Direct naar hoofdmenu / zoekveld
Home / Raadsstukken 2010 en ouder / Notulen / 2001 / Raadsnotulen 19-06-2001

Raadsnotulen 19-06-2001


NOTULEN van de openbare vergadering van de gemeenteraad, gehouden op 19 juni 2001 om 19.30 uur in navolging op de vergaderingen 18 juni 2001 het Slot Zeist.


De vergadering wordt heropend en de voorzitter heet allen hartelijk welkom.


Op de agenda staan de tweede termijn van de voorjaarsnota. Dan punt 9, vervanging van versleten verkeerslichteninstallaties waarvoor u een aangepast voorstel heeft gekregen. Verder hebben we nog punt 15, de Kadernota Zorgbeleid waarvoor u gisterenavond de stukken zijn uitgereikt.


Misschien staat u mij toe alvorens we gaan beginnen om een korte reactie te geven van wat er gisteren is bereikt in overleg met de projectdirectie van Rijkswaterstaat en de minister. Op zich was zij zeer onder de indruk van het lokale initiatief van Driebergen en Zeist. We hebben een goede presentatie weten te geven. Daarbij is het haar nadrukkelijk opgevallen dat mocht er sprake zijn van een twee keer twee rijstrook op de hoofdstraat Driebergseweg over anderhalve kilometer heel veel van het groen aangetast zal moeten worden. Zij heeft nadrukkelijk laten blijken dat dit misschien wel eens een brug te ver zou kunnen zijn. Dat heeft natuurlijk consequenties voor de verdere afwikkeling van het verkeer. Zij heeft in een brief aan het gemeentebestuur al laten blijken dat ze zeer content is met de wijze waarop dit lokale initiatief opgesteld is. Wij zullen er voor zorgen dat u een kopie van die brief krijgt. Het overleg tussen de gemeentebesturen, Rijkswaterstaat en de projectdirectie is in goede harmonie gegaan. Zij verwacht dat direct na de zomervakantie de behandeling in de kamercommissie gaat plaatsvinden waarbij het gaat om het standpunt van het kabinet. Het kan ook zijn dat het nog voor het zomerreces gaat gebeuren, dit in verband met vragen van een tweetal kamerfracties. Mijn persoonlijke indruk is – en dat heeft de minister ook gezegd – dat het lokale initiatief van Driebergen en Zeist bijzonder de moeite waard is om verder te ontwikkelen. Dit heeft een positieve indruk achter gelaten.

Wij hebben vandaag nog een persbericht klaargemaakt. Ook dat zal denk ik in de bakjes terecht komen, zodat u het persbericht ook kunt lezen.

Dan heeft vanmorgen overleg plaatsgevonden tussen uw portefeuillehouder BRU en de provincie. De laatste was vertegenwoordigd door de heer Robertsen. Ik kan in de loop van de behandeling van de voorjaarsnota nog wat extra toelichting geven als daar vragen over gesteld worden. U kunt dan vernemen waartoe het gesprek van vanmorgen heeft geleid.



Oorspronkelijk was het zo dat u tien minuten spreektijd in eerste termijn had en vijf minuten in tweede termijn. Na de eerste termijn van gisteren is gebleken dat er nu nog voor de ene fractie tien minuten spreektijd beschikbaar is en voor de andere vijftien. Dat heeft te maken met de overschrijding met vijf minuten gisteren. Voor een fractie zou er nog vijf minuten zijn voor de drie punten omdat die een overschrijding had van tien minuten. De heer Van Buël heeft nog 25 minuten. Als we nu eens beginnen met tien tot maximaal vijftien minuten. Dan moeten we er uit komen.


De heer Claasen: (GroenLinks)

De secretaris heeft de tijden opgenomen. Als er wordt voorgelezen hoeveel elke fractie aan tijd heeft gebruikt, weet men waar men aan toe is.


De voorzitter:

De VVD heeft nog vijftien minuten, de PvdA 10, het CDA 15, GroenLinks 15, SGP/ChristenUnie 15, D66 5, de SP 15, BIZ 15 en Van Buël 25 minuten.


De heer Otten: (VVD)

In de eerste termijn van gisteren hebben we tot uitdrukking willen brengen dat uw rol als vluchtleider wat ons betreft wat meer zichtbaar mag worden. Het is goed om kennis te nemen van de mededelingen die u net heeft gedaan over de ontwikkelingen op het gebied van het verkeer en vervoer.

Ik wil namens de fractie uw college bedanken voor de beantwoording zoals gedaan. Ik heb u wel een beetje gemist gisteren, maar wij hebben onder de goede leiding van onze wethouder van ruimtelijke ordening een prima vergadermiddag en avond gehad. Ik zou willen beginnen met een opmerking over dat proces. We hebben net afgesproken dat we spreektijd zouden invoeren. Dat is onze fractie bijzonder goed bevallen. Wat we wel een beetje jammer vonden is dat een deel van het college die lijn niet heeft kunnen vasthouden in zijn termijn. Daar valt nog wel wat te winnen. Over het proces sprekend en over een lijn gesproken, zouden we vanuit de fractie het college een overweging mee willen geven. Waar u als collegiaal bestuur tot beantwoording van de raad treedt, zou u dat wellicht meer vanuit een centraal punt kunnen doen als het om beschouwende zin gaat. Te denken valt aan de wethouder financiën die de eerst verantwoordelijke is of de voorzitter. Wij hadden er wat moeite mee dat wanneer er, zoals gisteren gebeurde, woorden als “schwung” of “inspiratie” voorbij kwamen er een soort improvisatie plaatsvindt waarvan we zeggen dat dit wat jammer is. Ging men maar wat meer op de inhoud in. Dat wil ik u graag meegeven waar het gaat om het proces.

Wat de inhoudelijke kant van de zaak betreft wil ik graag stilstaan bij een drietal zaken. Dat is uiteraard een reactie op de beantwoording van het college in eerste termijn, met name die van wethouder Swart. Ik wil graag een reactie geven op bijdragen die vanuit andere fracties gedaan zijn. Uiteraard krijgt u een reactie van ons op de moties en amendementen.

In de eerste plaats de beantwoording van het college en die van wethouder Swart in het bijzonder. Ik wil graag beginnen met op te merken dat de tegenstelling zoals die hier en daar er schijnt te zijn of gesuggereerd wordt veel kleiner is dan dit lijkt. Ik wil er een paar dingen bij noemen om dat beeld wat meer scherp te maken. Wethouder Swart heeft het in zijn termijn over het spanningsveld tussen willen en kunnen. Wij hebben het gehad over dromen en daad. Vanuit onze fractie is naar voren gekomen dat het college te royaal is met beleid maken. De wethouder financiën geeft als antwoord naar aanleiding van dat gat van f 36.000.000,- dat op deze manier doorgaan niet even productief is.


De heer Van Delft: (CDA)

We hebben geen wethouder van financiën in deze periode. We hebben een wethouder van begrotingszaken. Dat is veel beperkter dan financiën. Financiën zit in alle portefeuilles.


De heer Otten: (VVD)

Dank u wel voor deze correctie mijnheer Van Delft! Ik zal mij daarvan bewust zijn.

Wethouder Swart zegt dat op deze manier doorgaan niet even productief is. Tegelijkertijd zegt hij dat het college daarmee bezig is. We zijn lerend. We moeten nog een balans vinden tussen spoor 1, 2 en 3. Vanuit onze fractie zeggen we dan, wethouder, meld dat dan in uw beschouwing! Als u zegt nog bezig te zijn en als u een beetje het gevoel heeft dat u de balans mist tussen spoor 1, 2 en 3, meld dat dan. Kom daarvoor uit. Breng dat tot uitdrukking in het raadsvoorstel. Dat getuigt in ieder geval van een stuk visie op de financiën en de financiële huishouding en het nodigt uit tot discussie. Over discussie gesproken, wat dat betreft is gezegd dat de Zalmnorm mooi en aardig is. Hij is goed voor het rijk, maar slecht voor de gemeenten. Ik denk dat die opmerking op zich wel een discussie waard is. Ik vind niet dat we die hier moeten voeren. Het gaat om de landspolitiek. Daar ging het eigenlijk ook niet om. Waar de VVD om heeft gevraagd is of het college goed voor deze gemeente wil zijn. Formuleer eigen normen en wil die toepassen. In die zin is de vergelijking met de andere norm bedoeld.

Voorts dank voor uw bereidheid om onze suggestie te willen verkennen voor een stuk cyclische evaluatie van het bestaand beleid als onderdeel van de begrotingssystematiek. Daar zijn we erg blij mee. We zouden graag van u vernemen wanneer we in de betreffende commissie een stuk daarover tegemoet kunnen zien.

Ook graag dank voor het overnemen van onze motie onder de voorwaarde dat we de zaak verder zullen ontwikkelen om beter te kunnen sturen op het proces van beleidsvorming. Dat doet ons deugd.

Voorts hebben we met heel veel plezier en instemming kennis genomen van uw herhaalde toezegging tot het organiseren van een conferentie voor de uitwerking van de strategische visie van Zeist. Wij rekenen er op dat deze conferentie tussen nu en ruim voor de begrotingsbehandeling plaatsvindt.

Met betrekking tot het BRU nog een opmerking. De reactie van het college in eerste termijn kwam bij ons een beetje over als een wat procedurele vlucht naar voren zonder dat echt op de inhoud werd ingegaan.

Dan wat reacties op bijdragen van andere fracties. Om te beginnen een kanttekening bij opmerkingen die gemaakt zijn door de collega’s Prikken en Van Gemeren in deze raad. Het gaat om de besteding van een deel van de GZO-gelden en wel de imagoverbetering van Zeist. U stelt het een beetje voor dat het alleen maar gaat om de entree van Zeist. Dit moet wat opgeschoond worden door ergens een bloemetje neer te zetten. Dat is niet de bedoeling geweest van het voorstel. Het voorstel is veel breder en het gaat veel dieper. Het gaat niet alleen om de buitenkant van Zeist. Het gaat ook om de binnenkant van Zeist. Het gaat om het centrum. Het gaat om een schoon centrum. Het gaat om bezoekgenot en dat soort zaken meer. Die correctie wilden we graag even aanbrengen.

Ook nog even naar D66 die een aardige vergelijking had over de kleren van de keizer. D66 heeft in dat verband voorspeld dat de kiezers het college gaan uitkleden. Ik zou graag willen stellen dat dit college in ieder geval de kiezer niet uitkleedt. Dat brengt me bij de OZB. Wij hebben met genoegen goede nota genomen van de bijdrage over dit onderwerp door diverse fracties. Vanuit de OZB nog even naar wethouder Swart.

U heeft een opmerking gemaakt over het doorsluizen van geld vanuit de meicirculaire. Als er geld vrijvalt, komt dit vervolgens aan de orde in de voorjaarsnota van 2002 die dan gaat over het jaar 2003. Dat is juist. Op een onderdeel zouden we graag een bevestiging van u willen zien. Dat is dat in het geheel een stelpost is opgenomen van f 1.700.000,- voor de OZB waarop u naar aanleiding van de meicirculaire nog een vereffening verwacht. Wij hebben begrepen dat zoals het altijd gaat dit niet wordt meegenomen in de doorwerking. We horen dat nog graag van u.

Wij willen nog even stilstaan bij de kwaliteit van het werken. Er is hier en daar wat gesproken over de aandacht van uw college voor de interne gang van zaken en de ondersteuning van het ambtelijk apparaat. Wij zouden toch nog eens heel graag een pleidooi willen houden voor het belang dat we hebben om heel goed te zijn voor het ambtelijk apparaat en dat binnen de beperkte mogelijkheden die er zijn. We moeten dit koesteren. We zijn het wat dat betreft bepaald niet eens met andere opvattingen dat wanneer je aandacht besteedt aan je eigen personeel je de bewoners in de kou zet. Wij zijn eerder van mening dat het andersom is. Als je niet goed voor je mensen zorgt, leveren we slechte producten en dan komt Zeist vanzelf wel in de kou te staan. Goede faciliteiten zijn erg belangrijk. In dat opzicht is er een initiatief genomen door collega Prikken voor een notebook voor fractieassistenten. Dat heeft wat ons betreft veel sympathie. Je moet in technologisch opzicht met elkaar willen optrekken. Je kan niet zeggen, we werken allen in een organisatie. De een krijgt een notebook en de ander krijgt een ganzenveer. Als je een proef doet moet je die personen daar ook bij betrekken. We moeten het integraal proberen. De fractie heeft begrip voor de dekking zoals aangegeven door wethouder Van Brenk. Wij zien wellicht een nieuw initiatief van de heer Prikken graag tegemoet.

Dan tenslotte de moties en amendementen: motie 1 is overgenomen. De intentie is onderschreven.

Motie 2 is de BRU-motie om het maar zo te noemen. Het college heeft een procedurele opmerking gemaakt. Wij hadden toch wel behoefte aan een inhoudelijke beantwoording. Zoals de zaak er thans voorstaat willen wij hem straks in stemming laten brengen. Dit heeft te maken met het feit dat naar onze mening de kamer voor het reces nog van gedachten gaat wisselen. We wachten de reactie van het college in tweede termijn daarover af.

Motie 3 bestaat uit twee delen, waarvan een deel de eerste motie van de VVD overlapt. We nemen aan dat het college dat ook overneemt. We wachten wat dat betreft de reactie van de collega van de PvdA af, de heer Van Kuijk.

Bij motie 4, 5 en 6 gaan we mee met de reactie die het college hierop gegeven heeft en met betrekking tot m7 is dat ook het geval. Die motie ging over de rekenkamer en zou aangehouden worden.

Wij hebben begrepen dat het college met amendement 1 akkoord is gegaan.

Amendement 2 betreft een voorziening voor Slotstad radio. Wij wachten een initiatief af waar het gaat om de dekking.

Amendement 3 slaat op de notebooks en daar hebben wij net al een bijdrage over geleverd.


De heer Van Kuijk: (PvdA)

Dank voor de beantwoording in eerste termijn! Ook dank aan alle fracties die in hun bijdragen gisteren op eigen wijze kritiek hebben geleverd en suggesties hebben gedaan die tot een oplossing zouden kunnen leiden! Ik vind het jammer dat in de commissies voor advies en bijstand als het gaat over de voorjaarsnota en de begroting eigenlijk zo weinig debat plaatsvindt. Het college wordt bijna door geen enkele fractie van advies gediend. Bij de evaluatie willen wij daar graag eens op terugkomen of deze commissievergaderingen misschien op een andere leest kunnen worden geschoeid. Uit de reacties van de fracties blijkt eigenlijk dat iedereen op zijn manier bezorgd is of teleurgesteld of gefrustreerd is over zoveel niet gehonoreerde knelpunten nieuw beleid. Nieuw beleid – ik zeg het nog maar eens – dat willens en wetens tot stand is gekomen. Plannen waarvoor mede door externe factoren nu geen geld is. Overigens zijn er in de afgelopen jaren door vrijwel alle fracties opmerkingen gemaakt over de soms zwakke financiële onderbouwing van het beleid dat we met elkaar hebben vastgesteld. Toch was er steeds een meerderheid bereid om de plannen goed te keuren. Ik heb er in eerste termijn uitvoerig bij stilgestaan.

We zijn verheugd dat er een raadsbrede steun blijkt te zijn voor het verzoek om zoals de VVD het noemt een studieconferentie te organiseren. Overigens vinden wij niet dat we moeten denken aan een conferentie van een dag. In een dag kunnen we alles niet oplossen. We kunnen wel de zaak grondig met elkaar bespreken en richtingen voor de oplossing aangeven. Willen we dat zo’n conferentie een succes wordt, moet die goed bestuurlijk en ambtelijk worden voorbereid. Onderwerpen voor een discussie zijn onder andere een inhoudelijke beoordeling van het ambitieniveau. Is het niveau dat we nu hebben vastgesteld los van de financiën te hoog voor Zeist. Een scan van de begroting om na te gaan of er financiële middelen kunnen worden vrijgemaakt. Oud voor nieuw. Het stellen van prioriteiten. Wat kan eventueel de bijdrage zijn van een meer gefaseerde uitvoering van projecten. Eventuele ruimte in gemeentelijke belastingen. Een strategie richting kabinet en VNG met betrekking tot de hoogte van algemene doeluitkeringen. Beleid met betrekking tot het binnen halen van subsidies. Het vaststellen van een systematiek waarin het maken van plannen en de beschikbare financiën beter op elkaar worden afgestemd. Mogelijk zijn er nog wel meer onderwerpen te bedenken. Een dergelijke brede discussie hebben wij in gedachte. Ik heb de indruk dat dit aardig aansluit en of aanvullend is op hetgeen de VVD in een motie heeft vastgelegd. U heeft de intentie van die motie en het amendement van de PvdA overgenomen.

