de afdeling zijn ook niet voortdurend in huis, want zij zijn ook wel eens op pad. Je kan wat dat betreft niet spreken van een congruente afdeling onderwijs die op alle dagen aanspreekbaar is. De medewerkers zijn wel ingezet om deze klus te klaren.


De heer Schneider:(GroenLinks)

Ik veronderstel dat het een zwakke afdeling is. U heeft dit e-mailadres. U heeft het kennelijk wel ontvangen en de medewerker niet. U heeft het e-mailadres bij het raadsvoorstel gezet. Ik had de antwoorden graag voor de raadsvergadering binnen gehad.


De heer Van Gemeren: (D66)

Even naar aanleiding van de laatste opmerking van de wethouder over de afdeling onderwijs en de externe mensen die ingehuurd zijn. Beschouwt het college niettemin de extern ingehuurde mensen als een onderdeel van de normale interne bedrijfsvoering?


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Die maken zeker deel uit van onze normale bedrijfsvoering, maar het is niet een congruente afdeling als u dat bedoelt. We hebben verschillende mensen die op verschillende plekken huizen. Een e-mail op het ene adres komt niet onmiddellijk op het andere adres aan. Des al niettemin, als u vragen stelt, krijgt u daar een antwoord op.


De voorzitter:

Ik zou u willen voorstellen met respect overigens zich wat te beperken. We wijden weer heel erg uit. Ik heb goed geluisterd, maar ik heb toch weer wat technische vragen gehoord die of afgedaan hadden kunnen worden, misschien via een e-mail dan wel in de commissie. Als ik snel het commissieverslag er even bij haal, zijn er puur over technische aangelegenheden vragen gesteld. De politieke afweging moet nu hier plaatsvinden. Ik heb in de bijdragen van de raad wel een politieke afweging gezien. Ik denk dat het verstandig is nu toch snel te beantwoorden, want anders gaan we helemaal in de diepte van het probleem. Dat is natuurlijk al heel lang bij u en ons bekend. We worstelen daar al heel lang mee.


De heer Van Gemeren: (D66)

Met alle respect, er zijn vragen in de raadscommissie gesteld Swart. U heeft daar een antwoord op gegeven. De vragen die ik heb gesteld zijn met name gebaseerd op het antwoord dat namens het college na de commissievergadering is gegeven en waarin gesproken wordt over bedrijfsvoeringszaken. Daar hebben we het even over.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Ik zou in ieder geval nu mijn beantwoording kunnen afmaken en kijken wat er in tweede termijn nog ligt. Ik doe mijn best om alle vragen die gesteld zijn in ieder geval te beantwoorden.

Mevrouw De Bruin sprak van een bedrijfsvoeringsvraagstuk. Het stuk spreekt heel duidelijk van een bedrijfsvoeringsvraagstuk, waar we proberen om alle vraagstukken zo goed mogelijk in beeld te brengen en daar een oplossing voor te vinden. In die zin spreken we absoluut niet van een bedrijfsongeval.

Dan hebben sommigen nog even gewezen op wanneer dit punt aan de orde was. Collega Swart heeft wat dat betreft mij nog wat informatie aangereikt met betrekking tot de bespreking in de commissie begrotingszaken. Het college heeft op 30 oktober in zijn vergadering een definitief besluit genomen over dit hoofdstuk. Wij hebben over de begroting vergaderd op 29 en 31 oktober. Strikt genomen zou het mogelijk zijn geweest om op de 31-ste oktober in de raad te melden wat het besluit was geweest, ware het niet dat het besluit op dat moment geen verandering in de begroting had gebracht. Om die reden heeft het college er niet voor gekozen om daar apart melding van te maken.


Mevrouw Van Baal: (CDA)

De omvang van de saldireserve is volgens mij wel degelijk een post van de begroting. U haalt er een flinke hap uit. Wat dat betreft lijkt het mij toch wel zinnig geweest om het te melden.