Het tweede element uit onze motie waar nog een interruptiedebatje over is geweest gisteren gaat duidelijk uit van de zorg die we hebben over de werkdruk voor het bestuur en de ambtelijke organisatie zoals u dat in het raadsvoorstel aangeeft. Die werkdruk komt voort uit de grote werkvoorraad. Willen wij een goede discussie voeren, moeten we zorgen dat we met elkaar daarvoor de tijd hebben om dat goed te doen. Het college heeft dit in feite al toegezegd door de motie van de VVD en het amendement van de PvdA over te nemen. Dit zal dus kunnen betekenen dat de voorliggende voorjaarsnota op een meerderheid kan rekenen. De PvdA heeft weinig behoefte om nu nog kleine aanpassingen voor te stellen. Wij geven de voorkeur aan een meer fundamentele discussie die zoals de VVD al suggereerde ruim voor de begrotingsbehandeling moet zijn afgerond.

Wethouder Vermeulen zei gisteren namens het college dat we ons niet moeten blind staren op deze voorjaarsnota. De begroting voor 2002 die we in oktober gaan vaststellen, zal op zich geen slechte begroting zijn. Dat was zo ongeveer de strekking van zijn opmerking. In zekere zin kunnen we dat onderschrijven. Misschien helpt het als ik citeer uit de managementletter 2000 waarin de accountant wijst op het belang van projectmatig werken omdat deze gemeente in relatie tot andere gemeenten structureel meer investeert in sociale voorzieningen en onderwijs en relatief minder in infrastructurele voorzieningen. Dat beeld wordt nog eens bevestigd door de … van de IBG in 1999. Dat neemt niet weg dat de begroting ook als het sociale voorzieningen betreft beter kan en moet. Dat de raad dit ook wil blijkt uit de goede plannen die nu helaas nog niet tot uitvoering kunnen worden gebracht en de knelpunten die nu nog blijven liggen. Dat blijft een trieste constatering. Dat is toch heel iets anders dan de kwalificaties genant en schaamteloos zoals de SP op haar eigen demagogische wijze meent te moeten verwoorden. Alle fracties hebben duidelijk gemaakt dat zij teleurgesteld zijn. Het is voor mijn fractie dan ook niet te begrijpen dat het college onze motie over eventuele extra middelen niet wil honoreren. Het college wil eventuele extra middelen niet inzetten omdat dit indruist tegen de systematiek. De systematiek is een hulpmiddel dat je in moeilijke tijden moet durven loslaten. Een tweede argument dat het college aanvoert voor haar afwijzing is dat de integrale afweging bij de begroting niet zou kunnen. Wilt u nog eens uitleggen waarom dat niet kan? Een derde argument is dat de ambtelijke organisatie niet de capaciteit heeft om dat ingrijpende proces die dit vraagt over te doen. Wij vragen ons af wat u daarmee bedoelt. Hoe zo overdoen? Ons verzoek laat de voorjaarsnota in tact, maar vraagt slechts een bestuurlijke afweging om enkele nu niet gehonoreerde projecten wel te honoreren als er eventueel nieuw geld beschikbaar is.

In de bijdrage in eerste termijn meen ik enige steun te vinden in de raad. De SGP/ChristenUnie zegt, u begrijpt dat bij veranderende omstandigheden mijn fractie vrij is tijdens de begrotingsbehandeling 2002 en de meerjarenbegroting indien nodig voor andere uitgangspunten te kiezen. De heer Van Buël heeft neem ik aan niet voor niets de vraag gesteld of de 45% niet gehonoreerde projecten nog meegenomen worden bij eventuele voordelen indien deze zich nog in dit jaar mochten voordoen. Wellicht zijn er nog andere fracties die in hun tweede termijn vraagtekens zetten bij de argumentatie van de afwijzing van onze motie. Wij zullen in ieder geval de motie niet intrekken.

In mijn bijdrage heb ik ook gesteld dat eventueel geoormerkt extra geld voor handhaving en toezicht zou moeten worden gebruikt voor de projecten die nu met eigen geld zijn gehonoreerd. Het vrijvallende eigen geld kan worden gebruikt bij de begroting voor honorering van projecten als onze motie wordt overgenomen of voor het derde spoor indien de motie wordt afgewezen. De PvdA vindt dat in geen geval het geoormerkte geld zonder discussie extra mag worden ingezet voor veiligheid en handhaving, hoe belangrijk ook. Ook hiervoor vind ik steun bij de SGP/ChristenUnie die niet zit te wachten op overaccentuering op dit terrein.

Tot slot nog enige opmerkingen over de moties en amendementen. Motie 1 van de VVD is overgenomen.

Motie 2 over het BRU zullen wij niet steunen.

Motie 4 over de Peppel zullen wij niet steunen.

Wij zullen bij de motie van de SP over Omnium een stemverklaring geven en dat zullen we ook doen bij amendement 3 van de GZB en BIZ. Wij zijn in principe tegen, maar wij zullen daarvoor een argumentatie geven.


Mevrouw De Niet: (CDA)

De CDA-fractie heeft met enige verbazing kennis genomen van elementen uit de bijdrage van de VVD en de PvdA-fractie. We vonden ze nogal negatief gesteld. Enkele elementen uit de bijdrage van de VVD. Een zouteloos beeld. De gemeente belooft teveel en maakt te weinig waar. Realiteitszin uit het oog verloren. Invoering Zalmnorm in plaats van Swartnorm. Vanuit de PvdA-fractie zorgen over de gevolgen van het beleid. Die hebben wij ook. Handhaven is stilstaan. Nu frustratie voor iedereen. Een trieste waarheid van het huidige beleid. Toen wij luisterden naar deze bijdragen bekroop ons het gevoel dat deze fractie al vast wat afstand nam van het gevoerde beleid door dit college en deze raad. U maakt er echter wel deel van uit. Het is mede aan uw inzet en betrokkenheid te danken wat er in de afgelopen drie jaar gedaan is. Ook uw fracties hebben geconstateerd samen met de CDA-fractie en anderen in deze raad dat er veel tot stand gebracht is in deze periode. Ook u hebt ingestemd met vrijwel alle plannen die er in de afgelopen jaren zijn ontwikkeld. Dus hoe zo trieste waarheid? Hoe zo een zouteloos beleid?


De heer Van Kuijk: (PvdA)

Ik heb in mijn eerste termijn en nu meer dan eens gezegd dat we met z’n allen verantwoordelijk zijn voor datgene wat tot stand gekomen is. Dat we daar verdrietig over zijn, mag denk ik.


Mevrouw De Niet: (CDA)

U mag daar verdrietig over zijn, maar op ons kwam het over als u zich wat aan het distantiëren bent van het collegebeleid. Ik moet zeggen dat ik nu in tweede termijn beide partijen beluisterd heb ik een andere toon beluisterde. Wat dat betreft is er kennelijk voortschrijdend inzicht bij u geweest.

Namens de CDA-fractie heb ik in eerste termijn aangegeven dat wij best trots mogen zijn op het feit dat er zoveel bereikt is door de inzet van dit college en het ambtelijk apparaat. Wij blijven bij dat standpunt.

Overigens concludeert de fractie van de VVD dat zij ondanks bezwaren toch zal instemmen met deze voorjaarsnota en dat geeft helderheid. Bij de PvdA ligt dat anders. Die wil zichzelf en de raad een herkansing geven bij de behandeling van de begroting 2002. De fractievoorzitter heeft dat net bevestigd.

Enkele opmerkingen uit de bijdrage van de VVD en de PvdA-fractie. We vonden ze nogal negatief gesteld.Enkele opmerkingen uit de bijdrage van de VVD. Een zouteloos beeld. De gemeente belooft teveel en maakt te weinig waar. Realiteitszin uit het oog verloren. Invoering van de Zalmnorm in plaats van de Swartnorm. Vanuit de PvdA-fractie zorgen over de gevolgen van het gevoerde beleid. Die hebben wij ook. Handhaven is stilstaan. Nu frustratie voor iedereen. Een trieste waarheid van het huidige beleid. Toen wij luisterden naar deze bijdragen, bekroop ons het gevoel dat deze fracties wat afstand namen van het beleid van dit college en deze raad. U maakt er echter wel deel van uit. Het is mede aan uw inzet en betrokkenheid te danken wat er in de afgelopen drie jaar gedaan is. Ook uw fracties hebben geconstateerd samen met de CDA-fractie en anderen in deze raad dat er veel tot stand gebracht is in deze periode. Ook u hebt ingestemd met vrijwel alle plannen die er in de afgelopen jaren zijn ontwikkeld. Dus hoe zo trieste waarheid? Hoe zo een zouteloos beleid?



De heer Van Kuijk: (PvdA)

Ik heb in mijn eerste termijn en nu ook weer mee dan eens gezegd dat we met z’n allen verantwoordelijk zijn voor datgene wat er nu ligt. Dat we daar verdrietig over zijn, mag denk ik.


Mevrouw De Niet: (CDA)

U mag daar verdrietig over zijn, maar het kwam bij ons over als of u zich wat aan het distantiëren bent van het beleid van het college. Ik moet zeggen dat nu in tweede termijn beide partijen beluisterd heb ik een andere toon beluister. Wat dat betreft is er kennelijk voortschrijdend inzicht bij u geweest.

Namens de CDA-fractie heb ik in eerste termijn aangegeven dat wij best trots mogen zijn op het feit dat er zoveel bereikt is door de inzet van dit college en het ambtelijk apparaat. Wij blijven bij dat standpunt. Overigens concludeert de fractie van de VVD dat zij ondanks bezwaren toch zal instemmen met deze voorjaarsnota. Dat geeft helderheid. Bij de PvdA ligt dat anders. Die wil zichzelf en de raad een herkansing geven bij de behandeling van de begroting 2002. De fractievoorzitter heeft dat net bevestigd. Hoe moeten wij ons dat voorstellen? Het loslaten van gemaakte afspraken lijkt de CDA-fractie in ieder geval ongewenst. Ook de opmerking van de heer Van Ballegooijen van de SGP/ChristenUnie dat bij veranderende omstandigheden zijn fractie vrij is om bij de begroting 2002 en de meerjarenbegroting indien nodig andere uitgangspunten te kiezen, begrijpen wij niet. Wij wachten nadere uitleg daarover graag af. Natuurlijk is ook de CDA-fractie geschrokken van het feit dat er zoveel knelpunten en aanvragen op tafel kwamen bij deze voorjaarsnota. Natuurlijk staan ook wij niet te juichen bij het feit dat zoveel zaken tijdelijk in de wachtkamer gezet moesten worden. Desondanks zijn wij niet gefrustreerd, zijn wij niet triest gestemd, vinden we het niet zouteloos en hebben we de realiteit niet uit het oog verloren.

Wij maken ook wat bezwaar tegen de term “Swartnorm”. Weliswaar zeggen ze dat dit ludiek gebruikt is, maar toch is dit door diverse fracties genoemd. Wij zijn van mening dat financieel beleid hier een gezamenlijke verantwoordelijkheid is van het college om binnen de vastgestelde kaders te blijven. Het hanteren van de gesel van de wethouder van financiën om wilde plannen zonder financiële dekking naar de prullenmand te verwijzen, aldus de VVD in eerste termijn, en ook in de Nieuwsbode van vandaag, vinden wij dat dit niet past bij een collegepartij die mede verantwoordelijk is voor het gevoerde beleid in de afgelopen drie jaar. Dit doet geen recht aan de verantwoordelijkheden van de andere collegeleden. Ik moet zeggen dat wij daar toch wat teleurgesteld over zijn.


De heer Otten: (VVD)

Ik denk dat het goed is om elkaar goed te begrijpen. Met de “Swartnorm” is niet meer en niet minder bedoeld dan gewoon de vergelijking maken met een gelijknamige norm waar een naam aan verbonden is waarin toevallig ook de letter a voorkomt. Dat is de toevalligheid. Het is geenszins bedoeld en dat is ook niet uitgesproken en het is niet opgeschreven om een aanval te openen op de houder van de gelijknamige naam. Waar het om gaat is dat in het kabinet iemand zit die Zalm heet. Het hele kabinet is verantwoordelijk voor het financiële beleid dat tot uitdrukking wordt gebracht in zo’n norm. Dat geldt voor dit college ook. Het hele college is verantwoordelijk voor het gevoerde beleid. Als grootste fractie willen wij ook graag onze verantwoordelijkheid in nemen. Ik wilde die duidelijkheid even scheppen. Opmerkingen die zijn geplaatst gaan het hele college aan. Ook de raad mag zich dat aantrekken. Wat dat betreft moet u dit minder zien als een aanval. Ook vanuit deze fractie steken we op tijd de hand in eigen boezem.


Mevrouw De Niet: (CDA)

We zijn dankbaar voor deze uitleg en dat u het niet als een aanval heeft bedoeld. Dat heb ik ook niet zo opgevat. Het kwam bij ons toch wat negatief over en dat heb ik tot uitdrukking willen brengen. Ik ben blij met uw aanvulling en ik neem dat onmiddellijk van u aan.

Ook de CDA-fractie is van mening dat er zaken beter kunnen en moeten. In eerste termijn hebben wij bijvoorbeeld onze zorg geuit over het vaststellen en handhaven van regels die de belangen van onze burgers moeten garanderen. Het college heeft daarop geantwoord dat aan de hand van het burgerhandvest de regels en termijnen zullen worden bewaakt. Daarvoor hebben we dat handvest opgesteld. Wij verwachten niets anders van u. Intern zult u de zaken dus goed op orde moeten hebben zodat ook iedereen weet waar hij of zij zich aan te houden heeft. De CDA-fractie zal dit in de toekomst nauwlettend blijven volgen en waar nodig zeker aan de bel trekken. Wij hebben daar toch zo onze problemen bij.

De gevraagde raadsconferentie door de VVD en de PvdA over de wenselijkheid, haalbaarheid en het ambitieniveau van alle plannen die op uitvoering wachten of al in uitvoering zijn, zit volgens mijn fractie in het vastgestelde driesporenbeleid. Na de inventarisatie van alle beleidsvoornemens in het tweede spoor volgt in het derde spoor het vormen van een samenhangende strategische beleidsvisie op de toekomst van Zeist. Aldus vastgesteld in de raad van maart jl. In het antwoord op motie 1 van de VVD-fractie hebben wij deze mening ook beluisterd. U stemt dus in met de strekking van deze motie. Voor ons was dit een overbodige motie.

Motie 2 loopt volgens ons op de zaken vooruit. Die discussie komt nog. Wij hebben er geen behoefte aan om die op dit moment te voeren.

Motie 3 van de PvdA wijst u ons inziens terecht af en bij de verdere moties volgt het CDA ook het standpunt van het college.

U neemt de intentie over van amendement nr. 1 van de PvdA. Ook dit hoort volgens ons bij spoor 3. Overigens zijn we het wel eens met punt 2 van het besluit, namelijk het tijdelijk temporiseren van het ontwikkelen van nieuw beleid. Het ontgaat ons waarom daarvoor extra tijd en middelen vrijgemaakt moeten worden.


Amendement 2 inzake de inzet van f 2.000,- structureel is iets waarvan wij uitgaan dat u dit toch zult honoreren. Het is tenslotte een resterende post en een bedrag dat aan de raad ter beschikking was gesteld.

Dit waren de opmerkingen van de CDA-fractie in tweede termijn. U zult begrepen hebben dat wij instemmen met de opzet van deze voorjaarsnota en met de keuzes die daarin gemaakt zijn. Wij wensen u wijsheid en creativiteit toe bij de opstelling van de laatste begroting in deze raadsperiode.


De heer Claasen: (GroenLinks)

Het zal ongetwijfeld niet aan uw college maar meer aan mijn concentratievermogen gelegen hebben dat tijdens de beantwoording door uw college gisterenavond mijn gedachten regelmatig afdwaalden. Ik wilde dat beslist niet bewust, maar volstrekt willekeurig moest ik vooral bij de beantwoording door de wethouder van begrotingszaken denken aan bezoeken die ik vroeger als kind bracht aan een oud familielid. Een heel verre tante woonde in die tijd in een verzorgingshuis. Toen noemden we dat nog een oude-van-dagentehuis. Tijdens die bezoeken had ik altijd veel aandacht voor wandspreuken die op de muur in haar kamer waren aangebracht. U kent ze wel die tegeltjes met gezegden als “Eigen haard is goud waard”, “Wie wat bewaart heeft wat”, “Als de nood het hoogst is, is de redding nabij”, “Als het kalf verdronken is dempt men de put”. Bewondering voor die onware maar wat vage uitspraken heb ik heel lang gehouden. Bewondering zou ik nu ook moeten opbrengen voor de wijze waarop het financiële beleid is verdedigd. Ik noem wat citaten. Sommigen zeggen dat ons financieel beleid te ruim is. Anderen zeggen dat het te krap is. Op basis van het een en het ander hebben we de dingen moeten invullen. Omdat deze keus nu gemaakt is doet zich een andere situatie niet voor. Er zijn wel meevallers, maar er zijn straks natuurlijk ook tegenvallers. Door bepaalde dingen als gevolg van bepaalde exogene factoren hebben we onze ambities moeten bijstellen. Ik laat de uitspraak, doe meer met minder geld maar even achterwege. Wellicht gaan we nog echt op een ‘Hemagemeente’ lijken. De beantwoording van uw college kenmerkte zich door een benijdenswaardige vaagheid. Zoveel open deuren dat het haast niet tochtte. Juist waar het om de financiën gaat, zou je exactheid mogen verwachten. Het is voor mij moeilijk gebleken om op basis van een dergelijk vage beantwoording mijn fractie er van te overtuigen dat we hier nu maar genoegen mee moeten nemen. Als ik naar aanleiding van vragen omtrent de financiële risico’s van bijvoorbeeld het Slot moet horen dat de gevraagde bedragen zich in de toekomst zonder meer terug zullen verdienen, zelfs veel meer, maar hoeveel meer kan ik u niet vertellen. Er zijn altijd wel meevallers en er zijn altijd wel tegenvallers. Dan kan ik hier namens mijn fractie niet anders stellen dan dat de beantwoording bijvoorbeeld op dit punt nietszeggend vaag is. Er wordt geen geld ingehouden. Al het geld zetten we in, heb ik gisteren bij herhaling horen zeggen. Natuurlijk, het hangt er maar van af wat we onder inzetten verstaan. Gelden in een reserve, in een voorziening zijn natuurlijk strikt formeel ook ingezet. Natuurlijk, er is geen geld dat niet ergens is ingezet. Het maakt nogal wat uit of geld gebruikt wordt ter versterking van je vermogenspositie of dat het ingezet wordt voor het oplossen van maatschappelijke knelpunten.

Nadrukkelijk heb ik in mijn eerste termijn en eveneens bij interruptie gevraagd om een discussie over het plafond in onze vermogenspositie als totaal. Dat u die discussie niet wil meen ik inmiddels begrepen te hebben. Het zou ook zinvol zijn als daarvoor een argumentatie gegeven wordt.

Een van de moeilijke punten voor mijn fractie is de financiering van het bestemmingsplan het Rond. U begrijpt dat het wat lastig is om in een openbare raadsvergadering als deze alle financiële gegevens op tafel te leggen. Waar het nu om gaat is dat de raad op dit moment geconfronteerd wordt met wat voor u een logisch uitvloeisel is van een door de raad genomen voorbereidingsbesluit. Waar komt het nu op neer? De raad wil op uw voorstel ongewenste ontwikkelingen aan het Rond onmogelijk maken. Daartoe stelt de raad het voorbereidingsbesluit vast met als noodzakelijk gevolg dat er binnen een jaar een bestemmingsplan moet liggen. Waar wij nadrukkelijk met u van mening over verschillen is dat de noodzaak bestaat om bij het nemen van dit voorbereidingsbesluit ook geld te reserveren voor eventuele schadeclaims. Ik heb vanavond en het raadsvoorstel en de notulen van de vergadering van 2 april 2001 doorgelezen. In het voorstel staat geen woord over de door u nu getrokken financiële consequenties van het vaststellen van dit voorbereidingsbesluit. Ook in de toelichting tijdens de behandeling in die besloten vergadering heeft u met geen woord gerept over dit financiële gevolg dat nu ineens op tafel blijkt te liggen. Ik zou dit kunnen aantonen door te citeren uit de notulen, maar dit is uit het verslag van een besloten vergadering en dan is het mij uiteraard niet toegestaan. Wat nu gebeurt is dat we geconfronteerd worden met een onmiskenbare vorm van impliciete besluitvorming. Wij wisten niet dat u deze consequentie aan dit raadsbesluit verbond. Wij konden het niet weten. U heeft het ons bij de behandeling ook niet verteld. U kunt van ons dan ook niet verwachten dat wij akkoord gaan met een dergelijke gang van zaken en dat doen we dan ook niet. Natuurlijk weten wij ook wel dat zeker in een centrumgebied als je een nieuw bestemmingsplan vaststelt dit kan leiden tot allerlei vervelende claims. Het is ook voor Zeist uitermate ongebruikelijk om daar op voorhand al middelen apart voor uit te trekken. Dat doen we in dit stadium nergens. Ik kan voorbeelden noemen, ook in het centrum en dan wijs ik bijvoorbeeld op de hoek Voorheuvel-Oud Arnhemseweg (de hoek Duetz) of de hoek Slotlaan-Bethanieplein bij de Chinees waar we ook dit niet hebben gedaan. Dit zijn volstrekt vergelijkbare ontwikkelingen geweest. Dus hier zou dit ook niet moeten. Als er claims komen en die worden vervolgens ook nog eens gehonoreerd, moeten we daarmee net zo omgaan als in andere gevallen. Daar hebben we bijvoorbeeld reserves voor. Het nu voor claims gereserveerde geld wil mijn fractie inzetten voor het oplossen van enkele maatschappelijke knelpunten zoals de situatie bij Omnium, het onderwijsachterstandenbeleid, en voor en vroegschoolse educatie. Het lijstje is nog langer. Straks zal door de heer Van Gemeren een amendement worden ingediend met een volledig lijstje. Als hij daarvoor tijd te kort heeft, kan hij van GroenLinks wel een paar minuten krijgen.

Ik moet eerlijk zeggen dat de bereidheid bij mij om het college over financiële zaken eens aan de tand te voelen afneemt. Niet dat er geen aanleiding voor is, maar omdat uw beantwoording naar mijn gevoel geen recht doet aan de pogingen om hier een serieuze dialoog te voeren. Ik heb het gevoel gekregen dat je net zo goed niets kunt vragen en dat is frustrerender dan dat je na een stevig inhoudelijk politiek debat wellicht geen gelijk hebt gekregen.


De heer Van Ballegooijen: (SGP/ChristenUnie)

Van wat ik tot nu toe heb gehoord uit allerlei bijdragen kan ik u mededelen dat ik nog niet verdrietig ben. Met belangstelling heb ik geluisterd naar de bijdragen van andere fracties en ook de beantwoording van het college. In tweede termijn kom ik dan ook graag terug op de reactie.

In mijn bijdrage van gisteren heb ik al meer onder de aandacht gebracht de feiten en omstandigheden die er toe hebben bijgedragen dat het financiële beleid anders is gelopen dan was verwacht. Hoe we daar ook tegen aan kijken, het is de realiteit van vandaag. Natuurlijk is dat jammer, maar ondanks alles blijft enig realisme noodzakelijk. Ik hoorde wethouder Swart gisterenavond zich in dit soort termen uiten. Dus wat dat betreft zitten we op hetzelfde spoor. Dan spoor 1 wel te verstaan. Vele fracties hebben en hadden wensen en wij ook maar het is heel duidelijk in de voorjaarsnota naar voren gebracht waar het hem in zit. Ik denk dat het vanuit die voorjaarsnota heel duidelijk wordt verwoord en dat het helderheid verschaft waar we staan. Dan kan van dit raadsvoorstel en de bijbehorende nota gezegd worden dat wat ons betreft alles deugdelijk en degelijk is verwoord. Ik deel dan ook de opvatting van wethouder Swart. De opmerking van de SP dat we hier te maken hebben met een genante voorjaarsnota deelt mijn fractie dan ook niet. Op zich is het een hele goede zaak dat tijdens de voorjaarsnota en de algemene beschouwingen een eigen zienswijze van de fracties voor het voetlicht worden gebracht. Dit kan zelfs bijdragen aan een positieve politieke beïnvloeding of zienswijze. Je hoort vanuit verschillende invalshoeken opvattingen hoe er wordt aangekeken tegen gemeenschappelijke problemen en wat voor oplossingen hieromtrent worden ingediend. Des al niettemin blijft overeind dat we geen verdere financiële bokkensprongen kunnen maken zonder daar een dekking voor te hebben. Ik heb het gisteren gezegd en ik zeg het nog eens en de heer Van Kuijk refereerde daar al aan, gevoel en verstand dienen in deze tijd dan ook samen te gaan.

Ik had het zo juist over het gevoel. Ik denk dat de zaken ook met verstand moeten worden behartigd. We gaan liever voor zekerheid dan voor een hap-snapbeleid. Daar bedoel ik concreet mee hoe kunnen we eventuele meevallers gebruiken om projecten te financieren. Het gevaar is altijd dat dit eenmalig is. Er is niets frustrerender dan dat ingezet beleid moet worden ingetrokken omdat er de volgende jaren geen geld meer voor is. Om dan maar te grijpen naar eventuele belasting en tariefsverhogingen als oplossing is iets waar mijn fractie niet op wil.

In de totaliteit zit ik op hetzelfde spoor als onze schatbewaarder die ik gisterenavond heb horen zeggen dat wat we hebben voor de begroting hebben we ingezet. Ik denk dat dit bijna moet zijn, want er ligt een uitzondering in de zin van f 25.000,- als restant van de GZO-gelden. De raad helpt u wel om daar aan uitvoering te geven. Ik was verrast toen wethouder Den Heijer gisterenavond snel was met mede te delen dat de omissie al lang door het college was opgemerkt. Kennelijk was het te gering voor het inzetten van nieuw beleid. Van D66 verwacht ik straks eventueel een aanpassing van het amendement. Ik hoop dat het ingediende amendement toch overeind blijft, want anders heeft mijn fractie opnieuw een probleem met D66. Gisteren was de heer Van Gemeren zo opgewonden over de suggestie van collega Kats dat hij hem wilde omhelzen. Ik heb geprobeerd hem daarvan af te houden, maar het gevaar zou zijn bij afwijzing van dit amendement dat hij weer omhelsneigingen krijgt jegens mijn fractiegenoot, maar dan door verdriet. Dat wil ik mijn fractiegenoot graag besparen. Zie het als een collegiaal gebaar aan de oppositie en coalitie om als er werkelijk belangen zijn de gelederen gauw gesloten zijn.

Wat gisteren in een aantal betogen te beluisteren viel is het steeds verder uit de pas lopen van het ambitieniveau van projecten en de daarvoor beschikbare middelen. Door de VVD werd nog eens aangegeven dat het gaat om f 36.000.000,-. U begrijpt dat dit veel teveel is. Gelijktijdig moet ik toch ook de hand in eigen boezem steken, want ook wij hebben niet tijdig aan de bel getrokken. Ik heb ook begrepen in de bijdrage van het college dat het signaal is overgekomen.

Als wethouder Vermeulen mededeelt dat de schwung er in het college nog niet uit is, ben ik blij dat die gedrevenheid bij hem en anderen nog steeds aanwezig is. Als nota’s en plannen maar op de plank blijven liggen, is dat in bestuurlijk opzicht geen goede zaak. In het bedrijfsleven kan het een positief signaal zijn om te kunnen aantonen wat er allemaal nog op de plank ligt aan werkvoorraad, maar voor bestuurlijk Zeist is dat een slechte zaak. Wat op de plank ligt kost geld of heeft qua investeringen al genoeg geld gekost. Als het daar maar blijft liggen of wordt ingeruild voor nieuw beleid, is dat een verliesgevende investering. Dat kan gezien worden als een bedrijfsrisico waar nog meer aan vastzit. De plannen kunnen bij de burgers verwachtingen hebben gewekt en dat leidt dan weer tot teleurstelling.

Ik heb wethouder Swart horen zeggen dat de gemeente Zeist zich van een nieuw instrument gaat bedienen en wel de begrotingsscan. In eerste instantie schrok ik daar wat van toen ik hoorde dat de regering en de provincies dit gebruiken bij artikel 12 gemeenten. Voor ons wordt het gebruikt als vergelijkingsinstrument zonder dat we onder curatele geplaatst behoeven te worden. Zo’n scan kan goed gebruikt worden om onze begroting eens te vergelijken met die van andere plaatsen. Mogelijk komt daar een zodanig resultaat uit dat de nieuwe raad daar fris mee van start kan gaan. Bestaand beleid kan dan her en der worden omgebogen met een financiële onderbouwing voor die projecten die onder 2 moeten worden uitgevoerd. Met verwachting kijkt mijn fractie uit naar dit instrument. Ik denk dat we er realistisch mee om moeten gaan en we moeten er geen wonderen van verwachten.

Ik kom nog even terug op het standpuntenschip van wethouder Vermeulen. Dat beeld gaf hij aan toen ik hem vroeg over de situatie met betrekking tot de verantwoordelijkheidswisseling bij het bestuur van het openbaar onderwijs. Uit zijn beantwoording moet ik opmaken dat alle hands aan dek nodig is en dat het schip zich nog steeds in onstuimig weer verkeert. Het schip is voorzien van een goed roer. Dat is op zich heel belangrijk, want het roer bepaalt de koers van een schip. De vraag is wat de kwaliteit van het schip is. Dat lijkt mij niet onbelangrijk in zwaar weer.

Loco-burgemeester Den Heijer is gisterenavond uitgebreid ingegaan op mijn oproep om meer aandacht te vragen voor de financiële positie van middelgrote gemeenten. Ook mijn vraag om Brussel niet te vergeten is niet aan zijn aandacht ontsnapt. Ik denk dat we alle kansen moeten benutten om de financiële scheefgroei tussen grote en middelgrote gemeenten gezamenlijk bij het rijk en de provincie onder de aandacht moeten brengen. Het verstrekken van het jaarverslag aan in onze regio wonende leden van de Tweede en Eerste kamer en provinciale staten lijkt mij een goede zaak om op die manier aandacht voor onze problematiek bij hen op het netvlies te krijgen. Ik deel de opvatting van mevrouw De Jong dan ook niet toen ik haar opmerkingen hoorde over het jaarverslag. Het werkt beter om op een democratische manier de aandacht te vestigen dan met veel tamtam geheime stukken te overhandigen aan de pers wat bij de SP de voorkeur heeft.

Via de loco-burgemeester heb ik gisteren al direct antwoord gekregen op mijn vraag hoe het zit met de camera’s en ik dank voor die voortvarendheid.

Dan ligt er nog een vraag van mevrouw De Niet over hetgeen wat ik gisteren heb gezegd en ik moet daarbij constateren dat uw formulering niet helemaal correct is geweest. Ik kan me voorstellen dat het wat ongelukkig is overgekomen. Wat ik er mee bedoeld heb is dat voorkomende calamiteiten of extreme gebeurtenissen er toe kunnen leiden dat wij daarbij een veranderende opvatting kunnen hebben over het beleid.

Dan nog de moties en amendementen.

Motie 1 is overgenomen.

Motie 2 kunnen wij niet steunen en de rest van de moties wijzen wij eveneens af.

Amendement 1 is overgenomen.

Bij amendement 2 wachten we een eventuele aanvulling van D66 af.

3 kunnen wij niet delen.


De heer Van Gemeren: (D66)

Ik hoop niet dat ik onder cameratoezicht gesteld ben in deze publieke ruimte. D66 was geschokt door de mededeling van de loco-burgemeester over een proef in de Dorpsstraat op 7 juni. Zijn betrokkenen daarover geïnformeerd dat zij bij wijze van proef onder cameratoezicht gesteld waren? Wij komen in de commissie BER op de gang van zaken terug.

Ik ben onder tijdcuratele gesteld. Ik vraag me even af of de loco-secretaris een ander horloge moet hebben, want na mijn eerste termijn had ik begrepen dat ik 21 van de 40 minuten had gebruikt. Ik heb een minuut over de rotonde gesproken en twee minuten over de rekening. Dan kom ik op nog 16 minuten. Vanavond hoor ik dat wij vijf minuten hebben. Misschien dat de voorzitter het verschil kan verklaren. Ik ben blij dat ik van GroenLinks een paar minuten kan krijgen.

D66 heeft in eerste termijn zeven wijzigingsvoorstellen gedaan onder het motto of een aantal knelpunten die door het college geconstateerd zijn een ietsje minder kunnen opgelost worden, waarbij we ietsje meer aan maatschappelijke knelpunten kunnen oplossen. Onze voorstellen zijn afgewezen onder het motto waar niet is verliest de keizer zijn recht. Mijn heer Otten, we hebben de burger niet uitgekleed en de raad ook niet. Alleen we hebben geconstateerd dat het college heel wat kostuums heeft aangeschaft in de vorm van beleidsnota’s met een prijskaartje er aan waarvan wij geschrokken waren. Ik heb begrepen dat ook andere fracties in de raad hebben gepleit om een pas op de plaats te maken geconfronteerd zijnde met een cumulatie van miljoenen om weer nieuwe kleren te laten ontwerpen die de gemeente niet zal passen.