Mevrouw De Jong: (SP)

U heeft het over marktconforme prijzen. Als je het omrekent kom ik echt uit op f 240.000,- bij een full time job per jaar. Noemt u dat marktconform? Ik niet. Als je naar advertenties van allerlei andere gemeente kijkt die vragen om externe expertise voor het onderwijs, zit je op veel lagere prijzen dan dit bedrag. Dan kom je ongeveer op f 120.000,- uit. Kijk ook in het VNG-blad. Daar staan regelmatig advertenties in met vaak een schaal er bij. Dan kun je het zo herleiden. Ik snap niet hoe u komt aan marktconform. Mensen uit het veld hebben wel die expertise. U kunt toch denken aan een oud directeur van een bepaalde school die zich best hiervoor zou willen inzetten. We hebben het hier over ambtelijke capaciteit en dat zou ik toch even willen benadrukken. Het gaat er niet om dat dit geld direct naar het onderwijs toe gaat. Was dat maar waar! Als dat het geval was, hoorde u de SP niet piepen. Het gaat hier om een jaarsalaris voor een persoon. Dan vind ik dat werkelijk te gek worden. Als een leerkracht uit het basisonderwijs niet meer kan verdienen dan f 80.000,- per jaar, vind ik het echt een gotspe dat we ambtelijke capaciteit gaan inhuren voor f 240.000,- per jaar. Als u daarmee wilt doorgaan, kan de SP in elk geval niet met dit onderdeel van het voorstel instemmen.


De heer Van Gemeren: (D66)

Ook D66 draagt het onderwijs een goed hart toe, ook het openbaar primair onderwijs in Zeist. Wij hebben er in onze fractie over gesproken naar aanleiding van de commissievergadering en het antwoord van het college. We zitten nog met een aantal vragen. We hadden in januari 2001 afgesproken dat de wethouder het probleem met een plan van aanpak voor een budget van f 360.000,- zou gaan aanpakken. Wij hadden verwacht dat het aangepakt zou zijn daarmee. Nu moeten we constateren dat er 60% meer budget nodig is voor 2002. De wethouder beroept zich op hetzelfde plan van aanpak. Heeft de raad een slecht plan van aanpak vastgesteld in januari 2001 met te weinig geld waarmee de wethouder het probleem niet kon oplossen? Ligt het misschien aan de bedrijfsvoering dat het plan van aanpak niet tot uitvoering is gebracht? Of ligt het gewoon aan een slecht opgesteld plan van aanpak zonder expertise? Als je het vergelijkt met andere zaken in deze gemeente vinden wij dat de wethouder op dit moment geen goede verklaring heeft gegeven over het hoe en waarom van de overschrijding van het budget dat we in der tijd hebben vastgesteld om dit probleem gewoon aan te pakken.


De heer Van Kuijk: (PvdA)

Ik begrijp er nou zo langzamerhand nog maar heel weinig van. Ik vind hier een verslag van de commissie samenleving waarin ook D-66 aanwezig is. Er zijn een hele boel terecht vragen gesteld. Wat hij hier noemt zal ik ook niet van tafel vegen. Aan het eind van het stuk staat het advies. De commissie adviseert positief over het voorstel. Ik neem aan dat dit met inbegrip van D-66 was. Waarom kunnen we dan het voorstel vandaag ook niet gewoon positief benaderen? Ik ben het volstrekt met u eens dat op alle vragen die toen gesteld zijn een antwoord moet komen. Dat hebben wij in onze bijdrage ook aangegeven. Het moet behandeld worden waar het thuis hoort en dat is in de commissie.


De heer Van Benthem: (VVD)

Mag ik mij daarbij aansluiten?


De heer Van Gemeren: (D66)

Marijke heeft in de commissie positief geadviseerd omdat het onderwijs haar aan het hart gaat. Ik heb gezegd dat ik vanavond namens een deel van de d-66-fractie spreek. Het gaat om het financiële aspect. Waar zijn we eigenlijk mee bezig. We geven f 360.000,- aan de wethouder om het probleem aan te pakken. Nu horen we dat er vele werkzaamheden uit het plan van aanpak voortvloeien op grond waarvan we weer een cheque van f 215.000,- moeten gaan tekenen ten laste van de saldireserve. Daar maakt dit deel van de D-66-fractie gewoon bezwaar tegen gezien de vele andere noden die we in deze gemeente nog hebben. Als de wethouder mij kan overtuigen dat het goed is aangepakt, hoor ik dat graag van hem.