De heer Van Kuijk: (PvdA)

De raad is mede verantwoordelijk voor de jas die het college heeft gekocht. U heeft ook vaak ingestemd met veel van de nota’s. Dat mag u niet vergeten.


De heer Van Gemeren: (D66)

Ik geef toe dat het een zaak is van de raad. Het is mij opgevallen dat de raad tegen heel wat beleidsnota’s nee heeft gezegd omdat wij het niet eens waren met de financiële consequenties. We wilden het geld er niet bij geven. Ook werden financiële consequenties soms helemaal niet genoemd. Neem het GVVP.


De heer Van Kuijk: (PvdA)
We zullen in het vervolg zeggen dat D66 het niet eens was met de jas, maar de raad heeft er mee ingestemd.


De heer Van Gemeren: (D66)

Ik constateer nu dat meer raadspartijen die toen instemden met de jas nu zeggen dat het een beetje te duur wordt. Dat is de kern. Wij hebben zes voorstellen en wij hebben de reactie van het college gehoord. De salesfunctie van het Slot moet uitgebreid worden. Heeft de raad de vrijheid om niet tot een structurele uitbreiding te komen? We hebben daarvoor wat argumenten gegeven. Het college zegt dat het niet kan. Een tegenvallend telecommunicatieproject zorgt er voor dat er een ton bij moet. We kunnen nu nog geen toezichthouders inschakelen voor het handhavingsbeleid in de wijken. Uit de beantwoording van wethouder Vermeulen hebben wij begrepen dat de uitbreiding voor de sociale dienst gebruikt wordt om een eerdere taakstelling ongedaan te maken. Wie schetst onze verbazing dat in de commissie samenleving een stuk van die strekking ter kennisgeving op de agenda stond. Wij hebben daar niet uitvoerig met elkaar over kunnen spreken. Nu worden we geconfronteerd met het prijskaartje dat daaraan hangt. Gelden voor werving en selectie aanwenden voor het terugdringen van het ziekteverzuim door onder andere stoelmassage. Volgens het college kan dit niet. We hebben van de wethouder begrotingszaken begrepen dat hij zelfs nog nooit gemasseerd is. Ik hoop dat hij ook nooit fysiotherapie heeft gehad, want dan word je ook aangeraakt. Wij hebben voorgesteld om de uitbreiding van de afdeling assurantiën te gebruiken om de jongeren van de straat te houden en het poppodium te honoreren. De bedragen zijn teveel om met de bestaande ambtenaren te kunnen verwerken. Wij lopen tegen een muur aan die het college heeft opgetrokken. Het college komt met eigen knelpunten die het wil oplossen. Men wil daar niets aan afdoen of toedoen. Wij nemen dat voor kennisgeving aan. Het is duidelijk dat er geen enkele manoeuvreerruimte is. Misschien dat we weer op de rekening 2002 moeten wachten om te zien dat er toch heel wat ruimte was in de voorstellen die het college nu heeft voorgelegd. Dat brengt ons tot de vraag die ook in het collegeprogramma staat. Kunnen wij bij de begroting 2002 verwachten dat we de resultaten die we met het beleid beogen ook goed op een rij krijgen met de kengetallen bovendien? Dan kunnen we dat straks in het jaarverslag teruglezen. Kunt u daar ons een antwoord op geven?

Ik kom tot het laatste punt en dan kom ik tot de GroenLinks minuten.


De voorzitter:

Die heeft u niet gekregen. We hebben nadrukkelijk afgesproken dat iedereen zich aan zijn resttijd zou houden. Ik wou er toch maar aan vasthouden dat u uw restminuten opsoupeert.


De heer Van Gemeren: (D66)

Ik krijg hopelijk een antwoord op mijn vraag waar de restminuten van D66 gebleven zijn.

Ik kom tot mijn afronding met het indienen van een motie. Wij hebben gisteren van de wethouder begrepen dat een aantal zaken niet in deze openbare ruimte besproken kan worden. Het gaat om het bestemmingsplan het Rond. Wij zijn blij met de toezegging van hem dat we in de commissie ruimte daarover van gedachten kunnen wisselen, althans dat hoop ik. Als blijkt zoals GroenLinks constateert dat het niet staand beleid is dat we zo met mogelijke schadeclaims omgaan en er daardoor ruimte vrijvalt, moeten we wachten tot de volgende voorjaarsnota om daar nog een bestemming aan te geven. In die zin kan ik u namens zeven partijen in de raad een creatieve motie aanbieden dat zowel het college de vrijheid geeft om de commissie wat vertrouwelijke informatie te geven, maar ook tegelijk de raad het recht geeft om als er middelen vrijvallen door een andere financieel-technische dekking die dan bestemd kunnen worden voor een aantal maatschappelijke knelpunten die zijn aangegeven door de fracties die de motie hebben ondertekend in eerste termijn.


Motie 8, Bestemmingsplan Het Rond


De raad van Zeist in vergadering bijeen op 18 en 19 juni 2001, behandelende het voorstel van burgemeester en wethouders met als onderwerp “Voorjaarsnota 2001 (raadsvoorstel 2001-67);


Gelezen het voorstel van het college om gelden in de begroting 2002 en meerjarenbegroting 2003 t/m 2007 op te nemen ten behoeve van de herziening van het bestemmingsplan Het Rond gezien de ontwikkelingen rondom het postkantoor (projectnr. 45a);


Overwegende dat de herziening van het bestemmingsplan Het Rond een gevolg is van het voorbereidingsbesluit genomen in de raad van 12 april 2001;


Mede overwegende dat het beslag dat de te verwachten investering (gemiddeld ƒ 500.000,- op jaarbasis) naar verhouding een groot beslag legt op de beschikbare algemene middelen;


Gehoorde de in de gecombineerde commissievergadering van Verkeer en Vervoer, Milieu c.a. en Ruimte, Kunst en Cultuur van 7 juni 2001 gegeven toelichting dat in het geraamde bedrag in zekere mate rekening is gehouden met mogelijke schadeclaims;


Van oordeel dat vigerend gemeentelijk beleid is dat dergelijke onderdelen niet op deze wijze ten laste van de begroting en meerjarenbegroting worden gebracht;


Verzoek het college op basis daarvan met een ‘opgeschoonde’ specificatie van het in de Voorjaarsnota opgenomen bedrag te komen en dit aan de commissie RKC te verstrekken;


Bij minder financieel beslag dan nu is voorzien, worden de volgende knelpunter voor zover mogelijk ter structurele honorering in de gemeentebegroting 2002 voorsteld:


  • Poppodium De Pepel (S1);

  • Knelpunten gesubsidieerde instellingen (S6/S12);

  • Klimaatbeheersing De Klinker (S7);

  • Onderwijsachterstandenbeleid (S50);

  • Voor- en vroegschoolse educatie (S51);

  • Cultuurnota (S2);

  • Cultuurstimulering (S3);

  • Fonds sociale woningbouw (R40);

  • De Brede School.


En gaat over tot de orde van de dag.


De motie is ondertekent door de heren Van Gemeren, Van Buël, Van Kuijk en Prikken en de dames Spruijt en De Jong.



Mevrouw De Jong: (SP)

Het college en een aantal andere partijen vinden de voorjaarsnota geen genante vertoning. De SP had niet anders verwacht. Wij blijven wel bij die mening. Zeker als u zegt dat gelden uit de meicirculaire pas betrokken kunnen worden bij de voorjaarsnota 2002 en dus het geld van 2001 pas in 2003 besteed kan worden. Dat illustreert juist de knellende Swartnorm volgens de SP. U zegt dat we niet meer mogen uitgeven dan we hebben. U rekent zich wel arm als u maar 50% van de verwachte inkomsten inboekt. U weet hoe meer inkomsten bij het rijk automatisch betekent dat het bedrag voor het gemeentefonds dan ook groeit. Het rijk zit behoorlijk ruim in zijn jasje. Dus in plaats van op minder kunt u op meer rekenen. Dat blijft de SP creatief boekhouden noemen. Er is geld. Er komt geld, maar daar rekent u maar voor de helft op. Zo gerekend heb je altijd tekorten en worden overschotten vanzelf weer tekorten. Dan zegt u dat er iets meer voor de interne organisatie wordt uitgetrokken. Dat noemt de SP een gotspe. Als ik alleen al de uitbreiding voor de interne organisatie op tel uitgezonderd de brandweer, stadswachten en de buitendienst, kom ik voor 2002 alleen al op f 960.000,-. Dat is bijna een miljoen gulden en dat noemt de SP beslist geen beetje. Dat terwijl de knelpunten bij de Zeister organisaties onopgelost blijven. Dat is waar ik mij voor schaam als raadslid en dus een genante vertoning noem. U zegt een kwaliteitsimpuls voor het Rond te willen. U zegt terecht dat dit een politieke keuze is. Dat is de SP hartgrondig met u eens. Daarom heeft de SP ook tegen dit prestigeproject gestemd. Wij zouden voorrang willen geven aan een kwaliteitsimpuls voor het sociale cement in de Zeister samenleving, zorg, welzijn en onderwijs. U zegt dat we in Zeist blij moeten zijn, ook de mensen met een functiebeperking over hoe we de WVG uitvoeren. We hebben een open eindregeling. Dat is de SP dus niet. Mag ik u er nog aan herinneren dat u de WVG een taakstelling, dus een bezuiniging heeft opgelegd waardoor de vergoedingen voor vervoer behoorlijk verslechterd zijn voor de cliënten? Als we het budget van het rijk dat niet geheel werd gebruikt hadden weggezet, was deze bezuiniging niet nodig geweest.

Een antwoord op de vraag wat er is gebeurd met de aanbevelingen van de SP en omgezet in moties van het CDA met de rijksgelden in verband met extra personeel met het oog op de belastingherziening heb ik niet gehad. Graag wil ik dat nog even horen.

Dan nog een opmerking naar de PvdA. Het feit dat ik mij schaam is geen bedrijven van demagogie. Het verduidelijkt mijn gevoel bij een rationele afweging van politieke keuzes maken. Het niet investeren in de Zeister samenleving is desinvesteren in de toekomst. Daarom alsnog een motie over een discussie over het openbaar onderwijs en de diversiteit van het onderwijs in Zeist. Nu is er onduidelijkheid of wanneer de managementstructuur zijn beslag krijgt. Wij willen graag een interim-manager voor de Montessorischolen. Ik lees de motie voor. Dan ga ik zo door met mijn betoog.


Motie 9,


De raad van de gemeente Zeist in vergadering bijeen op 18 en 19 juni 2001, aan de orde hebbende de Voorjaarsnota 2001;


Overwegende,


dat de locaties Sumatralaan en Kerckebosch van de Openbare Montessorischool te Zeist al ruim een jaar zonder vaste locatieleider functioneren


dat de invulling van de vacatures voor locatieleider verbonden is aan de nieuwe managementstructuur voor het openbaar primair onderwijs


dat het besluit over de nieuwe managementstructuur zorgvuldig dient te geschieden


dat het niet duidelijk is of er voor de nieuwe managementstructuur voldoende draagvlak is


dat de consequenties van deze nieuwe managementstructuur voor de inhoudelijke kant van het onderwijs onvoldoende uitgediscussieerd zijn


dat het gebrek aan goede locatieleiding onwenselijk is voor de kwaliteit en de continuïteit van het onderwijs op deze locaties


besluit,


de nieuwe managementstructuur voor het openbaar primair onderwijs te agenderen voor de eerstvolgende commissie Samenleving.


per 1 augustus een stabiele situatie op de twee locaties te creëren door, in afwachting van de invoering van een nieuwe managementstructuur, de vacatures tijdelijk op te vullen. Indien interne invulling voor 1 juli niet lukt, dan locatieleiders ad interim in te huren.


En gaat over tot de orde van de dag


De motie is ondertekent door mevrouw De Jong en de heren Schneider en Van Gemeren


Ik blijf het proberen en dien de eerdere moties van de SP alsnog in.


Dan het amendement van D66 over Slotstad. Wij willen dit wijzigen door de dekking uit de algemene middelen te halen.

Ik heb nog een aantal vragen ter afsluiting. Hoe kan het dat u al proef gedraaid heeft met camera’s? Was dit in de openbare ruimte? Zo ja, waarom zijn de raadsleden niet van te voren ingelicht? Was daar geen raadsbesluit voor nodig? Hoe heeft u de privacy gewaarborgd?

Het zal duidelijk zijn dat de SP deze voorjaarsnota een genante nota blijft vinden. Zoals de nota nu voor ons ligt, vinden we hem onacceptabel. Ik dank u en ook de heer Van Ballegooien voor het compliment dat we de kiezers serieus nemen en dat we politieke zaken aan de pers overhandigen. Dat noemen wij een uiterste vorm van democratie.


De heer Prikken: (BIZ)

Dank voor uw reactie op mijn eerste termijn. Vooral de actuele beantwoording en de geruststellende overleggen zijn constructief die plaatsvinden rond de HSL, de splitsing Driebergen-Zeist op de A12 en de invulling van het gebied rondom het station zijn zaken waarvan wij met veel belangstelling hebben kennis genomen. De leefbaarheid van het gebied en de periferie mogen er niet de nadelen van ondervinden. Daarbij is vooral te denken aan de Arnhemse Bovenweg en de omgeving daarvan. Een belangrijke hobbel lijkt evenwel genomen om tot goede en veilige oplossingen te komen. Het benodigde onderzoek zullen wij graag steunen. Over veilige oplossingen gesproken, hulde voor het bestuurlijke startschot voor camerabeveiliging. De daadwerkelijke plaatsing hopen wij dan ook voor het eind van het jaar tegemoet te kunnen zien. Camera’s alleen zijn niet voldoende. Het opsporingstraject en andere begeleidende maatregelen zijn eveneens van belang. Wij zien uw voorstellen in de commissie bestuur met belangstelling tegemoet.

De wethouder van personeel en organisatie motiveerde de meerkosten voor werving en selectie. Het zal niet meevallen om 55 vacatures in te vullen op de huidige overspannen arbeidsmarkt. Een emolument in de vorm van een notebook voor fractieassistenten kan niet van het wervingsbudget af. De wethouder zegde evenwel toe het belang van goede hedendaagse communicatie in te zien. Na evaluatie van het gebruik door raadsleden zullen bij gunstig bericht ook notebooks voor fractieassistenten beschikbaar worden gesteld. We vertrouwen de toezegging van de wethouder. Wij gaan er van uit dat wanneer de evaluatie achter de rug is de ganzenveer en de high-tech computer gelijk kunnen worden getrokken. Wij trekken daarom het amendement in. Overigens verwees de wethouder in de besluitvorming naar het overleg in het seniorenconvent. In deze zin is daar nooit over gesproken. Het betrof toen slechts de honorering van de fractieassistenten.

Wij namen kennis van uw mededeling dat de evaluatie van de rekenkamer wordt betrokken bij de komende discussies over duaal bestuur. Wij hechten aan een onafhankelijke en deskundige rekenkamer met voldoende ambitie en ambtelijke onderzoeksondersteuning. Wij willen graag de motie aanhouden en betrekken bij de verdere discussies omtrent de evaluatie van de rekenkamer en de effecten van de te verwachten wetgeving op dit punt.

Wij namen gisteren kennis van de “Vermeulenschwung” en de “Swartnorm”. De fles is niet half leeg, maar blijkens uw mededeling is die ruim gevuld. Een hoge ambitie waarvoor het tempo wordt bepaald door de beschikbare financiën. Om een wedstrijd te winnen tellen voor het publiek de zichtbare doelpunten vooral en niet alleen het vertoonde spel en de prijs van de speler en niet alleen de hoge verwachting van de overwinning. Wij pleiten voor minder ambitieuze nota’s, maar voor een concrete aanpak. Geen knelpuntenbeleid maar een doelstellingenbeleid. Een brede raadsconferentie over de prijs en kwaliteit van Zeist in de toekomst, de zogenaamde strategische visie zoals de PvdA die voorstelt en in lijn is met de intentie van de VVD-motie zullen wij van harte steunen.

De moties 4, 5 en 6 van de SP, GroenLinks en D66 hebben qua strekking onze sympathie. De dekking evenwel niet.

Het amendement van D66 met betrekking tot de voorzieningen voor Slotstad radio en televisie zullen wij zeker ondersteunen. Wij vinden dat de algemene middelen daar voldoende de ruimte voor bieden.


De heer Van Buël:

Ik bedank het college voor de beantwoording in eerste termijn. Voor wat betreft het antwoord van wethouder Den Heijer over de Van der Polstichting zal ik voor kennisgeving aannemen. De waardering die wethouder Van Brenk heeft uitgesproken over de resultaten van dit college is wederzijds. Er moeten nu eenmaal keuzes gemaakt worden waarbij ik het op sommige punten het liever anders had gezien. Ik noemde gisterenavond onder andere het gebruik van de GZO-gelden.

Bij de aanvang van mijn spreektijd gisteren deelde ik reeds mede dat ik het kort zou houden. Ik vond het belangrijk om een bijdrage te leveren aan deze voorjaarsnota ondanks het feit dat ik op persoonlijke titel spreek. Ik had dit achteraf beter niet kunnen zeggen. Ik stelde voor om een verbetering te verkrijgen van de registratie voor de hondenbelasting een penning in te voeren. Ik ben van mening dat deze uitgaaf zichzelf terug verdient.

Ik heb op de laatste spreker gewacht. Bij de beantwoording van de laatste spreker was het mij duidelijk dat ik op een antwoord kan blijven wachten indien ik hedenavond mijn voorstel niet in herinnering breng. De wethouder krijgt dus een herkansing.

Dan kom ik terug op de moties. Motie 1 en 2 kan ik volgen.

Met motie 3 ben ik het niet eens.

Bij 4, 5 en 6 kan ik wel met uw voorstel meegaan en dit geldt ook voor 7.

U neemt amendement 1 over.

Ik ben het met 2 niet met u eens. Ik hoop dat dit vanavond in stemming gebracht gaat worden.

Van 3 heeft de heer Prikken gezegd dat hij die in zou trekken. Anders had ik een stemverklaring willen afleggen.

Voor wat raadsvoorstel 67 betreft kan ik u nu al vast mededelen dat ik met dit voorstel mee kan gaan.



De vergadering wordt voor vijftien minuten geschorst.


De vergadering wordt heropend.



De voorzitter:

Voordat we beginnen zou ik het volgende u nog willen mededelen: Ik loop even langs de nog te benutten spreektijd. Voor de VVD is dat 0, de PvdA nog 2 minuten, het CDA 6, Groen Links 5, SGP/ChristenUnie 4, D66 0, de SP nog 9, BIZ-GZB 10 en de heer Van Buël nog 23 minuten.


Wethouder Swart: (CDA)

Gisteren in eerste termijn en vandaag in tweede termijn is vrij veel gesproken over de financiën. Uiteraard zou ik zeggen bij een voorjaarsnota. Daarbij is gesteld dat het college veel tot stand heeft gebracht en dat het collegeprogram goed op schema ligt. Daarnaast werd er ook veel kritiek geleverd, maar daar ben ik gisteren al in hoofdzaak op ingegaan. We zien in tweede termijn dat onze reactie in eerste termijn op een aantal onderdelen goed gevallen is. Toch wil ik nog enkele opmerkingen maken. Het besturen van een gemeente is een dynamisch proces. Vandaar ook dat we maandelijks bij elkaar komen of in commissievergaderingen of in raadsvergaderingen. Tijdens dit proces doen zich allerlei ontwikkelingen voor. Veranderingen, bijsturingen, er zijn meevallers en er zijn tegenvallers zowel beleidsmatig als financieel. Ook het college wordt er niet altijd vrolijk van. Het is en het blijft wel transparant. . Alles wat aan de orde komt wordt aan u voorgelegd. Samen met u worden de besluiten genomen. Wij laten alles aan de raad zien, de te honoreren projecten, de niet te honoreren projecten, de hoeveelheid geld dat beschikbaar is en het geld dat ingezet wordt. Nu kun je over verschillende normen spreken. Welke norm je ook hanteert, de financiële randvoorwaarden en de condities waaronder wij werken zijn niet verschillend. Er is geen gat in de hand. Er ligt hier een sluitende meerjarenbegroting en die is degelijk en deugdelijk. In die sluitendheid valt geen speld tussen te krijgen, zij het dat sommigen denken dat er met f 2.000,- nog iets aan de hand is. Het financiële beleid is direct gekoppeld aan het beleidsinhoudelijke deel. Het college als geheel en daarnaast iedere portefeuillehouder heeft zijn eigen verantwoordelijkheid. Gezamenlijk als college proberen we daar iedere dag inhoud aan te geven. Vorig jaar om een voorbeeld te geven hebben we gediscussieerd met u over de ISV en het grote stedenbeleid. U heeft daar van harte mee ingestemd. Steeds is bij nota’s die in de raad zijn aangenomen waar de financiën niet bij voorradig waren de opmerking gemaakt dat de uitvoering afhankelijk is van de financiële mogelijkheden en die kunnen we pas bij de voorjaarsnota beoordelen. Daarom kunnen er wel eens best teleurstellingen zijn, maar het is wel in deze beleidslijn gedaan. Door externe omstandigheden is de prioriteitstelling merkbaar veranderd. Des al niettemin zijn we het eens met het pleidooi om meer balans te brengen tussen beleid en financiën. Ik heb gisterenavond die suggestie positief bejegend. Dat past in het sporenbeleid. Dat was ook mede een reden dit sporenbeleid in te zetten. Het tweede en derde spoor zullen dit jaar zijn voltooid. Wij zullen daar verder over kunnen discussiëren.

Ik denk dat met deze algemene opmerkingen een aantal zaken en kritieken beantwoord zijn.

Dan loop ik even snel door op bepaalde reacties van de verschillende fracties. Ik heb in ieder geval begrepen van de heer Otten van de VVD dat willen en kunnen, droom en daad elkaar heel dicht kunnen benaderen. Laten we uitspreken dat dit in de toekomst zo blijft. Wij zijn het eens met het beleggen van een conferentie voor de begrotingsbehandeling. Het De PvdA vraagt geruime tijd voor de begrotingsbehandeling. Dat is altijd een rekbaar begrip. Het zal niet meer voor de vakantie gebeuren, maar wel vanaf september. Het zal voor de begroting plaatsvinden. De datum moet nog geprikt worden, maar daar zullen we best met u uit komen.

Ik heb een opmerking over de meicirculaire gemaakt. Die wordt niet meer vertaald in de begroting van oktober. Terecht zei de heer Otten. Wellicht vergist u zich in een onderdeel. Als uit de meicirculaire blijkt dat het eerste en tweede orde-effect ten aanzien van de OZB anders is dan wij verondersteld hebben, wordt dat wel bij de vaststelling van het tarief voor de OZB meegenomen. Dan gaat het om prijzen en tarieven. Daar hoeft u zich niet ongerust over te maken.

De PvdA sprak over integraal afwegen wat we wel en niet kunnen honoreren. Men heeft gevraagd of we tussen de voorjaarsnota en de begroting nog geld kunnen inzetten. Ik zou willen verwijzen naar twee dingen. Dat geldt ook voor de SGP/ChristenUnie. De passageprocedure op bladzijde 9 van het raadsvoorstel geeft weer wat we doen en hoe en wat we niet doen. In de voorjaarsnota zelf op bladzijde 2 wordt gesproken over de evaluatie op 4 september in de commissie die ik nu nog voor mag zitten en volgend jaar niet meer. De evaluatienota voorjaarsnota 2000. Daar hebben we het ook gehad over wat we doen met financiële meevallers, wat met de tegenvallers en daar hebben we besluiten over genomen. Voor zover ik mij kan herinneren wijken die niet af van de werkwijze die we daarvoor hadden. Het is dus zo dat wij dat enkele keren bevestigd hebben. Het lijkt mij niet goed om steeds weer de spelregels te wijzigen. Overigens heb ik gisterenavond argumenten aangedragen die voor ons ook vandaag nog gelden. Straks bij de moties kom ik nog op een enkel onderdeel terug. Ik heb begrepen dat u mede afhankelijk daarvan u wat royaler of minder royaal ja tegen de voorjaarsnota zegt.

GroenLinks; Ik vind het lastig. Ik heb gisteren mijn best gedaan om u zo uitvoerig mogelijk te beantwoorden. Wellicht was dit in algemene zin, maar dat is omdat we hier geen commissievergadering hebben. In de commissie kunnen we alles uitvoerig doen. Dat het niet helder en duidelijk was vind ik jammer. Dat is niet de bedoeling geweest. U heeft het onder andere over Het Slot gehad. Daarvan heb ik gezegd dat ik de getallen niet bij de hand heb, maar die zijn er wel. We hebben vorig jaar uitvoerig over Het Slot gesproken. We hebben laten zien wat we investeren en wat het gaat opbrengen en wat er van verwacht kan worden. Daarnaast zijn er meerdere ontwikkelingen geweest. Die ontwikkelingen hebben wij ook zichtbaar gemaakt.In deze voorjaarsnota staan bepaalde ontwikkelingen die beargumenteerd zijn. Dat is het transparante. Het is wel een beetje ingewikkeld, maar dat is de lijn. Het is helder en duidelijk en ik kan u alle gegevens daarover geven. Tegelijkertijd heb ik u aangegeven dat we daar binnenkort verder over gaan discussiëren. We zijn van plan op 2 juli een presentatie te geven over de verdere ontwikkeling van Het Slot. Er gebeurt elke dag wel iets, ook al zitten we hier niet iedere dag. Daar willen wij u graag van op de hoogte houden.


De heer Claasen: (GroenLinks)

Waar het mij om ging is dat ik hier niet op deze avond allerlei cijfermatige onderbouwingen hoor. Wat ik gevraagd heb in eerste termijn of aannemelijk gemaakt kan worden dat de maatschappelijke functie voor Zeist van het Slot dit bedrag waard is. Dan praat je niet meer over getallen, maar je praat op basis van argumenten. Wij vinden het belangrijk, want… Anderen zeggen dat ze het niet belangrijk vinden, want..l.. Dan discussieer je met elkaar. Ik ben helemaal niet geïnteresseerd of het een paar gulden meer of minder is. Dat interesseert mij niet op een avond als deze. Het gaat er om hoe belangrijk we een bepaalde voorziening vinden om hem wel of niet in stand te houden. Dat moet je dan bijvoorbeeld koppelen aan de maatschappelijke functie. Daar kun je van gedachten over wisselen.


Wethouder Swart: (CDA)

Akkoord! Daarop heb ik juist geantwoord dat Het Slot Zeist vier functies heeft, met name de culturele en de publieksfunctie. Die zijn voor de burgers van belang. Die zouden vorig jaar bij het plan een versterkt accent moeten krijgen. Ook in de huidige situatie wordt daarvan niets teruggenomen. Dat blijft recht overeind staan.

Er is gevraagd naar een discussie over het vermogen, het financiële beheer en de inzet. We hebben vorig jaar in het kader van de voorzieningen en reserveringen een hele discussie over gehad. Dit gebeurt bij de evaluatie van de voorjaarsnota in september ook nog een keer. Ik heb u gisteren melding gedaan van een begrotingsscan waarvoor niemand bang hoeft te zijn. Het geeft een aardig doorkijkje van hoe we er voorstaan op allerlei terreinen en wat voor afwijkingen wij hebben ten opzichte van anderen en anderen ten opzichte van ons. Dan is dat een beleidsdocument waar u vele dingen mee kan doen. Binnen anderhalf jaar hebben we drie keer naar onze vermogenspositie gekeken. We kijken naar de ruimte die we hebben. Dan hebben we periodiek een keer in de vijf jaar een evaluatie daarvan. Ik denk dat we voldoende instrumenten in de hand hebben om dit op een goede wijze te doen. Ook bij de jaarrekening kan er controle uitgevoerd worden op het beleid. Niet alleen financieel, maar ook op het terrein van doelmatigheid en doeltreffendheid.

Ik dank de fractie van de SGP/ChristenUnie dat men wat royaler is met haar steun aan de voorjaarsnota dan ik gisteren deed vermoeden. We zitten weer op het goede spoor.

D66 sprak over een muur die het college heeft opgetrokken. Er is geen manoeuvreerruimte. Er is altijd manoeuvreerruimte, alleen op uw vragen van nu hebben wij beargumenteerd een antwoord gegeven. Dat u daaruit concludeert dat er geen ruimte is om te manoeuvreren is jammer, maar we hebben wel geprobeerd aan te geven waarom we iets doen en waarom we iets niet doen, waarom we iets kunnen en waarom we iets niet kunnen. Bij de begroting voor 2002 zit ook een output begroting. De gemeente heeft zoals u weet een productbegroting en daar zijn de prestaties zoveel mogelijk in verwerkt. In het kader van de planning en controlsystematiek weet u dat we dat aan het verbeteren en uitbreiden zijn. U bent zeker in staat om afwegingen te maken om te kijken of de middelen die ingezet worden ook die diensten leveren en die kwaliteit die u wil. Een effectmeting zou je kunnen zeggen de essentie van politiek. Je wilt niet alleen weten of er honderd gulden betaald wordt, maar je wilt ook weten wat je daarvoor terug krijgt en op welke wijze. U ziet in de begroting allerlei kerngetallen die die prestaties aangeven.

Dan mijn excuus aan de heer Van Buël. Die had het nog over de hondenpenning. Dat heeft u gisteren aan de orde gesteld en daar heb ik niet op geantwoord. Dat spijt me oprecht, maar ik zal proberen het nu goed te maken. Wij hebben geen hondenpenning in Zeist. Toch discussiëren we met enige regelmaat daarover. Het is een van de instrumenten waarmee je kan controleren of iemand een hond heeft of niet en daarvoor belasting betaald wordt of niet. Je kunt er veel meer dingen mee doen. We hebben al eerder gezegd dat er dan ook controleurs nodig zijn. De kosten verhouden zich tot de baat dat het ons inziens niet verantwoord is. Wij hebben de methode dat een keer in de drie jaar alle hondenbezitters worden gecontroleerd. Er wordt navraag gedaan of men een hond heeft of niet. Dat is aanmerkelijk goedkoper. We hebben daar een redelijk adequaat middel mee. In die zin proberen we dat zo goed mogelijk te doen. Wij denken dat we daarmee een groot deel van het controleprobleem opgelost hebben.

Dan nog een reactie van onze kant op motie 3 van de PvdA. Men wil weten wat het college daarmee doet, want dat vindt men toch wel belangrijk. Uiteindelijk bepaalt de raad hoe we daarmee omgaan. Wij hebben gisteren onze argumenten daarbij gegeven. In de fase waarin we nu zitten hebben wij gekozen voor de knelpunten en we hebben enig nieuw beleid meegenomen. Extra middelen zou je kunnen inzetten, maar dan in samenhang met de knelpunten en nieuw beleid zoals door vele fracties gevraagd is. Dat willen we doen, alleen goed voorbereid en goed afgewogen. Daarom hebben we bij onze begroting altijd een integraal moment waarop we dat doen. Dit op basis van een samenhangende visie. Vandaar dat we de afgelopen jaren op deze wijze gewerkt hebben met die inzet bij de voorjaarsnota. Vorig jaar hebben we een klein uitstapje gemaakt. Vandaar dat we in het kader van spoor 3 gezegd hebben dat we dat juist willen doen. We hebben de uitgangspunten voor de voorjaarsnota vastgesteld. Daarom wijzen we uw motie af op grond van de integrale afweging en op grond van eerdere argumenten die ook in het stuk staan. Het is om te voorkomen dat we een ad-hocbeleid voeren over bepaalde onderdelen van de begroting.


Wethouder Den Heijer: (VVD)

Een tweetal zaken die in mijn portefeuille resteren. Dat is amendement 2, f 25.000,- ten behoeve van Slotstad radio en tv. Ik ben gisteren hier uitvoerig op ingegaan. Ik heb te kennen gegeven dat het amendement door het college wordt afgewezen. Nog even de feiten op een rij in het kort. Er waren bij Slotstad drie zaken aan de orde. In de eerste plaats de fysieke verhuizing. Daar heeft het college reeds vorig jaar februari een bijdrage van f 15.000,- aan geleverd. In de tweede plaats was er een verschil van mening over kosten die door Casema in rekening gebracht zouden zijn met betrekking tot kabelverbindingen. Daar heeft de gemeente getracht een bemiddelende rol in te spelen. Er is vandaag nog even contact geweest met Slotstad. Daar wij niets meer vernamen, gingen we er van uit dat die bemiddeling succes heeft gehad. Dat blijkt niet zo te zijn om u volledig in te lichten.

Een derde zaak die nu een rol speelt is het verzoek om f 25.000,- ter beschikking te stellen voor een nieuwe locatieset. Dit is een verzoek dat ons formeel van Slotstad radio nooit heeft bereikt. We constateren dat het amendement raadsbreed wordt ondersteund. Er wordt ook een andere dekking dan gisteren aangegeven, namelijk vanuit de algemene middelen. Dit overwegende zal het college dit amendement overnemen.