De voorzitter:

We proberen nog even snel het verslag er op na te lezen. Ik kan uw opmerking niet uit het verslag halen. Terafdoening van dit onderwerp zou ik mij kunnen voorstellen dat zoiets in het commissieverslag komt.


De heer Kats: (SGP/ChristenUnie)

Ik zou een kleine nuance willen aanbrengen. De CDA-fractie en mijn fractie zijn akkoord gegaan onder voorbehoud van de toelichting op de financiële aspecten in de commissie Swart. Dat heeft D-66 niet gezegd, maar ik kan me voorstellen dat die fractie naar aanleiding van de beantwoording daar of niet-beantwoording nog wel wat vragen heeft.


De heer De Ligt: (VVD)

Dat geldt ook voor de VVD.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Om nog even terug te komen op de samenhang met de begrotingsbespreking, er was absoluut niets op tegen geweest om het op dat moment te melden. Ik heb dit daar net nog even afgestemd met collega Swart. Wij hebben dat toen niet gedaan. Het had best gekund. Wij hebben u in het verleden altijd op de hoogte gesteld van alle zaken die zich hieromtrent voordeden. Dat had in dit geval ook best gekund. We zullen daar nog alerter op zijn voor zover dat mogelijk is. Voor wat dat betreft zou ik het daarbij graag willen laten.

We kunnen een heel lang gesprek voeren. Neemt u van mij aan dat we de mensen die we aan moeten trekken niet in huis hebben mevrouw De Jong! Die lopen niet om ons heen en ze lopen evenmin in het wild. Als ze in het wild lopen, vragen ze gewoon marktconforme bedragen. We zijn daar zeer alert op en we zijn zuinig op het geld dat we hebben. Als we met minder toe kunnen, doen we het met minder. Dit hebben we nodig om dit te doen.

Verder zou ik niet meer de discussie uit de commissie willen oppakken. We hebben daar met elkaar een goed gesprek gehad en we hebben op al die vragen een antwoord gegeven. Het plan van aanpak was op dat moment optimale was dat we konden leveren. Gaande de rit hebben zich ook dingen voorgedaan die meer tijd kosten en ook meer inzet kosten en dus meer geld kosten. Voor het college was de vraag of we het wel of niet doen niet aan de orde. Het moet gewoon gebeuren willen we hier door heen komen. Het is geen kleine klus. Er moet dus met volle inzet gewerkt worden. Ik heb nooit en nimmer geconstateerd dat het werk dat geleverd wordt inadequaat onvoldoende en niet goed zou zijn. In tegendeel, er wordt heel hard gewerkt aan dit probleem door alle betrokkenen. Niet alleen hier in huis, maar ook door de scholen. Neemt u dat van mij aan!


Mevrouw De Jong: (SP)

Zoals ik al heb aangegeven heeft de wethouder mij niet overtuigd. Dat ze niet in het wild lopen, kan ik me voorstellen. Ik heb in tweede termijn al aangegeven dat nuu de ambtelijke capaciteit die u inhuurt zo vet wilt betalen de SP niet met dat onderdeel van het onderwerp kan instemmen. Met punt 1 van het voorstel, kosten voor een externe projectmedewerker kan de SP niet instemmen.


Mevrouw Van Baal: (CDA)

Wij hebben nooit gezegd dat wij vinden dat de mensen er niet hard aan werken. Wij kunnen instemmen met het voorstel. Wij hechten er wel aan dat er de volgende keer wel iets van te voren wordt gezegd.


De heer Van Gemeren: (D66)

Ik had al meegedeeld dat de ene helft van D-66 kan instemmen met het voorstel en de andere helft – en dat ben ik – om begrotingstechnische redenen niet. Wij zijn niet overtuigd van de overschrijding die hier is gemeld.


Hierna wordt het voorstel z.h.st. aangenomen onder verwijzing naar de kanttekeningen die gemaakt zijn door mevrouw De Jong en de heer Van Gemeren.



12. Kredietvotering t.b.v. project verbeteren doorstroming OV Heuvelrug (rv 2001-125) #

Dit voorstel wordt z.h.st. aangenomen


13. 5ebegrotingswijziging 2001 en 1ebegrotingswijziging 2002 BRU(rv 2001-126)

Dit voorstel wordt z.h.st. aangenomen



14. Voorbereidingsbesluit (rv 2001-128)

Dit voorstel wordt z.h.st. aangenomen



15. Storting gemeentelijk aandeel in het BOR-fonds (rv 2001-129)


De heer Veenendaal: (VVD)

Bedankt voor het gewijzigde raadsvoorstel! Laat ik eerst beginnen met u te feliciteren met het feit dat u er in geslaagd bent om f 9.250.000,- uit het fonds voor Zeist heeft weten te bemachtigen. In de commissie hebben wij gesproken over het renterisico. Het is zeker niet de gewoonte van de VVD om in de raad de commissie over te doen. Vandaar dat ik u enige suggesties meegeef. U vraagt ons het college te machtigen tot de verdere uitwerking van dit voorstel. Toen wij over het renterisico spraken, heeft u dat toegelicht in uw gewijzigde rentevoorstel dat het renterisico afhankelijk is van de hoogte die wij krijgen van het beleggingsresultaat van het BRU. Het moge dan ook duidelijk zijn dat wanneer de opbrengst van het BRU hoger is dan de kosten van onze geldlening we kunnen spreken van een positief renteresultaat. We kunnen op dit moment dat renteresultaat niet helemaal in beeld krijgen. Mijn fractie heeft toch voldoende vertrouwen in het college en het ambtelijk apparaat om de komende tijd dit stuk nog eens verder de revue te laten passeren. Ik wil u nog een suggestie meegeven. Het is misschien mogelijk om de kasgeldlening niet aan te trekken, maar het deel dat u moet storten schuldig blijft aan het BRU tegen een gelijke rente. Dan is het voor de gemeente budgetair-neutraal en over het rijksgedeelte kan dan rente worden gegenereerd om aan de inflatie het hoofd te kunnen bieden. Er zijn uiteraard meerdere oplossingen mogelijk. Ik verzoek u dan ook hiermee creatief om te gaan en ons in de commissie op de hoogte te houden van hoe het uiteindelijk is geworden.


De heer Van Gemeren: (D66)

In het gewijzigd raadsvoorstel staat een aantal zaken die D-66 aanspreekt. In de eerste plaats dat de raad nog geen definitief inhoudelijk besluit heeft genomen ten aanzien van de realisering van de projecten Krakelingenweg, het hoogwaardig openbaar vervoer Mooi-Zeist en Uithof en het openbaar vervoer knooppunt station Driebergen-Zeist. Wij kunnen ons ook vinden in de mededeling van het college dat er nog geen financiële dekking is voor genoemde projecten. Dit zijn precies de twee kernpunten die wij hebben aangegeven bij de vaststelling van het gemeentelijk verkeers- en vervoersplan zoals u zich ongetwijfeld zult herinneren. We worden nu geconfronteerd met een overeenkomst die gesloten is tussen de minister van verkeer en waterstaat en het bestuur regio Utrecht. Ik kon het niet uit dit voorstel terughalen. Wanneer is die overeenkomst gesloten? In de tweede plaats constateer ik dat er stukken lagen van het algemeen bestuur van het BRU van 24 september 2001 waarin al gesproken werd over een mogelijke fondsvoeding. Had de vertegenwoordiger uit deze raad in het algemeen bestuur van het BrU een mandaat om akkoord te gaan met de voorgestelde overeenkomst als dat voor een besluit van deze raad aan de orde was? Graag wachten wij uw reactie af.