Dan het tweede punt uit deze portefeuille, de ontwikkelingen aan het Rond. Ik verwijs naar het verslag van de besloten vergadering van 2 april jl. als je het verslag kritisch leest, houdt het college staande dat je zeker niet van impliciete besluitvorming kunt spreken. In het verslag worden zeer nadrukkelijk getallen genoemd waaruit een ieder zijn conclusies kon trekken. Waar er op dat moment nog sprake was van enige onzekerheid, met name ten aanzien van claims, is er in de afgelopen maanden uit contacten met de huidige eigenaar steeds duidelijker geworden dat die onzekerheid in zekerheid om gaat slaan. We konden al heel snel een schatting maken die achteraf bevestigd wordt van de te verwachten kosten. Het zou ons inziens buitengewoon onlogisch zijn om die niet in de begroting op te nemen. Wij wijzen derhalve de motie nadrukkelijk af en ontraden deze ook. Ik stel heel nadrukkelijk dat hier aan de orde is geweest of we met elkaar willen gaan voor kwaliteit. Daar hebben we ja op gezegd. We hebben ook uitdrukkelijk daarbij vermeld dat zeker in dit traject gewenste kwaliteit geld gaat kosten. Ik ontken dan ook ten stelligste en onderschrijf de uitspraak zeker niet van mevrouw De Jong dat het hier om een prestigeproject zou gaan. Voor generaties Zeistenaren blijft hier een stuk monumentaliteit gehandhaafd van een buitengewoon hoog peil. Het is in afstemming op en in overeenstemming met de ontwikkelingen die daar sinds 1994 hebben plaatsgevonden.


Mevrouw De Jong: (SP)

U heeft het over het Rond. Als ik u nu beluister hoor ik dat het alleen maar gaat over het monumentale pand van het postkantoor. Ik heb eens even gekeken wat er voor Het Rond wordt gevraagd. Dat is f 5.800.000,-. Als je dat over 25 jaar afschrijft, kom je op ruim twee ton per jaar. U vraagt nu vijf ton per jaar. Dat is voor het hele gebied van het rond en niet alleen voor het monumentale pand.


Wethouder Den Heijer: (VVD)

De f 5.800.000,- houdt verband met de ontwikkeling van een nieuw bestemmingsplan en de daarbij komende kosten. Het houdt ook verband met mogelijk te verwachten schadeclaims. Ik heb gisteren al gezegd dat ik niet op de gedetailleerde cijfers kan ingaan, maar die zullen in de commissie RKC nog eens gesplitst en uitvoerig aan u worden uitgereikt.


Mevrouw De Jong: (SP)

Dank u wel voor deze heldere taal. Dat betekent dat de SP niet pertinent tegen de aankoop van een monumentaal pand is, maar het gaat om de rest er omheen.


De heer Claasen: (GroenLinks)

De wethouder heeft in zijn beantwoording verwezen naar de notulen van de raadsvergadering van 2 april. Hij heeft vermeld dat in het verslag van die vergadering of in het raadsvoorstel daarbij horend getallen zijn genoemd. Inderdaad staan er bedragen in. Nergens, noch in het verslag van die vergadering, noch in het raadsvoorstel dat toen aan de orde was is het bedrag genoemd dat nu aan ons gevraagd wordt. Sterker, in het raadsvoorstel dat wij toen besproken hebben staat aan het slot de zin, Wij – en dat is dan het college – zijn voornemens op korte termijn een voorstel inclusief financiële consequenties aan u voor te leggen om deze planherziening bij voorrang te kunnen starten. Dit citaat geeft aan dat wij op dat moment niet wisten en niet konden weten wat de financiële gevolgen waren van dat voorbereidingsbesluit. Als nu gezegd wordt dat wij dat hadden kunnen weten, is dat pertinent uitdrukkelijk niet waar. Er werd net door de wethouder van begrotingszaken gezegd dat alles aan ons wordt voorgelegd en het is transparant. Met nadruk, dat was niet transparant. Dat kunt u nooit volhouden.


De heer Van Delft: (CDA)

Ik zou er met nadruk voor willen pleiten om dit onderwerp in beslotenheid te bespreken om de gevolgen niet erger te maken. Het onderwerp leent zich zeer voor een uitgebreide bespreking op commissieniveau of zelfs misschien wel door een ander gemeentelijk orgaan.


De heer Van Kuijk: (PvdA)

Ik stel er prijs op te zeggen dat wij de motie niet hebben ondertekend om hier een inhoudelijke discussie aan te gaan. Ik laat dat graag aan de commissie over. Dat heeft de wethouder gisteren ook gezegd. Wij hebben de motie ondertekend omdat dit in lijn is met onze motie. Mocht er geld vrijvallen, wat wordt verondersteld, willen we dat betrekken bij de begroting. Dat is volstrekt in lijn met datgene wat we in onze motie hebben neergelegd. Dat is onze enige reden om deze motie te ondertekenen.


Wethouder Den Heijer: (VVD)

Ik onderschrijf de opmerking van de heer Van Delft. Ik zou nog op de opmerking van de heer Claasen in kunnen gaan, maar dan bestaat het gevaar dat we aanbelanden bij datgene wat niet hier in de openbaarheid besproken kan worden. Ik blijf hierover overigens met de heer Claasen van mening verschillen.


De heer Van Delft: (CDA)

Dat onderschrijven heeft wel consequenties op een ander moment en op een andere plaats.


Wethouder Den Heijer: (VVD)

Dat had ik gisteren al toegezegd mijnheer Van Delft.


De heer Claasen: (GroenLinks)

Als nu wordt gezegd dat we over essentiële elementen van dit raadsvoorstel in het openbaar hier niet kunnen spreken, kan ik dat wel met de heer Van Delft eens zijn. Dan houdt dat wel in dat wij vanavond over dit onderdeel van de voorjaarsnota hier geen besluit kunnen nemen. Dat houdt eigenlijk in dat je in lijn met de motie niets anders kunt doen dan dit punt er uit halen.


De voorzitter:

De portefeuillehouder heeft toegezegd dat hij het zal bespreken in de commissie en hij heeft het standpunt van het college meegedeeld met betrekking tot de ingediende motie. Die handelen we straks af.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Als u en de raad het mij toestaan kan ik kort zijn. Ik hoop dat het nog een beetje swingend is mijnheer Otten.

De heer Van Ballegooijen noemde nota’s die op de plank zouden liggen. Ik heb me suf gepiekerd. Als u nota’s in mijn portefeuille vindt waarvan u wil weten wat daarmee is gebeurd, breng dat dan in de commissie. Dan spreken we daarover. Ik heb ze niet kunnen bedenken.

Ik denk dat het nog even goed is in te gaan op opmerkingen van de heer Van Ballegooijen en mevrouw De Jong over het openbaar onderwijs. De heer Van Ballegooijen vraagt hoe het nu zit met de kwaliteit van het schip om in die metafoor door te praten. Ik geloof dat we eerlijk moeten zijn. We hebben een behoorlijk stevige erfenis meegekregen. Daar zijn we voortvarend vijf, zes maanden geleden mee begonnen. We liggen op koerst wat dat betreft. De druk uit de samenleving is erg hoog. Het is ook lastig om die te weerstaan. Ik heb daar begrip voor. Toch denk ik dat het wijs en verstandig is om dat te doen. Wij hebben een adviestraject zoals u weet. Dat is gemeld in de commissie. Dit hebben we ingezet naar de g.m.r.. Dat willen we en dat moeten we ook. Als dat adviestraject voorspoedig verloopt kunnen we rond augustus een stabielere situatie bereiken. Ik heb u en de buitenwacht al een en ander maal gezegd dat die stabiele situatie er nu al is. Er is locatieleiderschap op alle locaties. Het is misschien niet ideaal, maar de mensen gaan er voor. Wij werken er keihard aan om dat rond augustus in een definitieve structuur te vervatten. Dan hebben we een goed bouwwerk en dan hebben we een steviger schip om mee te varen.

Een zin nog over SoZa mijnheer Van Gemeren. Ik heb u een ander rekensommetje voorgehouden. De investering in SoZa is niet om andere taakstellingen weg te nemen.Als je over het geheel gaat kijken, is de investering eigenlijk maar een halve f.t.e.. De taakstellingen heeft SoZa gehaald.


Mevrouw De Jong: (SP)

Dat klopt volgens mij toch niet helemaal. U heeft inderdaad een f.t.e. opgevoerd en daarvan een halve teruggenomen. Op de volgende bladzijde staat dat u nog eens 2,5 f.t.e. extra wilt opnemen. Dat samen maakt 3 f.t.e.. Waar heeft u het nu over? Heeft u het over werkelijk een halve bij SoZa of drie en een half?


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Ik verwijs kortheidshalve naar de uitleg die in de commissie is gegeven en die voor zover ik weet ook in het verslag is opgenomen. Ook verwijs ik naar de toelichting die ik in eerste termijn heb gegeven en wat ik nu weer doe. De formatie voor SoZa is gedaan op basis van een zorgvuldige analyse.

Dan nog een opmerking over de WVG. Voor zover ik mij kan herinneren is er op de WVG-uitgaven in deze gemeente nooit bezuinigd. Dat mag nog wel eens gezegd worden. Het invoeren van het CVV was een al lang afgesproken omzetting en was niet ingegeven door een bezuinigingswens, maar door de afspraken die er lagen met betrekking tot het verstrekken van deze voorziening.


Mevrouw De Jong: (SP)

Natuurlijk kunt u dat nu wel zo stellen, maar het is natuurlijk wel zo dat de cliënten die hiervan afhankelijk zijn dit wel degelijk als een bezuiniging ervaren. Dat weet u net zo goed als ik.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Ik verwijs u voor de volledigheid nog naar mijn eerste termijn. We kunnen over de kwaliteit van de verstrekking spreken in het kader van het verstrekkingenboek.

Dan kom ik bij de motie die nog is ingediend. Die heeft ook betrekking op de managementstructuur. Ik heb daar zo juist al iets over gezegd. Ik wil alleen daar nog aan toevoegen dat wij de motie uiteraard afwijzen. W ij geven ook aan dat die zeer ongewenst is op dit moment en in dit stadium. De dekking van deze motie is ook uitermate gevaarlijk. Als je dit soort zaken zo ziet, kom je voor je het weet in een doorbetalingssituatie. Dan moet je voor elke ton die je uittrekt nog eens vijf bij optellen. Dat geef ik u nog maar even mee. Verder is het volstrekt duidelijk dat deze motie volstrekt onnodig en onwenselijk is.


Mevrouw De Jong: (SP)

Er staat duidelijk interim. Dat betekent voor een bepaalde tijd. Dat betekent dat u niet vastzit aan loonbetaling bij eventuele toestanden.

Ten tweede hebben wij gezegd, als u er niet uitkomt voor 1 juli. Dus er zit nog ruimte in. Dan snap ik niet dat u nu al zegt dat dit totaal ongewenst is.

Er is een vraag blijven liggen en wel wat er met de aanbevelingen van de SP is gebeurd om personele gelden bij het rijk weg te halen in verband met een belastingherziening. Dit is neergelegd in een motie van het CDA. Die motie is overgenomen. Heeft u daar wat aan gedaan? Zo ja, wat? Wat is er gebeurd met die motie?


De heer Kats: (SGP/ChristenUnie)

Misschien zou de wethouder nog in kunnen gaan op het eerste punt in het besluit van de motie. De motie over het openbaar onderwijs verzoekt twee punten. Het eerste verzoek is om de managementstructuur in de eerstkomende commissie te behandelen en het tweede punt betreft de locatieleider. Ik zou willen vragen om met name punt 1 te honoreren omdat dit eigenlijk raadsbreed leeft.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Ik meen dat het reeds geagendeerd is. U heeft de agenda reeds ontvangen.


De heer Schneider: (GroenLinks)

Het gaat om een mondelinge toelichting. Ik zou graag het hele stuk behandelen.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Zullen we daar maandag over spreken?

Nog een opmerking over die belastingherziening. Dat is inderdaad door ons opgepakt en neergelegd in een brief. Overigens hebben we dat punt ook aan de orde gesteld bij het werkbezoek dat de heer Van Den Berk van de VNG aan de gemeente Zeist heeft gebracht. Wij hebben daar antwoord op gekregen dat men daarmee aan het werk was. Ik meen dat het antwoord van de VNG in eerste instantie negatief was. Wij gaan er nog steeds van uit dat het rijk in dit opzicht vroeg of laat toch nog zal bijspringen. Verder zijn we in de voorjaarsnota daar helder over.


Wethouder Van Brenk: (SGP/ChristenUnie)

In tweede termijn zijn nog verschillende opmerkingen in verschillende toonaarden over bestuur en organisatie over de tafel gekomen. Er wordt nadrukkelijk aandacht voor gevraagd. Daar ben ik blij mee. Ik denk ook dat het noodzakelijk is. Wij denken dat de investeringen die we daarin doen zeer verantwoord zijn. Ik geloof in de wetmatigheid dat wie goed is voor zijn medewerkers zich geen zorgen hoeft te maken over de kwaliteit van het product.Dat is ook de goede volgorde.

Mevrouw De Niet heeft gezegd dat zij ons kritisch zal volgen waar het om het burgerhandvest gaat. Ik hoop dat het zich daartoe niet al beperken in de komende periode.

Ik heb de reacties in eerste termijn goed verstaan. Het uitgesproken vertrouwen sterkt mij met mijn collega’s om voort te gaan.


De voorzitter:

Van mijn kant nog een drietal opmerkingen. De eerste naar aanleiding van een opmerking die de heer Otten gemaakt heeft over de procedure rondom deze voorjaarsnota. Hij meldt dat het hanteren van spreektijd hem goed is bevallen. Ik ga er van uit dat we dat in het seniorenconvent de eerstvolgende keer gaan evalueren.

De tweede kanttekening heeft te maken met de door de loco--burgemeester gisteren gedane melding over de proef die heeft plaatsgevonden op 7 juni. Ter voorbereiding van een notitie voor het college en de commissie heeft er een meting plaatsgevonden. De lichtsterkte is bekeken. Allerlei positiebepalingen hebben plaatsgevonden. Op basis daarvan wordt aan een notitie gewerkt. De heer Van Gemeren heeft geschokt gereageerd. Ik ga er van uit dat dit elke dag is. Waar je je vertoont in de openbare ruimte waar dan ook, wordt gebruik gemaakt van videocamera’s. Laten we daar verder over discussiëren in de commissie.

Overigens ben ik nog in afwachting van een nader advies van de korpsleiding van de regio Utrecht met betrekking tot het wel of niet hanteren van cameratoezicht in deze regio. Ook dat wordt betrokken bij het verdere opstellen van de notitie die de commissie zal bereiken.

Dan tot slot. Ik heb u bij de opening vanavond toegezegd dat er sprake is van een goed overleg tussen een delegatie van de provincie onder leiding van de commissaris van de koningin en de portefeuillehouder en de griffier en een delegatie van het BRU, de voorzitter en beide portefeuillehouders. In een stevig debat zijn eerst de contouren eens getrokken en gekeken waar de scherpe kanten zouden liggen. Die zijn uiteindelijk gevonden. Het samen optrekken door alle gemeenten in deze provincie is niet aan de orde. Zowel de provincie als het bestuur van de samenwerkingsverbanden zijn het daar volledig over eens. Het gaat er om dat wanneer er geld komt voor project wie dan wat gaat doen. Naar mijn mening is er een zodanige opening gekomen dat er opdracht is verstrekt om in de derde week van augustus een notitie daarvoor te maken. De regie voor deze bijeenkomst ligt in handen van de provincie. Die zal niet alleen met het bestuur van de regio Utrecht overleggen, maar ook met Eemland. Daar heeft het BRU ook op aangedrongen. Het is niet alleen een zaak tussen de provincie en het BRU. Het heeft te maken met de totale regio. Wij hebben ook gesteld dat samenwerking tussen gemeenten verplichtend is en moet. Dat is door beide partijen nadrukkelijk gezegd. Dat kan ook niet anders en het zal ook niet anders. Daartoe dient ook de provincie initiatieven te ondernemen. Na 50 minuten over en weer standpunten uit te wisselen en conclusies trekken kan ik u zeggen dat er heel veel ruimte is voor verdere samenwerking. De samenwerkende gemeenten gaan aan de gang. Ik heb als voorbeeld genoemd het lokaal initiatief van Driebergen en Zeist. Vanuit de lokale democratie bezien behoort het daar ook te beginnen. Daar is de zaak opgebouwd en hebben gemeentelijke en intergemeentelijke commissies hun aandeel in geleverd. Vervolgens is het opgeschaald op een ander niveau waarbij we met provincie en rijk aan tafel hebben gezeten. De provincie kan niet als eerste aan tafel gaan zitten, want er zijn van die momenten waarop de provincie als scheidsrechter moet optreden. Dat is ten aanzien van de HSL en de A12 aan de orde geweest. Daar moest men kiezen of voor Bunnik of voor Driebergen-Zeist. Op het moment waarop u begint met aan tafel te zitten, maakt u vuile handen. Ik denk dat het dan lastig wordt om dat op het juiste moment te zeggen. Dat is dan ook erkend. We zullen met elkaar gaan bepalen welke dossiers van belang zijn en dat is vanzelfsprekend ruimtelijke ordening. Daar ligt het primaat bij de provincie. Er zal een streekplan gemaakt moeten worden. De portefeuillehouder van de provincie heeft nadrukkelijk gezegd dat er sprake dient te zijn van een regionaal structuurplan, gemaakt door de samenwerkende gemeenten. Als de provincie daarbij aan tafel gaat zitten, kan dat naadloos aansluiten bij de opvattingen die vervolgens dan worden neergelegd in het streekplan. Zo moet er samen worden gebouwd waarin de rollen heel helder en duidelijk zijn. De provincie dient de rol te spelen die ze moet spelen. Het kan niet zo zijn dat wanneer samenwerkende gemeenten met projecten komen en er komt geld van het rijk wij dat eerst aan de provincie moeten afstaan en dan wachten wat er gedoteerd gaat worden. Er kan wel gezegd worden dat alles wordt doorgesluisd. Het is net wat een van de collega’s vanmorgen in het college zei. Je geeft je kind zakgeld, maar wanneer het kind een gulden wil uitgeven moet het eerst toestemming aan vader of moeder vragen. Dat is het enige punt waar we nog eens over door moeten discussiëren. De rest zijn we uit.