Wethouder Swart: (CDA)

De heer Van Gemeren zegt dat geen besluiten zijn genomen en dat er geen dekking is voor het project. Dat klopt ook. Het is een financieel voorstel en dat is vandaag alleen aan de orde. Daarom ziet u mij hier staan en niet collega Van Brenk. De laatste weet alles over de inhoud en zal daarmee in de toekomst verdergaan. Ik moet u de datum van tekening der contracten schuldig blijven. Terecht zegt u dat dit een overeenkomst is die tussen de minister en het BRU is afgesloten. Dat zijn de contractpartners. Aangezien wij deelnemer zijn aan het BRU delen wij er ook in mee en zijn wij ook mede verantwoordelijk daarvoor. Dat even over de procedure. De minister eist in dat kader een afspraak met het BRU. Die afspraak kan alleen gemaakt worden als de deelnemende gemeenten aan het BRU ook ja zeggen, in ieder geval een meerderheid der gemeenten.

Dan kom ik meer in de richting van opmerkingen van de heer Veenendaal. Het gaat er nu om of we tegen de overeenkomst tussen de minister en het BRU ja of nee zeggen. Als we nee zeggen, is dat ook prima. Als we nee zeggen kunnen we ook niet delen in de fondsen die de minister voor het project beschikbaar stelt. Als het BRU met een aantal projecten komt is de minister bereid 50% daarvan te financieren. Om hierin zekerheid te krijgen, is de constructie opgenomen als bedoeld in het raadsvoorstel. Het is dus een constructie tussen het BRU en de rijksoverheid. Wij maken deel uit van het BRU en dus praten wij mee. Wij geven onze visie door er ja of nee op te zeggen. Het is een groot belang voor de gemeente om hier aan mee te doen. Als we niet meedoen is het ook helder en duidelijk. In het BRU en in de gemeente Zeist is gezegd dat we daar graag aan meedoen. Vandaar dat dit voorstel er ligt.

Wij hebben er ook tegenaan zitten te hikken. Kunnen we het geld niet beter zelf beleggen? Welke risico’s zitten er in als we het door een derde laten beleggen. In het algemeen heb je een zekerder gevoel bij het geld in eigen portemonnee in plaats van dat van een ander. Of dat gevoel altijd juist is, is wat anders. Wel is de overweging geweest dat wanneer we met elkaar een bedrag in het fonds storten het fonds veel groter is dan wanneer elk van de gemeenten dat doen. U weet als financieel deskundige dat een groot bedrag meer rente oplevert dan een kleiner bedrag. De heer Veenendaal veronderstelt een risico en dat is werkelijk ook zo. Wij hebben daar ook naar gekeken. Op ambtelijk niveau is er de gedachte dat het een en ander het beste in een pot gestort kan worden. De gelden van alle gemeenten tezamen + de bijdrage van het ministerie zullen de meeste rente opleveren. Daar bent u niet op tegen. U zegt dat ook naar andere mogelijkheden gekeken moet worden. We hoeven niet perse een kasgeldlening te doen. Kijk ook eens of we het niet in eigen beurs kunnen houden, als ik het zo populair mag zeggen. Er zit een positief en een negatief risico in. In ieder geval heb je zekerheid op voorhand als je dat zo in dat fonds stopt. We zullen kijken wat we met uw suggestie kunnen doen en wij zullen u daarover in de toekomst informeren. Wat wel plezierig is, is dat het BRU met een beleggingsvoorstel komt. Dat wordt nog aan de deelnemers voorgelegd. Dan krijgen we daar inzage in. Op de gemeenschappelijke regeling het BRU is ook de wet FIDO van toepassing. Men weet wat men wel en wat men niet kan. We kunnen alleen in de wat veiliger dingen beleggen.

Ik neem graag de suggestie van de heer Veenendaal mee in het verdere overleg met het BRU. Wij zullen u op de hoogte houden wat het resultaat daarvan uiteindelijk is.


De heer Van Gemeren: (D66)

Ik heb nog niet van het college gehoord wanneer de overeenkomst is gesloten. Het college heeft die informatie kennelijk niet paraat. Ik moet constateren dat namens de gemeente Zeist die overeenkomst is gesloten of het BRU moet zeggen dat men het doet en dan ziet men wel of men het geld van de gemeente Zeist krijgt. Ik vroeg op grond van welk mandaat deze toezegging gedaan kon worden. De stukken zijn van 24 september.

Ik constateer dat de eerste storting voor 1 december – dus aan het eind van deze week – gedaan moet zijn. Had het college niet eerder het voorstel kunnen voorleggen aan de raad, bijvoorbeeld in september? Toen gingen we de fasering van het gvvp bespreken. Daarvoor hebben we ook heel wat cijfers gekregen.

Bij wijze van stemverklaring! D-66 is een voorstander van hoogwaardig openbaar vervoer, maar wij zijn tegen een investering van f 5.500.000,- voor de Krakelingenweg. Wij hebben eerder bij het GVVP gezegd dat wij niet zoveel willen investeren, want dit leidt wel heel snel tot een nieuwe weg door het bos.


Wethouder Swart: (CDA)

We hebben het niet eerder aan de raad kunnen voorleggen.

Er is een contract tussen het BRU en de minister. Elke afzonderlijke gemeente besluit of men daaraan al dan niet mee zal doen. Er is een gemeenschappelijke regeling waarin besluiten genomen worden. Als wij vandaag zeggen dat wij dat niet willen, doe we gewoon niet mee. Dat is heel makkelijk en heel simpel. Alleen heeft de minister gezegd bij het niet meedoen dat we later die 50% ook niet krijgen. De minister stelt gelden beschikbaar op conditie dat de gemeenten wel meedoen. Het kan niet zo zijn dat in de toekomst wel rijksgeld wordt gestort, terwijl een gemeente niet heeft bijgedragen aan de financiële middelen.

Alleen deze financiële constructie is aan de orde. Niets meer en niets minder. Al die inhoudelijke discussies die u ten tonele voert heeft mijn collega Van Brenk veel meer verstand van en die zal dat later graag met u behandelen.


De heer Van Gemeren: (D66)

Mijn fractie is tegen de storting van ons gemeentelijk aandeel in de f 5.550.000,- voor de Krakelingenweg. Dat zou wat ons betreft een stuk minder kunnen zijn. De tijd zal het leren.


Met deze kanttekening van de heer Van Gemeren wordt hierna het voorstel z.h.st. aangenomen.


16. Planschade artikel 49 WRO (Bezwaarschrift, C.H. Gerritsen/Gerritsen Bouwgroep B.V.)
(rv 2001-130)

De heer Prikken: (BIZ):

Ik heb eigenlijk een vraag aan de commissie die wat boven de markt is blijven hangen. De principiele vraag voor ons is welk risico de gemeente loopt als het beroepschrift wordt toegewezen. Is daar iets van te zeggen?


De heer Van Kuijk: (PvdA)

Ik kan als voorzitter van de commissie daar wel iets van zeggen. De commissie heeft hier zorgvuldig naar gekeken. Dat hadden we ook al in het voorjaar gedaan toen de raad het besluit nam om planschade te weigeren. Dat hebben we afgewezen. Dat hebben we niet alleen op grond van eigen informatie gedaan, maar de stichting SAOZ is ook om advies gevraagd. Deze is gespecialiseerd.

We hebben er nog eens zorgvuldig naar gekeken. Ambtelijk werd gedacht dat we zelfs nog sterker zouden staan dan in juni. We hebben het voor alle zekerheid nog voorgelegd aan SAOZ en die heeft ons volledig gelijk gegeven dat de gemeente Zeist in haar recht staat. Dus behoeven wij het afwijzen van het verzoek om planschade van juni niet te herzien. Ik denk dat we heel zorgvuldig hebben gehandeld en een goed advies hebben gekregen. Op die gronden zou ik zeggen dat het risico heel gering is.


Hierna wordt het voorstel z.h.st. aangenomen.



De voorzitter:

Misschien moet ik u nog even melden dat vandaag in uw bakjes het rapport inzake GAP is gelegd. Misschien kunt u daar nog even langs lopen indien u dit nog niet heeft gedaan. Het gaat om het gemeentelijk afvalplan.


Hierna wordt de vergadering gesloten.



26 november 2001

21



Uitgelicht

Gemeente Zeist


Zoeken