Nog een opmerking van de kant van de heer Otten. Hij wil graag duidelijkheid met betrekking tot dit punt met het oog op de behandeling in de kamer. Een lid van gedeputeerde staten zei vanmorgen dat hij ernstige twijfel heeft of datgene wat voorgenomen wordt door BZK gehaald wordt voor de zomer. Hij is van mening dat het wel over de zomer heen zal gaan. Het zou wel eens kunnen verzanden in de politieke debatten en mogelijkerwijs gaat het een rol spelen in een nieuw regeerakkoord. Zelf heb ik gisteren mogen vernemen dat het een geweldige toer wordt om het nog voor de zomermaanden in de kamer te krijgen.

Omtrent de camera’s kan ik u verder niets zeggen bij deze voorjaarsnota. Wij komen daar in de commissie op terug op het moment dat de notitie voorligt.


Mevrouw De Jong: (SP)

Heeft u tijdens de proefneming wel bordjes laten ophangen dat er camera’s gebruikt werden? Dat moet namelijk. Dat heeft te maken met privacywetgeving.


De voorzitter:

Dit kan allemaal in de commissie ter sprake komen.


De heer Claasen: (GroenLinks)

Ik zou graag even een schorsing willen. Er is een motie van het CDA ingediend die door andere fracties mede is ondertekend. Het vereist enig overleg over hoe we daarmee om moeten gaan.


Hierna wordt de vergadering voor maximaal tien minuten geschorst.


De vergadering wordt heropend.


De heer Claasen: (GroenLinks)

Motie 8 over het bestemmingsplan Het Rond is namens zeven fracties ingediend. Dit maakte even overleg nodig over hoe we met deze motie moeten omgaan. Dat overleg heeft opgeleverd dat wij bereid zijn de motie in te trekken op voorwaarde dat uw college het nu in de voorjaarsnota opgenomen bedrag daar even uit haalt. Vervolgens moeten we in de commissie RKC debatteren over welk deel van dat bedrag nou gereserveerd is voor de ontwikkeling van het bestemmingsplan voor Het Rond. Vervolgens moet het resterende deel van het bedrag worden betrokken bij de begroting 2002 om te kijken waaraan dit besteed kan worden.


De voorzitter:

Het is een nogal indringende vraag aan het college. Daartoe hebben wij een minuutje schorsing nodig.


Nadat dit heeft plaatsgevonden, wordt het woord gegeven aan:

Wethouder Den Heijer: (VVD)

Na dit kort beraad is er voor het college geen enkele aanleiding denkbaar om de wens van de indieners te honoreren. Daar er nu al een grote mate van zekerheid ligt voor wat betreft het indienen van een claim, zou er in de jaarrekening een voorziening getroffen moeten worden als we die koers volgen. Dit heeft hetzelfde effect. Dan zitten we met een niet sluitende voorjaarsnota. Dus het college neemt dit voorstel niet over.


De heer Claasen: (GroenLinks)

Dan ontstaat er voor de fracties die de motie hebben ondertekend een nieuwe situatie die een tweetal minuten schorsing noodzakelijk maakt, waaraan voldaan wordt.


De vergadering wordt heropend.


De heer Claasen: (GroenLinks)

Het overleg met betrokkenen heeft opgeleverd dat we de motie handhaven. Elke fractie zal daarbij een passende stemverklaring afgeven.


De voorzitter:
We gaan de moties en amendementen afhandelen, waarbij eerst de moties aan de orde komen.

De heer
Timmerman: (VVD)

Motie 2 wordt door mijn fractie ingetrokken omdat de verklaring die u heeft afgelegd namens het college gezien wordt als het overnemen door het college van de intentie van de motie.


De heer Van Kuijk: (PvdA)

Motie 5 zullen wij niet steunen. Ik heb niet goed opgelet in de beantwoording van de wethouder of we de Kadernota Zorg gaan vaststellen. In dat kader moeten we bekijken of Omnium eventueel meer geld kan krijgen. Dit moet gewoon in de normale besluitvorming worden opgenomen.

Dan de motie met betrekking tot Het Rond. Als blijkt dat er geld komt dat we ook voor andere doeleinden kunnen gebruiken ligt het geheel in de lijn van ons verhaal dat we daarvan gebruik zouden willen maken. Wij steunen de motie.


Mevrouw De Jong: (SP)

Ik heb een stemverklaring bij motie 7. Het gaat hierbij om een onafhankelijke rekenkamer.

Deze motie is echter aangehouden.

Motie 8 wordt door de SP gesteund omdat wij denken dat er inderdaad nog geld ligt.


Het college neemt de intentie van motie 1 over.

Motie 2 is ingetrokken.

Het college stelt voor motie 3 af te wijzen.

De motie wordt bij handopsteken met 13 tegen 17 stemmen verworpen.

Motie 4 wordt met 6 tegen 24 stemmen verworpen.

Hetzelfde geldt voor motie 5.

Motie 6 wordt met 2 tegen 28 stemmen verworpen.

Motie 7 is aangehouden.

Motie 8 wordt met 13 tegen 17 stemmen verworpen.

Motie 9 wordt met 4 tegen 26 verworpen.


Dan de amendementen:

1 is overgenomen, 2 ingetrokken en 3 overgenomen.


De voorjaarsnota:


Mevrouw De Jong: (SP)

Gezien het magere resultaat dat we hier halen bij de voorjaarsnota heeft mijn fractie besloten om tegen te stemmen.


De heer Claasen: (GroenLinks)

Door het verwerpen van de motie over Het Rond is er een situatie ontstaan waarbij wat ons betreft een fors beslag wordt gelegd op de algemene middelen om iets te financieren wat nog niet gefinancierd hoeft te worden. Dit wordt onttrokken aan de oplossing van mogelijke andere knelpunten. Dat is voor ons zo wezenlijk en het gaat om een zo fors bedrag dat wij helaas niets anders kunnen doen dan tegen de voorjaarsnota stemmen.


De heer Van Gemeren: (D66)

Mijn fractie sluit zich volledig aan bij de argumentatie van de heer Claasen ten aanzien van de motie het bestemmingsplan het Rond. D66 is gelezen het raadsvoorstel en gehoord de beraadslagingen tegen het voorstel van het college om de knelpunten te honoreren omdat wij andere prioriteiten stellen en andere keuzes maken. D66 stemt tegen de voorjaarsnota 2001.


De heer Van Kuijk: (PvdA)

Wij zullen voor de voorjaarsnota stemmen. Onze inzet was in eerste instantie in de commissie te bekijken of we projecten tegen elkaar uit konden wisselen. Ik heb nadrukkelijk aangegeven waarom wij dat wenselijk achten, maar wij hebben er uiteindelijk van afgezien. Vervolgens hebben wij geprobeerd om u toch zo ver te krijgen om eventuele vrijkomende middelen in te zetten. Dat is niet door een meerderheid van de raad overgenomen. Onze hoofdlijn was deze keer om te komen tot een fundamentele discussie die structurele oplossingen biedt voor het probleem waar we voor staan. Het is te groot om dit op te lossen met wat omzettingen en een beetje nieuw geld. Onze hoop is gericht op die discussie. U heeft nadrukkelijk aangegeven dat die zeer intensief gevoerd zal worden. Om die reden gaan we akkoord met de voorjaarsnota.


De heer Prikken: (BIZ)

Wij vinden de beheerste dynamiek van de financiën en het beleidsuitvoeringstempo en het ambitieniveau bij deze voorjaarsnota op een gespannen voet staan. Wij zijn het met een aantal financiële facetten van de nota ook niet eens. De inhoud van de meeste projecten spreekt ons wel aan. Daarom zullen wij voor het raadsvoorstel stemmen.


Hierna wordt de voorjaarsnota aanvaard met de stemmen van de SP, GroenLinks en D66 tegen.




De heer Van Buël heeft nu nog 23 spreekminuten, de heer Prikken 10, de SP 6, D66 0, SGP/ChristenUnie3, Groen links 3, CDA 5 en een half, de PvdA 2 en een half en de VVD 0.



9. Het vervangen van een aantal versleten verkeersregelinstallaties (rv 2001-58)


De heer Claasen: (GroenLinks)

De discussie spitst zich toe op het kruispunt Panweg-Dreef en Dijnselburgerlaan. Er is in de commissie aangegeven dat er nogal wat twijfels bestonden over de noodzaak om daar een verkeersregelinstallatie neer te zetten in plaats van een rotonde. Een en ander zou cijfermatig worden onderbouwd. In het verslag staat er iets over, maar dat voldoet niet aan de cijfermatige onderbouwing waarin staat aangegeven dat een rotonde daar niet mogelijk is. Ik zou u willen vragen dit ene element uit het gehele voorstel uit te lichten en een nader onderzoek te starten naar de mogelijkheden om uiteindelijk op deze locatie toch voor een rotonde te opteren.


Wethouder Van Brenk: (SGP/ChristenUnie)

Het beleid is dat indien een rotonde tot de mogelijkheden behoort dit de voorkeur heeft ook al kost dat soms een paar stuivers meer. Dat is het beleid van de raad. Ik heb me moeten laten adviseren door de ambtelijke organisatie, bijgestaan door de Grondmij. We gingen uit van de verkeerstellingen van 1999. We mogen aannemen dat de verkeersdrukte daar eerder is toegenomen dan afgenomen. Op basis daarvan is dit voorstel thans aan u voorgelegd. Ik heb geen reden dat er nog andere informatie boven tafel kan komen dat ons tot een ander besluit doet brengen. Ik vind het een wat andere situatie dan die we bij de Woudenbergseweg hebben gehad. Hier hebben we met een totaal andere intensiteit te maken die een dubbele rotonde zou vereisen. Door een dubbele baan wordt de verkeersveiligheid voor het langzame verkeer eerder ondermijnd dan bevorderd. Ik zie geen reden om dit voorstel nog even aan te houden.


De heer Claasen: (GroenLinks)

Ik kan nog twee redenen aandragen. De wethouder verwijst naar een onderzoek van de Grondmij waarop zijn standpunt gebaseerd is. De commissie kent dat onderzoek niet en dat is jammer. Ons is wel nadrukkelijk toegezegd dat wij over meer gegevens zouden kunnen beschikken, maar die zijn ons niet verstrekt.

We zitten sinds twee raadsvergaderingen geleden met een nieuwe situatie nu het GVVP is vastgesteld. Dat element kan niet in het onderzoek van de Grondmij zijn opgenomen. Dat zijn twee overwegingen waarvan ik zeg dat dit ene punt nu uit het voorstel gehaald moet worden. Zet de rest van het voorstel gewoon in gang en kom in de commissie terug om nader over dit punt te spreken.


Wethouder Van Brenk: (SGP/ChristenUnie)

Ik heb geen rapport van de Grondmij genoemd, maar het ging om een inbreng van een medewerker van de Grondmij die nu bij de gemeente werkt. Als ik heb gezegd dat er een rapport van de Grondmij ligt, heb ik dat ten onrechte gedaan. Wij hebben dat puur gebaseerd op de cijfers uit 1999. Aan de andere kant heb ik er geen moeite mee om dat element nog eens een keer in de commissie te brengen, maar wij zullen u niet meer gegevens kunnen verschaffen dan dit.


De heer Van Ballegooijen: (SGP/ChristenUnie)

Ik denk dat de wethouder een wijs besluit neemt om het nog eens een keer te bekijken. Op de Amersfoortseweg is een nog drukkere verkeerssituatie dan op de Panweg en Dreef. Daar bestaan wel mogelijkheden. Rond Amersfoort worden provinciale wegen nu al van rotondes voorzien. Dan moet het naar mijn overtuiging wel mogelijk zijn. Daar komt nog bij dat de Panweg op een gedeelte in verband met fietsers en bromfietsers die zich op de rijbaan mogen voortbewegen ook al verdrongen worden naar een rijbaan. Het is beter als we dat nog eens rustig bekijken.


Hierna wordt het voorstel z.h.st. aangenomen met dien verstande dat het ene bewuste onderdeel wordt aangehouden en nog nader in de commissie terugkomt.



15. Gemeentelijke Kadernota Zorgbeleid (rv 2001-64)


Mevrouw De Jong: (SP)

Mag ik een ordevoorstel doen? We hebben gisteren dit voorstel besproken. Het blijkt dat er reacties zijn gekomen, onder andere van de provincie. Mijn voorstel is om de zaak weer terug te nemen naar de commissie met de reactie van de provincie en om het daar opnieuw te bespreken.


De heer Kats: (SGP/ChristenUnie)

Mijn fractie zal dit ordevoorstel niet volgen.


Mevrouw De Niet: (CDA)

Hetzelfde geldt voor mijn fractie.


De voorzitter:

Ik zie verder geen adhesiebetuigingen met het voorstel van orde, zodat het wordt verworpen.


Mevrouw De Jong: (SP)

Eindelijk ligt de kadernota zorgbeleid er. De SP vindt het toch wel een smalle visie op waar we willen zijn over vier tot zes jaar. Vraaggerichte zorg is prima, maar als doelstelling lijkt het ons een beetje smal. Wij zien dan ook liever een bredere visie. Nou heb ik wel begrepen dat allerlei deelgebieden nog ingevuld gaan worden. Voor de hele Zeister samenleving geldt toch dat we een visie zouden moeten hebben over waar we nou precies willen zijn met ons welzijn en zorg over vier tot zes jaar. Voor de gemeente is de vraag hoe je zorg aanlevert een kwestie van organisatie. De wat-vraag is volgens mij ontzettend belangrijk voor de gemeente. Hoe zorgen we er voor dat verantwoordelijkheden niet worden afgeschoven zodat er een kans is dat cliënten juist niet van het kastje naar de muur worden gestuurd?

Bij de algemene ontwikkeling van het beleid legt u de nadruk op vraaggericht werken. Gaat dat ook gelden voor de WVG? Hoe verhoudt zich dat dan met elkaar? Er zullen altijd mensen zijn die aangewezen zijn op verpleeghuiszorg. Met het langer leven neemt ook de zorgbehoefte toe. Een andere meer op maat gerichte verpleegtehuiszorg is mijns inziens een prettige ontwikkeling. We kunnen niet alle verpleeghuizen missen.

Budgetfinanciering lijkt mij prima, maar zorg dan wel voor een flexiebel budget waarbij de organisatie snel kan inspelen op veranderingen in de maatschappij.

Voor woningaanpassing is nu al een wachttijd van vier tot zes maanden. U voorziet een stijging van aanvragen. Hoe verhoudt zich dat met het onttrekken van WVG-gelden volgens de voorjaarsnota?

U heeft het over wijkgerichte dienstverlening. Dat steunt de SP ook. De vraag is alleen hoe we dat gaan invullen. Hebben we het over vijf wijken in Zeist of over 57 buurten in Zeist? Dat is inderdaad dicht bij de burger en die vijf wijken niet. Dat zou betekenen dat je van Huis ter Heide naar Den Dolder moet en van Austerlitz naar Kerckebosch.

Dan als laatste punt de WVG. Daarvan zegt u dat het voorzieningenpakket beoordeeld moet worden op zelfstandig laten wonen. Staat dat niet diametraal op het uitgangspunt van vraaggericht werken?


De heer Schneider: (GroenLinks)

Toch nog even een algemene opmerking. De ontwikkelingen in de zorg zoals verwoord in de nota zijn al enige tijd gaande. Ik had het algemene deel zo van internet kunnen halen. Dan zou u de kosten daarvan zich hebben kunnen besparen. Allerlei mensen met verstand van zaken houden zich daarmee bezig. Allen hebben er belang bij dat dit gaat lukken. Algemene strategische beleidsvisies worden uitgebreid naar regioniveau getild. Verschillende werkgroepen en commissies houden zich bezig met detailonderwerpen en dat werpt vruchten af. Hulpverleners in verschillende disciplines treffen elkaar en dat heeft gevolgen voor de organisatie van het werk. We zitten met een krappe arbeidsmarkt en er moet nog het een en ander gebeuren aan de onderkant. Er zijn schijnbaar tegenstrijdige belangen die inzichtelijk gemaakt moeten worden en opgelost. Het uiteindelijke doel is het geestelijk en lichamelijk en maatschappelijk welzijn van de cliënt. We worden allemaal ouder. Er komt op een gegeven moment een fase van aftakeling. In dat opzicht was de nota wel een beetje utopisch.

Dat hele proces bevindt zich in een vroeg en breekbaar stadium. Het vereist tactisch inzicht en communicatieve vaardigheden. Waar ten minste nog behoefte aan bestaat is een regisseur die zich gedraagt niet als een olifant in de porseleinkast.

Dan heb ik nog twee vragen. In hoofdstuk 4 van de nota wordt een groot aantal doelstellingen en acties geformuleerd. Heeft u hiervoor de middelen en de kennis in huis? Op welke termijn kunnen we een plan verwachten? Dat mag voor wat GroenLinks betreft in een gewone agenda. Dat behoeft niet in een agenda voor de toekomst. We beginnen met die van 2001. Is het niet verstandiger als je aan iets nieuws begint en een te grote broek aantrekt eerst de lopende problemen op te lossen? Ik noem er slechts enkele. De stichting Omnium in staat stellen om haar aandeel op een adequate manier te leveren. De sociale raadslieden idem. Het wijkgericht werken en het vrijwilligersbeleid moet kordaat ter hand genomen worden. We moeten er voor zorgen dat het gehandicaptenvervoer fatsoenlijk loopt. Ten slotte moet de bereikbaarheid en de veiligheid van het centrum aangepast worden voor gehandicapte mensen. Wij hebben vorig jaar een rondritje gedaan. Ik weet niet wat u daarmee heeft gedaan.


De heer Doelwijt: (PvdA)

Gevraagd wordt de gemeentelijke kadernota zorgbeleid 2002-2010 vast te stellen. De fractie van de PvdA heeft in de commissie samenleving reeds haar instemming gegeven. We hebben de inspraakreacties gisteren ontvangen. Ik ga er van uit dat die ook in de nota worden opgenomen. Zo ook de reactie van de provincie.

Wij willen het bureau WMC uit Leusden van harte feliciteren met het gedane werk. Onze zorg is wat dan. We hebben bij de behandeling van de voorjaarsnota de financiële perspectieven voor de gemeente mogen vernemen. Daar werden wij niet vrolijk van. Hoe moet het met de zorgsector? We kunnen een kadernota voor negen jaar vaststellen, maar daarmee zijn de knelpunten in de zorgsector nog niet opgelost. Sterker, het college heeft er voor gekozen om de knelpunten binnen de eigen organisatie op te lossen. Knelpunten buiten de deur zijn ook gehonoreerd. Voor Omnium is gelukkig een uitzondering gemaakt. Dit jaar f 60.000,- oplopend tot f 80.000,- structureel vanaf 2002. Dat is mooi en Omnium verdient het. Wij hebben steeds aangegeven dat de zorgsector meer is dan alleen ouderenzorg en ouderenzorg is meer dan Omnium. Een ieder die in een zorginstelling met betrokkenen praat zal ondervinden dat er nog heel wat knelpunten in de zorg zijn. De fractie van de PvdA verwacht de uitwerking van deze kadernota en wij zien dit met belangstelling tegemoet.


Mevrouw Van Baal: (CDA)

Wij zijn verheugd dat de nota nu voor ons ligt. We hebben handvatten om het Zeister beleid aan te toetsen. Echter wij zien deze nota niet als doel maar vooral als een eerste stap om het beleid te toetsen. Ik hoop dat het college dat met ons eens is. We vinden het een goede zaak dat de gemeente slechts regisseur is. De uitwerking is aan het veld voorbehouden. We hopen wel dat het veld met al haar kennis en inzicht daar de ruimte – lees middelen – voor krijgt en dat u de regiserende rol ziet als een manier om op een positieve en constructieve manier met de Zeister samenleving om te gaan.

Er zijn een paar knelpunten. Het CDA kan zich absoluut niet vinden in de bemiddelende functie van het RIO. Het is zelfs zo dat wij vinden dat dit er uit zou moeten. Wij hebben van de wethouder wel begrepen dat het een tijdelijke zaak is tot er wetgeving uit Den Haag komt, maar wij kunnen ons hiermee niet verenigen.

De tendens van steeds langer zelfstandig wonen met eventueel aanpassingen en begeleiding is prachtig. Hoe kunt u garanderen dat deze mensen de nodige zorg op tijd krijgen? Wij voorzien flinke moeilijkheden op dit gebied zowel financieel als personeel. Op instellingen en tehuizen ligt steeds minder de nadruk. Volgens ons blijft de vraag. Een zeer goede toegankelijkheid voor het zorgloket is een eerste vereiste met hierna korte lijntjes en een heldere terugkoppeling naar de cliënt.

Het CDA ziet deze nota als een middel om niet te zeggen als slechts een begin waar we de komende jaren mee verder kunnen. Ik hoop niet dat de nu opgestelde kaders van functioneren als muren als blijkt dat wat wij nu als goed zien over vijf jaar compleet achterhaald is.


Mevrouw De Jong: (SP)

Mevrouw Van Baal vraagt om extra middelen bij deze nota. Dan vraag ik me af hoe dat zich verhoudt met uw instemming met de voorjaarsnota. Ik heb geen motie gezien om meer geld voor de kadernota zorg te krijgen. Misschien kunt u uitleggen hoe u dat bedoelt.


Mevrouw Van Baal: (CDA)

We zouden de middelen voor Omnium als een kader kunnen gebruiken en kijken wat we nodig hebben. We kunnen natuurlijk niet alles tegelijk. Dingen die niet echt urgent zijn, moeten dan eventueel naar spoor 3.


Mevrouw De Jong: (SP)

Bedoelt mevrouw Van Baal dat wat we dan pas in 2003 kunnen starten met deze kadernota? Want dat is de financiële consequentie van wat u nu zegt.


Mevrouw Van Baal: (CDA)

Er zijn best nu al dingen die kunnen.


De heer Kats: (SGP/ChristenUnie)

Complimenten voor deze nota. Er is een duidelijke cohesie aangebracht tussen de verschillende zorgaanbieders en zorgvragers. We hebben een overzicht gekregen van de inspraakreacties. Ik zou in eerste instantie stil willen staan bij een opmerking van de stichting Meander. Het is bijzonder jammer dat de stichting niet in staat blijkt te zijn dan verder te kijken dan de eigen organisatie. De eerste reactie van de stichting Omnium was er voor te zorgen dat men geld krijgt. Ik zou er voor willen pleiten dat ook die stichting om zich heen kijkt. Initiatieven die Omnium doet, worden ook door andere stichtingen in Zeist gedaan. Door middel van samenwerking kan je kijken of je de cliënten beter kan bedienen.

Dan de opmerkingen van het gehandicapten en patiëntenplatform. Die opmerkingen onderschrijft mijn fractie in ieder geval niet. Het platform was betrokken bij de opzet van deze nota. Zij geeft op bladzijde 32 helemaal niet aan dat zij een aparte nota voor gehandicapten wil. Ik begrijp niet waarom deze opmerking nu in eens uit de lucht komt vallen.

Ik heb ook vraagtekens bij opmerkingen die door de afdeling beleid zijn gemaakt met betrekking tot woonruimte voor de doelgroepen. We hebben het hier over een zorgnota.Ik begrijp niet waarom vluchtelingen, grote huishoudens en uitstromers hierin worden opgenomen. Dat hoor ik nog graag.

Ik zou willen afsluiten met een aantal opmerkingen. Wij kunnen niet anders dan een regiserende rol vervullen. Wij kunnen alleen bemiddelen tussen de verbanden in de zorg. Het geld komt ergens anders vandaan. Er zijn goede initiatieven van uit de stichtingen in Zeist. Ik zou er voor willen pleiten die in samenwerking met de corporaties naar de verzekeraars toe te ondersteunen. We moeten uitkijken dat we geen verwachtingen wekken. Dan verwijs ik naar bladzijde 23, de mantelzorg waarbij gesproken wordt dat wij extra gaan investeren in de ondersteuning van de mantelzorg. We hebben het gezien bij de brede school. Als we dit soort uitspraken doen, kan dit verwachtingen wekken.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Mevrouw De Jong heeft het over een smalle visie. Het gaat er om of de visie die in de nota is neergelegd voldoende kader biedt om de komende jaren mee verder te kunnen gaan. In dat opzicht hoeft deze kadernota ook niet alles voor ons op te lossen. We kunnen heel veel aan visie en ideeën verder neerleggen in de agenda van de toekomst. Daarin kunnen plannen worden uitgewerkt etc..

Wat betreft de begroting, u heeft het over middelen gehad. Er zit achter in de nota een staatje waarin aangegeven is hoeveel middelen op dit moment er omgaan in dit verband. Dat is voorwaar niet gering. Er wordt gesproken van ten minste f 12.000.000,- structureel dat in dit veld omgaat. Het spreekt voor zich dat er nog een hele hoop wensen zijn en die bespreken we in het kader van de begroting etc.. In dat opzicht zijn er eigenlijk maar twee kaders hier aan de orde. Het eerste is de begroting die we samen vaststellen. Het tweede kader is deze nota. Eigenlijk zou ik de meeste vragen van mevrouw De Jong daar naar willen verwijzen. U spreekt over ouderen, zorgbehoevenden en gehandicapten. Die moeten niet van het kastje naar de muur gestuurd worden. Dit moeten we zo goed mogelijk oplossen en daar wordt aan gewerkt. De WVG moet adequaat en efficiënt georganiseerd zijn. Als de kwaliteit ons niet zint, moeten we hem verbeteren. Daarover moeten we spreken. Verpleeghuiszorg behoort gewoon op een behoorlijk peil te zijn. Dat is AWBZ-geld en dat is rijksgeld. Als het niet genoeg is, moeten we onze kanalen gebruiken om het rijk en wie dan ook te laten weten dat het niet genoeg is. Dat doen wij ook. Wij hopen al onze politieke achterbannen te kunnen bewegen om daarvoor te gaan. Zoals u weet gaat met name de kamer daar op dit moment voor. Als er stijgingen van het aantal vragen komen, spreken we elkaar weer. Ik heb u daar straks voorgehouden dat wij het grootste potje van de Heuvelrug hebben wat dat betreft. Als wij verstrekkingen dienen te doen, moeten ze ook betaald worden. Wij voorzien dat op dit moment uitdrukkelijk niet.

Wijkgerichte dienstverlening zal moeten blijken uit het wijkgericht werken in hoeverre daar behoefte aan is. Daar kan in worden voorzien. Ik verwijs hiervoor naar de agenda van de toekomst. Dat kan overigens ook budgetair-neutraal.

Zelfstandig wonen, vraaggerecht werken, etc. zijn allemaal zaken die naar mijn smaak in deze kaders heel goed passen. Mocht u daar ideeën over hebben, kunnen die in de agenda voor de toekomst worden neergelegd.

Mevrouw Van Baal had het er over dat het vooral uit het veld moet komen. Daar ben ik het mee eens. Daar dient het vandaan te komen. Daar zit de deskundigheid en daar zullen we goed naar luisteren. We zullen het op een goede manier aansturen. Wij zullen zo goed als het gaat ons binnen de aangegeven kaders daar naar richten.

De vergrijzing is een interessant punt. De provincie wees ons er op dat de vergrijzing af zou nemen. Ik waag mij toch de vrijheid te permitteren om dat te betwijfelen en zeker nadat ik vanochtend van onze eigen medewerkers heb vernomen dat dit wellicht in de eerste jaren het geval is. Als je praat over de periode 2000-2030, gaan wij mogelijk naar de 24% vergrijzing toe. Dat is voorwaar iets anders en geen apendrek. Dan praten we over andere zaken.

Ik ben het eens met de heer Schneider die zegt dat wat Omnium doet belangrijk is, de sociale raadslieden, het gehandicaptenplatform etc. Dat is ontzettend belangrijk en daarmee moeten we uiterst zorgvuldig omgaan. De schaarse middelen die we hebben moeten we bewaken als we ze inzetten.

De heer Doelweit bedankt het bureau. Ik zou ook de medewerkers willen bedanken en de insprekers die een behoorlijke inbreng hebben geleverd. Zij hebben kunnen reageren en het resultaat ligt hier voor.

We zijn het eens over het knelpunt RIO. De toevoeging aan de nota laat de reactie van het RIO zien. U kent mijn reactie uit de commissie. Wij zijn het met u eens. Het zou eigenlijk een taak zijn die in onze visie strijdig is met de taken en de opstelling van het RIO. De verwachting is dat het rijk toch met zo’n regeling zal komen en dan zullen we naar bevind van zaken moeten handelen. We zullen de wet moeten uitvoeren. We spreken elkaar dan nog wel nader. We zijn het er op zich wel over eens.

Dit is geen slot, maar dit is een eerste stap. Als u er mee akkoord gaat, ligt hier een begin. Wij hebben uiteraard vigerend beleid, maar samen met het veld zouden we de volgende stappen moeten plannen.

Ik ondersteun de opmerking van de heer Kats aangaande de opmerking van het gehandicaptenplatform. U noemde nog de stichting Meander, maar ik ging er van uit dat u Omnium bedoelde. Daar ben ik het ook mee eens.


Mevrouw De Jong: (SP)

Wat de verpleeghuiszorg betreft, die blijft nodig. Mijn vraag is of u daarop ook wilt inzetten. Ik heb u goed uitgelegd dat ouderen meer zorg nodig hebben. Verpleeghuiszorg in een ander jasje kan, maar die zorg blijft nodig. Misschien dat u zich daarvoor hard wilt maken.

De wijken straks invullen is een probleem. Bij het wijkgericht werken gaat het om vijf wijken en niet om 57 buurten. Hoe wilt u dat dan gaan doen?

Verder mis ik nog de budgetfinanciering. Met een verbetering van de WVG ben ik het helemaal mee eens.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Die verpleeghuiszorg moet op peil blijven. De inzet zal er zijn. Ik wijs u nog even op het convenant dat de zorgaanbieders enige weken geleden onder andere met de corporaties hebben gesloten en ook met de stichting Omnium. Zij zeggen toe zich in te zullen zetten voor een aanpassing van de klassieke verpleeghuiszorg en woonfuncties. Zij zullen daarin zoeken naar nieuwe vormen om aan deze wens tegemoet te komen. Dat heb ik met enige kritische noten vergezeld doen gaan. Ik heb ze gezegd dat ik het zeer op prijs stel en ik zal ze ook volgen wanneer zij dit gaan realiseren. Dat zal mijn inzet zijn. Het uitrollen over de wijken zal voor de instellingen uiteraard een vraag zijn wat het aan voordeel oplevert. In die zin zou je uit moeten gaan van budgettaire neutraliteit. Instellingen kunnen zelf bepalen of ze in dat wijkgericht werken willen meegaan.

De budgetfinanciering is op dit moment op de rol. Daar hechten we erg aan om daar in de toekomst naartoe te gaan werken. Voor 2002 is het de bedoeling om de eerste stappen daarin te maken. Dan gaan wij concretere afspraken maken met de gesubsidieerde instellingen. Dan kunnen we ook veel beter over de input en output en de inzet van alle partijen gaan praten.


Mevrouw De Jong: (SP)

Die budgetfinanciering snap ik wel, maar ik vroeg om een flexibele houding daarin. Organisaties moeten heel flexiebel in kunnen spelen op maatschappelijke ontwikkelingen en dat is iets anders dan per jaar budgetfinanciering weg te zetten.


Wethouder Vermeulen: (PvdA)

Dat is een terechte opmerking. Die flexibiliteit zou ik willen toevoegen aan de swingendheid van ons beleid. Je moet budgetfinanciering nooit zo neerzetten dat je nooit kan inspelen op nieuwe situaties. Dat is de marge die we echt moeten gaan inbouwen. Daar zijn we ons van bewust en uw opmerkingen vinden wij terecht.


Mevrouw De Jong: (SP)

Gehoord alles wat de wethouder heeft gezegd, kunnen wij instemmen met deze nota. We zullen een en ander kritisch blijven volgen.


Hierna wordt het voorstel z.h.st. aangenomen.


Vervolgens wordt de vergadering gesloten.






19 juni 2001

41

41






Uitgelicht

Gemeente Zeist


Zoeken